Sony CPD-E530: Verhelpen van storingen

Verhelpen van storingen: Sony CPD-E530

x De knoppen op de monitor werken niet ( verschijnt

op het scherm)

Verhelpen van storingen

Indien de vergrendeling van de bedieningen op AAN staat, moet u deze

x Geen beeld

op UIT zetten.

Indien de ! (aan/uit) indicator niet verlicht is

x Letters en regels hebben rode of blauwe schaduwen aan

Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.

de hoeken

Controleer of de ! (aan/uit) schakelaar aan staat.

Convergentie regelen.

De ! (aan/uit) indicator is oranje

x U hoort een brommend geluid direct na het inschakelen

Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en alle stekkers

van de monitor

goed vastzitten.

Dit is het geluid van de zelf-demagnetiserende cyclus. Bij het

Controleer of de INPUT schakelaar instelling correct is.

aanschakelen wordt de monitor automatisch gedurende enkele seconden

Controleer of de pinnen van de HD15 video-ingangsconnector niet

gedemagnetiseerd.

verbogen of naar binnen gedrukt zijn.

* Indien er een tweede demagnetiseringscyclus nodig is, dient u voor het beste

Controleer of de stroom van de computer aan is.

resultaat 20 minuten te wachten. U hoort eventueel een bromgeluid maar dat

De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een willekeurige

is normaal.

toets op het toetsenbord of verplaats de muis.

Controleer of de grafische kaart volledig in de correcte busaansluiting zit.

Indien de ! (aan/uit) indicator groen is of oranje knippert

Schermberichten

Gebruik de zelfdiagnosefunctie.

x Het beeld flikkert, springt, oscilleert of is vervormd

I NFORMAT I E

MON I TOR FUNCT I ONEERT

Isoleer en elimineer potentiële bronnen van elektrische of magnetische

I NGANG

2 : GEEN S I GNAAL

velden zoals monitors, laser printers, elektrische ventilatoren,

AANZETTEN COMPUTERVIA

W

CONTROLEER

V I DEOKABEL

R

fluorescentieverlichting of televisietoestellen.

CONTROLEER

G

Plaats de monitor uit de buurt van stroomkabels of plaats een

I NGANGSSELECT I E

B

magnetische afscherming bij de buurt van de monitor.

Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur

1 Indien GEEN SIGNAAL verschijnt:

op een ander circuit.

Dit geeft aan dat er geen signaal wordt ingevoerd via de gekozen

Probeer de monitor 90° naar links of naar rechts te draaien.

aansluiting.

Controleer de handleiding van uw grafische kaart voor de juiste instelling

2 Toont de momenteel gekozen aansluiting.

van de monitor.

Controleer of de grafische mode en de frequentie van het ingangssignaal

3 Toont de oplossingen.

worden ondersteund door de monitor (zie Preset mode timing table op

Als AANZETTEN VIA COMPUTER verschijnt op het scherm,

pagina i). Sommige grafische kaarten hebben een synchronisatiepuls die

probeer dan een toets op het toetsenbord van de computer in te

te smal is om de monitor correct te laten synchroniseren, ook al ligt de

drukken of de muis te bewegen en controleer of de grafische kaart

frequentie binnen het juiste bereik.

van de computer in de juiste aansluiting zit.

Pas de verversingsfrequentie van de computer aan (verticale frequentie)

Als CONTROLEER VIDEOKABEL op het scherm verschijnt,

om een optimaal beeld te verkrijgen.

controleer dan of de monitor correct is aangesloten op de computer.

x Het beeld is wazig

Als CONTROLEER INGANGSSELECTIE op het scherm

Regel contrast, helderheid en PICTURE EFFECT.

verschijnt, probeer dan het ingangssignaal te veranderen.

Demagnetiseer de monitor.*

Regel moiré-onderdrukking tot moiré minimaal is of zet ONDERDRUK

I NFORMAT I E

MOIRE op UIT.

MON I TOR FUNCT I ONEERT

I NGANG

1: .200 0 /kHz 85Hz

x Echobeeld (ghosting)

BU I TEN SCANBERE I K

W

R

Gebruik geen videoverlengkabels en/of videoschakeldozen.

W I JZ I G S I GNAALT I M I NG

G

B

Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.

x Het beeld is niet gecentreerd of heeft niet de juiste

1 Indien BUITEN SCANBEREIK verschijnt:

afmetingen

Dit geeft aan dat het ingangssignaal niet door de monitor kan worden

Verricht de Auto Afmeting Centreer-functie.

Regel formaat en centrering. Merk op dat het scherm met sommige

verwerkt.

ingangssignalen en/of grafische kaarten niet volledig is gevuld.

2 Toont de ingangssignaalfrequentie.

Na het aanzetten van de aan/uit-schakelaar kan een correcte formattering/

3 Toont de oplossingen.

centrering enige tijd in beslag nemen.

WIJZIG SIGNAALTIMING verschijnt op het scherm. Wanneer u een

x De hoeken van het beeld zijn krom

bestaande monitor vervangt, moet u de oude monitor opnieuw

Regel de geometrie.

aansluiten. Stel vervolgens de grafische kaart van de computer zo in dat

de horizontale frequentie 30 117 kHz en de verticale frequentie 48

x Golvend of elliptisch patroon (moiré)

170 Hz bedraagt.

Regel het moiré-onderdrukkingseffect zo dat moiré tot een minimum

beperkt blijft.

Verander uw desktoppatroon.

x De kleur is niet gelijkmatig

Demagnetiseer de monitor*. Indien u apparatuur die een magnetisch veld

genereert, bijvoorbeeld een luidspreker, in de buurt van de monitor

opstelt, of wanneer u de richting van de monitor verandert, is het

mogelijk dat de kleuren niet meer gelijkmatig zijn.

Regel landing.

x Onzuivere witweergave

Regel de kleurtemperatuur.

6