Pioneer SVM-1000: BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN: Pioneer SVM-1000

05_SVM-1000_DU.book 6 ページ 2007年10月16日 火曜日 午前9時35分

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE

BEDIENINGSORGANEN

AANSLUITINGENPANEEL

1

2 3 4 95 6 7 10 11

8 12

2 3 4 555 6 7 13

4 3

SIGNAL GND

AUDIO OUT

1 GND 2 HOT

21

SIGNAL GND

MASTER

REC

PHONO

DVD/LINE LINE

DVD

MASTER OUT 1

OUT

LINE

DVD PHONO

DVD/LINE

R

L

3 COLD

OUT 2

BOOTH

MONITOR

L

L

MASTER

L

(TRS)

LR

L

L

MIC2

ATT.

CONTROL

CONTROL

-3 dB

CONTROL

CONTROL

-6 dB 0 dB

R

R

R

R

R

POWER

OFF

ON

SYNC

SYNC

SYNC

SYNC

OUT

DIGITAL

OUT

DIGITAL OUT

DIGITAL

OUT

OUT

IN

14 15 16 17 15 14

fs (Hz)

IN

MIDI

48 k 96 k

OUT

DVD

DVD

VIDEO OUT

MASTER

MONITOR

DVD

DVD

AC IN

S-VIDEO

S-VIDEO

COMPONENT COMPOSITE

S-VIDEO

USB

YC

B CR

S-VIDEO

VIDEO

VIDEO

S-VIDEO S-VIDEO

VIDEO

VIDEO

18 19 19 19 1921 232220

1 POWER schakelaar

9 Verzwakkingskeuzeschakelaar voor audiomaster-uitgang

2 PHONO ingangsaansluitingen

(MASTER ATT.)

RCA-type phono-niveau (voor MM-element) ingangsaansluitingen.

Gebruik deze schakelaar om het uitgangsniveau van de

Gebruik deze aansluitingen niet voor het invoeren van

audiomaster 1 en audiomaster 2 te verzwakken.

lijnniveausignalen.

Het verzwakkingsniveau kan worden ingesteld op 0 dB, –3 dB of –6 dB.

3 DVD/LINE ingangsaansluitingen

10 Audiomaster-uitgangsaansluitingen 2 (

MASTER OUT 2

)

RCA-type lijnniveau audio-ingangsaansluitingen.

RCA-type ongebalanceerde uitgang.

Hierop kan een DJ/VJ DVD-speler, een DJ CD-speler of ander

11 Opname-uitgangsaansluitingen (REC OUT)

apparaat met een lijnniveau-uitgangssignaal worden aangesloten.

RCA-type uitgangsaansluitingen voor het maken van opnamen.

4 Signaalaarde-aansluiting (SIGNAL GND)

12 BOOTH MONITOR uitgangsaansluitingen (TRS)

Sluit hierop de aarddraad van een analoge platenspeler aan.

Ø 6,3 mm klinkstekkertype cabinemonitor-uitgangsaansluitingen.

Deze aardaansluiting kan niet voor veiligheidsdoeleinden worden

Het geluidsniveau van deze uitgangsaansluitingen wordt geregeld

gebruikt.

door de BOOTH MONITOR niveauregelaar, ongeacht de stand

5 CONTROL aansluiting

van de MASTER LEVEL regelaar. (Aangezien de uitvoer TRS is,

Sluit hierop de Ø 3,5 mm mini-klinkstekker van de

wordt zowel gebalanceerde als ongebalanceerde uitvoer

bedieningssignaalkabel van een DJ/VJ DVD-speler of DJ CD-speler

ondersteund.)

aan.

13 Microfoon 2 ingangsaansluiting (MIC 2)

Wanneer dit is gedaan, kunt u de faderregelaars van dit

Hierop kunnen microfoons met klinkstekkers worden aangesloten.

mengpaneel gebruiken voor de start- en terug-naar-cue functies

14 Synchronisatiesignaal-uitgangsaansluiting (SYNC OUT)

op de aangesloten DJ/VJ DVD-speler of DJ CD-speler.

Hier wordt het video-synchronisatiesignaal uitgevoerd.

6 LINE ingangsaansluitingen

Bij het aansluiten op een Pioneer DJ/VJ DVD-speler (los

RCA-type lijnniveau audio-ingangsaansluitingen.

verkrijgbaar) wordt het synchronisatiesignaal gebruikt om een

Hierop kan een cassettedeck of ander apparaat met een lijnniveau-

eventuele vertraging tussen het video- en audiosignaal te

uitgangssignaal worden aangesloten.

onderdrukken.

7 DVD ingangsaansluitingen

15 Digitale ingangsaansluiting (DIGITAL IN)

RCA-type lijnniveau audio-ingangsaansluitingen.

RCA-type digitale coaxiale ingangsaansluiting. Verbind deze

Hierop kan een DJ/VJ DVD-speler, een DJ CD-speler of ander

aansluiting met de digitale coaxiale uitgangsaansluiting van een

apparaat met een lijnniveau-uitgangssignaal worden aangesloten.

DJ/VJ DVD-speler of DJ CD-speler.

8 Audiomaster-uitgangsaansluitingen 1 (MASTER OUT 1)

Als de bemonsteringsfrequentie van het uitgangssignaal

XLR-type (mannetjes-stekker) gebalanceerde uitgang.

verandert, kan het geluid even onderbroken worden.

Bij gebruik van een snoer met RCA-type stekkers moet u de

16 Bemonsteringsfrequentie-keuzeschakelaar (fs 48 k/96 k)

stekkers rechtstreeks in de MASTER OUT 2 aansluitingen

Gebruik deze schakelaar om de bemonsteringsfrequentie van de

steken zonder XLR/RCA verloopstekkers te gebruiken.

digitale uitgang op 96 kHz/24-bit formaat of 48 kHz/24-bit formaat

Bij gebruik van een verloopstekker kan de signaalaarde

in te stellen.

onstabiel worden, wat in zeldzame gevallen kan resulteren in

Schakel het apparaat uit voordat u deze schakelaar in een andere

stoorgeluiden.

stand zet.

17 Digitale uitgangsaansluiting (DIGITAL OUT)

RCA-type digitale coaxiale uitgangsaansluiting.

Digitale uitgang voor master-audio.

6

Du

05_SVM-1000_DU.book 7 ページ 2007年10月16日 火曜日 午前9時35分

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

18 Netstroomingang (AC IN)

21 Videomonitor-uitgangsaansluitingen (MONITOR, S-VIDEO)

Gebruik het bijgeleverde netsnoer om het apparaat op een

Composiet en S-VIDEO type monitorvideo-uitgangsaansluitingen.

stopcontact aan te sluiten.

22 MIDI OUT aansluiting

19 Video-ingangsaansluitingen (DVD, VIDEO, S-VIDEO)

DIN-type uitgangsaansluiting.

Composiet en S-VIDEO type video-ingangsaansluitingen.

Hierop kan een ander MIDI apparaat worden aangesloten.

20 Videomaster-uitgangsaansluitingen

23 MIDI USB uitgangsaansluiting

(MASTER: COMPONENT, COMPOSITE, S-VIDEO)

USB-B type uitgangsaansluiting. Hierop kan een computer

Component, composiet en S-VIDEO type video-

worden aangesloten.

uitgangsaansluitingen.

BEDIENINGSPANEEL

14 16 17 32

VIDEO INPUT

VIDEO INPUT

VIDEO INPUT

VIDEO INPUT

VIDEO

DVD

VIDEO

1

S-VIDEO

DVD

VIDEO

S-VIDEO

15

DVD

VIDEO

S-VIDEO

DVD

VIDEO

S-VIDEO

MASTER LEVEL

USB

VIDEO

VIDEO

EX

EX

CH 1

18

18

WHITEBLACK

VIDEO

VIDEO TRIM

VIDEO TRIM

VIDEO TRIM

VIDEO TRIM

EX

MONO STEREO

20

18 18

CH 4

2

UTILITY

33

MASTER

21

MIC

MIN

MAX

MIN

MAX

MONITOR

CH SELECT

MIN

MAX

MIN

MAX

AUDIO MASTER LEVEL

AUDIO INPUT

19 22

AUDIO INPUT

SET UP

AUDIO INPUT

AUDIO INPUT

DVD/LINE PHONO

DVD LINE DIGITAL

DVD LINE DIGITAL

LINE PHONO

40

45

34

3

AUDIO TRIM

OVER

AUDIO TRIM

OVER

VIDEO EQ

ON/OFF

AUDIO TRIM

OVER

AUDIO TRIM

0

OVER

OVER

23 23

SET UP

MIC 1

23

23

MIC1

10

10

41

27

10

10

10

LEVEL

+9

7

+9

7

7

+9

7

+9

7

4

HI

4

HI

4

4

HI

VIDEO FX

4

HI

4

MIC2

0

24 24

2

2

PATTERN/

2

24

2

24

2

LEVEL

1

1

TEXT BANK

1

1

1

5

0

0

0

46

0

0

0

+6-26

–1

+6-26

–1

–1

+6-26

+6-26

35

MID

MID

MID

–1

MID

–1

HI

–2

–2

–2

–2

–2

6

25 25

TIME/

–3

–3

PARAMETER

–3

25

–3

25

–3

-12

+12

LOW

–5

–5

–5

–5

–5

+6-26

–7

+6-26

–7

47

–7

+6-26

–7

+6-26

–7

7

LOW

LOW

LOW

LOW

-12

+12

26

–10

26

–10

–10

26

26

LEVEL/

–10

–10

MIC OFF ON

TALK

OVER

–15

–15

JPEG

DEPTH

–15

–15

–15

–24

–24

VIEWER

–24

–24

–24

8

+6-26

dB

+6-26

dB

42

48

dB

+6-26

dB

+6-26

dBLR

FADER START

2727

MAXMIN

27

CH1

EFFECT

9

CUE

CUE

CUE

CUE

CUE

CUE

CH2

28

28

28

28

28

28

CH3

MASTER

1

2

VIDEO

3

4

CH4

10

10

SOLO MODE

10

10

9

9

9

9

HEAD PHONES

8

8

43

49

8

8

BALANCE

MONO SPLIT STEREO

7

7

7

7

6

6

6

10

5

5

FADER

EFFECT

6

AV SYNC

ON/OFF

5

5

36

4

4

4

4

MIXING

3

3

3

3

RL

2

2

44

50

2

2

BOOTH MONITOR

1

1

1

1

0

0

0

0

11

37

CUE

MASTER

Nederlands

LEVEL

29

29

29

0

CROSS FADER

CROSS FADER

29

CROSS FADER

CROSS FADER

ASSIGN

ASSIGN

ASSIGN

ASSIGN

CH FADER CURVE

12

0

30

38

A THRU B

A THRU B

A THRU B

A THRU B

30

30

30

PHONES

51

CROSS FADER CURVE SD CARD

PROFESSIONAL SOUND

&

VISION MIXER

AB

39

13

SVM-1000

31

1 USB aansluiting

8 Microfoon-functiekeuzeschakelaar (MIC)

Hierop kan een USB-geheugenapparaat of toetsenbord worden

OFF:

aangesloten.

Er wordt geen microfoongeluid uitgevoerd.

2 CH1/CH4 video-ingangsaansluitingen (VIDEO EX)

ON:

Hier kan het videosignaal van een externe bron worden ingevoerd.

Het microfoongeluid wordt uitgevoerd en de microfoonfunctie-

indicator licht op.

3 Microfoon 1 ingangsaansluiting (MIC 1)

TALK OVER:

Sluit hierop een microfoon aan met een XLR-type of klinktype

Het microfoongeluid wordt uitgevoerd en de microfoonfunctie-

stekker.

indicator knippert.

4 Microfoon 1 niveauregelaar (MIC 1 LEVEL)

Wanneer een audiosignaal van –15 dB of meer

Voor het instellen van het volume van microfoon 1. (Instelbereik

(standaardinstelling) bij de microfooningang wordt ingevoerd,

tot 0 dB)

treedt de TALK OVER functie in werking om alle geluid, behalve het

5 Microfoon 2 niveauregelaar (MIC 2 LEVEL)

geluid van de microfoon, met 20 dB (standaardinstelling) te

Voor het instellen van het volume van microfoon 2. (Instelbereik

verlagen.

tot 0 dB)

De waarden kunnen veranderd worden bij de apparatuur-

6 Microfoon-hogetonenregelaar (HI)

instellingen (blz. 42).

Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van

Wanneer de TALK OVER functie niet wordt gebruikt, verdient het

microfoon 1 en 2. (Instelbereik –12 dB tot +12 dB)

aanbeveling de schakelaar in de [OFF] of [ON] stand te zetten.

7 Microfoon-lagetonenregelaar (LOW)

Voor het instellen van de basfrequenties (lage tonen) van

microfoon 1 en 2. (Instelbereik –12 dB tot +12 dB)

7

Du

05_SVM-1000_DU.book 8 ページ 2007年10月16日 火曜日 午前9時35分

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

9 FADER START toets/indicator (CH-1 tot CH-4)

20 Kanaal 2 AUDIO INPUT keuzeschakelaar

Voor gebruik van de faderstart/terug-naar-cue functie voor het

DVD:

kanaal waarop een DJ/VJ DVD-speler of DJ CD-speler is

Voor het kiezen van de DVD ingangsaansluitingen.

aangesloten. De toets licht op wanneer deze is ingeschakeld. Als

LINE:

de functie geactiveerd is, zal de werking verschillen afhankelijk van

Voor het kiezen van de LINE ingangsaansluitingen (analoge

de instelling van de CROSS FADER ASSIGN schakelaar.

lijnniveau-ingang).

Wanneer de CROSS FADER ASSIGN schakelaar is ingesteld op

DIGITAL:

[A] of [B], is de werking van de FADER START toets gekoppeld

Voor het kiezen van de DIGITAL ingangsaansluiting.

aan de werking van de kruisfader (en niet gekoppeld aan de

21 Kanaal 3 AUDIO INPUT keuzeschakelaar

kanaalfader).

DVD:

Wanneer de CROSS FADER ASSIGN schakelaar is ingesteld op

Voor het kiezen van de DVD ingangsaansluitingen.

[THRU], is de werking van de FADER START toets gekoppeld

LINE:

aan de werking van de kanaalfader (en niet gekoppeld aan de

Voor het kiezen van de LINE ingangsaansluitingen (analoge

kruisfader).

lijnniveau-ingang).

10 HEADPHONES uitgangsschakelaar (MONO SPLIT/STEREO)

DIGITAL:

MONO SPLIT:

Voor het kiezen van de DIGITAL ingangsaansluiting.

Het brongeluid dat gekozen is met de CUE toets wordt via het L-

22 Kanaal 4 AUDIO INPUT keuzeschakelaar

kanaal uitgevoerd en het mastergeluid wordt via het R-kanaal

DVD/LINE:

uitgevoerd (alleen wanneer [MASTER] is gekozen met de

Voor het kiezen van de DVD/LINE ingangsaansluitingen (analoge

hoofdtelefoon CUE toets).

lijnniveau-ingang).

STEREO:

PHONO:

De geluidsbron die gekozen is met de hoofdtelefoon CUE toets

Voor het kiezen van de PHONO ingangsaansluitingen (analoge

wordt in stereo uitgevoerd.

platenspeler-ingang).

11 HEADPHONES MIXING regelaar

23 AUDIO TRIM regelaar

Als de regelaar naar rechts (in de richting van [MASTER]) wordt

Voor het instellen van het niveau van het audio-ingangssignaal

gedraaid, zal de master-audio via de hoofdtelefoon worden

voor elk kanaal. (Instelbereik: – tot +9 dB, middenstand is

weergegeven (alleen wanneer [MASTER] gekozen is met de

ongeveer 0 dB)

hoofdtelefoon CUE toets); als de regelaar naar links (in de richting

van [CUE] wordt gedraaid), zal het geluid van de hoofdtelefoon een

24 Kanaal-hogetonenregelaar (HI)

menging zijn van het geluid van de effectmonitor en het kanaal dat

Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van elk

gekozen is met de hoofdtelefoon CUE toets.

kanaal. De videoparameters kunnen ook worden toegewezen. Zie

12 HEADPHONES LEVEL instelregelaar

blz. 34 voor de videoparameters. (Instelbereik: –26 dB tot +6 dB)

Voor het instellen van het uitgangsniveau van de

25 Kanaal-middentonenregelaar (MID)

hoofdtelefoonaansluiting. (Instelbereik: – tot 0 dB)

Voor het instellen van de middenfrequenties (middentonen) van

13 Hoofdelefoonaansluiting (PHONES)

elk kanaal. De videoparameters kunnen ook worden toegewezen.

Zie blz. 34 voor de videoparameters. (Instelbereik: –26 dB tot

14 Kanaal 1 VIDEO INPUT keuzeschakelaar

+6 dB)

Zet deze schakelaar op [DVD], [VIDEO], [S-VIDEO] of [VIDEO EX],

26 Kanaal-lagetonenregelaar (LOW)

overeenkomstig het type ingang dat is aangesloten.

Voor het instellen van de basfrequenties (lage tonen) van elk

15 Kanaal 2 VIDEO INPUT keuzeschakelaar

kanaal. De videoparameters kunnen ook worden toegewezen. Zie

Zet deze schakelaar op [DVD], [VIDEO] of [S-VIDEO],

blz. 34 voor de videoparameters. (Instelbereik: –26 dB tot +6 dB)

overeenkomstig het type ingang dat is aangesloten.

27 Kanaalniveau-indicators

16 Kanaal 3 VIDEO INPUT keuzeschakelaar

Deze indicators tonen het huidige niveau voor elk kanaal, met een

Zet deze schakelaar op [DVD], [VIDEO] of [S-VIDEO],

twee-seconden piekvasthoudfunctie.

overeenkomstig het type ingang dat is aangesloten.

28 Hoofdtelefoon

CUE

toetsen/indicators

17 Kanaal 4 VIDEO INPUT keuzeschakelaar

Gebruik deze toetsen om de bron te kiezen die u via de

Zet deze schakelaar op [DVD], [VIDEO], [S-VIDEO] of [VIDEO EX],

hoofdtelefoon wilt beluisteren: 1 tot 4, MASTER of EFFECT CUE.

overeenkomstig het type ingang dat is aangesloten.

Als gelijktijdig meerdere toetsen worden ingedrukt, zullen de

18 VIDEO TRIM regelaar

gekozen geluidsbronnen gemengd worden. Druk nog een keer op

Voor het instellen van het niveau van het video-ingangssignaal

de toets om de gekozen bron te annuleren. De niet gekozen

voor elk kanaal.

toetsen lichten donker op en de toetsen van de gekozen bronnen

Wanneer de regelaar naar links wordt gedraaid, wordt het

lichten helder op.

helderheidsniveau verlaagd totdat er tenslotte een zwart scherm

29 Kanaalfader-schuifregelaar

is.

Voor het instellen van het geluidsvolume en het videoniveau van

Wanneer de regelaar naar rechts wordt gedraaid, wordt het

elk kanaal. (Instelbereik: – tot 0 dB)

helderheidsniveau verhoogd totdat er tenslotte een wit scherm

De uitvoer gebeurt overeenkomstig de kanaalfadercurve die met

is.

de CH FADER CURVE schakelaar is ingesteld.

In de middenstand is het helderheidsniveau neutraal (er is geen

30 CROSS FADER ASSIGN schakelaar

bijregeling van het niveau van het ingangssignaal).

Deze schakelaar wijst de uitvoer van elk kanaal toe aan de rechter-

19 Kanaal 1 AUDIO INPUT keuzeschakelaar

of linkerkant van de kruisfader (als er meerdere kanalen aan

DVD/LINE:

dezelfde kant zijn toegewezen, zal het resultaat het gecombineerde

Voor het kiezen van de DVD/LINE ingangsaansluitingen (analoge

totaal van die kanalen zijn).

lijnniveau-ingang).

A:

PHONO:

Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de [A] (linker) kant van

Voor het kiezen van de

PHONO ingangsaansluitingen (analoge

de kruisfader.

platenspeler-ingang).

THRU:

De uitvoer van de kanaalfader wordt naar de master-uitvoer

gestuurd, zonder dat deze via de kruisfader loopt.

B:

Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de [B] (rechter) kant

van de kruisfader.

8

Du

05_SVM-1000_DU.book 9 ページ 2007年10月16日 火曜日 午前9時35分

BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN

31 CROSS FADER CURVE schakelaar

42 JPEG VIEWER toets

Gebruik deze schakelaar om een van de drie typen

Voor het inschakelen van de JPEG Viewer modus. De indicator

kruisfadercurven te kiezen.

licht op wanneer de JPEG Viewer modus is ingeschakeld.

Bij de linker instelling zal er een snel stijgende signaalcurve zijn.

43 VIDEO SOLO MODE toets

(Zodra de kruisfader-schuifregelaar de [A] kant verlaat, zal het

Voor het in/uitschakelen van de video-solo modus. De indicator

[B] geluid weergegeven worden.)

knippert wanneer de video-solo modus is ingeschakeld.

Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale

44 Fader-AV synchrotoets (FADER AV SYNC)

stijging van de curve gedurende de verschuiving van de

Voor het instellen of de video die bewerkt is met de video-mix

kruisfader.

modus aan de audio wordt gekoppeld.

Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de

De indicator brandt wanneer de koppeling is geactiveerd.

hierboven twee beschreven curven in ligt.

45 Effectkanaal-keuzeknop (CH SELECT)

32 Niveauregelaar voor videomaster-uitgang (VIDEO MASTER

Voor het kiezen van het kanaal waarop de effecten worden

LEVEL)

toegepast. Wanneer [MIC] wordt gekozen, zullen de effecten op

Voor het instellen van het helderheidsniveau van de videomaster-

microfoon 1 en microfoon 2 worden toegepast.

uitgang.

46 VIDEO FX PATTERN/TEXT BANK regelaar

33 MONO/STEREO keuzeschakelaar voor de master-uitgang

Voor het kiezen van de video-effecten, video-effectpatronen en

In de [MONO] stand wordt het audiomaster-uitgangssignaal in

tekstbanken.

L+R mono weergegeven.

47 Effectparameter 1 regelaar (TIME/PARAMETER)

34 Niveauregelaar voor audiomaster-uitgang (AUDIO MASTER

Voor het instellen van de parameter voor het gekozen effect.

LEVEL)

Als deze regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP toets

Gebruik deze regelaar om het master-uitgangsniveau in te stellen.

ingedrukt wordt gehouden, kan handmatig een directe BPM

(Instelbereik: – tot 0 dB)

worden ingesteld.

De master-uitvoer is het totaal van het geluid van de kanalen die

48 Effectparameter 2 regelaar (LEVEL/DEPTH)

met de CROSS FADER ASSIGN schakelaar op [THRU] zijn

Voor het instellen van de kwantitatieve parameters voor het

ingesteld, het signaal dat via de kruisfader loopt en de signalen van

gekozen effect.

microfoon 1 en microfoon 2.

49

TAP

toets

35 Masterniveau-indicators (MASTER L, R)

De BPM wordt berekend op basis van de intervallen waarop de

Deze segmentindicators geven het audio-uitgangsniveau van de L-

TAP toets wordt ingedrukt.

en R-kanalen aan. De indicators hebben een twee-seconden

50 Effecttoets/indicator (EFFECT ON/OFF)

piekvasthoudfunctie.

Voor het in/uitschakelen van het gekozen effect.

36 Masterbalansregelaar (BALANCE)

Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, licht de toets op (dit

Voor het instellen van de L/R kanaalbalans van de audiomaster-

betekent dat de effecten zijn uitgeschakeld). Als de effecten

uitgang, cabinemonitor-uitgang, opname-uitgang en digitale

geactiveerd worden (ON), begint de toets te knipperen.

uitgang.

51 Kruisfader-schuifregelaar (A/B)

37 BOOTH MONITOR niveauregelaar

De audio en video toegewezen aan de [A] en [B] kant wordt

Gebruik deze regelaar om het volume van de cabinemonitor-

uitgevoerd overeenkomstig de instelling van de CROSS FADER

uitgang in te stellen.

ASSIGN schakelaar en de instelling voor de kruisfadercurve die

Het volume kan onafhankelijk van het master-uitgangsvolume

gekozen is met de CROSS FADER CURVE schakelaar.

worden ingesteld. (Instelbereik: – tot 0 dB)

Nederlands

38 Kanaalfader-curveschakelaar (CH FADER CURVE)

Gebruik deze schakelaar om een van de drie typen

kanaalfadercurven te kiezen. Deze instelling wordt op de kanalen

1 t/m 4 toegepast.

Bij de linker instelling zal er een snel stijgende curve zijn

naarmate de kanaalfader haar verre positie bereikt.

Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale

stijging van de curve gedurende de verschuiving van de

kanaalfader.

Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de

hierboven twee beschreven curven in ligt.

39 SD CARD sleuf

In deze sleuf kan een SD-kaart met JPEG-beeldbestanden worden

geplaatst.

40 UTILITY toets (MASTER MONITOR, SET UP)

Voor het in/uitschakelen van het mastermonitor-display.

Houd de toets ingedrukt om het utility-instellingenscherm weer te

geven.

De indicator brandt wanneer de mastermonitor wordt

weergegeven. De indicator knippert wanneer het

instellingenscherm wordt weergegeven.

41 VIDEO EQ toets (ON/OFF, SET UP)

Voor het in/uitschakelen van de video-equalizer. Houd de toets

ingedrukt om het equalizer-instellingenscherm weer te geven.

De indicator brandt wanneer de equalizer is ingeschakeld en

knippert wanneer het instellingenscherm wordt weergegeven.

9

Du

Оглавление