Karcher Balayeuse KM 90-60 R Bp Pack Adv: Stillegging Onderhoud

Stillegging Onderhoud: Karcher Balayeuse KM 90-60 R Bp Pack Adv

background image

     - 

8

Waarschuwing

Markeringen voor bevestigingspunten op 

het basisframe in de gaten houden (ket-

tingsymbolen). Het apparaat mag voor het 

op- of afladen alleen op hellingen tot max. 

12% gebruikt worden.

Gevaar

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het 

gewicht van het apparaat bij opbergen in 

acht nemen.

Als de veegmachine voor langere tijd niet 

gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-

ten:

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems 

worden opgeheven om de borstels niet 

te beschadigen.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Veegmachine tegen wegrollen beveili-

gen.

Veegmachine aan de binnen- en bui-

tenkant reinigen.

Apparaat op een beschutte en droge 

plaats neerzetten.

Accu afklemmen.

Batterij opladen en na ongeveer  2 

maanden opnieuw herladen.

Voor reinigings- en onderhoudswerk-

zaamheden van het apparaat, het ver-

vangen van onderdelen of het 

ombouwen voor een andere functie 

dient het apparaat te worden uitgescha-

keld en de contactsleutel te worden ver-

wijderd.

Bij werkzaamheden aan de elektrische 

installatie dient de accustekker te wor-

den uitgetrokken of de klemmen van de 

accu te worden losgemaakt.

Reparaties mogen uitsluitend door 

goedgekeurde klantenservicewerk-

plaatsen of door vaklui voor dit gebied 

worden uitgevoerd die met de betref-

fende veiligheidsvoorschriften ver-

trouwd zijn.

Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-

paratuur dient volgens VDE 0701 op 

veiligheid te worden gecontroleerd.

Gebruik uitsluitend de bij het apparaat 

geleverde of de in de gebruiksaanwij-

zing bepaalde veegrollen/zijbezems. 

De toepassing van andere veegrollen/

zijbezems kan negatieve gevolgen heb-

ben voor de veiligheid.

Voorzichtig

Beschadigingsgevaar! De reiniging van het 

apparaat mag niet met een waterslang of 

hogedrukstraal gebeuren (gevaar van kort-

sluiting of andere schade).

Geen agressieve en schurende reinigings-

middelen gebruiken.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Stofmasker en veilig-

heidsbril dragen.

Apparaatkap openen.

Apparaat met perslucht uitblazen.

Apparaat met een vochtige, in een mild 

zeepsopje gedrenkte doek reinigen.

Apparaatkap sluiten.

Apparaat met een vochtige, in een mild 

zeepsopje gedrenkte doek reinigen.

Inspectiechecklijst in acht nemen!

Instructie:

 De bedrijfsurenteller geeft het 

tijdstip van de onderhoudsintervallen aan.

Instructie:

 Alle service- en onderhouds-

werken bij onderhoud door de klant, dienen 

door een gekwalificeerde vakman uitge-

voerd te worden. Indien nodig kan altijd een 

Kärcher-specialist geraadpleegd worden.

Onderhoud dagelijks:

Keerwals en zijborstel controleren op 

slijtage en in elkaar gewikkelde ban-

den.

Luchtdruk banden controleren.

Werking van alle bedieningsonderdelen 

controleren.

Onderhoud wekelijks:

Vloeistofpeil van de accu controleren.

Controleren of beweeglijke onderdelen 

gemakkelijk lopen.

Afdichtlijsten in het veegbereik contro-

leren op instelling en slijtage.

Stoffilter controleren en indien nodig fil-

terkast reinigen.

Zitcontactschakelaar op functionaliteit 

controleren.

Onderhoud alle 100 bedrijfsuren:

Accuzuurpeil controleren.

Spanning, slijtage en werking van de 

aandrijfriemen (V-snaar en rondprofiel-

snaar) controleren.

Onderhoud na slijtage:

Afdichtlijsten vervangen.

Veegrol vervangen.

Zijbezems vervangen.

Instructie:

 Beschrijving zie hoofdstuk On-

derhoudswerkzaamheden.

Instructie:

 Om aanspraken op garantie te 

behouden, moeten tijdens de garantietijd 

alle service- en onderhoudswerken door de 

geautoriseerde Kärcher-klantendienst 

overeenkomstig het onderhoudsboekje ge-

daan worden.

Onderhoud na 5 bedrijfsuren:

Eerste inspectie uitvoeren.

Onderhoud om de 50 bedrijfsuren

Onderhoudswerkzaamheden laten uit-

voeren volgens de inspectiechecklijst.

Onderhoud alle 100 bedrijfsuren

Onderhoudswerkzaamheden laten uit-

voeren volgens de inspectiechecklijst.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor alle onder-

houds- en reparatiewerkzaamheden appa-

raat voldoende laten afkoelen.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Noodstopknop indrukken.

Apparaat voldoende laten afkoelen.

Waarschuwing

Bij met zuur gevulde accu's regelmatig de 

vloeistofstand controleren.

Alle celsluitingen uitdraaien.

Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-

destilleerd water tot aan de markering 

bijvullen.

Accu laden.

Celsluitingen inschroeven.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Luchtdrukapparaat aansluiten op het 

bandventiel.

Luchtdruk controleren en indien nodig 

druk bijstellen.

Toegestane bandenluchtdruk zie tech-

nische gegevens.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Ondergrond controleren op stabiliteit. 

Apparaat tegen het wegrollen beveili-

gen.

Veeggoedreservoir aan de overeen-

komstige kant lichtjes optillen en eruit 

trekken.

Krik op het betreffende opnamepunt 

van de voor- resp. achteras plaatsen.

Opslag

Stillegging Onderhoud

 Algemene aanwijzingen

Reiniging

Reiniging binnenkant apparaat

Reiniging buitenkant apparaat

Onderhoudsintervallen

Onderhoud door de klant

Onderhoud door de klantenservice

Onderhoudswerkzaamheden

Algemene veiligheidsinstructies

Voorbereiding

Vloeistofpeil van de accu controleren en 

bijstellen

Bandenluchtdruk controleren

Band verwisselen

63 NL

background image

     

9

Tip

Geschikte in de handel verkrijgbare krik ge-

bruiken.

Wielmoeren/wielbouten met passend 

gereedschap ca. 1 omwenteling lossen.

Apparaat met de krik opheffen.

Wielmoeren/wielbouten losschroeven 

en eruit nemen.

Wiel wegnemen.

Defect wiel in een vakgarage laten re-

pareren.

Wiel aanbrengen en wielmoeren/wiel-

bouten tot aanslag erin schroeven en 

licht aandraaien.

Apparaat met de krik laten zakken.

Wielmoeren/wielbouten met het vereis-

te draaimoment aandraaien.

Aanhaalmoment 120 Nm

Veeggoedreservoir erin schuiven en la-

ten vastklikken.

Luchtdruk banden controleren.

Zijbezems opheffen.

Veegmachine op een egale en gladde 

bodem rijden die duidelijk met stof of 

krijt bedekt is.

Zijbezems laten zakken en een tijdje la-

ten draaien.

Zijbezems opheffen.

Apparaat achterwaarts wegrijden.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Veegspiegel controleren.

De breedte van de veegspiegel moet tus-

sen 40-50 mm liggen.

Instructie

Door de drijvende kogellager van de zijbe-

zem stelt de veegspiegel zich bij slijtage 

van de borstels automatisch bij. Bij te ster-

ke slijtage moet de zijbezem verwisseld 

worden.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Zijbezems worden om-

hoog gebracht.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

3 bevestigingsschroeven aan de onder-

kant losdraaien.

Zijbezem op meenemer steken en vast-

schroeven.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Banden of snoeren van veegrol verwij-

deren.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems 

worden opgeheven.

Veegmachine op een egale en gladde 

bodem rijden die duidelijk met stof of 

krijt bedekt is.

Programmaschakelaar op markering 2 

zetten. Veegrol wordt neergelaten. 

Gaspedaal lichtjes induwen en keerrol 

kort laten draaien.

Veegrol omhoog brengen.

Pedaal voor het opheffen van de grof-

vuilklep bedienen en pedaal ingedrukt 

houden.

Apparaat achterwaarts wegrijden.

De vorm van de veegspiegel vormt een ge-

lijkmatige rechthoek die tussen 50 -70 mm 

breed is.

Waarschuwing

Door het drijvende kogellager van de keer-

rol stelt de veegspiegel zich bij slijtage van 

de borstels automatisch bij. Bij te sterke 

slijtage moet de veegrol verwisseld wor-

den.

Het verwisselen is nodig, als door het ver-

slijten van de borstels het veegresultaat 

zichtbaar minder wordt.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Veeggoedreservoir aan de linkerkant 

lichtjes optillen en eruit trekken.

Bevestigingsschroef van het zijpaneel 

links losdraaien.

Zijpaneel wegnemen.

Trekveer eruit halen.

A Bevestigingsschroef van de onderdruk-

doos

B Bevestigingsmoer van de grofvuilklep

C Schroef van de veegrolcoulisse

Bevestigingsschroef uit de onderdruk-

doos draaien en hendel loszetten.

Bevestigingsmoer van de grofvuilklep 

eruit draaien en grofvuilklep eruit halen.

Schroef op de veegrolcoulisse uitdraaien.

Veegrolafdekking naar links schuiven 

en wegnemen.

Veegrol uitnemen.

Veegspiegel van de zijbezems controle-

ren

Zijbezem verwisselen

Veegrol controleren

Keerspiegel van de keerrol controleren

Veegrol verwisselen

64 NL

background image

     - 

10

Inbouwplaats van de veegrol in de rijrich-

ting

Nieuwe veegrol in de veegrolkast schui-

ven en op de aandrijfpen steken.

Instructie

Bij de inbouw van de nieuwe veegrol op de 

positie van de borstelset letten.

Veegrolafdekking aanbrengen.

Bevestigingsschroeven en -moer vast-

schroeven.

Trekveer eruit halen.

Zijpaneel opschroeven.

Veeggoedreservoir aan beide kanten 

erin schuiven en laten vastklikken.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Noodstopknop indrukken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Veeggoedreservoir aan beide kanten 

lichtjes optillen en eruit trekken.

Bevestigingsschroeven van de zijpane-

len aan beide kanten losdraaien.

Zijpanelen wegnemen.

Voorste afdichtlijst

Bevestigingsmoeren van de voorste af-

dichtlijst (1) ietsje losdraaien, voor de 

verwisselingen afschroeven.

Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en 

moeren nog niet helemaal vastschroe-

ven.

Afdichtlijst richten.

Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-

stellen dat hij met een naloop van 10 -

15 mm naar achteren ligt.

Moeren aandraaien.

Rubberlijst

Bij slijtage verwisselen.

Bevestigingsmoeren van de rubberlijst 

(2) afschroeven.

Nieuwe rubberlijst opschroeven.

Achterste afdichtlijst

Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-

stellen dat hij met een naloop van 5 - 10 

mm naar achteren ligt.

Bij slijtage verwisselen.

Bevestigingsmoeren van de achterste 

afdichtlijst (3) afschroeven.

Nieuwe afdichtlijst opschroeven.

Zijdelingse afdichtlijsten

Bevestigingsmoeren van de zijdelingse 

afdichtlijst ietsje losdraaien, voor de 

verwisselingen afschroeven.

Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en 

moeren nog niet helemaal vastschroe-

ven.

Ondergrond met 1 -3 mm sterkte onder-

schuiven om de bodemafstand instel-

len.

Afdichtlijst richten.

Moeren aandraaien.

Zijpanelen opschroeven.

Veeggoedreservoir aan beide kanten 

erin schuiven en laten vastklikken.

Waarschuwing

Bij werkzaamheden aan de filterinstallatie 

stofmasker dragen. Veiligheidsvoorschrif-

ten over de omgang met fijne stoffen in acht 

nemen.

Instructie

: Voor de uitbouw van de stoffil-

ter minstens 1 minuut wachten zodat het 

stof kan zakken.

Apparaatkap openen.

1 Schroef (2 stuks)

2 Deksel met reinigingsinstallatie

3 Steun

4 Stoffilter (vlakvouwfilter)

Schroeven losdraaien.

Deksel naar boven klappen en met 

steun borgen.

Stoffilter uitnemen.

Stoffilter controleren, reinigen of ver-

wisselen

Gereinigde of nieuwe stoffilter monte-

ren.

Deksel sluiten.

Schroeven aanspannen.

Slang aan de zuigturbine controleren 

op dichtheid.

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Noodstopknop indrukken.

Apparaatkap openen.

Rondprofielsnaar van de zijbezem op 

spanning, slijtage en beschadiging con-

troleren.

V-riem van de keerrolaandrijving op 

spanning, slijtage en beschadiging con-

troleren.

V-riem van de keerrolaandrijving op 

spanning, slijtage en beschadiging con-

troleren.

Indien nodig de V-riem aan de schroef 

naspannen.

Afdichtlijsten instellen en verwisselen

Stoffilter controleren / vervangen

Zuigturbine controleren

Aandrijfriem controleren

65 NL

Оглавление