Pioneer PLASMA DISPLAY: Installatie

Installatie: Pioneer PLASMA DISPLAY

background image

Nederlands

Installatie

2

Du

50 mm

50 mm

50 mm

Wand

Wand

50 mm

50 mm

U kunt de optionele bevestigingen of standers op de volgende twee manieren bevestigen:

* Rechtstandig (zie tekening A).

* Plat, met het scherm naar beneden (zie tekening B). Leg het beschermende verpakkingsmateriaal waarin het plasmascherm

was verpakt, onder het scherm zodat er geen krassen op het scherm komen.

* Raak het oppervlak van het scherm tijdens het hanteren van het toestel niet aan.

• Dit toestel kan niet zelfstandig worden geplaatst. Gebruik een stander of wandbevestiging.

(Wandbevestiging, stander, enz.)

* Zie blz. 1.

• Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het plasmascherm door een ervaren en erkende

dealer te laten uitvoeren. Het niet nauwlettend volgen van de juiste installatieprocedure kan

beschadiging van het toestel en letsel aan de installateur tot gevolg hebben. Schade door een

verkeerde installatie valt niet onder de garantie van dit product.

* Gebruik alleen de door de fabrikant geleverde en onder Opties vermelde wandbevestigingen of

standers.

Tekening B

Tekening A

Gebr uik van de metalen

veiligheidsaccessoires

Dit zijn accessoires waarmee het toestel aan een wand kan

worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door

schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander (los

verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires met

behulp van de parkers vast in de gaten aan de achterkant

van het plasmascherm.

Schroefgaten

Wand

Tafelblad

Metalen

veiligheidsaccessoires

Veiligheidsaccessoires 

Metalen ketting

(niet meegeleverd)

Schroef, haak, e.d. 

(niet meegeleverd)

Ventilatievereisten voor plaatsing

in een ombouw

Let er tijdens de installatie op, dat de in de afbeelding

gegeven afstanden rondom het plasmascherm worden

aangehouden zodat een goede warmteafvoer mogelijk is.

Installatie

background image

Nederlands

Installatie

3

Du

Opmerking:

1. De VIDEO1 en PC1-aansluitingen kunnen als INGANG én als UITGANG worden gebruikt. Wanneer LOOP OUT voor

signaaldoorgifte op ON staat, mag er geen ander uitgangssignaal van een ander toestel worden aangesloten omdat dit

het andere toestel extra belast waardoor het beschadigd kan worden.

2. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan niet op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting.

3. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting als de

POWER-toets op ON wordt ingesteld.

Informatie

• Stel LOOP OUT in op ON om signalen door te geven naar een ander plasmascherm.

• Alle menu-items van VIDEO WALL moeten goed worden ingesteld om een videowand te kunnen creëren.

• Gebruik kabels van 1 ~ 2 m met BNC-stekkers (los verkrijgbare kabels van een willekeurig merk) om de plasmaschermen

op elkaar aan te sluiten.

• Gebruik de uitgangsaansluiting van het plasmascherm niet als de beeldkwaliteit niet goed is. Gebruik dan een

distributieversterker (een los verkrijgbare van een willekeurig merk) om de deelsignalen naar de INPUT-aansluitingen

van het betreffende scherm te verzenden.

• Bij gebruik als videowand is een wand van 4 plasmaschermen de norm voor een signaal dat lager is dan 1024

768, 60

Hz.

• Het verdient aanbeveling een distributieversterker te gebruiken bij een videowand die uit 9 of meer plasmaschermen

bestaat.

• Vanaf het tweede plasmascherm zijn er voor de aansluiting een BNC-tulpstekker verloopkabel of adapter en een 15-pins

mini D-sub-BNC (

5) verloopkabel of adapter vereist.

Creëren van een videowand

U kunt dankzij de ingebouwde mogelijkheid voor matrixweergave een videowand opbouwen die uit 4 tot 25 schermen

bestaat.

• Sluit de signaal- en afstandsbedieningskabels als volgt aan:

Videosignaal

Pc-/componentsignaal

BNC connector

RCA phono plug

OUT

VIDEO signal

IN

OUT

Remote

control

VIDEO signal

Remote

IN

control

BNC connector

PC signal /

IN

OUT

OUT

Remote

control

COMPONENT

signal

PC signal /

COMPONENT

signal

IN

Remote

control

Kabelbeheer

Met behulp van de kabelklemmen aan de achterkant van

het plasmascherm kunnen de op het toestel aangesloten

video- en audiokabels worden gebundeld.

Achterkant van het toestel

Kabelhaken

Bevestigen

Verwijderen

klem

Kabelhaak

kabels

1.

2.

background image

Nederlands

Installatie

4

Du

OPTION1

RETURN

SEL.

OK

:     RGB

:     RGB

:     AUTO

:     1080B

:     OFF

:     OFF

      1024   768

EXIT

OSD

BNC INPUT

D-SUB INPUT

RGB SELECT

HD SELECT

INPUT SKIP

ALL RESET

MENU

Onderkant

Bovenkant

Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het plasmascherm

• Gebruik de optionele bevestigingsbeugel. Neem contact op met uw dealer alvorens tot

installatie over te gaan.

• Draai het toestel vóór installatie 90°, zoals van voren gezien.

• Controleer na installatie op het PIONEER logo op de juiste plaats zit.

• Stel “OSD ANGLE” in op “V”.

* Het niet in acht nemen van bovenstaande voorzorgsmaatregelen

kan een defect tot gevolg hebben.

Gebruik van de afstandsbediening

Plaatsen en vervangen van de batterijen

Plaats 2 “AAA” batterijen en let hierbij op de polariteit.

1. Druk het lipje in en open het deksel.

2. Plaats de batterijen met de (+) en (–) polen in de juiste

richting in het compartiment.

3. Plaats het deksel terug.

* De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar.

Naar afstandsbedieningsaansluiting

Afstandsbedieningskabel

*

Bereik van de afstandsbediening

* Gebruik de afstandsbediening binnen een afstand van ca.

7 m en onder een maximale hoek, zowel horizontaal als

verticaal, van ca. 30° ten opzichte van de

afstandsbedieningssensor in het voorpaneel van het

plasmascherm.

* De werking van de afstandsbediening kan worden

gehinderd door zonlicht of fel kunstlicht dat op de sensor

schijnt, en door obstakels die zich tussen de

afstandsbediening en de sensor bevinden.

Hanteren van de afstandsbediening

• Laat de afstandsbediening niet vallen en behandel hem

voorzichtig.

• Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt. Gebeurt

dit toch, maak hem dan onmiddellijk droog.

• Vermijd hitte en vocht.

• Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening

gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.

• Gebruik oude batterijen niet tegelijk met nieuwe en

gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.

• Voorkom dat batterijen worden gedemonteerd,

verwarmd of aan open vuur worden blootgesteld.

• Bij gebruik als draadloze afstandsbediening moet de

stekker van de afstandsbedieningskabel uit de REMOTE

IN-aansluiting van het plasmascherm worden getrokken.

• Lever lege batterijen als klein chemisch afval in bij een

verzamelpunt.

Gebruik als bedrade afstandsbediening

Sluit de kabel van de afstandsbediening* aan op de

afstandsbedieningsaansluiting van de afstandsbediening

en de “REMOTE IN” aansluiting van het plasmascherm.

Wanneer de kabel is aangesloten, wordt de functie voor

gebruik als bedrade afstandsbediening automatisch

ingeschakeld. Met deze functie kan de afstandsbediening

zelfs worden gebruikt wanneer er geen batterijen in zitten.

Ca. 7 m

Оглавление