Pioneer DJM-700-S: BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN: Pioneer DJM-700-S
05_DJM-700_DU.book 9 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE
BEDIENINGSORGANEN
BEDIENINGSPANEEL
POWER
PROFESSIONAL MIXIER
DJM–700
33 34
MIC1
CH-1 CH-2 CH-3 CH-4
MASTER
MIDI
LEVEL
ON/OFF START/STOP
LINECD CD PHONO LINE PHONO LINE PHONO
8
9
10
10
0
BEAT EFFECTS
1
MIC1 LEVEL
TRIM
TRIM
TRIM
TRIM
OVER
11
OVER
11
OVER
11
OVER
11
23
OVER
10
10
10
10
10
0
7
+9
7
+9
7
+9
+9
44
7
7
2
MIC2 LEVEL
4
HI
4
HI
4
HI
4
HI
4
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
3
24 32
0
12
0
12
0
12
0
0
+6-26
+6-26
+6-26
+6-26
12
0
HI
–1
MID
–1
MID
–1
MID
–1
MID
–1
23
BEAT
–2
–2
–2
–2
–2
–3
–3
–3
–3
–3
EQ EQ EQ EQ
AUTO
35
–5
–5
–5
–5
–5
TAP
4
36
+12-12
–7
+6-26
13
–7
+6-26
13
–7
+6-26
13
–7
+6-26
13
–7
LOW
EQ
–10
LOW
–10
LOW
–10
LOW
–10
LOW
–10
FILTER
–15
FREQUENCY
14
–15
14
–15
14
–15
14
–15
37
5
–24
–24
–24
–24
–24
dB
dB
dB
dB
38
dBLR
+12-12
+6-26
+6-26
+6-26
+6-26
6
HPFLPF
15
15
15
15
MIC
TALK
OFF ON
OVER
16 16 16 16
1234
MASTER EFFECTS
7
16
FADER START
HEADPHONES CUE
16
CH-1 CH-2
17
BALANCE
REVERB
ROBOT
PHASER
CRUSH ROLL
25
FLANGER
ROLL
FILTER
REVERSE
10
10
10
10
TRANS
UP
HEADPHONES
9
9
9
9
ECHO
DOWN
MONO SPLIT STEREO
8
8
8
8
RL
DELAY
SND/RTN
7
7
7
7
4
MIC
39
28
6
6
6
6
MONO STEREO
3
5
5
5
5
CF.A
2
4
4
4
4
CF.B
26
MIXING
3
3
3
3
1
MASTER
2
2
2
2
40
29
1
1
1
1
BOOTH MONITOR
0
0
0
0
LEVEL
TIME
27
MASTERCUE
LEVEL
18 19 18 19
18 19 18 19
41
30
0
LEVEL/DEPTH
CH FADER
0
A THRU B
A THRU B A THRU B A THRU B
20
42
MIN
MAX
CROSS FADER ASSIGN
CROSS FADER
ON/OFF
PHONES
22
21
43
Nederlands
31
AB
1 Microfoon 1 ingangsaansluiting (MIC 1)
TALK OVER:
Sluit hierop een microfoon aan met een XLR-type stekker.
Het microfoongeluid wordt uitgevoerd; wanneer er geluid naar de
microfooningang wordt gevoerd, zal de TALK OVER functie in
2 Microfoon 1 niveauregelaar (MIC 1 LEVEL)
werking treden en wordt de uitvoer van alle geluid, behalve het
Voor het instellen van het volume van microfoon 1. (instelbereik –
geluid van de microfoon, met 20 dB verzwakt.
∞
tot 0 dB)
• Wanneer de TALK OVER functie niet wordt gebruikt, verdient het
3 Microfoon 2 niveauregelaar (MIC 2 LEVEL)
aanbeveling de schakelaar in de [
OFF
] of [
ON
] stand te zetten.
Voor het instellen van het volume van microfoon 2. (instelbereik –
∞
tot 0 dB)
8 Kanaal 1 ingangskeuzeschakelaar
CD:
4 Microfoon-hogetonenregelaar (HI)
Voor het kiezen van de
CD
ingang (analoge lijnniveau-ingang).
Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van
LINE:
microfoon 1 en 2. (instelbereik –12 dB tot +12 dB)
Voor het kiezen van de
LINE
ingangsaansluitingen.
5 Microfoon-lagetonenregelaar (LOW)
9 Kanaal 2 ingangskeuzeschakelaar
Voor het instellen van de basfrequenties (lage tonen) van
CD:
microfoon 1 en 2. (instelbereik –12 dB tot +12 dB)
Voor het kiezen van de
CD
ingang (analoge lijnniveau-ingang).
6 Microfoonfunctie-indicator
PHONO:
Licht op wanneer de microfoonfunctie is ingeschakeld; knippert
Voor het kiezen van de
PHONO
ingangsaansluitingen (analoge
wanneer de
TALK OVER
functie is ingeschakeld.
platenspeler-ingang).
7 Microfoon-functiekeuzeschakelaar (MIC)
10 Kanaal 3 en 4 ingangskeuzeschakelaar
OFF:
LINE:
Er wordt geen microfoongeluid uitgevoerd.
Voor het kiezen van de
LINE
ingang (analoge lijnniveau-ingang).
ON:
PHONO:
Het microfoongeluid wordt normaal uitgevoerd.
Voor het kiezen van de
PHONO
ingangsaansluitingen (analoge
platenspeler-ingang).
11 TRIM regelaar
Voor het instellen van het ingangsniveau van elk kanaal.
(instelbereik: –
∞
tot +9 dB, middenstand is ongeveer 0 dB)
9
Du
05_DJM-700_DU.book 10 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
12 Kanaal-hogetonenregelaar (HI)
21 Kruisfader-curveschakelaar (CROSS FADER)
Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van elk
Gebruik deze schakelaar om een van de drie typen
kanaal. (instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
kruisfadercurven te kiezen.
13 Kanaal-middentonenregelaar (MID)
• Bij de linker instelling zal er een snel stijgende signaalcurve zijn.
Voor het instellen van de middenfrequenties (middentonen) van
(Zodra de kruisfader-schuifregelaar de [
A
] kant verlaat, zal het
elk kanaal. (instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
[
B
] geluid weergegeven worden.)
14 Kanaal-lagetonenregelaar (LOW)
• Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
Voor het instellen van de basfrequenties (lage tonen) van elk
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kanaal. (instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
kruisfader.
15 Kanaalniveau-indicators
• Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de
Deze indicators tonen het huidige niveau voor elk kanaal, met een
hierboven twee beschreven curven in ligt.
twee-seconden piekvasthoudfunctie.
22 Kruisfader-schuifregelaar
16 HEADPHONES CUE toetsen/indicators
Het geluid toegewezen aan de [
A
] en [
B
] kant wordt uitgevoerd
Gebruik deze toetsen om de bron te kiezen die u via de
overeenkomstig de instelling van de
CROSS FADER ASSIGN
hoofdtelefoon wilt beluisteren:
1
tot
4
,
MASTER
of
EFFECTS
. Als
schakelaar en de instelling voor de kruisfadercurve die gekozen is
gelijktijdig meerdere toetsen worden ingedrukt, zullen de gekozen
met de
CROSS FADER
curveschakelaar.
geluidsbronnen gemengd worden. Druk nog een keer op de toets
23 Hoofduitvoer-niveauregelaar (MASTER LEVEL)
om de gekozen bron te annuleren. De niet gekozen toetsen lichten
Gebruik deze regelaar om het hoofduitvoerniveau in te stellen.
donker op en de toetsen van de gekozen bronnen lichten helder op.
(instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
17 Faderstarttoets/indicator (FADER START CH-1, CH-2)
De hoofduitvoer is het totaal van het geluid van de kanalen die met
Voor gebruik van de faderstart/terug-naar-cue functie voor het
de
CROSS FADER ASSIGN
schakelaar op [
THRU
] zijn ingesteld,
kanaal waarop een DJ CD-speler is aangesloten. De toets licht op
het signaal dat via de kruisfader loopt en de signalen van
wanneer deze is ingeschakeld. Als de functie geactiveerd is, zal de
microfoon 1 en microfoon 2 (als de effectkeuzeschakelaar op
werking verschillen afhankelijk van de instelling van de
CROSS
[
SND/RTN
] staat, zal ook de
RETURN
invoer worden toegevoegd).
FADER ASSIGN
schakelaar.
24 Hoofdniveau-indicators (MASTER L, R)
• Wanneer de
CROSS FADER ASSIGN
schakelaar is ingesteld op
Deze segmentindicators geven het uitgangsniveau van de L- en R-
[
A
] of [
B
], is de werking van de faderstarttoets gekoppeld aan de
kanalen aan. De indicators hebben een twee-seconden
werking van de kruisfader (en niet gekoppeld aan de
piekvasthoudfunctie.
kanaalfader).
25 Hoofdbalansregelaar (BALANCE)
• Wanneer de
CROSS FADER ASSIGN
schakelaar is ingesteld op
Voor het instellen van de L/R kanaalbalans van de hoofduitgang,
[
THRU
], is de werking van de faderstarttoets gekoppeld aan de
cabinemonitor-uitgang, opname-uitgang en digitale uitgang.
werking van de kanaalfader (en niet gekoppeld aan de
26 MONO/STEREO keuzeschakelaar voor de hoofduitvoer
kruisfader).
Als deze schakelaar in de [
MONO
] stand wordt gezet, zullen de
18 Kanaalfader-schuifregelaar
hoofduitvoer, cabinemonitor-uitvoer, opname-uitvoer en digitale
Voor het instellen van het geluidsvolume van elk kanaal.
uitvoer alle in L+R worden weergegeven.
(instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
27 BOOTH MONITOR LEVEL afstelregelaar
De uitvoer gebeurt overeenkomstig de kanaalfadercurve die met
Gebruik deze regelaar om het volume van de cabinemonitor-
de
CH FADER
curveschakelaar is ingesteld.
uitgang in te stellen.
19 CROSS FADER ASSIGN schakelaar
Het volume kan onafhankelijk van het hoofduitgangsvolume
Deze schakelaar wijst de uitvoer van elk kanaal toe aan de rechter-
worden ingesteld. (instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
of linkerkant van de kruisfader (als er meerdere kanalen aan
28 Hoofdtelefoon-uitgangsschakelaar (MONO SPLIT/STEREO)
dezelfde kant zijn toegewezen, zal het resultaat het
MONO SPLIT:
gecombineerde totaal van die kanalen zijn).
Wanneer de
HEADPHONES CUE
(
1
,
2
,
3
,
4
of
EFFECTS
) toets is
A:
gekozen, wordt het gekozen geluid via het L-kanaal weergegeven.
Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de A (linker) kant van
Wanneer de
HEADPHONES CUE
(
MASTER
) toets is gekozen,
de kruisfader.
wordt het hoofdgeluid via het R-kanaal weergegeven.
THRU:
STEREO:
De uitvoer van de kanaalfader wordt naar de hoofduitvoer
De geluidsbron die gekozen is met de
HEADPHONES CUE
toets
gestuurd, zonder dat deze via de kruisfader loopt.
wordt in stereo uitgevoerd.
B:
29 Hoofdtelefoon-mengregelaar (MIXING)
Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de B (rechter) kant van
Als de regelaar naar rechts (in de richting van [
MASTER
]) wordt
de kruisfader.
gedraaid, zal het hoofdgeluid via de hoofdtelefoon worden
20 Kanaalfader-curveschakelaar (CH FADER)
weergegeven (alleen wanneer [
MASTER
] gekozen is met de
Gebruik deze schakelaar om een van de twee typen
HEADPHONES CUE
toets); als de regelaar naar links (in de
kanaalfadercurven te kiezen. Deze instelling wordt op de kanalen
richting van [
CUE
] wordt gedraaid), zal het geluid van de
1 t/m 4 toegepast.
hoofdtelefoon een menging zijn van het geluid van de
effectmonitor en het kanaal dat gekozen is met de
HEADPHONES
• Bij de linker instelling zal er een snel stijgende curve zijn
CUE
toets.
naarmate de kanaalfader haar verre positie bereikt.
In het middenstand wordt het geluid van [
MASTER
] en [
CUE
]
• Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
weergegeven.
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kanaalfader.
30 Hoofdtelefoon-niveauregelaar (LEVEL)
Voor het instellen van het uitgangsniveau van de
hoofdtelefoonaansluiting. (instelbereik: –
∞
tot 0 dB)
31 Hoofdelefoonaansluiting (PHONES)
Hierop kan een hoofdtelefoon met een klinkstekker worden
aangesloten.
32 Beat-keuzetoetsen (
BEAT
)
(Beat verhogen):Voor het verdubbelen van de berekende BPM.
(Beat verlagen):Voor het halveren van de berekende BPM.
(blz. 18)
• Sommige effecten kunnen op
“3/4”
worden ingesteld.
Bij sommige effecten worden deze gebruikt voor andere functies
10
dan het instellen van de beat.
Du
05_DJM-700_DU.book 11 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
33 MIDI ON/OFF toets
DISPLAY
Voor het in/uitschakelen (ON/OFF) van de MIDI uitgangsfunctie
(exclusief de timingklok). Bij het inschakelen van het apparaat
1
komt deze functie op OFF te staan.
34 MIDI start/stoptoets (MIDI START/STOP)
123 4
A B M
2
Voor het uitvoeren van het START/STOP signaal voor de MIDI
bedieningsfunctie (zie blz. 21).
AUTO
MIDI
Wanneer deze toets geactiveerd wordt, zal het [
MIDI START
TAP
BPM
3
(STOP)
] bericht gedurende 2 seconden op het display verschijnen.
%
mS
MIDI SNAP SHOT:
Als de
MIDI START/STOP
toets ingedrukt wordt gehouden, zal er
4
een momentopname naar het externe MIDI apparaat worden
gestuurd.
35 BPM meetmethodetoets (AUTO)
1 Effectdisplay-gedeelte
Voor het omschakelen tussen de AUTO en TAP instelling voor de
Het tekstdisplay (zeven tekens) toont de naam van het effect zoals
BPM meetmethode. Wanneer de [
AUTO
] indicator op het display
hieronder is aangegeven. Wanneer een van de
oplicht, zal de BPM automatisch worden gemeten.
bedieningshandelingen wordt uitgevoerd die is aangegeven in de
36
TAP
toets
tabel, zullen de bijbehorende tekens twee seconden getoond
De BPM wordt berekend op basis van de intervallen waarop de
worden, waarna het display weer de oorspronkelijke effectnaam
TAP
toets wordt ingedrukt. Als in de AUTO stand op de
TAP
toets
aangeeft.
wordt gedrukt, zal de meetmethode automatisch overschakelen
naar de TAP meetmethode (handmatige invoer).
Bedieningshandeling Display
37 MANUAL/EFFECT frequentiefiltertoets.
Bij MIDI start START
Gebruik deze toets om tussen het handmatige filter en het
effectfrequentiefilter om te schakelen.
Bij MIDI stop STOP
Bij het inschakelen van het apparaat wordt het
MIDI snapshot SNAP
effectfrequentiefilter ingesteld en licht de indicator van de toets
op. Wanneer het handmatige filter wordt gekozen, dooft de
Wanneer de MIDI uitgangsfunctie is
MIDI On
indicator van de toets.
ingeschakeld
38 Instelregelaar voor handmatig filter (FREQUENCY)
Wanneer de MIDI uitgangsfunctie is
MIDIOff
Gebruik deze regelaar om de afsnijfrequentie van het gekozen filter
uitgeschakeld
in te stellen.
39 Effectkeuzeschakelaar (DELAY, ECHO, TRANS, FILTER,
2 Kanaalkeuzedisplay-gedeelte
FLANGER, PHASER, REVERB, ROBOT (ROBOT VOCODER),
De instelling die gekozen is met de effectkanaal-keuzeschakelaar
CRUSH, ROLL, REVERSE (REVERSE ROLL), UP (UP ROLL),
licht op.
DOWN (DOWN ROLL), SND/RTN (SEND/RETURN))
3 Parameterdisplay-gedeelte
Gebruik deze schakelaar om het gewenste effect te kiezen (blz. 16).
AUTO/TAP:
Wanneer een externe effector op de
SEND
en
RETURN
[
AUTO
] licht op wanneer de BPM meetmethode op AUTO is
aansluitingen is aangesloten, zet u de schakelaar op [
SND/RTN
].
ingesteld en [
TAP
] licht op wanneer de BPM meetmethode op
handmatig (TAP) is ingesteld.
Nederlands
40 Effectkanaal-keuzeschakelaar (1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B,
MASTER)
BPM tellerdisplay
(3 cijfers)
:
Gebruik deze schakelaar om het kanaal te kiezen waarop de
In de AUTO stand wordt de automatisch gedetecteerde BPM
effecten worden toegepast (blz. 18). Wanneer [
MIC
] wordt
waarde aangegeven. Als de BPM telling niet automatisch
gekozen, zullen de effecten op microfoon 1 en microfoon 2 worden
gedetecteerd kan worden, knippert de voorheen gedetecteerde
toegepast.
waarde op het display. In de handmatige (TAP) stand wordt de
BPM waarde aangegeven die is opgegeven via TAP invoer enz.
41 Effectparameter 1 regelaar [TIME (PARAMETER 1)]
Voor het instellen van de tijdparameter voor het gekozen effect (blz.
BPM:
Brandt voortdurend.
18, 20) (Bij sommige effecten wordt deze regelaar voor andere
instellingen dan de tijdparameters gebruikt.)
MIDI:
Geeft de ON/OFF status van de MIDI uitgangsfunctie aan.
• Als de
TIME
regelaar wordt rondgedraaid terwijl de
TAP
toets
ingedrukt wordt gehouden, kan handmatig een directe BPM
• Licht op wanneer de MIDI uitgangsfunctie op ON staat.
worden ingesteld.
• Licht niet op wanneer de MIDI uitgangsfunctie op OFF staat.
• Als de
TIME
regelaar wordt rondgedraaid terwijl de
TAP
toets en
Parameter 1 display
(5 cijfers)
:
de
AUTO/TAP
toets ingedrukt worden gehouden, kan de BPM
Dit display toont de parameters die voor elk effect van toepassing
in eenheden van 0,1 worden ingesteld.
zijn. Wanneer de beat-keuzetoetsen (
BEAT
,
) worden
42 Effectparameter 2 regelaar [LEVEL/DEPTH (PARAMETER 2)]
ingedrukt, zal de bijbehorende meervoudige beat-verandering voor
twee seconden worden getoond. Als de beat-keuzetoetsen (
BEAT
Voor het instellen van de kwantitatieve parameters voor het
gekozen effect (blz. 18, 20).
,
) gebruikt worden voor het opgeven van een waarde die
buiten het parameterbereik valt, zal het huidige nummer
43 Effecttoets/indicator (ON/OFF)
knipperen maar niet veranderen.
Voor het in/uitschakelen van het gekozen effect (blz. 18). Bij het
Eenheid-display (%/ms):
inschakelen van het apparaat komen de effecten op OFF te staan.
Licht op overeenkomstig de eenheid die voor elk effect wordt
Wanneer de effecten op OFF staan, licht de indicator van de toets
gebruikt.
op. Als de effecten geactiveerd worden (ON), begint de toets te
knipperen.
44 Display
Zie het volgende gedeelte voor verdere informatie.
11
Du
05_DJM-700_DU.book 12 ページ 2007年7月10日 火曜日 午後8時44分
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
4 Beatdisplay-gedeelte
drempelwaarden in ligt, zal de indicator knipperen. Alhoewel het
Dit display toont de plaats van parameter 1 ten opzichte van BPM
display zeven feitelijke indicators bevat, kunnen de twee uiteinden
(1/1 beat). De onderste rij licht voortdurend op. Wanneer de plaats
ook als indicators beschouwd worden, wat betekent dat er negen
van parameter 1 een bepaalde drempelwaarde bereikt, zal de
posities gestipuleerd kunnen worden. Wanneer de waarden bij de
bijbehorende indicator oplichten. Wanneer parameter 1 tussen de
uiteinden zijn, zullen er geen indicators oplichten.
Effectdisplay
Parameterdisplay Beatdisplay
Effectkeuze-
schakelaar
Minimum
Maximum
Standaard
Effectnaam
Eenheid
➀➁➂➃➄➅➆➇
➈
-waarde
-waarde
-waarde
DELAY DELAY 1 4 000 500 ms 1/8 1/4 1/2 3/4 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
ECHO ECHO 1 4 000 500 ms
1/8 1/4 1/2 3/4 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
TRANS TRANS 10 16 000 500 ms
1/16 1/8 1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
FILTER FILTER 10 32 000 2 000 ms
1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1 32/1 64/1
FLANGER FLANGER 10 32 000 2 000 ms
1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1 32/1 64/1
PHASER PHASER 10 32 000 2 000 ms
1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1 32/1 64/1
REVERB REVERB 1 100 50 %
10 20 30 40 50 60 70 80 90
ROBOT ROBOT –100 100 0 %
—
–100
–66 –50 0 26 50 100 —
CRUSH CRUSH 10 32 000 2 000 ms
1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1 32/1 64/1
ROLL ROLL 10 4 000 500 ms
1/16 1/8 1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
REV ROLL REVROLL 10 4 000 500 ms
1/16 1/8 1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
UP ROLL UP ROLL 10 4 000 500 ms
1/16 1/8 1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
DOWN ROLL DWNROLL 10 4 000 500 ms
1/16 1/8 1/4 1/2 1/1 2/1 4/1 8/1 16/1
SND/RTN SND/RTN
De grijze onderdelen worden niet getoond.
12
Du
Оглавление
- Contents
- CONFIRM FEATURES ACCESSORIES
- CONNECTIONS
- NAMES AND FUNCTIONS OF PARTS
- MIXER OPERATIONS
- EFFECT FUNCTIONS
- MIDI SETTINGS
- TROUBLESHOOTING
- SPECIFICATIONS
- Table des matières
- VÉRIFICATION DES CARACTÉRISTIQUES ACCESSOIRES
- BRANCHEMENTS
- NOMS ET FONCTIONS DES ORGANES
- UTILISATION DU MIXEUR
- FONCTIONS DES EFFETS
- RÉGLAGES MIDI
- GUIDE DE DÉPANNAGE
- FICHE TECHNIQUE
- INHALTSVERZEICHNIS
- ÜBERPRÜFEN DES
- ANSCHLÜSSE
- BEZEICHNUNG UND FUNKTION DER BEDIENELEMENTE
- BEDIENUNG DES MISCHPULTS
- EFFEKTFUNKTIONEN
- MIDI-EINSTELLUNGEN
- STÖRUNGSBESEITIGUNG
- TECHNISCHE DATEN
- INDICE
- CONFERMA DEGLI CARATTERISTICHE ACCESSORI
- COLLEGAMENTI
- NOME DELLE VARIE PARTI E LORO FUNZIONE
- OPERAZIONI COL MIXER
- FUNZIONI DI EFFETTO
- IMPOSTAZIONI MIDI
- DIAGNOSTICA
- CARATTERISTICHE TECNICHE
- INHOUDSOPGAVE
- CONTROLEER DE KENMERKEN ACCESSOIRES
- AANSLUITINGEN
- BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
- BEDIENING VAN HET MENGPANEEL
- EFFECTFUNCTIES
- MIDI-INSTELLINGEN
- VERHELPEN VAN STORINGEN
- TECHNISCHE GEGEVENS
- ÍNDICE
- CONFIRMACIÓN DE CARACTERÍSTICAS LOS ACCESORIOS
- CONEXIONES
- NOMENCLATURA Y FUNCIONES DE LOS CONTROLES
- OPERACIONES DE LA CONSOLA DE MEZCLA
- FUNCIONES DE LOS EFECTOS
- AJUSTES DE MIDI
- SOLUCIÓN DE PROBLEMAS
- ESPECIFICACIONES
- СОДЕРЖАНИЕ
- ПРОВЕРКА НАЛИЧИЯ ФУНКЦИОНАЛЬНЫЕ ПРИНАДЛЕЖНОСТЕЙ ОСОБЕННОСТИ
- ПОДКЛЮЧЕНИЕ ПУЛЬТА
- ЭЛЕМЕНТЫ ПУЛЬТА И ИХ ФУНКЦИИ
- ОПЕРАЦИИ С МИКШЕРОМ
- ЭФФЕКТЫ
- НАСТРОЙКА MIDI-ИНТЕРФЕЙСА
- УСТРАНЕНИЕ НЕПОЛАДОК
- ТЕХНИЧЕСКИЕ ХАРАКТЕРИСТИКИ
- BLOCK DIAGRAM / SCHÉMA DE PRINCIPE / BLOCKSCHALTBILD / DIAGRAMMA A BLOCCHI / BLOKSCHEMA / DIAGRAMA EN BLOQUES / БЛОК-СХЕМА ПУЛЬТА