Pioneer mvh-190ub: Verbindingen/installatie

Verbindingen/installatie: Pioneer mvh-190ub

background image

15

Nl

Ne

d

e

rla

n

d

s

* [PW SAVE] wordt geannuleerd als de accu losgekoppeld wordt, en moet weer worden 

ingeschakeld als de accu weer wordt aangesloten. Wanneer [PW SAVE] uitgeschakeld is, 

kan het toestel, afhankelijk van de verbindingsmethode, stroom van de accu blijven 

trekken als de ontsteking van uw wagen geen positie ACC (accessoire) heeft.

USB AUTO

[ON], [OFF]

Selecteer [ON] om automatisch over te 

schakelen naar de bron [USB] wanneer er 

een USB-apparaat/iPod verbonden wordt 

met het toestel.

Selecteer [OFF] wanneer een USB-

apparaat/iPod alleen aangesloten wordt 

om opgeladen te worden.

ILLUMINATION-instellingen

Menu-item

Beschrijving

DIM SETTING

[SYNC CLOCK], [MANUAL]

De display-helderheid wijzigen.

BRIGHTNESS

[1] tot [10]

De display-helderheid wijzigen.

De beschikbare instelbereiken zijn 

verschillend afhankelijk van [DIM SETTING].

Menu-item

Beschrijving

 Belangrijk

• Wanneer dit toestel wordt 

geïnstalleerd in een wagen zonder 

ACC (accessoire)-positie van de 

contactschakelaar en als de rode 

kabel niet wordt verbonden met de 

aansluiting die de bediening van de 

contactschakelaar detecteert, kan de 

accu leeglopen.

• Als dit toestel wordt gebruikt in 

andere omstandigheden dan hierna 

vermeld, kan er brand of een storing 

optreden.

– Wagens met een 12 Volt accu en 

negatieve aarding.

– Wanneer de luidsprekeruitgang 

door 4 kanalen wordt gebruikt, 

gebruikt u luidsprekers van meer 

dan 50 W (maximaal 

ingangsvermogen) en tussen 4 Ω 

en 8 Ω (impedantiewaarde). 

Gebruik geen luidsprekers van 1 Ω 

tot 3 Ω voor dit toestel.

– Wanneer de uitgang voor de 

achterluidspreker wordt gebruikt 

door 2 Ω van de subwoofer, 

gebruikt u luidsprekers van meer 

dan 70 W (maximaal 

ingangsvermogen).

* Raadpleeg de verbindingen voor 

een verbindingsmethode.

• Om kortsluiting, oververhitting of 

storing te voorkomen, dient u de 

volgende richtlijnen op te volgen.

– Koppel de negatieve pool van de 

accu los voor u met de installatie 

begint.

– Zet de bedrading vast met 

kabelklemmen of kleefband. 

Wikkel kleefband rond bedrading 

die in contact komt met metalen 

delen om de bedrading te 

beschermen.

– Plaats alle kabels op een veilige 

afstand van bewegende delen, 

zoals de schakelhendel en de 

stoelrails.

– Plaats alle kabels op een veilige 

afstand van hete plaatsen, dus niet 

nabij de uitgang van de 

verwarming.

– Verbind de gele kabel niet met de 

accu door deze door het gat naar 

het motorcompartiment te voeren.

– Dek alle losgekoppelde 

kabelconnectors af met 

isolatietape.

– Sluit kabels nooit kort.

– Verwijder de isolatie van de 

voedingskabel van dit toestel niet 

om de stroomtoevoer met andere 

apparaten te delen. De 

stroomcapaciteit van de kabel is 

beperkt.

Verbindingen/installatie

Verbindingen

ACC-positie Geen 

ACC-positie

background image

16

Nl

– Gebruik een zekering van de 

voorgeschreven waarde.

– Verbind de negatieve 

luidsprekerkabel nooit rechtstreeks 

met aarde.

– Voeg nooit negatieve kabels van 

meerdere luidsprekers samen.

• Als het toestel ingeschakeld is, 

worden stuursignalen via de blauw/

witte kabel verstuurd. Verbind deze 

kabel met de 

systeemafstandsbediening van een 

externe eindversterker of met het 

relaiscontact voor de automatische 

antenne (max. 300 mA 12 V 

gelijkstroom). Als de wagen 

uitgerust is met een ruitantenne, 

moet verbinding worden gemaakt 

met de voedingsaansluiting van de 

antennebooster.

• Verbind de blauw/witte kabel nooit 

met de voedingsaansluiting van een 

externe eindversterker. Verbind deze 

kabel ook nooit met de 

voedingsaansluiting van de 

automatische antenne. Hierdoor zou 

de accu leeglopen of zou er een 

storing optreden.

• De zwarte kabel is aarde. 

Aardingskabels voor dit toestel en 

andere uitrusting (met name 

producten die veel stroom trekken 

zoals eindversterkers) moeten 

afzonderlijk worden aangesloten. 

Anders kan er, wanneer ze toevallig 

loskomen, brand of een storing 

optreden.

• Het grafische symbool 

  op het 

product duidt gelijkstroom aan.

Dit toestel

 Stroomkabelingang

Achteruitgang of 

subwooferuitgang

 Uitgang vooraan (alleen voor de 

MVH-190UI)

Antenne-ingang

 Zekering (10 A)

 Ingang bekabelde 

afstandsbediening (alleen voor de 

MVH-190UI)

Een vast bedrade 

afstandsbedieningsadapter kan 

worden aangesloten (afzonderlijk 

verkocht).

Stroomkabel

Naar stroomkabelingang

Afhankelijk van het soort wagen 

kan de functie van 

 en 

verschillend zijn. In dit geval dient 

 te verbinden met 

 en 

met 

.

Geel

Reserve (of accessoire)

Geel

Verbinden met de constante 12 V 

voedingsaansluiting.

Rood

Accessoire (of reserve)

Rood

Verbinden met de aansluiting die 

door de contactschakelaar wordt 

gestuurd (12 V gelijkstroom).

 Verbind draden van dezelfde kleur 

met elkaar.

Zwart (chassisaarde)

Blauw/wit

De penpositie van de ISO-

connector is afhankelijk van het 

wagentype. Verbind 

 en 

wanneer pen 5 een 

antennestuurtype is. In een ander 

wagentype mag u 

 en 

 nooit 

verbinden.

Blauw/wit

Verbinden met de 

systeembedieningsaansluiting van 

de eindversterker (max. 300 mA 12 

V gelijkstroom).

Blauw/wit

Verbinden met het relaiscontact 

voor de automatische antenne 

(max. 300 mA 12 V gelijkstroom).

 Geel/zwart (alleen voor de MVH-

190UI)

Als u uitrusting gebruikt met een 

stilschakelfunctie, verbind u deze 

draad met de stilschakeldraad op 

de uitrusting. Als er geen 

stilschakelfunctie is, mag de 

stilschakeldraad niet worden 

aangesloten.

Luidsprekerdraden

Wit: links voor 

Wit/zwart: links voor 

Grijs: rechts voor 

Grijs/zwart: rechts voor 

Groen: links achter 

 of subwoofer 

Groen/zwart: links achter 

 of 

subwoofer 

background image

17

Nl

Ne

d

e

rla

n

d

s

Violet: rechts achter 

 of 

subwoofer 

Violet/zwart: rechts achter 

 of 

subwoofer 

ISO-connector

In sommige auto's is de ISO-

connector in twee gesplitst. In dit 

geval dient u verbinding te maken 

met beide connectoren.

OPMERKINGEN

• Wijzig het beginmenu van dit 

toestel. Zie [SP-P/O MODE] 

(pagina 5). De subwooferuitgang van 

dit toestel is mono.

• Wanneer u een subwoofer van 2 Ω 

gebruikt, dient u de subwoofer te 

verbinden met de violette en violet/

zwarte draden van dit toestel. Sluit 

niets aan op de groene en groen/

zwarte draden.

Eindversterker (afzonderlijk 

verkocht)

Voer deze verbindingen uit wanneer u 

de optionele versterker gebruikt.

Systeemafstandsbediening

Verbinden met blauw/witte kabel.

Eindversterker (afzonderlijk 

verkocht)

Verbinden met RCA-kabels 

(afzonderlijk verkocht)

Naar vooruitgang*

Voorluidspreker*

 Naar achteruitgang of 

subwooferuitgang

Achterluidspreker of subwoofer

* Alleen voor de MVH-190UI

 Belangrijk

• Controleer alle verbindingen en 

systemen voor de definitieve 

installatie.

• Gebruik geen ongeoorloofde 

onderdelen, want dit kan tot 

storingen leiden.

• Raadpleeg uw verdeler als u voor de 

installatie gaten moet boren of 

andere wijzigingen aan de wagen 

moet aanbrengen.

• Installeer het toestel niet op de 

volgende plaatsen:

– waar het de goede werking van de 

wagen kan storen.

– waar passagiers gekwetst kunnen 

geraken bij bruusk afremmen.

• De halfgeleiderlaser raakt 

beschadigd als hij te warm wordt. 

Installeer dit toestel op een veilige 

afstand van hete plaatsen, zoals de 

uitgang van de verwarming.

• Optimale prestaties 

zijn verzekerd wanneer 

het toestel in een hoek 

Installatie

van minder dan 60° wordt 

geïnstalleerd.

• Tijdens de installatie dient u voor 

een goede warmteafvoer bij het 

gebruik van het toestel te zorgen. 

Voorzie daartoe voldoende vrije 

ruimte achter het achterpaneel en 

wikkel alle losse kabels op, zodat ze 

de ventilatieopeningen niet 

blokkeren.

DIN-installatie

1

Steek de bijgeleverde 

installatiekoker in het dashboard.

2

Zet de installatiekoker vast door 

de metalen lippen 90° te plooien 

met een schroevendraaier.

Dashboard

Installatiekoker

• Controleer of het toestel degelijk 

geïnstalleerd is. Een onstabiele 

installatie kan haperingen of 

andere storingen veroorzaken.

Wanneer u de bijgeleverde 

installatiekoker niet gebruikt

1

Lijn de gaten in de beugel uit met 

de gaten aan de zijkanten van het 

toestel om de beugel uit te lijnen.

2

Draai aan elke zijde één schroef in 

om het toestel op zijn plaats te 

houden.

Tappende schroef (5 mm × 9 

mm, niet met het product 

meegeleverd)

Montagebeugel

Dashboard of console

De meegeleverde beugel 

gebruiken

Controleer of de bijgeleverde beugel 

geschikt is voor uw voertuig en 

bevestig de beugel vervolgens op het 

toestel zoals hierna aangegeven.

Voorzie 

voldoende 

ruimte

5 cm

5 cm