Pioneer DJM-5000: Bediening
Bediening: Pioneer DJM-5000
Nl
11
DRB1492-B
Bediening
Regelpaneel
Nederlands
75
MIC 1 MIC 1
MIC 2
MASTER
ZONE
MASTER ZONE
MASTER ZONE
1
DIGITAL1
1
DIGITAL2
LINE
1
LINE
1
LEVEL
LEVEL
BOTH
BOTH
CD
MIC 3
CD
USB 1/2
CD
USB 3/4
CD
USB 5/6
1
1
POWER
i
OUTPUT
2
OUTPUT
2
TRIM
5
HI
2
TRIM
6
HI
TRIM
65
HI
TRIM
5
665
HI
-
0
-
0
HI
HI
TALK OVER
3
14
14
14
14
2
14
14
7
9
9
9
9
9
9
SOUND
-
+9
5
-
26
+6
-
+9
5
-
26
+6
-
+9
5
-
26
+6
-
+9
5
-
26
+6
MAXIMIZER
9
5
5
-
12 +12
-
12 +12
MID
MID
MID
MID
8
CLARITY
MID
MID
START
FADER
2
START
FADER
2
2
2
2
2
2
2
MIN MAX
0
0
0
0
0
0
NORMAL
ADVANCED
c
–2
–2
–2
–2
–2
–2
a
–4
3
-
26
+6
–4
3
-
26
+6
–4
-
26
+6
–4
-
26
+6
–4
–4
MINMAX
-
12 +12
-
12 +12
–7
LOW
–7
LOW
–7
LOW
–7
LOW
DYNAMICS
–7
–7
ON/OFF
LOW
LOW
CUE
–10
CUE
–10
CUE
–10
CUE
–10
–10
–10
b
–15
–15
–15
–15
d
–15
–15
dB
-
dB
4
26
+6
4
-
26
+6
dB
4
-
26
+6
dB
4
-
26
+6
LR
dB
dB
MINMAX
-
12 +12
-
12 +12
CH -1
CH -2
CH -3
CH -4
CUE
CUE
ON/OFF
EFFECT
4
EFFECT
3
e
REVERB
ECHO+VERB
9
5
MIC EFFECT
ZONE ASSIGN
SEND/RETURN
PITCHOCTAVER
BALANCE
34
4
MIC1
LOWHI
LOWHI
2
MASTER
3
MIC2
6
1
MIC
2
MIC1+2
LEVEL
LEVEL
7
7
7
7
4
1
MASTER
HEAD PHONES
L
R
f
LEVEL
a
LEVEL
STEREOMONO
c
-
0
7
-
0
8
ABTHRU
8
ABTHRU
8
ABTHRU
8
ABTHRU
g
-
0
5
8
b
MINMAX
PHONES
BOOTH MONITOR
MIC1 ON
MIC2 ON
MIDI
OFFON
CROSS
ZONE ON
ON/OFF
d
b
9
FADER
6
h
-
0
MC-gedeelte DJ-gedeelte PA-gedeelte
PROFESSIONAL MIXER
a
DJM-
5000
MC-gedeelte
MIC 1
,
MIC 2
1 MIC 1 (bladzijde 13)
2 OUTPUT (bladzijde 13)
3 HI, MID, LOW (bladzijde 13)
4 EFFECT (bladzijde 13)
5 MIC EFFECT (bladzijde 13)
6 Piekniveau-aanduiding (bladzijde 13)
7 LEVEL (bladzijde 13)
8 MIC1 ON, MIC2 ON (bladzijde 13)
TALK OVER
9 Talk-Over inspreekniveau (bladzijde 13)
a NORMAL/
ADVANCED (bladzijde 13)
b ON/
OFF (bladzijde 13)
HEAD PHONES
c LEVEL (bladzijde 12)
d PHONES (bladzijde 12)
DJ-gedeelte
CH-1
—
CH-4
1 Ingangskeuzeschakelaar (bladzijde 12)
2 TRIM (bladzijde 12)
3 FADER START (bladzijde 12)
4 CUE (bladzijde 12)
5 Kanaalniveau-aanduiding (bladzijde 12)
6 HI, MID, LOW (bladzijde 12)
7 Kanaal-fader (bladzijde 12)
CROSS FADER
8 Crossfader-toewijzingsschakelaar
(bladzijde 12)
9 Crossfader-regelaar (bladzijde 12)
a [CROSS FADER] (Crossfadercurve-
keuzeschakelaar) (bladzijde 12)
MIDI
b MIDI (bladzijde 12)
PA-gedeelte
MASTER
1 LEVEL (bladzijde 12)
2 Hoofdniveau-aanduiding (bladzijde 12)
Toont het niveau van de geluidssignalen die
door [LEVEL] zijn gepasseerd in het [MASTER]
kanaal.
3 CUE (bladzijde 12)
4 BALANCE (bladzijde 14)
5 MONO/
STEREO (bladzijde 14)
6 BOOTH MONITOR (bladzijde 14)
ZONE
7 LEVEL (bladzijde 14)
8 Zoneniveau-aanduiding (bladzijde 14)
Toont het niveau van de geluidssignalen die
door [LEVEL] zijn gepasseerd in het [ZONE]
kanaal.
9 CUE (bladzijde 12)
a Uitgangskanaal-keuzeschakelaar
(bladzijde 14)
b ZONE ON (bladzijde 14)
SOUND MAXIMIZER
c CLARITY (bladzijde 14)
d DYNAMICS (bladzijde 14)
e ON/
OFF (bladzijde 14)
SEND/ RETURN
f Uitgangskanaal-keuzeschakelaar
(bladzijde 14)
g LEVEL (bladzijde 14)
h ON/
OFF (bladzijde 14)
POWER
i POWER (bladzijde 12)
12
Nl
DRB1492-B
Bediening van het DJ-gedeelte
Geluid weergeven
1 Druk op [POWER]
Schakel dit apparaat in.
2 Stel de ingangskeuzeschakelaar in
Kies de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit apparaat zijn
aangesloten.
! Om het geluid weer te geven van de computer die is aangesloten op de [USB]-
aansluiting, schakelt u de ingangskeuzeschakelaar voor [CH-2], [CH-3] en
[CH-4] over naar [USB].
3 Draai aan [TRIM]
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk kanaal.
! De kanaalniveau-aanduiding licht op wanneer er naar behoren geluid binnen-
komt via het kanaal.
4 Zet de kanaal-fader in de binnenste stand
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk kanaal.
5 Verstel de crossfader-toewijzingsschakelaar
Schakelt de uitgangsbestemming om, voor elk kanaal.
— [A]: Toewijzen aan [A] (links) van de crossfader.
— [B]: Toewijzen aan [B] (rechts) van de crossfader.
— [THRU]: Toewijzen aan het [MASTER]-kanaal (niet verlopend via de
crossfader).
6 Verstel de crossfader-curveschakelaar ([CROSS FADER])
Voor omschakelen van de crossfadercurve-karakteristiek.
— [ ]: Geeft een steile, stijgende curve (als de crossfader-schuifregelaar
wordt weggeschoven van de [A]-kant, worden er onmiddellijk geluidssig-
nalen uitgestuurd via de [B]-kant).
— [
]: Geeft een curve die het gemiddelde vormt van de curves hierboven
en hieronder.
— [
]: Geeft een heel geleidelijk stijgende (als de crossfader-schuifrege-
laar wordt weggeschoven van de [A]-kant, zal het geluid aan de [B]-kant
geleidelijk aanzwellen, terwijl het geluid aan de [A]-kant geleidelijk wordt
afgezwakt).
7 Stel de crossfader in
Voor weergave van geluidssignalen die zijn toegewezen via de crossfader-toewij-
zingsschakelaar, overeenkomstig de curvekarakteristiek die is gekozen met de
[CROSS FADER] (crossfadercurve-keuzeschakelaar).
! U kunt deze stap achterwege laten wanneer de crossfader-toewijzingsschake-
laar staat ingesteld op [THRU].
8 Draai aan [LEVEL] voor het [MASTER]-kanaal
Het geluid wordt weergegeven via de [MASTER1] en [MASTER2]. De hoofdni-
veaumeter licht op.
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan [HI], [MID] of [LOW] voor elk kanaal
Zie Specificaties op bladzijde 17 voor het bereik van het geluid dat kan worden
bijgeregeld met elk van deze regelaars.
Meeluisteren via een hoofdtelefoon
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op de [PHONES]-aansluiting
2 Druk op [CUE] voor het kanaal dat u wilt beluisteren
De toets licht in fel oranje op.
3 Draai aan de [LEVEL]-knop voor [HEAD PHONES]
De hoofdtelefoon geeft het geluid weer in het kanaal dat is gekozen via [CUE].
! Het geluid dat wordt weergegeven via de hoofdtelefoon varieert, al naar
gelang de combinatie van kanalen die zijn gekozen met [CUE]. Zie de onder-
staande tabel.
76
CH-1
‒
Hoofdtelefoonuitgang
CH-4
MASTER ZONE
L. kanaal
R. kanaal
ON
OFF
OFF
CH (L)
CH (R)
OFF
ON
OFF
MASTER (L)
MASTER (R)
OFF
OFF
ON
ZONE (L)
ZONE (R)
ON
ON
OFF
CH (MONO)
MASTER (MONO)
ON
OFF
ON
CH (MONO)
ZONE (MONO)
OFF
ON
ON
MASTER (L)+ZONE (L)
MASTER (R)+ZONE (R)
MASTER (MONO)
ON
ON
ON
CH (MONO)
+ZONE (MONO)
! Het meeluisteren stopt wanneer u nogmaals op [CUE] drukt. De toets licht
slechts flauw in oranje op.
Gebruik van de fader voor het afspelen van een
Pioneer DJ-speler (fader-start)
Als u een Pioneer DJ-speler aansluit met een bedieningskabel (bijgeleverd bij de
DJ-speler), kunt u de weergave starten of andere functies van de DJ-speler bedie-
nen met de fader van dit apparaat.
De fader-startfunctie is alleen beschikbaar wanneer een Pioneer DJ-speler is
aangesloten op [CH-1] of [CH-2].
Sluit van tevoren een Pioneer DJ-speler op dit apparaat aan (bladzijde 6).
Beginnen met afspelen met de kanaal-fader
1 Zet de crossfader-toewijzingsschakelaar op [THRU]
2 Druk op [FADER START]
Schakel de fader-startfunctie in. De toets licht in fel oranje op.
3 Zet de kanaal-fader in de buitenste stand
4 Stel de cue in op de DJ-speler
De DJ-speler pauzeert de weergave bij het cue-punt.
5 Zet de kanaal-fader in de binnenste stand
Het afspelen begint op de DJ-speler.
! Wanneer u de kanaal-fader terugzet in de oorspronkelijke stand, keert de
speler onmiddellijk terug naar het eerder ingestelde cue-punt, om daar de
weergave te pauzeren (back-cue).
Beginnen met afspelen met de crossfader
1 Zet de crossfader-toewijzingsschakelaar op [A] of [B]
2 Druk op [FADER START]
Schakel de fader-startfunctie in. De toets licht in fel oranje op.
3 Stel de crossfader in
Stel in op het uiterste eindpunt in tegengestelde richting aan het kanaal dat u
met de fader wilt starten.
4 Stel de cue in op de DJ-speler
De DJ-speler pauzeert de weergave bij het cue-punt.
5 Stel de crossfader in
Het afspelen begint op de DJ-speler.
! Wanneer u de crossfader terugzet in de oorspronkelijke stand, keert de speler
onmiddellijk terug naar het eerder ingestelde cue-punt, om daar de weergave
te pauzeren (back-cue).
Bediening van de DJ-software
De DJM-5000 geeft ook de bedieningsgegevens voor de toetsen en knoppen door
in het MIDI-formaat. Door via een USB-kabel een computer met ingebouwde
MIDI-geschikte DJ-software aan te sluiten, kunt u de DJ-software bedienen via
dit apparaat.
Installeer van tevoren de DJ-software op uw computer. Maak bovendien de
nodige audio- en MIDI-instellingen voor de DJ-software.
1 Verbind de USB-aansluitbus van dit apparaat met die van uw
computer
Zie Aansluiten van een computer op bladzijde 7 voor nadere details over de
aansluitingen.
2 Start de DJ-software
3 Stel [MIDI] in op [ON]
De verzending van MIDI-berichten begint.
! U kunt MIDI-berichten verzenden met een totaalbeeld van de stand van toet-
sen, fader en regelknoppen (snapshot).
! Verstel de faders en regelknoppen voor het verzenden van berichten op basis
van de gekozen standen. Zie Lijst van MIDI-berichten op bladzijde 10 voor
details over de berichten die kunnen worden verzonden met dit apparaat.
4 Stel [MIDI] in op [OFF]
De MIDI-berichten worden niet verzonden, ook al bedient u dit apparaat.
Nederlands
Nl
13
DRB1492-B
Gebruik van de talk-over inspreekfunctie
Bediening van het MC-gedeelte
1 Draaien om het talk-over niveau te regelen
Stel de algemene verzwakking van het geluid in, behalve voor het
Gebruik van een microfoon
microfoonkanaal.
2 Schakel over tussen [NORMAL]/
[ADVANCED]
1 Schakel [OUTPUT] om
De verzwakkingsfunctie voor het talk-over inspreken wordt omgeschakeld.
Kies de uitgangsbestemming voor het geluid dat wordt uitgestuurd via het
! Normaal inspreekniveau:
[MIC1] of [MIC2]-kanaal.
Het geluid dat wordt uitgestuurd via andere kanalen dan het microfoon-
2 Draai aan [LEVEL] voor het microfoonkanaal
kanaal wordt verzwakt met de gekozen hoeveelheid voor het “talk over”
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via het
inspreekniveau.
microfoonkanaal.
! Onthoud dat helemaal naar rechts draaien een enorm hard geluid oplevert.
3 Druk op [MIC1 ON] voor het [MIC1]-kanaal of op [MIC2 ON]
voor het [MIC2]-kanaal
Schakel het microfoonkanaal in. De toets licht groen op.
4 Geluidssignalen doorgeven via de microfoon
Het geluid wordt uitgestuurd naar de uitgangsbestemming die is gekozen bij
stap 1.
! De piekniveau-aanduiding licht op in verschillende kleuren, overeenkomstig
het niveau van het inkomend geluid.
— Groen: Toelaatbaar niveau
— Oranje: Juist niveau
— Rood: Te luid niveau (verminder de geluidssterkte door de [LEVEL] knop
naar links te draaien)
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan [HI], [MID] of [LOW] voor het [MIC1] of [MIC2]-kanaal
Zie Specificaties op bladzijde 17 voor het bereik van het geluid dat kan worden
bijgeregeld met elk van deze regelaars.
Gebruik van de microfoon-effectfunctie
1 Druk op [MIC EFFECT (REVERB, ECHO+VERB, OCTAVER of
PITCH)]
Schakel de microfoon-effectfunctie in. De toets gaat blauw knipperen.
! Het bereikte effect hangt af van de toets.
2 Draai aan [EFFECT]
Toevoegen van een effect aan het geluid dat wordt uitgestuurd via het
microfoonkanaal.
! Het effect varieert afhankelijk van de draairichting en de stand van [EFFECT].
Effectnaam Beschrijving
1
REVERB
Nagalm toevoegen aan het oorspronkelijke geluid.
1
ECHO+VERB
Nagalm en echo-effect toevoegen aan het oorspronkelijke geluid.
1
Met 1 octaaf verhoogde en verlaagde geluiden toevoegen aan het
OCTAVER
oorspronkelijke geluid.
Het muzikaal interval verhogen of verlagen met een bereik van 1
PITCH
octaaf hoger of lager. Naar rechts of links draaien om het interval met
1 octaaf te verhogen, resp. te verlagen.
1 Hoe verder u naar rechts draait, des te luider zal het effect klinken.
! Om de microfoon-effectfunctie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de knip-
perende [MIC EFFECT (REVERB, ECHO+VERB, OCTAVER, PITCH)]-toets. De
toets licht blauw op.
77
dB
NORMAL
ADVANCED
Frequentie
! Geavanceerd inspreekniveau:
Alleen het stemgeluid van de weergegeven geluiden via andere kanalen
dan het microfoonkanaal worden verzwakt met de gekozen hoeveelheid
voor het “talk over” inspreekniveau.
dB
NORMAL
ADVANCED
Frequentie
3 Druk op [ON/
OFF] voor [TALK OVER]
Schakel de talk-over inspreekfunctie in. De toets licht rood op.
! Wanneer er geluidssignalen binnenkomen via het microfoonkanaal, wordt het
geluid, behalve dat van het microfoonkanaal, verzwakt volgens de instelling
van de verzwakkingsfunctie en de stand van de regelaar.
14
Nl
DRB1492-B
Bediening van het PA-gedeelte
Weergeven van geluid via de ZONE-aansluiting
U kunt geluid weergeven via de [ZONE]-aansluiting dat geheel onafhankelijk is
van de weergave via het hoofdkanaal.
1 Stel de uitgangskanaal-keuzeschakelaar in op het [ZONE]-
kanaal
Kies het kanaal dat u wilt weergeven via de [ZONE]-aansluiting.
! Het weergegeven geluid verschilt al naar gelang de stand van de schakelaar.
Stand van
de schake-
1 2 3 4 MASTER MIC
laar
Audio-
1
1
1
1
Microfoonka-
Microfoonka-
CH-1
CH-2
CH-3
CH-4
2
3
uitgang
naal
naal
1 Het geluid wordt weergegeven onafhankelijk van de stand van faders en regelknoppen.
2 Het geluid wordt weergegeven onafhankelijk van de stand van [LEVEL] voor het
[MASTER]-kanaal.
3 Er wordt alleen geluid weergegeven via het microfoonkanaal, waarvoor de [OUTPUT]
staat ingesteld op [BOTH] of [ZONE].
2 Druk op [ZONE ON] voor het [ZONE]-kanaal
Schakel het [ZONE]-kanaal in. De toets licht groen op.
3 Draai aan [LEVEL] voor het [ZONE]-kanaal
Het geluid wordt weergeven via de [ZONE]-aansluiting. De zoneniveaumeter licht op.
! Om het [ZONE]-kanaals uit te schakelen, drukt u nogmaals op [ZONE ON]. De
toets dooft.
Gebruik van de sound-maximizer functie
1 Druk op [ON/
OFF] voor [SOUND MAXIMIZER]
Schakel de sound-maximizer functie in. De toets licht blauw op.
2 Draai aan [CLARITY] of [DYNAMICS]
Het effect van de sound-maximizer varieert afhankelijk van de draairichting en de
stand van de regelknop.
! Het uitgangsgeluidsniveau wordt verhoogd volgens het sound-maximizer
effect wanneer u de knop rechtsom draait. Let op het uitgangsgeluidsniveau
wanneer u gebruik maakt van de sound-maximizer-functie.
78
dB
Frequentie
DYNAMICS
CLARITY
MINMAX
MINMAX
Gebruik van een externe effectgenerator
1 Sluit een externe effectgenerator aan
[ON/
OFF] van [SEND/
RETURN] licht rood op. Wanneer er geen externe effectge-
nerator is aangesloten, licht [ON/
OFF] niet op.
! Zie Aansluitingen op bladzijde 5 voor nadere details over de aansluitingen.
2 Stel de uitgangskanaal-keuzeschakelaar in op het [SEND/
RETURN]-kanaal
Kies het kanaal dat u wilt weergeven via de [SEND]-aansluiting.
! Het weergegeven geluid verschilt al naar gelang de stand van de schakelaar.
Stand van
de scha-
1 2 3 4 MIC 1 MIC 2 MIC1+2 MASTER
kelaar
Audio-
1
Master-hoofd-
CH-1 CH-2 CH-3 CH-4 MIC 1 MIC 2
MIC1+2
uitgang
kanaal
1 Het microfoongeluid dat wordt weergegeven via het master-hoofdkanaal wordt uitge-
stuurd via het [SEND]-kanaal.
3 Druk op [ON/
OFF] voor [SEND/
RETURN]
Het geluid wordt weergeven via de [SEND]-aansluiting. De toets gaat rood
knipperen.
4 Draai aan de [LEVEL]-knop voor [SEND/
RETURN]
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via de [RETURN]-
aansluiting.
! Om de weergave van geluid via de [SEND]-aansluiting te stoppen, drukt u op
de knipperende [ON/
OFF] toets. De toets licht op.
Overschakelen tussen mono- en stereo-geluid
U kunt overschakelen tussen mono- en stereo-geluid voor de weergave via de
[MASTER1], [MASTER2], [BOOTH], [REC OUT] of [PHONES]-aansluiting.
Schakel over tussen [MONO]/
[STEREO]
! [MONO]: Voor weergave van mono-geluid.
! [STEREO]: Voor weergave van stereo-geluid.
De links/
rechts-balans van het geluid regelen
De links/
rechts-balans van het geluid dat wordt weergegeven via de [MASTER1],
[MASTER2], [BOOTH], [REC OUT] en [PHONES]-aansluitingen kan worden
bijgeregeld.
1 Stel [MONO]/
[STEREO] in op [STEREO]
2 Draai aan [BALANCE]
De links/
rechts-balans van het geluid varieert al naar gelang de draairichting en
stand van de [BALANCE]-regelaar.
! Door draaien naar de uiterste rechterkant wordt alleen het rechter kanaal van
stereo-geluid weergegeven. Door draaien naar de uiterste linkerkant wordt
alleen het linker kanaal van stereo-geluid weergegeven.
! Het bereik van het geluid dat kan worden bijgeregeld verschilt afhankelijk van
Het geluid wordt weergegeven via de [BOOTH]-
de regelaar.
— CLARITY: Bepaalt de begin-attack en de karakteristiek van het geluid,
aansluiting
voornamelijk in het hoge en middentonenbereik (high-hat pedaalbekken,
Het geluid van het hoofdkanaal, behalve dat van het microfoonkanaal, wordt
snarentrommel, enz.).
weergegeven via de [BOOTH]-aansluiting, ongeacht de stand van de [LEVEL]-
— DYNAMICS: Regelt de modulatie en het ritme, voornamelijk in het lagere
knop van het [MASTER]-kanaal.
toonbereik.
! Om de sound-maximizer functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op [ON/
Draai aan [BOOTH MONITOR]
OFF]. Het licht van de toets dooft.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting.
Оглавление
- Contents
- Before start
- Connections
- Operations
- Additional information
- Sommaire
- Informations
- Raccordements
- Opérations
- Informations supplémentaires
- Inhalt
- Vor der
- Anschlüsse
- Bedienungen
- Zusätzliche Informationen
- Indice
- Prima di cominciare
- Collegamenti
- Operazioni
- Informazioni aggiuntive
- Inhoud
- Alvorens te
- Aansluitingen
- Bediening
- Aanvullende informatie
- Contenido
- Antes de empezar a
- Conexiones
- Operaciones
- Información adicional
- Содержание
- До начала
- Подключения
- Операции
- Дополнительная информация