Karcher Balayeuse KM 80 W P: Stillegging Onderhoud

Stillegging Onderhoud: Karcher Balayeuse KM 80 W P

background image

     - 

4

Draaien in richting (+): Veegwals gaat 

omlaag.

Om het vuil bij het schoonvegen naar de 

kant te vegen is de veegwals naar links of 

rechts zwenkbaar.

Dit is ook bij het sneeuwruimen met de aan-

bouwset sneeuwruimschild van voordeel.

Zwenkbeugel naar voren kiepen tot pal 

vrij is.

Naar links of rechts zwenken, naarge-

lang naar welke zijde het vuil geveegd 

moet worden.

Zwenkbeugel terugkiepen en inklikken.

Parkeerrem losmaken.

Aan koppelingshendel voor rijaandrij-

ving trekken.

Aanwijzing:

 De rijsnelheid ist vast en 

kan niet gevarieerd worden.

Koppelingshendel voor rijaandrijving 

loslaten. Apparaat blijft staan.

Aan hendel voor veegwalsaandrijving 

trekken, veegwals draait.

Hendel voor veegwalsaandrijving losla-

ten. Veegwals blijft staan.

Koppelingshendel voor veegwalsaan-

drijving en rijaandrijving loslaten.

Gashendel op stand „OFF“.

Brandstoftoevoer sluiten.

Draaiknop dwars met de slang van de 

brandstofkraan stellen.

Parkeerrem bedienen.

Gevaar

Gevaar voor letsels en beschadigingen! 

Houd bij het transport rekening met het ge-

wicht van het apparaat.

Motor uitzetten.

Brandstoftank leegmaken.

Apparaat met spankabels of koorden 

vastzetten.

Bij het transport in voertuigen moet het 

apparaat conform de geldige richtlijnen 

beveiligd worden tegen verschuiven en 

kantelen.

Instructie:

 Geen Bowdenkabels of kabel-

lopen knikken.

Gevaar

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het 

gewicht van het apparaat bij opbergen in 

acht nemen.

Apparaat op een beschutte en droge 

plaats neerzetten.

Parkeerrem bedienen.

Instructies in de gebruiksaanwijzing van 

de motorfabrikant in acht nemen!

Als de veegmachine voor langere tijd niet 

gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-

ten:

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Motor uitzetten.

Motor laten afkoelen.

Brandstoftank en carburator leegma-

ken.

Motorolie verversen.

Veegwals opheffen. Daarvoor hoogte-

verstelling helemaal naar boven (rich-

ting –) draaien.

Apparaat reinigen.

Apparaat op een beschutte en droge 

plaats neerzetten.

Parkeerrem bedienen.

Instructie:

 Beschrijving zie hoofdstuk Re-

paraties en onderhoud.

Voorzichtig

Voor reparatie-, onderhouds- en reinigings-

werkzaamheden de motor uitzetten en de 

bougiestekker uittrekken.

Let erop, dat in deze gebruiksaanwijzing 

alleen de voor de veegmachine beno-

digde behandeling van de motor ver-

klaard wordt.

Alle andere informaties over de motor 

treft u aan in de bijgevoegde gebruiks-

aanwijzing van de motorenfabrikant!

Reparaties mogen uitsluitend door 

goedgekeurde klantenservicewerk-

plaatsen of door vaklui voor dit gebied 

worden uitgevoerd die met de betref-

fende veiligheidsvoorschriften ver-

trouwd zijn.

Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-

paratuur dient volgens VDE 0701 op 

veiligheid te worden gecontroleerd.

Voorzichtig

Het schoonmaken van het apparaat mag 

niet met een waterslang of hogedrukstraal 

gebeuren (gevaar van kortsluiting of ande-

re schades).

Apparaat met een vochtige, in een mild 

zeepsopje gedrenkte doek reinigen.

Instructie:

 Geen agressieve reinigings-

middelen gebruiken.

Instructie:

 Bij een nieuwe motor is na de 

eerste 5 bedrijfsuren een olievervanging 

vereist.

Om aanspraken op garantie te houden, 

moeten tijdens de garantietijd alle service- 

en onderhoudswerken door de geautori-

seerde KÄRCHER-klantendienst uitge-

voerd worden.

Instructie:

 Alle service- en onderhouds-

werken bij onderhoud door de klant, dienen 

door een gekwalificeerde vakman uitge-

voerd te worden. Indien nodig kan altijd een 

Kärcher-specialist geraadpleegd worden.

Instructie:

 Beschrijving zie hoofdstuk On-

derhoudswerkzaamheden.

Onderhoud dagelijks:

Motoroliepeil controleren.

Luchtfilter controleren.

Luchtdruk banden controleren.

Veegwals op slijtage en ingedraaide 

banden controleren.

Instelling van de hoogte van de veeg-

wals controleren.

Bowdenkabels en bewegende delen op 

flexibiliteit controleren

Onderhoud alle 3 maanden of 25 be-

drijfsuren:

Luchtfilter reinigen.

Instructie: Bij frequent gebruik in stoffi-

ge omgeving vaker onderhoud uitvoe-

ren.

Onderhoud alle 6 maanden of 50 be-

drijfsuren:

Motorolie vervangen.

Bougie controleren.

Onderhoud alle 2 maanden of 250 be-

drijfsuren:

Luchtfilter vervangen.

Bougie vervangen.

Onderhoud na de eerste maand of na 5 be-

drijfsuren:

Eerste inspectie uitvoeren.

Om aanspraken op garantie te houden, 

moeten tijdens de garantietijd alle service- 

en onderhoudswerken door de geautori-

seerde KÄRCHER-klantendienst uitge-

voerd worden.

Voorbereiding:

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Parkeerrem bedienen.

Gevaar

Verwondingsgevaar!

De motor heeft ca. 3 - 4 seconden naloop 

nodig na het uitzetten. In deze tijd absoluut 

uit de buurt blijven van het aandrijfbereik.

Voor alle onderhouds- en reparatie-

werkzaamheden apparaat voldoende 

laten afkoelen.

Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor 

en uitlaat niet aanraken.

Instructie:

 Het apparaat mag alleen met 

een leeggemaakte brandstoftank naar ach-

teren gekipt worden.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Luchtdrukapparaat aansluiten op het 

bandventiel.

Helling veegwals

Rijaandrijving

Veegwalsaandrijving

Apparaat uitschakelen

Transport

Opslag

Stillegging Onderhoud

 Algemene aanwijzingen

Reiniging

Apparaat reinigen

Onderhoudsintervallen

Onderhoud door de klant

Onderhoud door de klantenservice

Onderhoudswerkzaamheden

Algemene veiligheidsinstructies

Bandenluchtdruk controleren

33

NL

background image

     

5

Luchtdruk controleren en indien nodig 

druk bijstellen.

Toegestane bandenluchtdruk zie tech-

nische gegevens.

Gevaar

Verbrandingsgevaar!

Motor laten afkoelen.

Controle van het motoroliepeil op zijn 

vroegst 5 minuten na het uitzetten van 

de motor uitvoeren.

1 Oliepeilstok

2 Olievulstuk

Oliepeilstok uitdraaien.

Oliepeilstok afvegen en inschuiven 

(niet indraaien).

Oliepeilstok nog een keer eruit trekken 

en het oliepeil controleren.

Het oliepeil moet zich tussen de "MIN“- 

en „MAX“-markering bevinden.

Bevindt zich het oliepeil onder de 

„MIN"-markering, motorolie bijvullen.

Motor niet boven „MAX"-markering bij-

vullen.

Motorolie in de olievulopening vullen.

Oliesoort zie het hoofdstuk Technische 

gegevens.

Minstens 5 minuten wachten.

Klopt het motoroliepeil, oliepeilstok in-

draaien.

Gevaar

Verbrandingsgevaar door hete olie!

Motor laten afkoelen.

Apparaatkap openen.

Oliepeilstok uitdraaien.

Motorolie met oliewisselpomp 6.491-

538 via de oliebijvulsteun uitzuigen.

Motorolie in de olievulopening vullen.

Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-

sche gegevens.

Oliepeilstok weer indraaien.

Minstens 5 minuten wachten.

Motoroliepeil controleren.

Afgewerkte olie naar de betreffende in-

zamelcentra brengen.

1 Vergrendelingsnokken

2 Filterdeksel

3 Filterinzet

Vergrendelingsnokken in pijlrichting 

drukken.

Filterdeksel afnemen.

Filterinzet eruit nemen.

Filterelement controleren en zo nodig 

reinigen of vernieuwen.

Filterelement van binnen met perslucht 

uitblazen (max. 2 bar) of op hard opper-

vlak afkloppen. Niet afborstelen.

Filterhuis en filterdeksel met een voch-

tige doek voorzichtig reinigen en erop 

letten dat geen vuil in de carburator te-

rechtkomt.

Filterdeksel sluiten.

Gevaar

Verbrandingsgevaar!

Motor laten afkoelen.

Bougiestekker aftrekken.

Bougie uitschroeven en reinigen.

Gereinigde of nieuwe bougie inschroe-

ven.

Aanbevolen bougies: zie technische 

gegevens

Bougiestekker opsteken.

1 Brandstofkraan gesloten

2 Slangklem

3 Brandstofslang

Brandstofkraan sluiten.

Draaiknop dwars met de slang van de 

brandstofkraan stellen.

Brandstofslang van de tank naar de 

brandstofkraan samenpersen.

Slangklem aan de brandstofkraan los-

sen.

Brandstofslang verwijderen.

Tankdop openen.

Brandstofslang boven een geschikt op-

vangreservoir houden en brandstof la-

ten aflopen.

Als de tank leeg is, de brandstofslang 

opnieuw op het aansluitstuk aan de 

brandstofkraan steken en slangklem 

aanbrengen.

Instructie

: Wanneer het apparaat lang-

durig niet gebruikt wordt moet tevens 

de carburator leeggemaakt worden 

door de motor te starten en te laten 

draaien tot hij door het tekort aan 

brandstof stilvalt.

Banden of snoeren van veegrol verwij-

deren.

De vervanging is vereist, wanneer door de 

slijtage van de borstels ondanks hoogte-

verstelling van de veegwals het veegresul-

taat zichtbaar nalaat.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

1 Veegrol

2 Koppelingsplaat

3 Meenemer, veegwalsaandrijving

4 Stang met schroefdraad

5 Moer

Moer op draadeind losdraaien en stang 

eruittrekken.

Veegwalshelften afnemen en door 

nieuwe vervangen.

Aanwijzing

: Erop letten, dat de uitspa-

ringen van de veegwalshelften in rich-

ting meenemer wijzen.

Draadeind insteken en met moer zeke-

ren.

Met de hoogteverstelling de veegwals 

op de juiste hoogte instellen.

Motoroliepeil controleren en olie bijvul-

len

Motorolie verversen

Filterelement reinigen of vervangen

Bougie reinigen of vervangen

Brandstoftank leegmaken

Veegrol controleren

Veegrol verwisselen

34

NL

Оглавление