Pioneer DEH-P6800 MP – страница 6

Инструкция к Автомобильной магнитоле с CD MP3 Pioneer DEH-P6800 MP

Inleiding tot de

geavanceerde bediening

van de multi-CD-speler

1

Hoofdstuk

Multi-CD-speler

08

1 Druk op FUNCTION en selecteer Repeat.

Druk op FUNCTION tot Repeat op het display

verschijnt.

2 Druk op c of d en selecteer het gewen-

ste herhaalbereik.

Druk op c of d tot het gewenste herhaalbereik

op het display verschijnt.

! MCD Alle discs in de multi-CD-speler wor-

den herhaald

! TRACK Alleen het spelende fragment

wordt herhaald

! DISC De spelende disc wordt herhaald

1 Functiedisplay

Hierop is de status van de ingestelde functie

af te lezen.

Opmerkingen

! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-

% Druk op FUNCTION om de namen van

dere disc selecteert, wordt het bereik voor her-

de functies op het display weer te geven.

haalde weergave gewijzigd in MCD.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

! Als u tijdens TRACK een fragment zoekt of

kelen tussen de volgende functies:

vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik

Repeat (herhaalde weergave)Disctitellijst

voor herhaalde weergave gewijzigd in DISC.

Random (willekeurige weergave)Scan

(scanweergave)ITS Play (ITS-weergave)

Pause (pauze)COMP. (compressie en

DBE)

Fragmenten in willekeurige

# Druk op BAND om terug te keren naar het

weergavedisplay.

volgorde afspelen

Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-

Opmerking

ten binnen de herhaalbereiken MCD en DISC

in willekeurige volgorde laten afspelen.

Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een

functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-

1 Selecteer het herhaalbereik.

Nederlands

ruggekeerd naar het weergavedisplay.

Raadpleeg Herhaalde weergave op deze blad-

zijde.

2 Druk op FUNCTION en selecteer

Herhaalde weergave

Random.

Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave

Druk op FUNCTION tot Random op het dis-

voor de multi-CD-speler. MCD (herhaling

play verschijnt.

multi-CD-speler), TRACK (herhaling fragment)

en DISC (herhaling disc).

101

Nl

Hoofdstuk

08

Multi-CD-speler

3 Druk op a om de willekeurige weer-

# Als het display automatisch naar het weerga-

gave in te schakelen.

vedisplay is teruggekeerd, moet u Scan opnieuw

Random : ON zal op het display verschijnen.

selecteren door op FUNCTION te drukken.

De fragmenten worden in willekeurige volg-

orde afgespeeld binnen het hiervoor geselec-

Opmerking

teerde bereik, MCD of DISC.

Wanneer het scannen van fragmenten of discs is

voltooid, worden de fragmenten normaal afge-

4 Druk op b om de willekeurige weer-

speeld.

gave uit te schakelen.

Random :OFF zal op het display verschijnen.

De fragmenten worden in de normale volgorde

afgespeeld.

Het afspelen van een CD

onderbreken

Met de pauzefunctie kunt u het afspelen van

CDs en fragmenten scannen

de CD tijdelijk onderbreken.

Als u DISC gebruikt, worden de eerste 10 se-

conden van elk fragment op de geselecteerde

1 Druk op FUNCTION en selecteer Pause.

disc afgespeeld. Als u MCD gebruikt, worden

Druk op FUNCTION tot Pause op het display

de eerste 10 seconden van het eerste fragment

verschijnt.

op elke disc afgespeeld.

2 Druk op a om de pauzefunctie in te

1 Selecteer het herhaalbereik.

schakelen.

Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige

Pause : ON zal op het display verschijnen. Het

bladzijde.

afspelen van het huidige fragment wordt on-

derbroken.

2 Druk op FUNCTION en selecteer Scan.

Druk op FUNCTION tot Scan op het display

3 Druk op b om de pauzefunctie uit te

verschijnt.

schakelen.

Pause :OFF zal op het display verschijnen. De

3 Druk op a om de scanweergave in te

CD speelt verder vanaf het punt waarop u de

schakelen.

pauzefunctie had geactiveerd.

Scan : ON zal op het display verschijnen. De

eerste 10 seconden van elk fragment van de

huidige disc (of van het eerste fragment van

elke disc) worden afgespeeld.

ITS-speellijsten gebruiken

Met ITS (instant track selection) kunt u een

4 Als u het gewenste fragment (of de ge-

speellijst met uw favoriete fragmenten samen-

wenste disc) heeft gevonden, drukt u op b

stellen van de discs die in het magazijn van de

om de scanweergave uit te schakelen.

multi-CD-speler zijn geplaatst. Als u uw favor-

Scan :OFF zal op het display verschijnen. Het

iete fragmenten aan de speellijst heeft toege-

fragment (of de disc) wordt normaal afge-

voegd, kunt u de ITS-weergave inschakelen

speeld.

om de geselecteerde fragmenten af te spelen.

102

Nl

Hoofdstuk

Multi-CD-speler

08

Een speellijst met ITS-

De ITS-speellijst afspelen

programmering samenstellen

Met de ITS-weergave kunt u de fragmenten die

u in de ITS-speellijst heeft ingevoerd afspelen.

U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 frag-

Als u de ITS-weergave inschakelt, worden de

menten per disc, tot 100 discs (met de discti-

fragmenten uit de ITS-lijst in de multi-CD-spe-

tels) in te voeren en af te spelen. (Bij multi-CD-

ler afgespeeld.

spelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650

zijn verkocht, kunnen maximaal 24 fragmen-

1 Selecteer het herhaalbereik.

ten in de speellijst worden opgeslagen.)

Raadpleeg Herhaalde weergave op bladzijde

101.

1 Speel een CD af die u wilt programme-

ren.

2 Druk op FUNCTION en selecteer

Druk op a of b en selecteer de CD.

ITS Play.

Druk op FUNCTION tot ITS Play op het display

2 Druk op FUNCTION en houd de toets in-

verschijnt.

gedrukt totdat TITLE op het display ver-

schijnt. Druk daarna op FUNCTION en

3 Druk op a om de ITS-weergave in te

selecteer ITS.

schakelen.

Als TITLE wordt weergegeven, drukt u herhaal-

ITS Play : ON zal op het display verschijnen.

delijk op FUNCTION. De volgende functies ver-

Het afspelen begint met de fragmenten van de

schijnen in het display:

speellijst binnen het eerder geselecteerde be-

TITLE (invoer disclijst)ITS (ITS-programme-

reik, MCD of DISC.

ring)

# Als er geen fragmenten in het huidige bereik

voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver-

3 Selecteer het gewenste fragment door

schijnt ITS Empty op het display.

op c of d te drukken.

4 Druk op b om de ITS-weergave uit te

4 Druk op a om het huidige fragment in

schakelen.

de speellijst op te slaan.

ITS Play :OFF zal op het display verschijnen.

ITS Input wordt kort weergegeven en de huidi-

Het afspelen gaat verder in de normale volg-

ge selectie wordt aan de speellijst toegevoegd.

orde vanaf het fragment dat nu wordt afge-

Op het display verschijnt daarna weer ITS.

speeld.

Nederlands

5 Druk op BAND om terug te keren naar

het weergavedisplay.

Een fragment uit de ITS-

speellijst verwijderen

Opmerking

U kunt een fragment uit de ITS-speellijst ver-

Nadat er gegevens voor 100 discs in het geheu-

wijderen als de ITS-weergave aan staat.

gen zijn opgeslagen, zullen de gegevens van een

Als de ITS-weergave al is ingeschakeld, kunt u

nieuwe disc de gegevens van de oudste disc over-

doorgaan naar stap 2. Als de ITS-weergave

schrijven.

nog niet is ingeschakeld, dient u op

FUNCTION te drukken.

103

Nl

Hoofdstuk

08

Multi-CD-speler

1 Speel de CD af waarvan u een fragment

2 Druk op FUNCTION en houd de toets in-

uit de ITS-speellijst wilt verwijderen en

gedrukt totdat TITLE op het display ver-

schakel de ITS-weergave in.

schijnt. Druk daarna op FUNCTION en

Raadpleeg De ITS-speellijst afspelen op de vo-

selecteer ITS.

rige bladzijde.

Als TITLE wordt weergegeven, drukt u op

FUNCTION totdat ITS op het display ver-

2 Druk op FUNCTION en houd de toets in-

schijnt.

gedrukt totdat TITLE op het display ver-

schijnt. Druk daarna op FUNCTION en

3 Druk op b om alle fragmenten van de

selecteer ITS.

huidige CD uit de ITS-speellijst te verwijde-

Als TITLE wordt weergegeven, drukt u op

ren.

FUNCTION totdat ITS op het display ver-

Alle fragmenten van de spelende CD worden

schijnt.

uit de speellijst verwijderd en ITS Clear wordt

weergegeven.

3 Selecteer het gewenste fragment door

op c of d te drukken.

4 Druk op BAND om terug te keren naar

het weergavedisplay.

4 Druk op b om het fragment uit de ITS-

speellijst te verwijderen.

Het huidige fragment wordt uit de ITS-speel-

lijst verwijderd en het volgende fragment van

Functies voor disctitels

de ITS-speellijst wordt afgespeeld.

gebruiken

# Als er geen fragmenten in uw speellijst binnen

het huidige bereik vallen, wordt ITS Empty weer-

U kunt CD-titels invoeren en laten weergeven.

gegeven en wordt de disc normaal afgespeeld.

Daarna kunt u eenvoudig naar de disc zoeken

die u wilt afspelen.

5 Druk op BAND om terug te keren naar

het weergavedisplay.

Disctitels invoeren

Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om

Een CD uit de ITS-speellijst

maximaal 100 CD-titels (met ITS-speellijst) in

verwijderen

de multi-CD-speler op te slaan. Een titel kan

maximaal 10 tekens lang zijn.

U kunt alle fragmenten van een CD uit de ITS-

speellijst verwijderen als de ITS-weergave uit

1 Speel de CD af waarvoor u een titel

staan.

wilt invoeren.

Druk op a of b en selecteer de CD.

1 Speel de CD af die u wilt verwijderen.

Druk op a of b en selecteer de CD.

2 Houd FUNCTION ingedrukt totdat TITLE

op het display verschijnt.

Als TITLE wordt weergegeven, drukt u herhaal-

delijk op FUNCTION. De volgende functies ver-

schijnen in het display:

104

Nl

Hoofdstuk

Multi-CD-speler

08

TITLE (invoer disclijst)ITS (ITS-programme-

7 Druk op BAND om terug te keren naar

ring)

het weergavedisplay.

# Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een met

CD TEXT compatibele multi-CD-speler, kunt u

Opmerkingen

TITLE niet inschakelen. Op een CD TEXT-disc is

! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de

de disctitel namelijk al vastgelegd.

disc uit het magazijn wordt verwijderd. Ze wor-

den opgeroepen als de disc weer in het toestel

3 Druk op toets 1 om de gewenste te-

wordt geplaatst.

kenset te kiezen.

! Nadat er gegevens voor 100 discs in het ge-

Druk herhaaldelijk op toets 1 om te schakelen

heugen zijn opgeslagen, zullen de gegevens

tussen de volgende tekensets:

van een nieuwe disc de gegevens van de oud-

Alfabet (hoofdletters)Alfabet (kleine letters)

ste disc overschrijven.

Europese letters, zoals letters met accenten

(bijv. á, à, ä, ç)

# U kunt cijfers en symbolen invoeren door op

toets 2 te drukken.

Disctitels weergeven

U kunt de titel van elke disc waarvoor een dis-

4 Druk op a of b en selecteer de gewen-

ctitel is ingevoerd laten weergeven.

ste letter uit het alfabet.

Telkens als u op a drukt, verschijnt er een let-

% Druk op DISPLAY.

ter in de volgorde A B C ... X Y Z, en cijfers en

Druk meerdere keren op DISPLAY om te scha-

symbolen in de volgorde 1 2 3 ... @ # <.Tel-

kelen tussen de volgende instellingen:

kens als u op b drukt, verschijnt er een letter

WeergavetijdDisc Title (disctitel)

in de omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B

Wanneer u Disc Title kiest, zal de titel van de

A.

spelende disc op het display worden getoond.

# Als u een CD met een disctitel in het toestel

plaatst, schuift de disctitel automatisch door het

display.

# Als er geen titel is ingevoerd voor de spelende

disc, zal No Disc Title op het display verschijnen.

5 Druk op d om de cursor naar de vol-

gende tekenpositie te verplaatsen.

Nederlands

Discs selecteren uit de disctitellijst

Als de gewenste letter op het display ver-

schijnt, drukt u op d om de cursor naar de vol-

De disctitellijst geeft u een overzicht van de in

gende positie te verplaatsen. Selecteer daarna

de multi-CD-speler ingevoerde disctitels. Hier-

de volgende letter. Druk op c om terug te

door kunt u gemakkelijk de gewenste disc kie-

gaan in het display.

zen om af te spelen.

6 Verplaats de cursor naar de laatste te-

1 Druk op FUNCTION om de disctitellijst

kenpositie door op d te drukken nadat u

te selecteren.

de titel heeft ingevoerd.

Druk op FUNCTION tot de disctitel op het dis-

Als u nogmaals op d drukt, wordt de inge-

play verschijnt.

voerde titel in het geheugen opgeslagen.

105

Nl

Hoofdstuk

08

Multi-CD-speler

2 Druk op c of d om door de lijst met in-

legde informatie langer is dan 16 letters, kunt

gevoerde titels te bladeren.

u de tekst naar links schuiven zodat u de rest

# Als er geen titel is ingevoerd voor een disc, zal

van de titel kunt zien.

No D-Title op het display verschijnen.

% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstin-

3 Druk op a om de CD-titel van uw keuze

formatie door het display begint te schui-

af te spelen.

ven.

Uw keuze wordt vervolgens afgespeeld.

De titels schuiven door het display.

Opmerking

Als Ever Scroll bij de begininstellingen op ON is

CD TEXT-functies gebruiken

gezet, blijft de tekstinformatie van de CD continu

U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met

door het display schuiven. Als u de eerste 16 te-

een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.

kens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weerge-

Bij sommige discs is er tijdens de fabricage

ven en de tekst vanaf het begin door het display

bepaalde informatie op de disc vastgelegd.

wilt laten schuiven, moet u DISPLAY ingedrukt

Deze discs kunnen informatie bevatten zoals

houden. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op

de CD-titel, fragmenttitels, de naam van de ar-

bladzijde 118.

tiest en de afspeeltijd. Zulke discs worden CD

TEXT-discs genoemd. Alleen deze speciaal ge-

codeerde CD-TEXT-discs ondersteunen de on-

derstaande functies.

Compressie en extra

basversterking gebruiken

Tekstinformatie op een CD-

U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met

een daarvoor geschikte multi-CD-speler.

TEXT-disc weergeven

Met de functies COMP (compressie) en DBE

% Druk op DISPLAY.

(Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluids-

Druk meerdere keren op DISPLAY om te scha-

kwaliteit van de multi-CD-speler aanpassen.

kelen tussen de volgende instellingen:

Beide functies worden in twee stappen inge-

WeergavetijdDisc Title (disctitel)

steld. De COMP-functie zorgt voor een betere

DiscArtist Name (naam artiest disc)

balans tussen de hardere en zachtere gelui-

Track Title (fragmenttitel)

den bij hoge volumes. DBE regelt de niveaus

TrackArtist Name (naam artiest fragment)

van de lage tonen zodat het geluid voller klinkt.

# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-

Probeer de effecten uit terwijl u luistert, en ge-

disc zijn vastgelegd, wordt de titel of de naam

bruik het effect dat het fragment of de CD

niet op het display weergegeven.

waarnaar u luistert het beste weergeeft.

1 Druk op FUNCTION en selecteer COMP.

Tekstinformatie over het

Druk op FUNCTION tot COMP. op het display

display laten schuiven

verschijnt.

Dit toestel kan alleen de eerste 16 letters van

Disc Title, DiscArtist Name, Track Title en

TrackArtist Name weergeven. Als de vastge-

106

Nl

Hoofdstuk

Multi-CD-speler

08

# Als de multi-CD-speler niet geschikt is voor de

COMP/DBE-functies, zal No Comp. op het dis-

play verschijnen wanneer u deze functie selec-

teert.

2 Druk op a of b en selecteer de gewen-

ste instelling.

Druk herhaaldelijk op a of b om te schakelen

tussen de volgende instellingen:

Comp. OFFComp. 1Comp. 2

Comp. OFFDBE 1DBE 2

Nederlands

107

Nl

Inleiding tot de audio-

instellingen

1

Hoofdstuk

09

Audio-instellingen

gangssignaal bij de instelling non-fading

uitgangssignaal aan/uit is ingeschakeld.

# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-

bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.

# Druk op BAND om terug te keren naar het bij

de signaalbron behorende display.

Opmerking

Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een

functiehandeling uitvoert, wordt er automatisch

1 Audiodisplay

teruggekeerd naar het bij de signaalbron beho-

Het audiodisplay toont de status van de

rende display.

audio-instellingen.

% Druk op AUDIO om de namen van de

audiofuncties op het display te laten ver-

Equalizercurven

schijnen.

compenseren (EQ-EX)

Druk meerdere keren op AUDIO om te schake-

len tussen de volgende audiofuncties:

De functie EQ-EX versterkt de effecten van de

Fad (balansinstelling)EQ (instelling equali-

equalizercurven. Daarnaast kunt u de lage en

zercurve)Bass (niveau lage en hoge tonen)

hoge tonen voor iedere signaalbron aanpas-

Loud (loudness)Sub-W1 (subwoofer aan/

sen als de Custom-curve is geselecteerd.

uit)/NonFad (non-fading uitgangssignaal aan/

uit)Sub-W2 (subwoofer-instelling)/NonFad

% Houd SW ingedrukt om EQ-EX in te

(non-fading uitgangssignaal)HPF (high-pass

schakelen.

filter)SLA (niveau signaalbron)ASL (auto-

EQ-EX ON zal op het display verschijnen. EQ-

matische volumecompensatie)

EX staat nu aan.

# Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en alleen

# Houd SW ingedrukt om EQ-EX uit te schake-

als EQ-EX aan staat en Custom is geselecteerd

len.

als equalizercurve, kunt u overschakelen naar

# Als u niet binnen ongeveer 8 seconden de EQ-

Bass.

EX in- of uitschakelt, zal automatisch naar het bij

# Als de subwoofer-instelling op PREOUT:FULL

de signaalbron behorende display worden terug-

is gezet, kunt u niet overschakelen naar Sub-W1.

gekeerd.

(Raadpleeg bladzijde 117.)

# U kunt Sub-W2 alleen selecteren als het uit-

gangssignaal van de subwoofer bij Sub-W1 is in-

geschakeld.

De balansinstelling gebruiken

# Alleen als de subwoofer-instelling op

U kunt een fader-/balansinstelling selecteren

PREOUT:FULL is gezet, kunt u overschakelen

voor een optimale geluidsweergave voor alle

naar de instelling non-fading uitgangssignaal

plaatsen in het voertuig.

aan/uit. (Raadpleeg bladzijde 117.)

# U kunt de instelling non-fading uitgangssig-

naal alleen selecteren als het non-fading uit-

108

Nl

Hoofdstuk

Audio-instellingen

09

1 Druk op AUDIO en selecteer Fad.

onderstaande lijst ziet u de beschikbare equa-

Druk op AUDIO tot Fad op het display ver-

lizercurven:

schijnt.

Display Equalizercurve

# Als u de balansinstelling eerder heeft aange-

past, verschijnt Bal in het display.

Super Bass Superbas

Powerful Power

2 Druk op a of b om de balans tussen de

Natural Natuurlijk

luidsprekers voorin en achterin in te stel-

len.

Vocal Vocaal

Telkens als u a of b indrukt, wordt de balans

Custom Aangepast

tussen de luidsprekers voorin en achterin naar

Flat Vlak

voren of naar achteren verplaatst.

Fad F 15 Fad R 15 wordt weergegeven als de

! Custom is een equalizercurve die u zelf

balans van de luidsprekers voorin en achterin

maakt.

van voren naar achteren wordt verplaatst.

! Voor iedere signaalbron kunt u een aparte

# Fad F/R 0 is de aanbevolen instelling wanneer

Custom-curve maken. (De ingebouwde

u slechts twee luidsprekers gebruikt.

CD-speler en een eventueel aanwezige

# Als de achteruitgang op REAR SP :S/W is in-

multi-CD-speler zullen automatisch op de-

gesteld, kunt u de balans tussen de luidsprekers

zelfde equalizercurve worden ingesteld.)

voorin en achterin niet instellen. Raadpleeg De

Als u aanpassingen in de instellingen van

achteruitgang en de subwoofer instellen op blad-

de equalizercurve aanbrengt, worden die

zijde 117.

opgeslagen in Custom.

! Als Flat is geselecteerd, wordt er geen aan-

3 Druk op c of d om de balans tussen de

vulling of correctie op het geluid toegepast.

luidsprekers links en rechts in te stellen.

Door te schakelen tussen Flat en een van

Als u op c of d drukt, wordt Bal L/R 0 weerge-

de andere equalizercurven kunt u het effect

geven. Telkens als u op c of d drukt, zal de ba-

van de verschillende equalizercurven be-

lans tussen de linker- en rechterluidspreker

luisteren.

naar links of naar rechts worden verplaatst.

Bal L 9 Bal R 9 wordt weergegeven als de ba-

% Druk op EQ om de equalizer te selecte-

lans tussen de linker- en rechterluidspreker

ren.

van links naar rechts wordt verplaatst.

Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-

Nederlands

gende equalizer-instellingen te schakelen:

PowerfulNaturalVocalCustomFlat

Super Bass

De equalizer gebruiken

Met de equalizer kunt u de geluidsweergave

aan de akoestische eigenschappen van het in-

terieur van de auto aanpassen.

Equalizercurven oproepen

Er zijn zes equalizercurven opgeslagen die u

op ieder gewenst moment kunt oproepen. In

109

Nl

Hoofdstuk

09

Audio-instellingen

De equalizercurven aanpassen

Nauwkeurige afstelling van de

U kunt de momenteel geselecteerde equalizer-

equalizercurve

curve naar wens aanpassen. De aangepaste

U kunt de middenfrequentie en de Q-factor

instellingen van de equalizercurve worden op-

(curvekenmerken) van iedere geselecteerde

geslagen in Custom.

curve aanpassen (EQ LOW/EQ MID/

EQ HIGH).

1 Druk op AUDIO en selecteer EQ.

Druk op AUDIO tot EQ op het display ver-

schijnt.

Niveau (dB)

Q=2W

2 Druk op c of d en selecteer de fre-

Q=2N

quentieband van de equalizer die u wilt

Middenfrequentie

aanpassen.

Frequentie (Hz)

Als u op c of d drukt, worden de frequentie-

banden in onderstaande volgorde geselec-

1 Druk op AUDIO en houd de toets inge-

teerd:

drukt totdat de frequentie en de Q-factor

EQ LOW (laag)EQ MID (midden)

(bijv. F 80 Q 1W) op het display verschijnen.

EQ HIGH (hoog)

2 Druk op AUDIO en selecteer de fre-

3 Druk op a of b om het niveau van de

quentieband die u wilt aanpassen: laag,

frequentieband van de equalizer aan te

midden of hoog.

passen.

Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

tussen de volgende functies:

laagt u het niveau van de geselecteerde fre-

LaagMiddenHoogBass (afstelling lage

quentieband.

tonen)Treble (afstelling hoge tonen)

Als u het niveau verhoogt of verlaagt, verschij-

# Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en alleen

nen waarden tussen +6 en 6 op het display.

als EQ-EX aan staat en Custom is geselecteerd

# U kunt vervolgens een andere frequentieband

als equalizercurve, kunt u overschakelen naar

kiezen en het niveau daarvan aanpassen.

Bass en Treble.

Opmerking

3 Druk op c of d en selecteer de gewen-

Als u wijzigingen aanbrengt, wordt de Custom-

ste frequentie.

curve daaraan aangepast.

Druk op c of d totdat de gewenste frequentie

op het display verschijnt.

Laag: 4080100160 (Hz)

Midden: 2005001k2k (Hz)

Hoog: 3,15k8k10k12.,5k (Hz)

4 Druk op a of b en selecteer de gewen-

ste Q-factor.

Druk op a of b totdat de gewenste Q-factor

op het display verschijnt.

2N1N1W2W

110

Nl

Hoofdstuk

Audio-instellingen

09

Opmerking

Frequentie van de lage tonen

selecteren

Als u wijzigingen aanbrengt, wordt de Custom-

curve daaraan aangepast.

U kunt de frequentie van de lage tonen selec-

teren voor het afstellen van het niveau.

1 Druk op AUDIO en houd de toets inge-

drukt totdat de frequentie en de Q-factor

Lage en hoge tonen aanpassen

(bijv. F 80 Q 1W) op het display verschijnen.

Gebruik deze functie om de lage en hoge

tonen aan te passen. De mogelijkheid om

2 Druk op AUDIO en selecteer Bass.

zowel de frequentie als het niveau te bepalen,

Druk op AUDIO tot Bass op het display ver-

maakt het mogelijk de algehele audiobalans

schijnt.

geheel naar wens in te stellen.

! Als de EQ-EX-functie is geselecteerd, EQ-

3 Druk op c of d en selecteer de gewen-

EX aan staat en Custom is geselecteerd als

ste frequentie.

equalizercurve, kunt u de lage en hoge

Druk op c of d totdat de gewenste frequentie

tonen aanpassen.

op het display verschijnt.

4063100160 (Hz)

Niveau van de lage en hoge

tonen aanpassen

Frequentie van de hoge tonen

U kunt het niveau van de lage tonen en hoge

selecteren

tonen aanpassen.

U kunt de frequentie van de hoge tonen selec-

teren voor het afstellen van het niveau.

1 Druk op AUDIO en selecteer Bass.

Druk op AUDIO tot Bass op het display ver-

1 Druk op AUDIO en houd de toets inge-

schijnt.

drukt totdat de frequentie en de Q-factor

# Als het niveau van de hoge tonen eerder is in-

(bijv. F 80 Q 1W) op het display verschijnen.

gesteld, verschijnt Treble op het display.

2 Druk op AUDIO en selecteer Treble.

2 Druk op c of d en selecteer lage of

Druk op AUDIO tot Treble op het display ver-

hoge tonen.

Nederlands

schijnt.

Druk op c en Bass zal op het display verschij-

nen. Druk op d en Treble zal op het display

3 Druk op c of d en selecteer de gewen-

verschijnen.

ste frequentie.

Druk op c of d totdat de gewenste frequentie

3 Druk op a of b om het niveau aan te

op het display verschijnt.

passen.

2,5k4k6,3k10k (Hz)

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

laagt u het niveau van de hoge of lage tonen.

Als u het niveau verhoogt of verlaagt, verschij-

nen waarden tussen +6 en 6 op het display.

111

Nl

Hoofdstuk

09

Audio-instellingen

2 Druk op a om de subwoofer-uitgang in

De loudness aanpassen

te schakelen.

De loudness-functie compenseert een tekort

Sub-W1 Normal zal op het display verschij-

aan hoge en lage tonen bij lage volumes.

nen. De subwoofer-uitgang is nu ingescha-

keld.

1 Druk op AUDIO en selecteer Loud.

# Als u de subwoofer-uitgang uit wilt schakelen,

Druk op AUDIO tot Loud op het display ver-

drukt u op b.

schijnt.

3 Druk op c of d en selecteer de fase-in-

2 Druk op a om de loudness-functie in te

stelling voor de subwoofer-uitgang.

schakelen.

Druk op c om de tegengestelde fase te selec-

Het loudness-niveau (bijv. Loud MID) ver-

teren en Rev. verschijnt op het display. Druk

schijnt op het display.

op d om de normale fase te selecteren en

Normal verschijnt op het display.

3 Druk op c of d en selecteer het gewen-

ste niveau.

Telkens als u op c of d drukt, wordt het niveau

De subwoofer-instellingen

als volgt geselecteerd:

aanpassen

LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)

Wanneer de subwoofer-uitgang is ingescha-

4 Druk op b om de loudness-functie uit

keld, kunt u de drempelfrequentie en het uit-

te schakelen.

gangsniveau van de subwoofer instellen.

Loud OFF zal op het display verschijnen.

1 Druk op AUDIO en selecteer Sub-W2.

Druk op AUDIO tot Sub-W2 op het display ver-

schijnt.

# U kunt het instellingenmenu voor de subwoo-

De subwoofer-uitgang

fer ook selecteren door op het toestel op SW te

gebruiken

drukken.

Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uit-

# Als de subwoofer-uitgang is ingeschakeld,

gang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.

kunt u Sub-W2 selecteren.

1 Druk op AUDIO en selecteer Sub-W1.

2 Druk op c of d en selecteer de drem-

Druk op AUDIO tot Sub-W1 op het display ver-

pelfrequentie.

schijnt.

Telkens als u op c of d drukt, wordt de drem-

# U kunt het instellingenmenu voor de subwoo-

pelfrequentie als volgt geselecteerd:

fer ook selecteren door op het toestel op SW te

5080125 (Hz)

drukken.

Alleen frequenties beneden het geselecteerde

# Als de instelling voor de subwoofer-regeling

bereik zullen door de subwoofer worden weer-

PREOUT:FULL is, kunt u Sub-W1 niet selecteren.

gegeven.

112

Nl

Hoofdstuk

Audio-instellingen

09

3 Druk op a of b om het uitgangsniveau

1 Druk op AUDIO en selecteer non-fading

van de subwoofer in te stellen.

uitgangssignaal.

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

Druk op AUDIO tot NonFad 0 op het display

laagt u het uitgangsniveau van de subwoofer.

verschijnt.

Als u het niveau verhoogt of verlaagt, verschij-

nen waarden tussen +6 en 6 op het dis-

2 Druk op a of b om het niveau van het

play.

non-fading uitgangssignaal aan te passen.

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

laagt u het niveau van het non-fading uit-

gangssignaal. Als u het niveau verhoogt of

verlaagt, verschijnen waarden tussen +6 en 6

Het non-fading

op het display.

uitgangssignaal gebruiken

Als het non-fading uitgangssignaal is inge-

schakeld, wordt het audiosignaal niet door het

low-pass filter (voor de subwoofer) van dit toe-

Het high pass filter gebruiken

stel gestuurd, maar wordt het via de RCA-uit-

Als u wilt dat er geen lage tonen uit het fre-

gang uitgezonden.

quentiebereik van de subwoofer via de luid-

sprekers voorin of achterin worden

1 Druk op AUDIO en selecteer non-fading

weergegeven, kunt u het HPF (high pass filter)

uitgangssignaal aan/uit.

aanzetten. Alleen de frequenties boven het ge-

Druk op AUDIO tot NonFad ON op het display

selecteerde bereik worden dan weergegeven

verschijnt.

via de luidsprekers voorin of achterin.

# Alleen als de subwoofer-instelling op

PREOUT:FULL is gezet, kunt u overschakelen

1 Druk op AUDIO en selecteer HPF.

naar de instelling non-fading uitgangssignaal

Druk op AUDIO tot HPF op het display ver-

aan/uit. (Raadpleeg bladzijde 117.)

schijnt.

2 Druk op a om het non-fading uitgangs-

2 Druk op a om het high pass filter in te

signaal in te schakelen.

schakelen.

NonFad ON zal op het display verschijnen.

HPF 80 Hz zal op het display verschijnen. Het

Het non-fading uitgangssignaal is nu inge-

high pass filter staat nu aan.

schakeld.

Nederlands

# Druk op b om het high pass filter uit te scha-

# Als u het non-fading uitgangssignaal uit wilt

kelen.

zetten, drukt u op b.

3 Druk op c of d en selecteer de drem-

pelfrequentie.

Het niveau van het non-fading

Telkens als u op c of d drukt, wordt de drem-

uitgangssignaal aanpassen

pelfrequentie als volgt geselecteerd:

Als het non-fading uitgangssignaal is inge-

5080125 (Hz)

schakeld, kunt u het niveau ervan aanpassen.

Alleen de frequenties boven het geselecteerde

bereik worden dan weergegeven via de luid-

sprekers voorin of achterin.

113

Nl

Hoofdstuk

09

Audio-instellingen

Het niveau van de

Automatische

signaalbronnen aanpassen

volumeaanpassing gebruiken

Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het

Tijdens het rijden verandert het geluid in de

volumeniveau van de diverse signaalbronnen

auto door de rijsnelheid en de toestand van de

apart instellen, dit om te voorkomen dat het

weg. De automatische volumeaanpassing

volume plotseling zou veranderen wanneer u

(ASL) reageert op deze variërende geluiden en

naar een andere signaalbron overschakelt.

verhoogt automatisch het volume als het ge-

! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-

luid toeneemt. De gevoeligheid (variatie in vol-

umeniveau van de FM-tuner, dat u niet kunt

ume ten opzichte van het geluidsniveau) van

wijzigen.

de ASL-functie kan op vijf verschillende ni-

veaus worden ingesteld.

1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-

tuner met dat van de signaalbron die u

1 Druk op AUDIO en selecteer ASL.

wilt aanpassen.

Druk op AUDIO tot ASL op het display ver-

schijnt.

2 Druk op AUDIO en selecteer SLA.

Druk op AUDIO tot SLA op het display ver-

2 Druk op a om de ASL-functie in te scha-

schijnt.

kelen.

ASL MID zal op het display verschijnen.

3 Druk op a of b om het volume van de

# Als u de ASL-functie wilt uitschakelen, drukt u

signaalbron aan te passen.

op b.

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

laagt u het volumeniveau van de signaalbron.

3 Druk op c of d om het gewenste ASL-

SLA +4 SLA 4 verschijnt op het display ter-

niveau te selecteren.

wijl u het volume van de signaalbron verhoogt

Telkens als u op c of d drukt, wordt het ASL-

of verlaagt.

niveau als volgt geselecteerd:

LOW (laag)MID-L (midden-laag)MID

(midden)MID-H (midden-hoog)HIGH

Opmerkingen

(hoog)

! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner kan

wel met SLA worden aangepast.

! De ingebouwde CD-speler en de multi-CD-

speler zullen automatisch op hetzelfde vol-

umeniveau worden ingesteld.

! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-

matisch op hetzelfde volumeniveau worden in-

gesteld.

114

Nl

De begininstellingen

aanpassen

1

Hoofdstuk

Begininstellingen

10

De klok instellen

Gebruik onderstaande instructies om de klok

in te stellen.

1 Druk op FUNCTION om de klok weer te

geven.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot de klok

op het display verschijnt.

2 Druk op c of d om het onderdeel van

de klok te selecteren dat u wilt instellen.

Met de begininstellingen kunt u verschillende

Door op c of d te drukken, kunt u het gewen-

systeeminstellingen aanpassen voor een opti-

ste onderdeel van de klok selecteren:

male weergave.

UurMinuut

Bij het selecteren van de onderdelen van het

1 Functiedisplay

klok, gaat het geselecteerde onderdeel knippe-

Hierop is de status van de ingestelde functie

ren.

af te lezen.

1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel

uit gaat.

2 Houd FUNCTION ingedrukt tot de klok

op het display verschijnt.

3 Druk op a of b om de klok in te stellen.

Als u op a drukt, verhoogt u het geselecteerde

3 Druk op FUNCTION en selecteer een

uur of de geselecteerde minuut. Als u op b

van de begininstellingen.

drukt, verlaagt u het geselecteerde uur of de

Druk meerdere keren op FUNCTION om te

geselecteerde minuut.

schakelen tussen de volgende instellingen:

KlokFM Step (FM-afstemstap)Auto PI

(automatische PI-zoekfunctie)Warning

(waarschuwingstoon)AUX (externe aanslui-

De FM-afstemstap instellen

ting)Dimmer (dimmer) Brightness (hel-

Nederlands

derheid)ILLUMI (verlichtingskleur)

Normaal gesproken wordt er een FM-afstem-

REAR SP (achteruitgang en subwoofer-rege-

stap van 50 kHz gebruikt bij automatisch af-

ling)Telephone (geluid tijdelijk uitschake-

stemmen. Als u de functie AF of TA heeft

len/dempen)Ever Scroll (Ever Scroll)

ingeschakeld, wordt de afstemstap automa-

Gebruik onderstaande instructies om de ver-

tisch 100 kHz. Het kan soms beter zijn de af-

schillende instellingen aan te passen.

stemstap op 50 kHz in te stellen als AF is

# Druk op BAND om de begininstellingen te an-

ingeschakeld.

nuleren.

# U kunt de begininstellingen ook annuleren

1 Druk op FUNCTION en selecteer

door FUNCTION ingedrukt te houden tot het ap-

FM Step.

paraat uit gaat.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot FM Step

op het display verschijnt.

115

Nl

Hoofdstuk

10

Begininstellingen

2 Druk op c of d en selecteert de FM-af-

1 Druk op FUNCTION en selecteer

stemstap.

Warning.

Als u op c of d drukt, wijzigt u de FM-afstem-

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot Warning

stap tussen 50 kHz en 100 kHz als AF of TA

op het display verschijnt.

aan staat. De geselecteerde FM-afstemstap

verschijnt op het display.

2 Druk op a of b om Warning in of uit te

schakelen.

Door op a of b te drukken, zet u Warning

Opmerking

aan of uit. De huidige status wordt op het dis-

Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap op

play weergegeven (bijv. Warning : ON).

50 kHz staan.

De externe aansluiting in-

De automatische PI-

of uitschakelen

zoekfunctie in- of uitschakelen

U kunt met dit toestel externe apparaten ge-

Het toestel kan automatisch zoeken naar een

bruiken. Als er externe apparaten op dit toestel

andere zender met eenzelfde soort program-

zijn aangesloten, moet u de externe aanslui-

ma, ook bij het oproepen van voorkeuzezen-

ting activeren.

ders.

1 Druk op FUNCTION en selecteer AUX.

1 Druk op FUNCTION en selecteer

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot AUX op

Auto PI.

het display verschijnt.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot Auto PI

op het display verschijnt.

2 Druk op a of b om AUX in of uit te

schakelen.

2 Druk op a of b om Auto PI in of uit te

Door op a of b te drukken, zet u AUX aan of

schakelen.

uit. De huidige status wordt op het display

Door op a of b te drukken, zet u Auto PI aan

weergegeven (bijv. AUX : ON).

of uit. De huidige status wordt op het display

weergegeven (bijv. Auto PI : ON).

De dimmer in- of uitschakelen

Om te voorkomen dat het display s avonds te

De waarschuwingstoon in-

licht wordt, wordt het display automatisch ge-

of uitschakelen

dimd als u de koplampen van de auto aan zet.

Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden

U kunt de dimmer aan- of uitzetten.

na het uitschakelen van het contact van het

hoofdtoestel wordt verwijderd, zal er een waar-

1 Druk op FUNCTION en selecteer

schuwingstoon klinken. U kunt deze waar-

Dimmer.

schuwingstoon uitschakelen.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot Dimmer

op het display verschijnt.

116

Nl

Hoofdstuk

Begininstellingen

10

2 Druk op a of b om Dimmer in of uit te

De achteruitgang en de

schakelen.

subwoofer instellen

Door op a of b te drukken, zet u Dimmer aan

of uit. De huidige status wordt op het display

U kunt de achteruitgang van dit toestel (aan-

weergegeven (bijv. Dimmer : ON).

sluiting voor de luidspreker achterin en de

RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid-

spreker met volledig bereik (REAR SP :FULL)of

een subwoofer (REAR SP :S/W) aan te sluiten.

Als u de achteruitgang op REAR SP :S/W zet,

De helderheid aanpassen

kunt u de luidspreker achterin rechtstreeks op

U kunt de helderheid van het display aanpas-

een subwoofer aansluiten, zonder dat u een

sen. Standaard is de helderheid op 12 inge-

externe versterker gebruikt.

steld.

Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan-

sluiten van een luidspreker achterin met volle-

1 Druk op FUNCTION en selecteer

dig bereik (REAR SP :FULL). Als u een

Brightness.

luidspreker met volledig bereik op de achter-

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot

uitgang heeft aangesloten (als REAR SP :FULL

Brightness op het display verschijnt.

is geselecteerd), kunt u een subwoofer op de

RCA-uitgang aansluiten. In dat geval kunt u

2 Druk op c of d om het helderheidsni-

selecteren of u de ingebouwde PREOUT:S/W

veau aan te passen.

van de subwoofer-regeling (low pass filter,

Telkens als u op c of d drukt, neemt de hel-

fase) of de externe PREOUT :FULL wilt gebrui-

derheid toe of af. Als u de helderheid verhoogt

ken.

of verlaagt, verschijnen waarden tussen 0 en

15 op het display.

1 Druk op FUNCTION en selecteer

REAR SP.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot REAR SP

op het display verschijnt.

De kleur van de verlichting

2 Druk op a of b om het uitgangssignaal

selecteren

van de achteruitgang in te stellen.

Dit toestel is uitgerust met twee verlichtings-

Als u op a of b drukt, kunt u kiezen uit

kleuren, groen en rood. U kunt de gewenste

REAR SP :FULL (luidspreker met volledig be-

Nederlands

verlichtingskleur selecteren.

reik) en REAR SP :S/W (subwoofer). Uw keuze

wordt vervolgens op het display weergegeven.

1 Druk op FUNCTION en selecteer ILLUMI.

# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot ILLUMI

aangesloten, selecteert u REAR SP :FULL.

op het display verschijnt.

# Als er een subwoofer op de achteruitgang is

aangesloten, selecteert u REAR SP :S/W.

2 Druk op c of d om de gewenste ver-

# Als u de achteruitgang op REAR SP :S/W

lichtingskleur te selecteren.

heeft gezet, kunt u de subwoofer-regeling niet

Door op c of d te drukken, zet u ILLUMI op

aanpassen.

rood of groen en de status wordt op het dis-

play weergegeven (bijv. ILLUMI :GRN).

117

Nl

Hoofdstuk

10

Begininstellingen

3 Druk op c of d om het uitgangssignaal

1 Druk op FUNCTION en selecteer

voor de subwoofer of het non-fading uit-

Telephone.

gangssignaal (RCA-uitgang met volledig

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot

bereik) te selecteren.

Telephone op het display verschijnt.

Als u op c of d drukt, kunt u kiezen uit

PREOUT:S/W en PREOUT:FULL. Uw keuze

2 Druk op c of d om het volume tijdelijk

wordt vervolgens op het display weergegeven.

uit te schakelen/te dempen voor de tele-

foon.

Als u op c of d drukt, kunt u kiezen uit

Opmerkingen

Telephone: ATT (dempen) of

! Zelfs als u deze instelling wijzigt, is er geen

Telephone: MUTE (tijdelijk uitschakelen). Uw

uitgangssignaal als u het non-fading uit-

keuze wordt vervolgens op het display

gangssignaal (zie Het non-fading uitgangssig-

weergegeven.

naal gebruiken op bladzijde 113) of het

uitgangssignaal van de subwoofer (zie De sub-

woofer-uitgang gebruiken op bladzijde 112) in

het audiomenu niet heeft ingeschakeld.

Ever Scroll inschakelen

! Als u de subwoofer-regeling aanpast, wordt

het uitgangssignaal van de subwoofer en van

Als Ever Scroll op ON is ingesteld, blijft de

het non-fading uitgangssignaal in het audio-

tekstinformatie van de CD continu door het

menu teruggezet naar de fabrieksinstellingen.

display schuiven. Zet Ever Scroll op OFF als u

! De uitgangsaansluiting voor de luidspreker

wilt dat de informatie maar één keer door het

achterin en de RCA-achteruitgang worden te-

display schuift.

gelijkertijd omgezet.

1 Druk op FUNCTION en selecteer

Ever Scroll.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot

Ever Scroll op het display verschijnt.

Tijdelijke uitschakeling/

demping van het geluid

2 Druk op a of b om Ever Scroll in of uit

activeren

te schakelen.

Door op a of b te drukken, zet u Ever Scroll

Het geluid van dit toestel wordt automatisch

aan of uit. De huidige status wordt op het dis-

uitgeschakeld of gedempt wanneer er een sig-

play weergegeven (bijv. Ever Scroll:ON).

naal van een apparaat met uitschakelings-

functie wordt ontvangen.

! Het geluid wordt tijdelijk uitgeschakeld of

gedempt en MUTE of ATT verschijnt op het

display. U kunt het geluid dan niet aanpas-

sen.

! Het volume keert terug naar het normale

niveau wanneer het uitschakelen of dem-

pen wordt geannuleerd.

118

Nl

Hoofdstuk

Overige functies

11

kens als u op b drukt, verschijnt er een letter

De AUX-signaalbron gebruiken

in de omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B

Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CD-

A.

RB20/CD-RB10 (apart verkrijgbaar) kunt u dit

toestel aansluiten op externe apparatuur met

een RCA-uitgang. Raadpleeg voor meer infor-

matie de gebruikershandleiding van de IP-

BUS-RCA-adapter.

4 Druk op d om de cursor naar de vol-

gende tekenpositie te verplaatsen.

AUX als signaalbron selecteren

Als de gewenste letter op het display ver-

% Druk op SOURCE en kies AUX als sig-

schijnt, drukt u op d om de cursor naar de vol-

naalbron.

gende positie te verplaatsen. Selecteer daarna

Druk op SOURCE tot AUX op het display ver-

de volgende letter. Druk op c om terug te

schijnt.

gaan in het display.

# Als de externe aansluiting niet is ingescha-

keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad-

5 Verplaats de cursor naar de laatste te-

pleeg De externe aansluiting in- of uitschakelen op

kenpositie door op d te drukken nadat u

bladzijde 116 voor meer informatie.

de titel heeft ingevoerd.

Als u nogmaals op d drukt, wordt de inge-

voerde titel in het geheugen opgeslagen.

De AUX-titel instellen

De naam die voor de AUX signaalbron op het

6 Druk op BAND om terug te keren naar

display verschijnt, kan worden gewijzigd.

het weergavedisplay.

1 Nadat u AUX als signaalbron heeft ge-

kozen, houdt u FUNCTION ingedrukt tot

TITLE op het display verschijnt.

De verschillende

entertainment-displays

2 Druk op toets 1 om de gewenste te-

kenset te kiezen.

gebruiken

Druk herhaaldelijk op toets 1 om te schakelen

U kunt verschillende entertainment-displays

Nederlands

tussen de volgende tekensets:

weergeven terwijl u naar de verschillende sig-

Alfabet (hoofdletters)Alfabet (kleine letters)

naalbronnen luistert.

Europese letters, zoals letters met accenten

(bijv. á, à, ä, ç)

% Druk op ENTERTAINMENT.

# U kunt cijfers en symbolen invoeren door op

Telkens als u ENTERTAINMENT indrukt, veran-

toets 2 te drukken.

dert het display als volgt:

Achtergrondweergave 1Achtergrondweer-

3 Druk op a of b en selecteer de gewen-

gave 2Achtergrondweergave 3Achter-

ste letter uit het alfabet.

grondweergave 4Niveau-indicator 1

Telkens als u op a drukt, verschijnt er een let-

Niveau-indicator 2Filmscherm 1Film-

ter in de volgorde A B C ... X Y Z, en cijfers en

scherm 2AmusementsklokDisplay met

symbolen in de volgorde 1 2 3 ... @ # <.Tel-

pictogram van signaalbron

119

Nl

Hoofdstuk

11

Overige functies

% Druk tijdens het afspelen van een CD

Inleiding DVD-bediening

op FUNCTION om de namen van de func-

U kunt dit toestel gebruiken met een apart ver-

ties op het display te laten verschijnen.

krijgbare DVD-speler of multi-DVD-speler.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-

kelen tussen de volgende functies:

ning de handleiding van de DVD-speler of de

Repeat (herhaalde weergave)Random (wil-

multi-DVD-speler. In dit deel vindt u informatie

lekeurige weergave)Scan (scanweergave)

over de bediening van de DVD-speler met dit

ITS Play (ITS-weergave)Pause (pauze)

toestel voorzover die afwijkt van de informatie

in de handleiding van de DVD-speler of de

Opmerkingen

multi-DVD-speler.

! Als u dit toestel gebruikt met een multi-DVD-

speler, kunt u overschakelen naar ITS Play.

Bediening

! De functie Herhaalde weergave kan per discty-

pe verschillen.

U kunt de volgende functie gebruiken met dit

Druk tijdens het afspelen van de DVD op c

toestel. (De bediening wordt in deze handlei-

of d en selecteer het gewenste bereik voor

ding omschreven.)

herhaalde weergave.

! De ITS-speellijst en functies voor disctitels

Druk tijdens het afspelen van een Video

gebruiken (Raadpleeg deze bladzijde.)

CD of een CD op c of d om de herhaalde

weergave in of uit te schakelen.

Ook wijkt de bediening van de volgende func-

tie af bij dit toestel. (De bediening wordt in

deze handleiding omschreven.)

! Het functiemenu in- of uitschakelen (Raad-

De ITS-speellijst en functies

pleeg deze bladzijde.)

voor disctitels gebruiken

U kunt deze functies tijdens het afspelen van

een CD gebruiken als er een multi-DVD-speler

Het functiemenu in- of

met dit toestel wordt gebruikt. De bediening is

uitschakelen

identiek aan de bediening van een multi-CD-

speler. Raadpleeg de informatie over de multi-

% Druk tijdens het afspelen van een DVD

CD-speler.

op FUNCTION om de namen van de func-

ties op het display te laten verschijnen.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

kelen tussen de volgende functies:

Repeat (herhaalde weergave)Pause (pauze)

% Druk tijdens het afspelen van een

Video-CD op FUNCTION om de namen van

de functies op het display te laten verschij-

nen.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

kelen tussen de volgende functies:

Repeat (herhaalde weergave)Pause (pauze)

120

Nl