Pioneer gm-a5602: De toestellen aanslui ten

De toestellen aanslui ten: Pioneer gm-a5602

Hoofdstuk

De toestellen aanslui ten

03

8 Kabel van systeemafstandsbediening (apart

Aansluitschema

verkrijgbaar)

Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze

kabel met het aansluitpunt voor de systeemaf-

standsbediening van de autoradio. Het vrou-

welijke aansluitpunt kan worden verbonden

met de bedieningsaansluiting van de automa-

tische antenne. Indien de autoradio niet is

voorzien van een aansluiting voor de systeem-

afstandsbediening, verbindt u het mannelijke

aansluitpunt via de contactschakelaar met de

voedingsaansluiting.

9 Luidsprekeraansluitingen

Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer

informatie over het aansluiten van de luidspre-

kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-

ringangskabel op bladzijde 67.

a Zekering 30 A × 2 (GM-A5602) / 25 A × 1 (GM-

A3602)

b Zekering (30 A) × 2

c Doorvoerring

d Achterzijde

e Voorzijde

1 Speciale rode accukabel

RD-223 (apart verkrijgbaar)

Pas nadat u alle andere aansluitingen op de

Vóór u de versterker aansluit

versterker hebt voltooid, verbindt u het accu-

aansluitpunt op de versterker met de positieve

WAARSCHUWING

+ accupool.

! Gebruik kabelklemmen of plakband om de be-

2 Aardkabel (zwart)

kabeling veilig aan te brengen. Wikkel kabels

RD-223 (apart verkrijgbaar)

die tegen metalen onderdelen liggen ter be-

Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de

scherming in met tape.

carrosserie of het chassis.

! Snijd in geen geval de isolatie van de voe-

3 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijg-

dingskabel open om andere apparatuur van

Nederlands

baar)

stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van

4 Externe uitgang

de voedingskabel is beperkt.

5 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-

krijgbaar)

LET OP

6 Aansluiting luidsprekeringang (gebruik de

! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor

meegeleverde connector)

storing kan optreden in het beveiligingscir-

Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer

cuit.

informatie over het aansluiten van de luidspre-

! Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit

kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-

rechtstreeks met de aarding.

ringangskabel op bladzijde 67.

! Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels

7 RCA-ingang

nooit samen.

65

Nl

Hoofdstuk

03

De toestellen aanslui ten

! Als de systeemafstandsbedieningskabel van

! Voor meer inlichtingen kunt u contact opne-

de versterker met de voeding is verbonden via

men met uw erkende Pioneer-leverancier of

de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft

-klantendienst.

de versterker ingeschakeld zolang het contact

aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of

uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden

Luidsprekerspecificaties

uitgeput wanneer de motor uit staat of statio-

De gebruikte luidsprekers moeten aan de vol-

nair draait.

gende vereisten voldoen, anders bestaat er

! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo

een risico op rookontwikkeling, brand of an-

ver mogelijk van de luidsprekerkabels.

dere schade. De luidsprekerimpedantie be-

Installeer de apart verkrijgbare accukabel,

draagt 2 W tot 8 W voor een stereoaansluiting,

aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker

of 4 W tot 8 W voor mono of een andere brug-

zelf zo ver mogelijk van de antenne, de anten-

schakeling.

nekabel en de tuner.

Subwoofer

Luidsprekerkanaal Vermogen

Informatie over de

Nominale ingang:

brugschakeling

2-kanaalsuitgang

Min. 150 W (GM-A5602)

Min. 60 W (GM-A3602)

Nominale ingang:

1-kanaalsuitgang

Min. 450 W (GM-A5602)

Min. 180 W (GM-A3602)

Andere dan de subwoofer

Luidsprekerkanaal Vermogen

Maximale ingang:

2-kanaalsuitgang

Min. 300 W (GM-A5602)

Min. 120 W (GM-A3602)

! Installeer en gebruik de versterker niet door

Maximale ingang:

luidsprekers met een nominale waarde van

1-kanaalsuitgang

Min. 900 W (GM-A5602)

4 W (of lager) parallel aan te sluiten om een

Min. 400 W (GM-A3602)

brugmodus van 2 W (of lager) te realiseren

(Diagram B).

Een onjuiste brugschakeling kan brand, rook

en oververhitting veroorzaken. Ook kan de bui-

De luidsprekers aansluiten

tenkant van de versterker heet worden en bij

aanraking lichte brandwonden veroorzaken.

De luidsprekeruitgang kan 2-kanaals (stereo)

Om een brugmodus correct te installeren of te

of 1-kanaals (mono) zijn. Sluit de luidspreker-

gebruiken en een belasting van 4 W te realise-

draden aan volgens het aantal gebruikte kana-

ren, moet u twee 8 W luidsprekers parallel ver-

len en de afbeeldingen hieronder.

binden met links + en rechts * (Diagram A),

of een enkele 4 W luidspreker gebruiken.

Lees ook de handleiding van de luidspreker

voor informatie over de correcte aansluitwijze.

66

Nl

Hoofdstuk

De toestellen aanslui ten

03

2-kanaalsuitgang (stereo)

1 Autoradio

2 Luidsprekeruitgang

3 Wit/zwart: links *

4 Wit: links +

5 Grijs/zwart: rechts *

6 Grijs: rechts +

7 Luidsprekeraansluiting

Aan te sluiten op de luidsprekeringangen van

dit toestel.

1

Opmerking

2

Als het hoofdtoestel via luidsprekerdraad op de

versterker is aangesloten, wordt de versterker au-

1 Luidspreker (links)

tomatisch in- en uitgeschakeld wanneer het

2 Luidspreker (rechts)

hoofdtoestel wordt aan- en uitgezet. Deze functie

werkt niet in combinatie met sommige hoofdtoe-

1-kanaals output

stellen. Gebruik in dat geval een systeemafstands-

bedieningskabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Als

meerdere versterkers synchroon worden aange-

sloten, verbindt u het hoofdtoestel en alle verster-

kers via de systeemafstandsbedieningskabel.

De voedingsaansluiting

verbinden

1

Aanbevolen wordt gebruik te maken van de

speciale rode accu- en aardkabels RD-223 (af-

1 Luidspreker (mono)

zonderlijk verkrijgbaar). Sluit de accukabel

rechtstreeks aan op de positieve + pool van

de accu van het voertuig, en de aardkabel op

de carrosserie.

Aansluiting via de luidspre-

keringangskabel

WAARSCHUWING

Verbind met het bijgeleverde luidsprekerdraad

Nederlands

Indien de accukabel niet goed (met de aansluit-

de luidsprekeruitgang van de autoradio met

schroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risi-

de versterker.

co op oververhitting, storingen en lichamelijk

! Verbind de RCA-ingang en de luidspreke-

letsel zoals lichte brandwonden.

ringang niet beide tegelijk.

1 Trek de accukabel vanuit het motor-

compartiment door naar het voertuiginte-

rieur.

! Als u een doorvoeropening voor de kabel

boort in de carrosserie, let dan op dat de

kabel niet beschadigd kan raken door de

snijranden en geen kortsluiting kan maken.

67

Nl

Hoofdstuk

03

De toestellen aanslui ten

Pas nadat u alle andere aansluitingen op de

4 Sluit de kabels aan.

versterker hebt voltooid, verbindt u het accu-

Schroef de kabels stevig vast.

aansluitpunt op de versterker met de positieve

+ accupool.

1 Positieve + pool

2 Motorcompartiment

3 Voertuiginterieur

4 Zekering (30 A) × 2

5 Plaats de rubberen doorvoerring in de car-

1 Aansluiting systeemafstandsbediening

rosserie van het voertuig.

2 Aardaansluiting

6 Boor een opening van 14 mm in de carros-

3 Voedingsaansluiting

serie.

4 Aansluitschroeven

2 Vervlecht de accukabel, de aardkabel

5 Accukabel

en de kabel van de systeemafstandsbedie-

6 Aardkabel

ning.

7 Kabel systeemafstandsbediening

Vervlechten

De luidsprekeraansluitingen

1 Strip met een draadkniptang of ge-

schikt mes het uiteinde van de luidspreker-

3 Bevestig verbindingslippen aan de ka-

kabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en

beluiteinden.

vervlecht het uiteinde.

Gebruik een tang om de lippen stevig op de ka-

Vervlechten

bels vast te zetten.

2 Bevestig verbindingslippen aan de ka-

beluiteinden.

1 Verbindingslip (los verkrijgbaar)

Gebruik een tang om de lippen stevig op de ka-

2 Accukabel

bels vast te zetten.

3 Aardkabel

68

Nl

Hoofdstuk

De toestellen aanslui ten

03

1 Verbindingslip (los verkrijgbaar)

2 Luidsprekerkabel

3 Sluit de luidsprekerkabels op de luid-

sprekeruitgangen aan.

Schroef de luidsprekerkabels stevig vast.

1 Aansluitschroeven

2 Luidsprekerkabel

3 Luidsprekeraansluitingen

Nederlands

69

Nl