Pioneer DEH-30MP – страница 4

Инструкция к Автомагнитоле Pioneer DEH-30MP

Hoofdstuk

RDS

05

Specifiek Programmatype

PTY-nooduitzendingen

PHONE IN Inbelprogrammas

ontvangen

TOURING Reisprogrammas; niet voor verkeers-

berichten

PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het

LEISURE Hobbys en recreatie

aankondigen van noodsituaties, zoals natuur-

DOCUMENT Documentaires

rampen. Als de tuner de radioalarmcode ont-

vangt, verschijnt ALARM op het display en

wordt het volume op het TA-volume ingesteld.

Als het noodbericht is afgelopen, keert het toe-

stel terug naar de vorige signaalbron.

! U kunt een noodbericht annuleren door op

TA te drukken.

! U kunt een noodbericht ook annuleren

door op SOURCE, BAND, a, b, c of d te

drukken.

PTY-lijst

Specifiek Programmatype

NEWS Nieuws

AFFAIRS Actualiteiten

INFO Algemene informatie en adviezen

SPORT Sport

WEATHER Weerberichten/meteorologische infor-

matie

FINANCE Beursberichten, handel, zakelijk

nieuws enz.

POP MUS Populaire muziek

ROCK MUS Eigentijdse moderne muziek

EASY MUS Easy listening-muziek

OTH MUS Overige muziek

JAZZ Jazz

COUNTRY Countrymuziek

Nederlands

NAT MUS Nationale muziek

OLDIES Gouwe Ouwe

FOLK MUS Folkmuziek

L. CLASS Lichte klassieke muziek

CLASSIC Klassieke muziek

EDUCATE Educatieve programmas

DRAMA Hoorspelen en series

CULTURE Nationale of regionale cultuur

SCIENCE Natuur, wetenschap en techniek

VARIED Licht amusement

CHILDREN Kinderprogrammas

SOCIAL Praatprogrammas

RELIGION Religieuze aangelegenheden of dien-

sten

61

Nl

Een CD afspelen

21

Hoofdstuk

06

Ingebouwde CD-speler

4 Druk op c of d om naar het vorige of

volgende fragment te gaan.

Als u op d drukt, gaat u naar het begin van

het volgende fragment. Als u één keer op c

drukt, gaat u naar het begin van het huidige

fragment. Als u nogmaals op deze toets drukt,

gaat u naar het vorige fragment.

Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van

Opmerkingen

een CD met de ingebouwde CD-speler. Vanaf

! De ingebouwde CD-speler kan een standaard-

de volgende bladzijde wordt de meer geavan-

CD van 12 cm of 8 cm afspelen. Gebruik geen

ceerde bediening voor het afspelen van CDs

adapter als u CDs van 8 cm afspeelt.

uitgelegd.

! Plaats geen ander object dan een CD in de

CD-laadsleuf.

1 Weergavetijd-indicator

! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of

Deze geeft de verstreken speeltijd van het

als de disc niet begint te spelen nadat deze in

spelende fragment aan.

de speler is geplaatst, controleer dan of het

label van de disc aan de bovenkant zit. Druk

2 Nummerindicator fragment

op EJECT om de disc uit te werpen en contro-

Deze geeft aan welk fragment er op het mo-

leer de disc op beschadigingen voordat u de

ment wordt afgespeeld.

disc opnieuw plaatst.

! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt

1 Plaats een CD in de CD-laadsleuf.

weergegeven, raadpleegt u Uitleg van foutmel-

Het afspelen zal automatisch beginnen.

dingen voor de ingebouwde CD-speler op blad-

# Nadat u de CD in het toestel heeft geplaatst,

zijde 81.

drukt u op SOURCE om de ingebouwde CD-speler

! Als er een CD TEXT-disc in het toestel wordt

als signaalbron te kiezen.

gestoken, beginnen de titels van de disc en de

# U kunt de CD uitwerpen door op EJECT te

fragmenten automatisch naar links te

drukken.

schuiven.

2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte

te regelen.

Draai aan deze knop om het volume te verho-

gen of te verlagen.

3 Houd c of d ingedrukt om vooruit of

achteruit te spoelen.

# Als u ROUGH selecteert, kunt u door c of d

ingedrukt te houden elk 10e fragment op de hui-

dige disc zoeken. (Zie Een zoekmethode selecteren

op bladzijde 64.)

62

Nl

Inleiding tot de

geavanceerde bediening van

de ingebouwde CD-speler

21

Hoofdstuk

Ingebouwde CD-speler

06

1 Druk op FUNCTION en selecteer RPT.

Druk op FUNCTION tot RPT op het display ver-

schijnt.

2 Druk op c of d en selecteer het gewen-

ste herhaalbereik.

U gaat dan naar de geselecteerde instelling.

! RPT:DSC De spelende disc wordt her-

haald

! RPT:TRK Alleen het spelende fragment

wordt herhaald

1 RPT-indicator

Deze geeft aan of de herhaalde weergave is

Opmerking

ingeschakeld.

Als u tijdens RPT:TRK een fragment zoekt of voor-

uit- of achteruitspoelt, wordt het bereik voor her-

2 Functiedisplay

haalde weergave gewijzigd in RPT:DSC.

Hierop is de status van de ingestelde functie

af te lezen.

% Druk op FUNCTION om de namen van

de functies op het display weer te geven.

Fragmenten in willekeurige

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

volgorde afspelen

kelen tussen de volgende functies:

Met de functie willekeurige weergave kunt u

RPT (herhaalde weergave)RDM (willekeu-

de fragmenten op de CD in willekeurige volg-

rige weergave)SCAN (scanweergave)

orde laten afspelen.

PAUSE (pauze)COMP (compressie en

BMX)FF/REV (zoekmethode)

1 Druk op FUNCTION en selecteer RDM.

# Druk op BAND om terug te keren naar het

Druk op FUNCTION tot RDM op het display

weergavedisplay.

verschijnt.

Opmerking

2 Druk op a om de willekeurige weer-

Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een

gave in te schakelen.

Nederlands

functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-

RDM :ON zal op het display verschijnen. De

ruggekeerd naar het weergavedisplay.

fragmenten worden in willekeurige volgorde

afgespeeld.

3 Druk op b om de willekeurige weer-

gave uit te schakelen.

Herhaalde weergave

RDM :OFF zal op het display verschijnen. De

Met herhaald afspelen kunt u hetzelfde frag-

fragmenten worden in de normale volgorde af-

ment of dezelfde disc laten herhalen.

gespeeld.

63

Nl

Hoofdstuk

06

Ingebouwde CD-speler

2 Druk op a om de pauzefunctie in te

Fragmenten op een CD

schakelen.

scannen

PAUSE:ON zal op het display verschijnen. Het

Met de functie scanweergave hoort u de eerste

afspelen van het huidige fragment wordt on-

10 seconden van elk fragment op de CD.

derbroken.

1 Druk op FUNCTION en selecteer SCAN.

3 Druk op b om de pauzefunctie uit te

Druk op FUNCTION tot SCAN op het display

schakelen.

verschijnt.

PAUSE:OFF zal op het display verschijnen. De

CD speelt verder vanaf het punt waarop u de

2 Druk op a om de scanweergave in te

pauzefunctie had geactiveerd.

schakelen.

SCAN :ON zal op het display verschijnen. De

eerste 10 seconden van elk fragment worden

afgespeeld.

Compressie en BMX gebruiken

Met de functies COMP (compressie) en BMX

3 Als u het gewenste fragment heeft ge-

kunt u de geluidskwaliteit van de speler aan-

vonden, drukt u op b om de scanweergave

passen. Beide functies worden in twee stap-

uit te schakelen.

pen ingesteld. De COMP-functie zorgt voor

SCAN :OFF zal op het display verschijnen. Het

een betere balans tussen de hardere en zach-

fragment wordt in zijn geheel afgespeeld.

tere geluiden bij hoge volumes. BMX regelt de

# Als het display automatisch naar het weerga-

geluidsweerkaatsingen zodat het geluid voller

vedisplay is teruggekeerd, moet u SCAN opnieuw

klinkt. Probeer de effecten uit terwijl u luistert,

selecteren door op FUNCTION te drukken.

en gebruik het effect dat het fragment of de

CD waarnaar u luistert het beste weergeeft.

Opmerking

Wanneer het scannen van de CD is voltooid, be-

1 Druk op FUNCTION en selecteer COMP.

gint de normale weergave van de fragmenten op-

Druk op FUNCTION tot COMP op het display

nieuw.

verschijnt.

2 Druk op a of b en selecteer de gewen-

ste instelling.

Druk herhaaldelijk op a of b om te schakelen

Het afspelen van een CD

tussen de volgende instellingen:

onderbreken

COMP OFFCOMP 1COMP 2

Met de pauzefunctie kunt u het afspelen van

COMP OFFBMX 1BMX 2

de CD tijdelijk onderbreken.

1 Druk op FUNCTION en selecteer PAUSE.

Druk op FUNCTION tot PAUSE op het display

Een zoekmethode selecteren

verschijnt.

U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen voor-

uit- en achteruitspoelen en elk 10e fragment

zoeken.

64

Nl

Hoofdstuk

Ingebouwde CD-speler

06

1 Druk op FUNCTION en selecteer FF/REV.

CD TEXT-functies gebruiken

Druk op FUNCTION tot FF/REV op het display

Bij sommige discs is er tijdens de fabricage

verschijnt.

bepaalde informatie op de disc vastgelegd.

# Als u eerder de zoekmethode ROUGH had in-

Deze discs kunnen informatie bevatten zoals

gesteld, zal ROUGH op het display verschijnen.

de CD-titel, fragmenttitels, de naam van de ar-

tiest en de afspeeltijd. Zulke discs worden CD

2 Druk op c of d om de gewenste zoek-

TEXT-discs genoemd. Alleen deze speciaal ge-

methode te selecteren.

codeerde CD-TEXT-discs ondersteunen de on-

Druk op c of d tot de gewenste zoekmethode

derstaande functies.

op het display verschijnt.

! FF/REV Vooruit- en achteruitspoelen

! ROUGH Elk 10e fragment zoeken

Tekstinformatie op een CD-

TEXT-disc weergeven

% Druk op DISPLAY.

Elk 10e fragment op de

Druk meerdere keren op DISPLAY om te scha-

kelen tussen de volgende instellingen:

huidige disc zoeken

WeergavetijdDISC TTL (disctitel)DISC ART

Als een disc meer dan 10 fragmenten bevat,

(naam artiest disc)TRK TTL (fragmenttitel)

kunt u op elk 10e fragment zoeken. Als een

TRK ART (naam artiest fragment)

disc veel fragmenten bevat, kunt u zo sneller

# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-

het fragment zoeken dat u wilt afspelen.

disc zijn vastgelegd, zal NO XXXX op het display

verschijnen (bijv. NO T-TTL).

1 Selecteer de zoekmethode ROUGH.

Raadpleeg Een zoekmethode selecteren op de

vorige bladzijde.

Tekstinformatie over het

display laten schuiven

2 Houd c of d ingedrukt om elk 10e frag-

ment op een disc te zoeken.

Dit toestel kan alleen de eerste 8 letters van

# Als een disc minder dan 10 fragmenten bevat,

DISC TTL, DISC ART, TRK TTL en TRK ART

wordt het laatste fragment van de disc afgespeeld

weergeven. Als de vastgelegde informatie lan-

als u d ingedrukt houdt. Als er minder dan 10

ger is dan 8 letters, kunt u de tekst naar links

fragmenten overblijven nadat u elk 10e fragment

schuiven zodat u de rest van de titel kunt zien.

Nederlands

heeft doorzocht, wordt het laatste fragment van

de disc afgespeeld als u d ingedrukt houdt.

% Houd DISPLAY ingedrukt tot de titel

# Als een disc minder dan 10 fragmenten bevat,

naar links begint te schuiven.

wordt het eerste fragment van de disc afgespeeld

De rest van de titel zal op het display ver-

als u c ingedrukt houdt. Als er minder dan 10

schijnen.

fragmenten overblijven nadat u elk 10e fragment

heeft doorzocht, wordt het eerste fragment van

de disc afgespeeld als u c ingedrukt houdt.

65

Nl

MP3/WMA/WAV afspelen

1 32

Hoofdstuk

07

MP3/WMA/WAV-speler

3 Druk op a of b en selecteer een map.

# U kunt geen map selecteren waarin geen

MP3/WMA/WAV-bestand is opgeslagen.

# Houd BAND ingedrukt om terug te keren naar

map 01 (ROOT). Als de map 01 (ROOT) geen be-

standen bevat, begint het afspelen bij map 02.

4 Houd c of d ingedrukt om vooruit of

achteruit te spoelen.

Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van

# Als u ROUGH selecteert, kunt u door c of d

een MP3/WMA/WAV met uw ingebouwde CD-

ingedrukt te houden elk 10e fragment in de huidi-

speler. Vanaf de volgende bladzijde wordt de

ge map zoeken. (Raadpleeg Een zoekmethode se-

meer geavanceerde bediening van de MP3/

lecteren op bladzijde 69.)

WMA/WAV-speler uitgelegd.

5 Druk op c of d om naar het vorige of

1 Mapnummerindicator

volgende fragment te gaan.

Deze geeft aan welk mapnummer op het

Als u op d drukt, gaat u naar het begin van

moment wordt afgespeeld.

het volgende fragment. Als u één keer op c

drukt, gaat u naar het begin van het huidige

2 Weergavetijd-indicator

fragment. Als u nogmaals op deze toets drukt,

Deze geeft de verstreken tijd van het spe-

gaat u naar het vorige fragment.

lende fragment (bestand) aan.

3 Nummerindicator fragment

Opmerkingen

Deze geeft aan welk fragment (bestand) er

! Als u discs met MP3/WMA/WAV-bestanden

op het moment wordt afgespeeld.

en audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA

! Als fragmentnummer 100 tot 199 is gese-

en MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunt u beide

lecteerd, gaat d links van de fragment-

bestandstypen alleen afspelen door tussen

nummerindicator branden.

MP3/WMA/WAV en CD-DA te schakelen door

! Als fragmentnummer 200 of meer is ge-

op BAND te drukken.

selecteerd, gaat d links van de fragment-

! Als u heeft overgeschakeld tussen het afspe-

nummerindicator knipperen.

len van MP3/WMA/WAV-bestanden en audio-

gegevens (CD-DA), begint het afspelen bij het

1 Doe een CD-ROM in de CD-laadsleuf.

eerste fragment op de disc.

Het afspelen zal automatisch beginnen.

! De ingebouwde CD-speler kan een MP3/

# Nadat u de CD-ROM in het toestel heeft ge-

WMA/WAV-bestand op een CD-ROM afspelen.

daan, moet u op SOURCE drukken om de inge-

(Raadpleeg bladzijde 82 voor bestanden die

bouwde CD-speler te kiezen.

kunnen worden afgespeeld.)

# U kunt de CD-ROM laten uitwerpen door op

! Plaats geen ander object dan een CD in de

de EJECT-toets te drukken.

CD-laadsleuf.

! Er is soms enige vertraging tussen het starten

2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte

van de CD en de weergave van het geluid. Tij-

te regelen.

dens het inlezen wordt FRMTREAD op het dis-

Draai aan deze knop om het volume te verho-

play weergegeven.

gen of te verlagen.

66

Nl

! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of

Inleiding geavanceerde

als de disc niet begint te spelen nadat deze in

bediening van de ingebouwde

de speler is geplaatst, controleer dan of het

label van de disc aan de bovenkant zit. Druk

CD-speler (MP3/WMA/WAV)

op EJECT om de disc uit te werpen en contro-

leer de disc op beschadigingen voordat u de

disc opnieuw plaatst.

! Het afspelen verloopt in de volgorde van de

bestandsnummers. Als mappen geen bestan-

den bevatten, worden ze overgeslagen. (Als de

map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint

het afspelen bij map 02.)

! Als u bestanden afspeelt die als VBR-bestan-

den (variabele bitsnelheid) zijn opgenomen,

wordt de weergavetijd niet juist weergegeven

als u vooruit- of achteruitspoelen gebruikt.

! Als de disc in het toestel geen bestanden

bevat die kunnen worden afgespeeld, wordt

NO AUDIO weergegeven.

! Als de disc in het toestel WMA-bestanden

bevat die met DRM (digital rights manage-

ment, digitaal rechtenbeheer) zijn beveiligd,

wordt SKIPPED weergegeven terwijl het bevei-

ligde bestand wordt overgeslagen.

! Als alle bestanden op een disc met DRM zijn

beveiligd, wordt PROTECT weergegeven.

! Bij vooruit- of achteruitspoelen hoort u geen

geluid.

! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt

weergegeven, raadpleegt u Uitleg van foutmel-

dingen voor de ingebouwde CD-speler op blad-

zijde 81.

! Als er een MP3/WMA/WAV-CD in het toestel

wordt gestoken, schuiven de mapnaam en be-

standsnaam automatisch naar links.

21

Hoofdstuk

MP3/WMA/WAV-speler

07

1 RPT-indicator

Deze laat zien dat het weergavebereik is in-

gesteld op het huidige fragment (bestand).

2 Functiedisplay

Hierop is de status van de ingestelde functie

af te lezen.

% Druk op FUNCTION om de namen van

de functies op het display weer te geven.

Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te scha-

kelen tussen de volgende functies:

RPT (herhaalde weergave)RDM (willekeu-

rige weergave)SCAN (scanweergave)

PAUSE (pauze)COMP (compressie en

BMX)FF/REV (zoekmethode)

# Druk op BAND om terug te keren naar het

weergavedisplay.

Opmerking

Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een

Nederlands

functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te-

ruggekeerd naar het weergavedisplay.

Herhaalde weergave

Voor het afspelen van MP3/WMA/WAV zijn er

drie bereiken voor herhaalde weergave:

RPT:FLD (herhaling map), RPT :TRK (herhaling

fragment) en RPT:DSC (herhaling alle frag-

menten).

67

Nl

Hoofdstuk

07

MP3/WMA/WAV-speler

1 Druk op FUNCTION en selecteer RPT.

2 Druk op FUNCTION en selecteer RDM.

Druk op FUNCTION tot RPT op het display ver-

Druk op FUNCTION tot RDM op het display

schijnt.

verschijnt.

2 Druk op c of d en selecteer het gewen-

3 Druk op a om de willekeurige weer-

ste herhaalbereik.

gave in te schakelen.

Druk op c of d tot het gewenste herhaalbereik

RDM :ON zal op het display verschijnen. De

op het display verschijnt.

fragmenten worden in willekeurige volgorde

! RPT:DSC Alle fragmenten worden her-

afgespeeld binnen het hiervoor geselecteerde

haald

bereik, RPT :FLD of RPT:DSC.

! RPT:TRK Alleen het spelende fragment

wordt herhaald

4 Druk op b om de willekeurige weer-

! RPT:FLD De huidige map wordt herhaald

gave uit te schakelen.

RDM :OFF zal op het display verschijnen. De

fragmenten worden in de normale volgorde af-

Opmerkingen

gespeeld.

! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-

dere map kiest, wordt het bereik voor her-

Opmerking

haalde weergave gewijzigd in RPT:DSC.

! Als u tijdens RPT:TRK een fragment zoekt of

Als u de willekeurige weergave inschakelt tijdens

vooruit- of achteruitspoelt, wordt het bereik

RPT:FLD en vervolgens terugkeert naar het weer-

voor herhaalde weergave gewijzigd in

gave-display, zal FRDM op het display ver-

RPT:FLD.

schijnen.

! Als RPT:FLD is geselecteerd, kunt u geen sub-

map van die map afspelen.

! Als u RPT:FLD selecteert en vervolgens naar

het weergavedisplay terugkeert, verschijnt

Mappen en fragmenten

FRPT in het display.

scannen

Als u RPT:FLD gebruikt, worden de eerste 10

seconden van elk fragment in de geselec-

teerde map afgespeeld. Als u RPT:DSC ge-

Fragmenten in willekeurige

bruikt, worden de eerste 10 seconden van het

volgorde afspelen

eerste fragment in elke map afgespeeld.

Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-

ten binnen de herhaalbereiken RPT :FLD en

1 Selecteer het herhaalbereik.

RPT:DSC in willekeurige volgorde laten afspe-

Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige

len.

bladzijde.

1 Selecteer het herhaalbereik.

2 Druk op FUNCTION en selecteer SCAN.

Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige

Druk op FUNCTION tot SCAN op het display

bladzijde.

verschijnt.

68

Nl

Hoofdstuk

MP3/WMA/WAV-speler

07

3 Druk op a om de scanweergave in te

3 Druk op b om de pauzefunctie uit te

schakelen.

schakelen.

SCAN :ON zal op het display verschijnen. De

PAUSE:OFF zal op het display verschijnen. De

eerste 10 seconden van elk fragment in de hui-

CD speelt verder vanaf het punt waarop u de

dige map (of van het eerste fragment in elke

pauzefunctie had geactiveerd.

map) worden afgespeeld.

4 Als u het gewenste fragment (of de ge-

wenste map) heeft gevonden, drukt u op

Compressie en BMX gebruiken

b om de scanweergave uit te schakelen.

Met de functies COMP (compressie) en BMX

SCAN :OFF zal op het display verschijnen. Het

kunt u de geluidskwaliteit van de speler aan-

fragment (of de map) wordt in zijn geheel afge-

passen. Beide functies worden in twee stap-

speeld.

pen ingesteld. De COMP-functie zorgt voor

# Als het display automatisch naar het weerga-

een betere balans tussen de hardere en zach-

vedisplay is teruggekeerd, moet u SCAN opnieuw

tere geluiden bij hoge volumes. BMX regelt de

selecteren door op FUNCTION te drukken.

geluidsweerkaatsingen zodat het geluid voller

klinkt. Probeer de effecten uit terwijl u luistert,

Opmerkingen

en gebruik het effect dat het fragment of de

! Wanneer het scannen van fragmenten of

CD waarnaar u luistert het beste weergeeft.

mappen is voltooid, zal de normale weergave

van de fragmenten opnieuw beginnen.

1 Druk op FUNCTION en selecteer COMP.

! Als u de scanweergave inschakelt tijdens

Druk op FUNCTION tot COMP op het display

RPT:FLD en vervolgens terugkeert naar het

verschijnt.

weergavedisplay, zal FSCN op het display ver-

schijnen.

2 Druk op a of b en selecteer de gewen-

ste instelling.

Druk herhaaldelijk op a of b om te schakelen

tussen de volgende instellingen:

COMP OFFCOMP 1COMP 2

Afspelen van MP3/WMA/

COMP OFFBMX 1BMX 2

WAV onderbreken

Met de pauze kunt u de weergave van de MP3/

Nederlands

WMA/WAV tijdelijk onderbreken.

Een zoekmethode selecteren

1 Druk op FUNCTION en selecteer PAUSE.

U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen voor-

Druk op FUNCTION tot PAUSE op het display

uit- en achteruitspoelen en elk 10e fragment

verschijnt.

zoeken.

2 Druk op a om de pauzefunctie in te

1 Druk op FUNCTION en selecteer FF/REV.

schakelen.

Druk op FUNCTION tot FF/REV op het display

PAUSE:ON zal op het display verschijnen. Het

verschijnt.

afspelen van het huidige fragment wordt on-

# Als u eerder de zoekmethode ROUGH had in-

derbroken.

gesteld, zal ROUGH op het display verschijnen.

69

Nl

Hoofdstuk

07

MP3/WMA/WAV-speler

2 Druk op c of d om de gewenste zoek-

Tekstinformatie op een MP3/

methode te selecteren.

WMA/WAV-disc weergeven

Druk op c of d tot de gewenste zoekmethode

op het display verschijnt.

Tekstinformatie die op een MP3/WMA/WAV-

! FF/REV Vooruit- en achteruitspoelen

disc is opgenomen, kan worden weergegeven.

! ROUGH Elk 10e fragment zoeken

Bij het afspelen van een MP3/

WMA-disc

Elk 10e fragment in de

% Druk op DISPLAY.

huidige map zoeken

Druk meerdere keren op DISPLAY om te scha-

kelen tussen de volgende instellingen:

Als de huidige map meer dan 10 fragmenten

WeergavetijdFOLDER (mapnaam)FILE

bevat, kunt u op elk 10e fragment zoeken. Als

(bestandsnaam)TRK TTL (fragmenttitel)

een map veel fragmenten bevat, kunt u zo glo-

ARTIST (naam artiest)ALBUM (albumti-

baal zoeken naar het fragment dat u wilt af-

tel)COMMENT (opmerking)Bitsnelheid

spelen.

# Als u MP3-bestanden afspeelt die als VBR-be-

standen (variabele bitsnelheid) zijn opgenomen,

1 Selecteer de zoekmethode ROUGH.

wordt de waarde van de bitsnelheid niet weerge-

Raadpleeg Een zoekmethode selecteren op de

geven, ook niet als u overschakelt naar bitsnel-

vorige bladzijde.

heid. (VBR wordt weergegeven.)

# Als u WMA-bestanden afspeelt die als VBR-

2 Houd c of d ingedrukt om elk 10e frag-

bestanden (variabele bitsnelheid) zijn opgeno-

ment in de huidige map te zoeken.

men, wordt de waarde van de gemiddelde bitsnel-

# Als de huidige map minder dan 10 fragmen-

heid weergegeven.

ten bevat, gaat u door d ingedrukt te houden

# Als bepaalde gegevens niet op een MP3/

naar het laatste fragment van de map. Ook als er

WMA-disc zijn vastgelegd, zal NO XXXX op het

na het zoeken van elk 10e fragment minder dan

display verschijnen (bijv. NO NAME).

10 fragmenten zijn overgebleven, gaat u door d

®

# Afhankelijk van de versie van iTunes

die is ge-

ingedrukt te houden naar het laatste fragment

bruikt om MP3-bestanden op de disc vast te leg-

van de map.

gen, kan het voorkomen dat bepaalde gegevens

# Als de huidige map minder dan 10 fragmen-

niet goed worden weergegeven.

ten bevat, gaat u door c ingedrukt te houden

®

# iTunes

is een handelsmerk van Apple Com-

naar het eerste fragment van de map. Ook als er

puter, Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere lan-

na het zoeken van elk 10e fragment minder dan

den.

10 fragmenten zijn overgebleven, gaat u door c

# Afhankelijk van de versie van de Windows

ingedrukt te houden naar het eerste fragment van

Media Player die is gebruikt om WMA-bestanden

de map.

te coderen, kan het voorkomen dat CD-titels en

andere tekstinformatie niet goed worden weerge-

geven.

70

Nl

Hoofdstuk

MP3/WMA/WAV-speler

07

Bij het afspelen van een WAV-disc

% Druk op DISPLAY.

Druk meerdere keren op DISPLAY om te scha-

kelen tussen de volgende instellingen:

WeergavetijdFOLDER (mapnaam)FILE

(bestandsnaam)bemonsteringsfrequentie

# Als bepaalde gegevens niet op een WAV-disc

zijn vastgelegd, zal NO XXXX op het display ver-

schijnen (bijv. NO NAME).

# U kunt alleen WAV-bestanden met de frequen-

ties 16, 22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz (LPCM) of

22,05 en 44,1 kHz (MS ADPCM) afspelen. De be-

monsteringsfrequentie die op het display wordt

getoond, kan zijn afgerond.

Tekstinformatie over het

display laten schuiven

Dit toestel kan alleen de eerste 8 letters van

FOLDER, FILE, TRK TTL, ARTIST, ALBUM en

COMMENT weergeven. Als de vastgelegde in-

formatie langer is dan 8 letters, kunt u de tekst

naar links schuiven zodat u de rest van de

tekstinformatie kunt zien.

% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstin-

formatie naar links begint te schuiven.

De rest van de tekstinformatie zal op het dis-

play verschijnen.

Nederlands

Opmerking

In tegenstelling tot het MP3- en WMA-bestands-

formaat wordt er bij WAV-bestanden alleen

FOLDER en FILE weergegeven.

71

Nl

Inleiding tot de audio-

instellingen

1

Hoofdstuk

08

Audio-instellingen

De balansinstelling gebruiken

U kunt een fader-/balansinstelling selecteren

voor een optimale geluidsweergave voor alle

plaatsen in het voertuig.

1 Druk op AUDIO en selecteer FAD.

Druk op AUDIO tot FAD op het display ver-

schijnt.

# Als u de balansinstelling eerder heeft aange-

1 Audiodisplay

past, verschijnt BAL in het display.

Het audiodisplay toont de status van de

audio-instellingen.

2 Druk op a of b om de balans tussen de

luidsprekers voorin en achterin in te stel-

% Druk op AUDIO om de namen van de

len.

audiofuncties op het display te laten ver-

Telkens als u a of b indrukt, wordt de balans

schijnen.

tussen de luidsprekers voorin en achterin naar

Druk meerdere keren op AUDIO om te schake-

voren of naar achteren verplaatst.

len tussen de volgende audiofuncties:

FAD :F15 FAD :R15 wordt weergegeven als

FAD (balansinstelling)EQ (instelling equali-

de balans van de luidsprekers voorin en ach-

zercurve)LOUD (loudness)SUB.W (sub-

terin van voren naar achteren wordt verplaatst.

woofer aan/uit)80 : 0 (subwoofer-

# FAD : 0 is de aanbevolen instelling wanneer u

instellingen)HPF (high pass filter)BASS

slechts twee luidsprekers gebruikt.

(bass boost)FIE (front image enhancer)

# Als de achteruitgang op R-SP :S/W is inge-

SLA (instelling niveau signaalbron)

steld, kunt u de balans tussen de luidsprekers

# Als de subwoofer-instelling op P/O :FUL is

voorin en achterin niet instellen. Raadpleeg De

gezet, kunt u niet overschakelen naar SUB.W.

achteruitgang en de subwoofer instellen op blad-

(Raadpleeg bladzijde 78.)

zijde 78.

# U kunt 80 : 0 alleen selecteren als het uit-

gangssignaal van de subwoofer bij SUB.W is in-

3 Druk op c of d om de balans tussen de

geschakeld.

luidsprekers links en rechts in te stellen.

# Als u de achteruitgang op R-SP :S/W hebt in-

Als u op c of d drukt, wordt BAL : 0 weergege-

gesteld, kunt u de F.I.E.-functie niet selecteren.

ven. Telkens als u op c of d drukt, zal de ba-

# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-

lans tussen de linker- en rechterluidspreker

bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.

naar links of naar rechts worden verplaatst.

# Druk op BAND om terug te keren naar het bij

BAL : L15 BAL : R15 wordt weergegeven als

de signaalbron behorende display.

de balans tussen de linker- en rechterluidspre-

ker van links naar rechts wordt verplaatst.

Opmerking

Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een

functiehandeling uitvoert, wordt er automatisch

teruggekeerd naar het bij de signaalbron beho-

rende display.

72

Nl

Hoofdstuk

Audio-instellingen

08

1 Druk op AUDIO en selecteer EQ.

De equalizer gebruiken

Druk op AUDIO tot EQ op het display ver-

Met de equalizer kunt u de geluidsweergave

schijnt.

aan de akoestische eigenschappen van het in-

terieur van de auto aanpassen.

2 Druk op c of d en selecteer de fre-

quentieband van de equalizer die u wilt

aanpassen.

Equalizercurven oproepen

Als u op c of d drukt, worden de frequentie-

Er zijn zes equalizercurven opgeslagen die u

banden in onderstaande volgorde geselec-

op ieder gewenst moment kunt oproepen. In

teerd:

onderstaande lijst ziet u de beschikbare equa-

EQ-L (laag)EQ-M (midden)EQ-H (hoog)

lizercurven:

3 Druk op a of b om het niveau van de

Display Equalizercurve

frequentieband van de equalizer aan te

SPR-BASS Superbas

passen.

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

POWERFUL Power

laagt u het niveau van de geselecteerde fre-

NATURAL Natuurlijk

quentieband.

VOCAL Vocaal

Als u het niveau verhoogt of verlaagt, verschij-

nen waarden tussen +6 en 6 op het display.

CUSTOM Aangepast

# U kunt vervolgens een andere frequentieband

EQ FLAT Vlak

kiezen en het niveau daarvan aanpassen.

! CUSTOM is een equalizercurve die u zelf

Opmerking

maakt.

! Als EQ FLAT is geselecteerd, wordt er geen

Als u wijzigingen aanbrengt, wordt de CUSTOM-

aanvulling of correctie op het geluid toege-

curve daaraan aangepast.

past. Door te schakelen tussen EQ FLAT en

een van de andere equalizercurven kunt u

het effect van de verschillende equalizer-

Nauwkeurige afstelling van de

curven beluisteren.

equalizercurve

U kunt de middenfrequentie en de Q-factor

% Druk op EQ om de equalizer te selecte-

Nederlands

(curvekenmerken) van iedere geselecteerde

ren.

curve aanpassen (EQ-L/EQ-M/EQ-H).

Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-

gende equalizer-instellingen te schakelen:

SPR-BASSPOWERFULNATURAL

Niveau (dB)

VOCALCUSTOMEQ FLAT

Q=2W

Q=2N

De equalizercurven aanpassen

Middenfrequentie

Frequentie (Hz)

U kunt de momenteel geselecteerde equalizer-

curve naar wens aanpassen. De aangepaste

instellingen van de equalizercurve worden op-

geslagen in CUSTOM.

73

Nl

Hoofdstuk

08

Audio-instellingen

1 Druk op AUDIO en houd de toets inge-

2 Druk op a om de loudness-functie in te

drukt totdat de frequentie en de Q-factor

schakelen.

(bijv. F- 80:Q1W) op het display verschij-

Het loudness-niveau (bijv. LOUD :MID) ver-

nen.

schijnt op het display.

2 Druk op AUDIO en selecteer de fre-

3 Druk op c of d en selecteer het gewen-

quentieband die u wilt aanpassen: laag,

ste niveau.

midden of hoog.

Telkens als u op c of d drukt, wordt het niveau

Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen

als volgt geselecteerd:

tussen de volgende functies:

LOW (laag)MID (midden)HI (hoog)

LaagMiddenHoog

4 Druk op b om de loudness-functie uit

3 Druk op c of d en selecteer de gewen-

te schakelen.

ste frequentie.

LOUD :OFF zal op het display verschijnen.

Druk op c of d totdat de gewenste frequentie

op het display verschijnt.

Laag: 4080100160 (Hz)

Midden: 2005001k2k (Hz)

De subwoofer-uitgang

Hoog: 3k8k10k12k (Hz)

gebruiken

4 Druk op a of b en selecteer de gewen-

Dit toestel is voorzien van een subwoofer-uit-

ste Q-factor.

gang. U kunt deze uitgang in- of uitschakelen.

Druk op a of b totdat de gewenste Q-factor

op het display verschijnt.

1 Druk op AUDIO en selecteer SUB.W.

2N1N1W2W

Druk op AUDIO tot SUB.W op het display ver-

schijnt.

# Als de instelling voor de subwoofer-regeling

Opmerking

P/O :FUL is, kunt u SUB.W niet selecteren.

Als u wijzigingen aanbrengt, wordt de CUSTOM-

curve daaraan aangepast.

2 Druk op a om de subwoofer-uitgang in

te schakelen.

SUB.W:NOR zal op het display verschijnen.

De subwoofer-uitgang is nu ingeschakeld.

De loudness aanpassen

# Als de fase van het uitgangssignaal van de

subwoofer op achteruit is gezet, wordt

De loudness-functie compenseert een tekort

SUB.W:REV weergegeven.

aan hoge en lage tonen bij lage volumes.

# Als u de subwoofer-uitgang uit wilt schakelen,

drukt u op b.

1 Druk op AUDIO en selecteer LOUD.

Druk op AUDIO tot LOUD op het display ver-

3 Druk op c of d en selecteer de fase-in-

schijnt.

stelling voor de subwoofer-uitgang.

Druk op c om de tegengestelde fase te selec-

teren en REV verschijnt op het display. Druk

op d om de normale fase te selecteren en

NOR verschijnt op het display.

74

Nl

Hoofdstuk

Audio-instellingen

08

De subwoofer-instellingen

1 Druk op AUDIO en selecteer HPF.

Druk op AUDIO tot HPF op het display ver-

aanpassen

schijnt.

Wanneer de subwoofer-uitgang is ingescha-

keld, kunt u de drempelfrequentie en het uit-

2 Druk op a om het high pass filter in te

gangsniveau van de subwoofer instellen.

schakelen.

80 zal op het display verschijnen. Het high

1 Druk op AUDIO en selecteer 80 : 0.

pass filter staat nu aan.

Druk op AUDIO tot 80 : 0 op het display ver-

# Als het high-passfilter eerder al is aangepast,

schijnt.

wordt de frequentie van die vorige instelling weer-

# Als de subwoofer-uitgang is ingeschakeld,

gegeven en niet 80.

kunt u 80 : 0 selecteren.

# Druk op b om het high pass filter uit te scha-

# Als de subwooferinstelling eerder is aange-

kelen.

past, wordt de frequentie van die vorige instelling

weergegeven en niet 80.

3 Druk op c of d en selecteer de drem-

pelfrequentie.

2 Druk op c of d en selecteer de drem-

Telkens als u op c of d drukt, wordt de drem-

pelfrequentie.

pelfrequentie als volgt geselecteerd:

Telkens als u op c of d drukt, wordt de drem-

506380100125 (Hz)

pelfrequentie als volgt geselecteerd:

Alleen de frequenties boven het geselecteerde

506380100125 (Hz)

bereik worden dan weergegeven via de luid-

Alleen frequenties beneden het geselecteerde

sprekers voorin of achterin.

bereik zullen door de subwoofer worden weer-

gegeven.

3 Druk op a of b om het uitgangsniveau

Front image enhancer (F.I.E.)

van de subwoofer in te stellen.

Met elke druk op a of b neemt het niveau van

De functie F.I.E. (Front Image Enhancer) is een

de subwoofer toe of af. Waarden tussen +6

eenvoudige methode waarmee front imaging

24 zullen op het display verschijnen terwijl

kan worden verbeterd door de midden- en

het niveau wordt verhoogd of verlaagd.

hoge bereiken van de frequentie-uitvoer uit de

achterste luidsprekers uit te schakelen, waar-

door de output alleen bij lage frequenties hoor-

Nederlands

baar is. U kunt de frequentie die u wilt

uitschakelen selecteren.

Het high pass filter gebruiken

Als u wilt dat er geen lage tonen uit het fre-

Voorzorgsmaatregelen

quentiebereik van de subwoofer via de luid-

sprekers voorin of achterin worden

Als de functie F.I.E. is gedeactiveerd, geeft de ach-

weergegeven, kunt u het HPF (high pass filter)

terluidspreker het geluid op alle frequenties, niet

aanzetten. Alleen de frequenties boven het ge-

alleen de lage tonen. Verlaag het volume voordat

selecteerde bereik worden dan weergegeven

u F.I.E. uitschakelt om te voorkomen dat het vol-

via de luidsprekers voorin of achterin.

ume ineens sterk toeneemt.

75

Nl

Hoofdstuk

08

Audio-instellingen

1 Druk op AUDIO en selecteer FIE.

Het niveau van de

Druk op AUDIO tot FIE op het display ver-

signaalbronnen aanpassen

schijnt.

# Als u de achteruitgang op R-SP :S/W hebt in-

Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het

gesteld, kunt u de F.I.E.-functie niet selecteren.

volumeniveau van de diverse signaalbronnen

apart instellen, dit om te voorkomen dat het

2 Druk op a om F.I.E. aan te zetten.

volume plotseling zou veranderen wanneer u

# Om de F.I.E. uit te zetten drukt u op b.

naar een andere signaalbron overschakelt.

! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-

3 Druk op c of d om de gewenste fre-

umeniveau van de FM-tuner, dat u niet kunt

quentie te selecteren.

wijzigen.

Met elke druk op c of d wordt de frequentie

als volgt geselecteerd:

1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-

100160250 (Hz)

tuner met dat van de signaalbron die u

wilt aanpassen.

Opmerkingen

2 Druk op AUDIO en selecteer SLA.

! Als u de F.I.E.-functie aan heeft gezet, kunt u

Druk op AUDIO tot SLA op het display ver-

de balansinstelling (raadpleeg bladzijde 72)

schijnt.

gebruiken om het geluidsniveau van de voor-

ste en achterste luidsprekers af te stellen tot-

3 Druk op a of b om het volume van de

dat het geluid goed verdeeld is.

signaalbron aan te passen.

! Zet de F.I.E.-functie uit als u een systeem met

Telkens als u op a of b drukt, verhoogt of ver-

twee luidsprekers gebruikt.

laagt u het volumeniveau van de signaalbron.

SLA : +4 SLA : 4 verschijnt op het display

terwijl u het volume van de signaalbron ver-

hoogt of verlaagt.

De lage tonen versterken

De bass boost-functie versterkt de lage tonen

Opmerking

met een frequentie lager dan 100 Hz. Als u de

Het volumeniveau van de MW/LW-tuner kan wel

lage tonen versterkt, wordt het geluid in zijn

met SLA worden aangepast.

geheel voller. Als u deze functie in combinatie

met een subwoofer gebruikt, wordt het geluid

onder de drempelfrequentie versterkt.

1 Druk op AUDIO en selecteer BASS.

Druk op AUDIO tot BASS op het display ver-

schijnt.

2 Druk op a of b en selecteer het gewen-

ste niveau.

Als u het niveau verhoogt of verlaagt, verschij-

nen waarden tussen 0 en 6 op het display.

76

Nl

De begininstellingen

aanpassen

1

Hoofdstuk

Begininstellingen

09

De FM-afstemstap instellen

Normaal gesproken wordt er een FM-afstem-

stap van 50 kHz gebruikt bij automatisch af-

stemmen. Als u de functie AF of TA heeft

ingeschakeld, wordt de afstemstap automa-

tisch 100 kHz. Het kan soms beter zijn de af-

stemstap op 50 kHz in te stellen als AF is

ingeschakeld.

Met de begininstellingen kunt u verschillende

1 Druk op FUNCTION en selecteer FM.

systeeminstellingen aanpassen voor een opti-

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot FM op

male weergave.

het display verschijnt.

1 Functiedisplay

2 Druk op c of d en selecteert de FM-af-

Hierop is de status van de ingestelde functie

stemstap.

af te lezen.

Als u op c of d drukt, wijzigt u de FM-afstem-

stap tussen 50 kHz en 100 kHz als AF of TA

1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel

aan staat. De geselecteerde FM-afstemstap

uit gaat.

verschijnt op het display.

2 Druk op SOURCE en houd de toets inge-

Opmerking

drukt totdat FM op het display verschijnt.

Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap op

50 kHz staan.

3 Druk op FUNCTION en selecteer een

van de begininstellingen.

Druk meerdere keren op FUNCTION om te

schakelen tussen de volgende instellingen:

FM (FM afstemstap)A-PI (automatische PI-

De automatische PI-

zoekfunctie)AUX (externe aansluiting)

zoekfunctie in- of uitschakelen

R-SP (achteruitgang en regeling subwoofer)

Het toestel kan automatisch zoeken naar een

SAVE (energiezuinige modus)

andere zender met eenzelfde soort program-

Gebruik onderstaande instructies om de ver-

Nederlands

ma, ook bij het oproepen van voorkeuzezen-

schillende instellingen aan te passen.

ders.

# Druk op BAND om de begininstellingen te an-

nuleren.

1 Druk op FUNCTION en selecteer A-PI.

# U kunt de begininstellingen ook annuleren

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot A-PI op

door SOURCE ingedrukt te houden tot het appa-

het display verschijnt.

raat uit gaat.

2 Druk op a of b om A-PI in of uit te

schakelen.

Door op a of b te drukken, zet u A-PI aan of

uit. De huidige status wordt op het display

weergegeven (bijv. A-PI :ON).

77

Nl

Hoofdstuk

09

Begininstellingen

2 Druk op a of b om het uitgangssignaal

De externe aansluiting in-

van de achteruitgang in te stellen.

of uitschakelen

Als u op a of b drukt, kunt u kiezen uit

U kunt met dit toestel externe apparaten ge-

R-SP :FUL (luidspreker met volledig bereik) en

bruiken. Als er externe apparaten op dit toestel

R-SP :S/W (subwoofer). Uw keuze wordt vervol-

zijn aangesloten, moet u de externe aanslui-

gens op het display weergegeven.

ting activeren.

# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is

aangesloten, selecteert u R-SP :FUL.

1 Druk op FUNCTION en selecteer AUX.

# Als er een subwoofer op de achteruitgang is

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot AUX op

aangesloten, selecteert u R-SP :S/W.

het display verschijnt.

# Als de achteruitgang op R-SP :S/W is inge-

steld, kunt u onderstaande handeling niet uitvoe-

2 Druk op a of b om AUX in of uit te

ren.

schakelen.

Door op a of b te drukken, zet u AUX aan of

3 Druk op c of d om te schakelen tussen

uit. De huidige status wordt op het display

het uitgangssignaal voor de subwoofer of

weergegeven (bijv. AUX :ON).

voor de achteruitgang.

Als u op c of d drukt, kunt u kiezen uit

P/O :S/W en P/O :FUL. Uw keuze wordt vervol-

gens op het display weergegeven.

De achteruitgang en de

Opmerkingen

subwoofer instellen

U kunt de achteruitgang van dit toestel (aan-

! Ook als u deze instelling heeft veranderd,

sluiting voor de luidspreker achterin en de

hoort u geen uitgangssignaal tenzij u ook het

RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid-

uitgangssignaal voor de subwoofer inschakelt

spreker met volledig bereik (R-SP :FUL) of een

(raadpleeg De subwoofer-uitgang gebruiken op

subwoofer (R-SP :S/W) aan te sluiten. Als u de

bladzijde 74).

achteruitgang op R-SP :S/W zet, kunt u de

! Als u deze instelling wijzigt, wordt de instel-

luidspreker achterin rechtstreeks op een sub-

ling van de subwoofer in het audiomenu te-

woofer aansluiten, zonder dat u een externe

ruggezet naar de fabrieksinstellingen.

versterker gebruikt.

Dit toestel is standaard ingesteld voor gebruik

van luidsprekers met een volledig bereik

(R-SP :FUL). Als u op de achteruitgang luid-

Energieverbruik van de

sprekers met een volledig bereik heeft aange-

accu verminderen

sloten (als R-SP :FUL is geselecteerd), kunt u

Zelfs als het toestel is uitgeschakeld, gebruikt

op de RCA-achteruitgang extra luidsprekers

de microcomputer in het toestel nog een klei-

met een volledig bereik (P/O :FUL) of een sub-

ne hoeveelheid stroom om ervoor te zorgen

woofer (P/O :S/W) aansluiten.

dat het toestel snel kan worden aangezet. Als

u de energiezuinige modus activeert, voorkomt

1 Druk op FUNCTION en selecteer R-SP.

u dat de microcomputer aan blijft. Het toestel

Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot R-SP op

hoeft dan geen stroom te halen uit de accu

het display verschijnt.

van de auto.

78

Nl

Hoofdstuk

Begininstellingen

09

! Als de energiezuinige modus is geacti-

veerd, kunt u geen disc in de laadsleuf

plaatsen of uitwerpen als het toestel uit

staat. In dat geval moet u eerst het toestel

aanzetten door op SOURCE te drukken.

Belangrijk

Als u de accu van uw auto loskoppelt, wordt de

energiezuinige modus geannuleerd. U moet de

energiezuinige modus opnieuw aanzetten nadat

u de accu weer heeft aangesloten. Als de contact-

schakelaar van uw auto niet is uitgerust met een

ACC-stand (accessory-stand), kan het voorkomen

dat het toestel de accu als energiebron gebruikt

als de energiebesparende modus is uitgescha-

keld.

1 Druk op FUNCTION en selecteer SAVE.

2 Druk op a of b om de energiezuinige

modus in of uit te schakelen.

Nederlands

79

Nl

Hoofdstuk

10

Overige functies

3 Druk op d om de cursor naar de vol-

De AUX-signaalbron gebruiken

gende tekenpositie te verplaatsen.

U kunt met een stereo-miniplugkabel een ex-

Als de gewenste letter op het display ver-

tern apparaat op dit toestel aansluiten.

schijnt, drukt u op d om de cursor naar de vol-

gende positie te verplaatsen. Selecteer daarna

% Steek de stereo-miniplugkabel in de in-

de volgende letter. Druk op c om terug te

gang van dit toestel.

gaan in het display.

Raadpleeg de handleiding van het apparaat

voor meer informatie.

4 Verplaats de cursor naar de laatste te-

kenpositie door op d te drukken nadat u

de titel heeft ingevoerd.

AUX als signaalbron selecteren

Als u nogmaals op d drukt, wordt de inge-

voerde titel in het geheugen opgeslagen.

% Druk op SOURCE en kies AUX als sig-

naalbron.

5 Druk op BAND om terug te keren naar

Druk op SOURCE tot AUX op het display ver-

het weergavedisplay.

schijnt.

# Als de externe aansluiting niet is ingescha-

keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad-

pleeg De externe aansluiting in- of uitschakelen op

bladzijde 78 voor meer informatie.

Geluid uitschakelen

Het geluid van dit toestel wordt in de volgende

gevallen automatisch uitgeschakeld:

De AUX-titel instellen

! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon

De naam die voor de AUX signaalbron op het

die op dit toestel is aangesloten.

display verschijnt, kan worden gewijzigd.

! Er is een navigatiesysteem met spraakbe-

geleiding van Pioneer op dit toestel aange-

1 Nadat u AUX als signaalbron heeft ge-

sloten.

kozen, houdt u FUNCTION ingedrukt tot

Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE ver-

TITLE IN op het display verschijnt.

schijnt op het display. Het volume kan nog

worden aangepast, maar alle andere instellin-

2 Druk op a of b en selecteer de gewen-

gen niet. De bediening keert weer terug naar

ste letter uit het alfabet.

normaal als het telefoongesprek of de spraak-

Telkens als u op a drukt, verschijnt er een let-

begeleiding is afgelopen.

ter van het alfabet in A B C ... X Y Z, cijfers en

symbolen in 1 2 3 ... > [ ] volgorde. Telkens als

uopb drukt, verschijnt er een letter in de om-

gekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A volg-

orde.

80

Nl