Karcher B 150 R Bp: Hulp bij storingen

Hulp bij storingen: Karcher B 150 R Bp

background image

     

9

Stergreep eruit draaien en deksel eruit 

trekken.

Stroomtoevoerkabel van de reinigings-

kop met het apparaat verbinden (de-

zelfde kleuren moeten tegen elkaar ko-

men).

Deksel inschuiven en vastschroeven.

Reinigingskop in het midden onder het 

apparaat schuiven.

Slangkoppeling aan de reinigingskop 

verbinden met de slang aan het appa-

raat.

Klep in het midden van de reinigingskop 

tussen de vorken in de hendel plaatsen.

Houder van de reinigingsknop zo uit-

richten, dat de boorgaten in hendel en 

reinigingsknop overeenstemmen.

Stift door de boorgaten steken en borg-

plaat naar omlaag zwenken.

Cilinderpen in het boorgat van de trek-

stang schuiven.

Trekstang met pen in de geleibaan aan 

de reinigingskop volledig naar beneden 

schuiven en vastzetten.

Handeling met de trekstang aan de an-

dere kant herhalen.

Grijze Intelligent Key insteken.

Borsteltype „Brush“ instellen.

Borgplaat induwen en trekstang naar 

boven zwenken.

De verdere uitbouw gebeurt in de omge-

keerde volgorde van de inbouw.

De uitbouw gebeurt in de omgekeerde 

volgorde van de inbouw.

Reinigingskop omhoog zetten.

Vergrendeling van de schraaplip los-

maken.

Schraaplip wegdraaien.

Vergrendeling van het lagerdeksel los-

maken.

Lagerdeksel naar beneden duwen en 

eruit trekken.

Borstelwals eruit trekken.

Nieuwe borstelwals plaatsen.

Lagerdeksel en schraaplip in de omge-

keerde volgorde opnieuw bevestigen.

Werkwijze aan de tegenoverliggende 

kant herhalen.

Reinigingskop omhoog zetten.

Pedaal borstelvervanging over de 

weerstand naar beneden duwen.

Schijfborstel zijdelings onder de reini-

gingskop eruit trekken.

Nieuwe schijfborstel onder de reini-

gingskop houden, naar boven duwen 

en laten vastklikken.

3 schroeven losdraaien.

zijbezem erafnemen.

Nieuwe zijbezem erop schroeven.

3 schroeven aandraaien.

Bij vorstgevaar:

Schoon- en vuilwatertank legen. 

Apparaat in een vorstvrije ruimte op-

slaan. 

GEVAAR

Gevaar voor letsel! Voor alle werken aan 

het apparaat Intelligent Key aftrekken en 

stekker van het oplaadapparaat uittrekken.

Batterijstekker uittrekken.

Vuilwater en resterend schoon water 

aflaten en verwijderen.

VOORZICHTIG

Verwondingsgevaar door nalopen van de 

zuigturbine.

De zuigturbine loopt na het uitschakelen 

na. Onderhoudswerkzaamheden pas na de 

stilstand van de zuigturbine uitvoeren.

Bij storingen die met behulp van deze tabel 

niet opgelost kunnen worden de klanten-

dienst raadplegen. 

D-reinigingskop uitbouwen

R-reinigingskop uitbouwen

Borstelwalsen vervangen

Schijfborstels vervangen

Zijbezem vervangen (alleen bij variant 

SB)

Vorstbeveiliging

Hulp bij storingen

63 NL

background image

     - 

10

Indien op het display storingen weergege-

ven worden, gaat u als volgt te werk:

Voer de instructies op het display uit.

Kwiteer de storing door de infobutton in 

te drukken.

Programmaschakelaar op „OFF“ draai-

en.

Wachten tot de tekst op het display weg 

is.

Programmaschakelaar naar vorige 

stand draaien.

Pas als de storing opnieuw optreedt de 

passende maatregelen voor het ophef-

fen van de storing in de aangegeven 

volgorde uitvoeren. Daarbij moet de 

sleutelschakelaar op “0“ staan en de 

noodstoptoets ingedrukt zijn.

Indien de storing niet opgelost kan wor-

den, raadpleegt u de klantendienst met 

vermelding van de foutmelding.

Instructie:

Storingsmeldingen die in de volgende tabel 

niet vermeld zijn, geven fouten weer die 

niet door de bediener kunnen worden op-

gelost. In dat geval moet de klantenservice 

geraadpleegd worden.

Storingsindicatie

Storingsindicatie als tekst

Storingsindicatie als cijfercode

Storingen met weergave op het display

Displayweergave

Oorzaak

Oplossing

Zitschakelaar open!

Zitcontactschakelaar is niet geac-

tiveerd.

Gaspedaal ontlasten. Op de stoel plaatsnemen.

Gaspedaal loslaten!

Bij het inschakelen van de sleutel-

schakelaar is het gaspedaal inge-

drukt.

Gaspedaal ontlasten en vervolgens opnieuw indrukken.

Geen rijrichting!

Rijrichtingschakelaar of kabelver-

binding defect

Klantendienst bellen.

Batterij ontladen!

Batterijspanning te laag

Accu laden.

Batterijspanning niet 

toegestaan!

Batterijspanning ligt boven of on-

der het toegestane bereik.

Klantendienst bellen.

Lader defect!

Fout aan het oplaadapparaat, op-

laden is niet mogelijk.

Oplaadapparaat controleren. 

Schoonwaterreser-

voir leeg!

Het schoonwaterreservoir is leeg.

Schoonwaterreservoir vullen.

Borsteldruk niet be-

reikt!

Time-out Borsteldrukregeling

Op slijtage van borstel controleren, eventueel borstel vervangen.

Borstelkop op functie controleren: dalen, heffen.

Vuilwaterreservoir 

vol!

Vuilwaterreservoir is vol. 

Vuilwaterreservoir leegmaken.

Vulpeilsensor of kabelverbinding 

defect

Klantendienst bellen.

Rem defect!

Rem defect

Apparaat niet meer rijden.

Klantendienst bellen.

Tractiemotor heet! 

Laten afkoelen!

Motorbeveiliging is in werking ge-

treden.

Veiligheidsschakelaar op „0“ zetten.

Apparaat gedurende minstens 15 minuten laten afkoelen.

Bij herhaling klantenservice raadplegen

Claxon defect!

Claxon defect

Klantendienst bellen.

Besturing heet! La-

ten afkoelen!

Vermogenselektronica hefmodu-

le (A4) te heet

Veiligheidsschakelaar op „0“ zetten.

Besturing minstens 5 minuten laten afkoelen

Bij een ruwe bodem de borsteldruk aanzienlijk verlagen

Bij herhaling klantenservice raadplegen

Borstelmotoren over-

belast!

Belasting van de borstelkoppen 

niet symmetrisch

Borstelspiegel instellen

64 NL

background image

     

11

Storingen zonder weergave op het display

Storing

Oplossing

Apparaat wil niet starten.

Stoelschakelaar niet gehanteerd, plaatsnemen op de stoel.

Het apparaat werkt alleen als er zich een bediener op de zitplaats bevindt.

Veiligheidsschakelaar op „1“ zetten.

Programmaschakelaar op „OFF“ zetten. 10 seconden wachten. Programmakeuzeschakelaar op vori-

ge functie zetten. Indien mogelijk, het apparaat alleen op vlakke ondergrond rijden. Zo nodig de par-

keerrem en de voetrem controleren.

Voor het inschakelen van de veiligheidsschakelaar, de voet van het gaspedaal nemen. Indien de sto-

ring toch optreedt, de klantendienst bellen.

Batterij controleren, indien nodig opladen

Onvoldoende waterhoeveel-

heid

Peil van het schone water controleren, indien nodig reservoir bijvullen.

Slangen op verstopping controleren, indien nodig reinigen.

R-reinigingskop: Waterverdeellijst eruit trekken en reinigen.

Filter vers water reinigen.

Onvoldoende zuigcapaciteit

Afdichtingen tussen vuilwatertank en deksel reinigen en op dichtheid controleren, zonodig vervangen.

Beschermzeef van de turbine op verontreiniging controleren, indien nodig reinigen.

Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien nodig omdraaien of vervangen.

Controleren of het deksel aan de vuilwater-aftapslang gesloten is

Zuigslang op verstopping controleren, indien nodig reinigen.

Zuigslang op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

Instelling van de zuigbalk controleren.

Extra gewicht (accessoires) aanbrengen op de zuigbalk.

Onvoldoende reinigingsresul-

taat

Aandrukkracht instellen.

Schraaplippen instellen

Borstels op slijtage controleren, indien nodig vervangen.

Borstels draaien niet

Aandrukkracht verlagen.

Controleren of vreemde voorwerpen de borstels blokkeren, indien nodig vreemde voorwerpen verwij-

deren.

Motor overbelast, laten afkoelen. Programmaschakelaar op „OFF“ zetten. 10 seconden wachten. Pro-

grammakeuzeschakelaar op vorige functie zetten.

Aftapslang vuil water verstopt Doseerapparaat aan de aftapslang openen. Zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand afslui-

ten. Programmakeuzeschakelaar op Zuigen zetten. De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuil-

waterreservoir gezogen.

Reinigingsmiddeldosering 

Dose (alleen versie Dose) 

functioneert niet

Klantendienst roepen.

65 NL

Оглавление