Karcher B 150 R Bp Adv- Dose: Grijze Intelligent Key

Grijze Intelligent Key: Karcher B 150 R Bp Adv- Dose

background image

     

7

Lade voor grof vuil controleren. Lade 

voor grof vuil indien nodig of aan het 

einde van het werk wegnemen en leeg-

maken.

Intelligent Key aftrekken.

Apparaat met de wiggen tegen wegrol-

len zekeren.

Indien nodig de accu opladen.

Intelligent Key insteken.

Gewenste functie door draaien van de 

infoknop kiezen.

De afzonderlijke functies zijn in het volgen-

de beschreven.

Programmaschakelaar op "Transport" 

draaien.

Infoknop indrukken.

In het menu Transport kunnen de volgende 

instellingen uitgevoerd worden.

In dit menu-item worden de bevoegdheden 

voor gele Intelligent Keys alsook de 

taal van de displayaanduiding vrijgegeven.

Draai aan de Infobutton tot „Sleutelme-

nu“ op het display wordt weergegeven.

Infoknop indrukken.

Grijze Intelligent Key aftrekken en in de 

te programmeren gele Intelligent Key 

steken.

Te veranderen menu-item door draaien 

van de infoknop kiezen.

Infoknop indrukken.

Instelling van het menu-item door draai-

en van de infoknop kiezen.

Instelling door drukken op het menu-

item bevestigen.

Volgende, te veranderen menu-item 

door draaien van de infoknop kiezen.

Voor het opslaan van de bevoegdhe-

den menu "Opslaan" door draaien van 

de informatieknop oproepen en op in-

formatieknop drukken.

„Sleutelmenu verderzetten“:

Yes: Andere Intelligent Key program-

meren

No: Sleutelmenu verlaten

Infoknop indrukken.

Deze functie is bij het wisselen van de rei-

nigingskop nodig.

Aan de informatieknop draaien tot "Bor-

stelkop" op het display getoond wordt.

Infoknop indrukken.

Aan de informatieknop draaien tot de 

gewenste borstelvorm gemarkeerd is.

Infoknop indrukken.

Beweeg de hefaandrijving door aan de 

infobutton te draaien om de reinigings-

kop te vervangen:

up: optillen

down: neerlaten

OFF: stoppen

Menu verlaten: „OFF“ door draaien aan 

infobutton selecteren en infobutton in-

drukken.

Bij het verlaten van het menu voert de be-

sturing een herstart uit.

Aan de informatieknop draaien tot "Na-

looptijden" op het display getoond 

wordt.

Infoknop indrukken.

Aan de informatieknop draaien tot de 

gewenste opstelling gemarkeerd is.

Infoknop indrukken.

Aan de informatieknop draaien, tot de 

gewenste nalooptijd bereikt is.

Infoknop indrukken.

Draai aan de Infobutton tot „Batterijme-

nu“ wordt weergegeven.

Infoknop indrukken.

Draai aan de infobutton tot het gewens-

te batterijtype gemarkeerd is.

Infoknop indrukken.

Tijdens het bedrijf uitgevoerde veranderin-

gen van de parameters van de individuele 

reinigingsprogramma's worden na het uit-

schakelen van het apparaat in de default 

instelling gereset.

Draai aan de Infobutton tot „Default in-

stelling“ wordt weergegeven.

Infoknop indrukken.

Draai aan de Infobutton tot het gewens-

te reinigingsprogramma wordt weerge-

geven.

Infoknop indrukken.

De infoknop draaien totdat de gewens-

te parameter getoond wordt.

Infotoets indrukken – de ingestelde 

waarde knippert.

Gewenste waarde door draaien van de 

Infoknop instellen.

Infoknop indrukken.

Draai aan de Infobutton tot „Taal“ wordt 

weergegeven.

Infoknop indrukken.

Draai aan de infobutton tot de gewenste 

taal gemarkeerd is.

Infoknop indrukken.

De fabrieksinstelling van alle parameters 

wordt hersteld.

Parameters, die met de grijze Intelligent 

Key ingesteld worden, blijven behouden, 

totdat een andere instelling gekozen wordt.

Programmakeuzeschakelaar op het ge-

wenste reinigingsprogramma draaien. 

Op infoknop drukken - de eerste instel-

bare parameter wordt getoond.

Infotoets indrukken – de ingestelde 

waarde knippert.

Gewenste waarde door draaien van de 

Infoknop instellen.

Veranderde instelling door indrukken 

van de Infobutton bevestigen of wach-

ten tot de ingestelde waarde na 10 se-

conden automatisch overgenomen 

wordt.

Volgende parameter door draaien van 

de infoknop kiezen.

Na verandering van alle gewenste pa-

rameters infoknop draaien totdat "Menu 

verlaten" getoond wordt.

Op infoknop druk - het menu wordt ver-

laten.

GEVAAR

Verwondingsgevaar! Voor het in- en uitla-

den van het apparaat mag het hellingsper-

centage van 10% niet overschreden wor-

den. Langzaam rijden.

VOORZICHTIG

Gevaar voor letsels en beschadigingen! 

Houd bij het transport rekening met het ge-

wicht van het apparaat.

Bij het transport in voertuigen moet het 

apparaat conform de geldige richtlijnen 

beveiligd worden tegen verschuiven en 

kantelen.

Schijfborstels uit de borstelkop verwij-

deren.

VOORZICHTIG

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het 

gewicht van het apparaat bij opbergen in 

acht nemen.

Het apparaat mag alleen binnen wor-

den opgeborgen.

Bij het kiezen van de opbergplaats 

moet rekening gehouden worden met 

het max. toegelaten gewicht van het ap-

paraat om de stabiliteit niet te beïnvloe-

den.

GEVAAR

Gevaar voor letsel! Voor alle werken aan 

het apparaat Intelligent Key aftrekken en 

stekker van het oplaadapparaat uittrekken.

Batterijstekker uittrekken.

Vuilwater en resterend schoon water 

aflaten en verwijderen.

VOORZICHTIG

Verwondingsgevaar door nalopen van de 

zuigturbine.

De zuigturbine loopt na het uitschakelen 

na. Onderhoudswerkzaamheden pas na de 

stilstand van de zuigturbine uitvoeren.

LET OP

Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat 

niet  met water schoon en gebruik geen 

agressieve reinigingsmiddelen.

Vuil water aflaten.

Reinig de beschermzeef van de turbi-

ne.

Alleen R-reinigingskop: lade voor grof 

vuil verwijderen en leegmaken.

Lade voor grof vuil leegmaken 

(alleen bij R-reinigingskop)

Buitenwerkingstelling

Grijze Intelligent Key

Transport

Sleutelbeheer

Vorm van de borstels kiezen

Nalooptijden

Batterijtype instellen

Basisinstelling

Taal instellen

Fabrieksinstelling

Reinigingsprogramma's

Transport

Bij gemonteerde D-reinigingskop

Opslag Onderhoud

Onderhoudsschema

Na het werk

61 NL

background image

     - 

8

Apparaat aan de buitenkant met een 

vochtige, in mild zeepsop gedrenkte 

doek reinigen.

Zuiglippen en schraaplippen reinigen, 

op slijtage controleren en indien nodig 

vervangen.

Borstels op slijtage controleren, indien 

nodig vervangen.

Accu laden.

Bij een voorlopig stilgelegd apparaat: 

vereffeningslading van de accu uitvoe-

ren.

Controleer de batterijpolen op oxidatie, 

borstel ze indien nodig af. Let op stevig-

heid van de verbindingskabels.

Afdichting tussen vuilwaterreservoir en 

deksel reinigen en op dichtheid contro-

leren, indien nodig vervangen.

Bij niet-onderhoudsvrije accu's, zuur-

dichtheid van de cellen controleren.

Borsteltunnel reinigen (alleen R-reini-

gingskop)

Waterverdeellijst aan de reinigingskop 

verwijderen en waterkanaal reinigen 

(alleen R-reinigingskop).

Voorgeschreven inspectie door klan-

tendienst laten uitvoeren.

Ter verzekering van een betrouwbare wer-

king van het apparaat kunt u met het be-

voegde Kärcher-verkoopkantoor een on-

derhoudscontract afsluiten.

Deksel vuilwatertank openen.

Duw de klikhaken samen.

Verwijder de vlotter.

Draai de beschermzeef van de turbine 

tegen de klok.

Neem de beschermzeef van de turbine 

weg.

Spoel het vuil op de beschermzeef van 

de turbine af met water.

Breng de beschermzeef van de turbine 

opnieuw aan.

Breng de vlotter aan.

Zuigbalk wegnemen.

Stergrepen er uit schroeven.

Kunststofonderdelen verwijderen.

Zuiglippen verwijderen.

Nieuwe zuiglippen inschuiven.

Kunststofonderdelen opschuiven.

Stergrepen inschroeven en vastdraai-

en.

Til de houder van de reinigingskop op 

(zie hoofdstuk „Grijze Intelligent Key/.../

Borstelvorm selecteren“).

Reinigingskop zodanig onder het appa-

raat schuiven dat de slang naar achte-

ren wijst. 

Reinigingskop maar voor de helft onder 

het apparaat schuiven.

Deksel van de reinigingskop wegne-

men.

Stroomtoevoerkabel van de reinigings-

kop met het apparaat verbinden (de-

zelfde kleuren moeten tegen elkaar ko-

men).

Deksel erop zetten en vastzetten.

Reinigingskop in het midden onder het 

apparaat schuiven.

Slangkoppeling aan de reinigingskop 

verbinden met de slang aan het appa-

raat.

Klep in het midden van de reinigingskop 

tussen de vorken in de hendel plaatsen.

Houder van de reinigingsknop zo uit-

richten, dat de boorgaten in hendel en 

reinigingsknop overeenstemmen.

Stift door de boorgaten steken en borg-

plaat naar omlaag zwenken.

Cilinderpen in het boorgat van de trek-

stang schuiven.

Trekstang met pen in de geleibaan aan 

de reinigingskop volledig naar beneden 

schuiven.

Borgplaat in de geleibaan plaatsen en 

laten vergrendelen.

Handeling met de trekstang aan de an-

dere kant herhalen.

Grijze Intelligent Key insteken.

Borsteltype „Disk“ instellen.

Til de houder van de reinigingskop op 

(zie hoofdstuk „Grijze Intelligent Key/.../

Borstelvorm selecteren“).

Reinigingskop zodanig onder het appa-

raat schuiven dat de slang naar achte-

ren wijst. 

Reinigingskop maar voor de helft onder 

het apparaat schuiven.

Maandelijks

Jaarlijks

Onderhoudswerkzaamheden

Onderhoudscontract

Beschermzeef van de turbine reinigen

Zuiglippen vervangen

D-reinigingskop inbouwen

R-reinigingskop inbouwen

62 NL

Оглавление