Karcher ICC 1 D Adv: Onderhoud

82 

Nederlands

Î

Apparaat op een beschutte en droge 

plaats neerzetten.

Î

Voor reinigings- en onderhoudswerk-

zaamheden van het apparaat, het ver-

vangen van onderdelen of het 

ombouwen voor een andere functie 

dient het apparaat te worden uitgescha-

keld en eventueel de contactsleutel te 

worden verwijderd.

Î

Bij werkzaamheden aan de elektrische 

installatie dient de accustekker te wor-

den uitgetrokken of de klemmen van de 

accu te worden losgemaakt.

– Reparaties mogen uitsluitend door 

goedgekeurde klantenservicewerk-

plaatsen of door vaklui voor dit gebied 

worden uitgevoerd die met de betreffen-

de veiligheidsvoorschriften vertrouwd 

zijn.

– Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-

paratuur dient volgens VDE 0701 op 

veiligheid te worden gecontroleerd.



Gevaar

Verwondingsgevaar! Bij een opgeheven 

veeggoedreservoir altijd de zekeringssteun 

neerlaten en met borgpen beveiligen.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Î

Zuigmond en zijbezems ophalen.

Î

Parkeerrem vastzetten.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Motor uitzetten.

Î

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.



Gevaar

Verwondingsgevaar! Veiligheidsbril dra-

gen.

Het apparaat dient dagelijks na einde van 

het werk gereinigd te worden.

Tip

Geen agressieve reinigingsmiddelen ge-

bruiken.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Deksel van het reservoir volledig ope-

nen.

Î

Borgpen eruittrekken.

Î

Steunen van het reservoirdeksel uit het 

kader halen en in het veeggoedreser-

voir hangen.

Î

Beveiligen met borgpen.

Î

Veeggoedreservoir door middel van 

een schraper reinigen van grof vuil.

Î

Veeggoedreservoir reinigen met een 

hogedrukreiniger van Kärcher.

Î

Afdichtvlakken van het ventilatorkanaal 

reinigen met een hogedrukreiniger van 

Kärcher.

Î

Zuigmond reinigen met een hogedruk-

reiniger van Kärcher.



Gevaar

Verwondingsgevaar! De ventilator loopt na 

het uitzetten nog enkele seconden na. On-

derhoudsklep pas openen 30 seconden na 

het uitzetten resp. de stilstand van de ven-

tilator.

Waarschuwing

Indien het veeggoedreservoir opgetild of de 

klep geopend wordt bij een ingeschakelde 

ventilator wordt de ventilator automatisch 

uitgezet en afgeremd.

Î

Ventilatorkanaal onder de stoel reinigen 

met een hogedrukreiniger van Kärcher.

Onderhoud

 Algemene aanwijzingen

Algemene veiligheidsinstructies

Motorolie, stookolie, diesel en 

benzine niet in het milieu te-

recht laten komen. Gelieve 

bodem te beschermen en 

oude olie op een milieuvrien-

delijke manier tot afval verwer-

ken.

Reiniging

Reiniging van het apparaat.

Ventilatorkanaal reinigen

Nederlands

 83

Î

Afdekrooster eraf nemen.

– De reiniging van de radiateur mag al-

leen met de motor uit gebeuren.

– De radiateur moet met een lagedrukwa-

terstraal of met perslucht van binnen 

naar buiten gereinigd worden.

– De reiniging mag niet met een hoge-

drukreiniger gebeuren.

Î

Motorafdekking losschroeven.

Î

Water in de ventilatorbehuizing laten af-

lopen door de klep te openen.

Tip

De werkurenteller motor geeft de tijd van de 

onderhoudsintervallen aan.

Onderhoud dagelijks:

Î

Motoroliepeil controleren.

Î

Koelvloeistofstand controleren.

Î

Luchtdruk banden controleren.

Î

Zijbezems en ventilator op slijtage en in-

gewikkelde banden controleren. 

Î

Radiateur reinigen.

Onderhoud wekelijks:

Î

Oliepeil van het hydraulisch systeem 

controleren.

Î

Waterfilter reinigen (al naar gelang de 

waterkwaliteit vaker).

Onderhoud alle 100 bedrijfsuren resp. jaar-

lijks:

Î

Motorolie verversen.

Î

Motoroliefilter vervangen.

Î

Lagers van de vooras smeren.

Î

Lagers van de zijbezemoptrekking sme-

ren.

Î

V-snaar en rondprofielsnaar op slijtage 

controleren.

Î

Brandstoffilter reinigen (alleen apparaat 

met diesel), indien nodig vervangen 

(apparaat met diesel/benzine).

Î

Brandstofslang en klembeugels contro-

leren.

Î

Luchtfilter reinigen.

Î

Vervuilingsindicatie van de hydrauli-

sche filter controleren.

Onderhoud alle 200 bedrijfsuren resp. half-

jaarlijks:

Î

koelslangen en klembeugels controle-

ren.

Waarschuwing

Beschrijving zie hoofdstuk 'Onder-

houdswerkzaamheden'.

Tip

Alle service- en onderhoudswerken bij on-

derhoud door de klant, dienen door een ge-

kwalificeerde vakman uitgevoerd te 

worden. Zo nodig kan altijd een Kärcher-

specialist erbij geroepen worden.

Onderhoud na 20 bedrijfsuren:

Î

Eerste inspectie uitvoeren.

– Onderhoud alle 400 bedrijfsuren resp. 

halfjaarlijks

– Onderhoud alle 1200 bedrijfsuren

Tip

Om aanspraken op garantie te houden, 

moeten tijdens de garantietijd alle service- 

en onderhoudswerken door de geautori-

seerde Kärcher-klantendienst overeen-

komstig het onderhoudsboekje gedaan 

worden.

Voorbereiding:

Î

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Î

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Î

Parkeerrem vastzetten.



Gevaar

Bij reparatiewerken op openbare wegen in 

de gevarenzone van het langsrijdende ver-

keer, waarschuwingskleding dragen.

Let bij de omgang met accu's absoluut op 

de volgende waarschuwingstip:



Gevaar

Explosiegevaar! Geen materiaal of iets der-

gelijks op de accu, d.w.z. op de polen en 

verbindingsstrips van accucellen leggen.



Gevaar

Gevaar voor verwonding! Wonden nooit in 

contact met lood laten komen. Na het wer-

ken aan accu's altijd de handen reinigen.



Gevaar

Brand- en explosiegevaar!

–

Roken en open vuur is verboden.

–

Ruimtes waarin accu's opgeladen wor-

den, dienen goed geventileerd te zijn, 

omdat bij het opladen zeer explosief 

gas ontstaat.



Gevaar

Gevaar voor invreten!

–

Zuurspetters in het oog of op de huid 

met veel schoon water uit- resp. afspoe-

len.

–

Daarna direct een dokter raadplegen.

–

Verontreinigde kleding met water uit-

wassen.

Radiateur reinigen

Water in de ventilatorbehuizing laten af-

lopen

Onderhoudsintervallen

Onderhoud door de klant

Onderhoud door de klantenservice

Onderhoudswerkzaamheden

Veiligheidsvoorschriften accu's

Aanwijzingen voor de accu, in 

de gebruiksaanwijzing en in 

de voertuighandleiding opvol-

gen!

Veiligheidsbril dragen!

Kinderen uit de buurt houden 

van zuren en accu's!

Explosiegevaar!

Vuur, vonken, open licht en ro-

ken verboden!

Gevaar van brandwonden!

Eerste hulp!

Waarschuwingstekst!

Verwijdering!

Accu niet in vuilnisbak gooien!

84 

Nederlands

Î

Achterste afdekking losschroeven.

Î

Accu in de accuklemmen plaatsen.

Î

Klemmen op de accubodem vast-

schroeven.

Î

Poolklem (rode kabel) op de pluspool 

(+) aansluiten.

Î

Poolklem op minpool (-) aansluiten.

Tip

Bij het uitbouwen van de accu moet men 

erop letten, dat eerst de minpoolleiding los-

gemaakt wordt. Controleren, of de accupo-

len en poolklemmen voldoende door 

poolbeschermingsvet beschermd worden.



Gevaar

Gevaar voor verwonding! Houd u aan de 

veiligheidsvoorschriften bij het omgaan met 

accu's. De gebruiksaanwijzing van de fabri-

kant van het laadapparaat opvolgen.



Gevaar

Accu alleen met het geschikte laadappa-

raat opladen.

Î

Pluspool-leiding van het laadtoestel met 

de pluspoolaansluiting van de accu ver-

binden.

Î

Minpool-leiding van het laadtoestel met 

de minpoolaansluiting van de accu ver-

binden.

Î

Stekker in het stopcontact steken en 

laadtoestel inschakelen.

Î

Accu met de kleinst mogelijke laad-

stroom laden.

Tip

Wanneer de accu opgeladen is, het laadap-

paraat eerst van het stroomnet en dan van 

de accu halen.



Gevaar

Verbrandingsgevaar!

Î

Motor laten afkoelen.

Î

Controle van het motoroliepeil op zijn 

vroegst 5 minuten na het uitzetten van 

de motor uitvoeren.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Motorafdekking losschroeven.

Î

Oliepeilstok uittrekken.

Î

Oliepeilstok afvegen en inschuiven.

Î

Oliepeilstok uittrekken.

Î

Oliepeil controleren.

Î

Oliepeilstok weer erin doen.

– Het oliepeil moet zich tussen de "MIN“- 

en „MAX“-markering bevinden.

– Bevindt zich het oliepeil onder de „MIN"-

markering, motorolie bijvullen.

– Motor niet boven „MAX"-markering bij-

vullen.

Î

Sluitschroef van de olievulopening los-

maken.

Î

Motorolie erin doen.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Î

Olievulopening afsluiten.

Î

Minstens 5 minuten wachten.

Î

Motoroliepeil controleren.



Gevaar

Verbrandingsgevaar door hete olie!

Î

Opvangreservoir voor minstens 4 liter 

olie klaarzetten.

Î

Motor laten afkoelen.

Î

Olieaftapschroef uitschroeven.

Î

Sluitschroef van de olievulopening los-

maken.

Î

Olie aftappen.

Î

Rechter zijpaneel losschroeven.

Î

Oliefilter afschroeven.

Î

Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-

nigen.

Î

Afdichting van het nieuwe oliefilter voor 

het inbouwen met olie insmeren.

Î

Nieuw oliefilter inbouwen en handvast 

aanhalen.

Î

Olieaftapplug inclusief nieuwe afdich-

ting erinschroeven.

Tip

Olieaftapplug met een draaimomentsleutel 

op 25 Nm aanhalen.

Î

Motorolie erin doen.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Î

Olievulopening afsluiten.

Î

Motor ca. 10 seconden laten lopen.

Î

Motoroliepeil controleren.

Î

Linker zijpaneel losschroeven.

Î

Parkeerrem vastzetten.

Î

Regeling motortoerental 1/3 uittrekken.

Î

Motor starten.

Î

Vervuilingsindicatie van de hydrauli-

sche filter bij warme olie controleren.

Accu in apparaat plaatsen en aansluiten

Accu laden

Motoroliepeil controleren en olie bijvul-

len

Motorolie en motoroliefilter wisselen

Vervuilingsindicatie van de hydrauli-

sche filter controleren

Nederlands

 85

Î

Indien de indicatie de rode markering 

bereikt, moet het filterelement vervan-

gen worden.

Î

Hydraulisch oliepeil in het kijkglas con-

troleren.

– Het oliepeil moet zich tussen de "MIN“- 

en „MAX“-markering bevinden.

– Bevindt zich het oliepeil onder de „MIN"-

markering, hydraulische olie bijvullen.

Î

vulgebied reinigen.

Î

Sluitschroef van de olievulopening los-

maken.

Î

Oliefilter met oliefilterbehuizing verwij-

deren.

Î

Oliefilter uit de oliefilterbehuizing trek-

ken.

Î

Oliefilter indien nodig vernieuwen.

Î

Hydraulische olie bijvullen.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Î

Alle slangen van het hydraulische sys-

teem en aansluitingen op lekkage con-

troleren.

Onderhoud van het hydraulische systeem 

alleen door de Kärcher-klantendienst.



Gevaar

Gevaar voor verbranding door kokend wa-

ter! Radiateur minstens 20 minuten laten 

afkoelen.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Koelvloeistof biivullen in het koelvloei-

stofexpansievat.

– Bij koude motor: koelwaterpeil boven de 

onderste markering.

– Bij warme motor: koelwaterpeil onder 

de bovenste markering.

– Koelvloeistof mag niet meer dan 50% 

antivries bevatten.



Gevaar

Explosiegevaar!

–

Onderhoud niet in gesloten ruimtes 

doen.

–

Roken en open vuur is verboden.

Î

Motor uitzetten.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Motorafdekking losschroeven.

„

Alleen apparaat met diesel

Î

Brandstoftoevoer sluiten.

Î

Brandstoffilter losschroeven.

Î

Wartelmoer losdraaien en brandstoffil-

ter met inhoud wegnemen.

Î

Brandstoffilter reinigen of vervangen.

Î

Afdichtingsring vernieuwen.

Î

Behuizing brandstoffilter reinigen.

Î

Afdichtingsring vernieuwen.

Î

Wartelmoer stevig aanspannen.

Î

Brandstoffilter weer eropschroeven.

„

Alleen apparaat met benzine

Î

Brandstoftoevoer sluiten.

Î

Slangklemmen aan de aansluitmoffen 

van de brandstoffilter losmaken.

Î

Brandstoffilter eruitnemen.

Oliepeil hydraulisch systeem controle-

ren en hydraulische olie bijvullen

Hydraulisch systeem controleren

Radiateur controleren en onderhouden.

Brandstoffilter reinigen en vervangen

86 

Nederlands

Î

Nieuwe brandstoffilter monteren (door-

stromingsrichting in acht nemen).

Î

Nieuwe brandstoffilter in de aansluits-

langen steken en slangklemmen aan-

spannen.

Algemene controle:

Î

Brandstofslangen en klembeugels op 

lekkage en beschadigingen controle-

ren.

Î

Brandstoftoevoer openen.

Î

Brandstofsysteem ontluchten (alleen 

apparaat met diesel).

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Motorafdekking losschroeven.

Î

Ontluchtingsschroefven 1 en 2 onge-

veer 2 omwentelingen losdraaien.

Î

Geschikt opvangreservoir klaarzetten.

Î

Motor starten tot luchtbelvrije brandstof 

wegstroomt.

Î

Ontluchtingsschroeven aanspannen.

Î

Indien het rode controlelampje van de 

luchtfilter brandt, moet de luchtfilter ge-

reinigd of vervangen worden.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Beugels van het deksel losmaken.

Î

Afsluitdeksel erafnemen.

Î

Filterpatroon eruitnemen en reinigen.

Î

Eventueel nieuwe filterpatronen erinzet-

ten.

Î

Afsluitdeksel reinigen.

Î

Afsluitdeksel eropzetten en vastklem-

men.

Î

Smeernippels in het midden van de 

vooras smeren.

Î

Smeernippel rechts aan de vooras in-

vetten.

Î

Smeernippel links aan de vooras invet-

ten.

Î

Beide smeernippels aan de boven- en 

onderkant van de zijbezemoptrekking 

smeren.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Borgpen uit het veeggoedreservoir trek-

ken.

Î

Zekeringssteunen links en rechts neer-

laten en met borgpen beveiligen.

Î

Motorafdekking losschroeven.

Î

V-snaar ventilatoraandrijving op be-

schadiging en slijtage controleren.

Î

V-snaaraandrijving van de hydraulische 

pomp en van de dynamo op beschadi-

ging en slijtage controleren.

Waarschuwing

De V-snaren worden door een veer aange-

spannen.

Î

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Î

Luchtdrukapparaat aansluiten op het 

bandventiel.

Î

Luchtdruk controleren en indien nodig 

druk bijstellen.



Gevaar

Bij reparatiewerken op openbare wegen in 

de gevarenzone van het langsrijdende ver-

keer, waarschuwingskleding dragen.



Gevaar

Verwondingsgevaar!

Î

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Î

Contactsleutel uitnemen.

Î

Ondergrond controleren op stabiliteit. 

Apparaat nog extra vastzetten met een 

blok achter de wielen; dit om wegrollen 

te vermijden.

Î

Parkeerrem vastzetten.

Banden controleren

Î

Bandenloopvlak controleren op voor-

werpen die in het profiel terechtgeko-

men zijn.

Î

Voorwerpen verwijderen.

Î

Geschikt, in de handel gebruikelijk ban-

denreparatiemiddel gebruiken.

Brandstofsysteem ontluchten (alleen 

apparaat met diesel)

Luchtfilter reinigen en vervangen

Smeren van de vooras

Smeren van de zijbezemoptrekking

V-snaar controleren

Bandenluchtdruk controleren

Luchtdruk voor

2,9 bar

Luchtdruk achter

2,9 bar

Band verwisselen

Nederlands

 87

Tip

De aanbevelingen van de desbetreffende 

fabrikant opvolgen. Verderrijden is met in-

achtneming van de opgaven van de fabri-

kant van het product mogelijk. Verwisselen 

van band of wiel zo spoedig mogelijk laten 

plaatsvinden.

Bevestigingspunt voor krik (voorwielen)

Bevestigingspunt voor krik (achterwielen)

Î

Stalen stang met een diameter van 

20 mm in de vastgelegde boring plaat-

sen.

Î

Krik op het betreffende opnamepunt 

van de voor- resp. achteras plaatsen.

Î

Wielmoeren losdraaien.

Î

Apparaat met de krik opheffen.

Î

Wielmoeren verwijderen.

Î

Wiel wegnemen.

Î

Reservewiel plaatsen.

Î

Wielmoeren aanleggen.

Î

Apparaat met de krik laten zakken.

Î

Wielmoeren aandraaien.

Waarschuwing

Symbooletiketten (krik) op de overeenkom-

stige plaats in acht nemen.

Tip

Geschikte in de handel verkrijgbare krik ge-

bruiken.

Î

Luchtdruk banden controleren.

Î

Zijbezems opheffen.

Î

Veegmachine op een egale en gladde 

bodem rijden die duidelijk met stof of 

krijt bedekt is.

Î

Zijbezems laten zakken en een tijdje la-

ten draaien.

Î

Zijbezems opheffen.

Î

Apparaat achterwaarts wegrijden.

Î

Veegspiegel controleren.

De breedte van de veegspiegel moet tus-

sen 40-50 mm liggen.

Veegspiegelbreedte instellen:

Î

Breedte veegspiegel instellen door de 

aanslag te verstellen.

– Draaien van de schroef in de richting 

van de wijzers van de klok: veegspiegel 

wordt kleiner

– Draaien van de scroef tegen de wijzers 

van de klok in: veegspiegel wordt groter

Î

Veegspiegel controleren.

Î

Parkeerrem vastzetten.

Î

Zijbezems opheffen.

Î

Handmoeren losdraaien.

Î

zijbezem erafnemen.

Î

nieuwe zijbezem eropschroeven.

Î

Reservoirdeksel losschroeven.

Î

Waterreservoir bijvullen.

Waarschuwing

Waterslang mag voor het vullen van het wa-

terreservoir niet ingevoerd worden (vermij-

den van terugzuiging).

Waterpeilaanduiding voor waterreservoir

Î

Achterste afdekking losschroeven.

Î

Afsluitventiel sluiten.

Î

Wartelmoer losdraaien.

Î

Afsluitventiel openen.

Tip

Erop letten, dat het naar buiten stromende 

water geen schade aanricht.

Î

Achterste afdekking losschroeven.

Î

Afsluitventiel sluiten.

Î

Wartelmoer losdraaien.

Î

Waterfilterbehuizing losschroeven.

Î

Waterfilter reinigen of vernieuwen.

Î

Waterfilterbehuizing reinigen.

Veegspiegel van de zijbezem controle-

ren en instellen

Zijbezem verwisselen

Waterreservoir bijvullen

Waterreservoir ledigen

Waterfilter reinigen en vervangen

88 

Nederlands

Î

Afdichtrubbers controleren.

Î

Wartelmoer losschroeven.

Î

Sproeier verwijderen.

Î

Afdichtingsring wegnemen.

Î

Sproeier reinigen.

1 Verbindingsmoer

2 Sproeier

3 Afdichtingsring

Î

Zuigmond ledigen.

Î

Zijdelingse bevestigingsschroeven van 

de looprollen losmaken.

Î

Looprollen door middel van de instel-

schroef zodanig instellen dat de zijde-

lingse afdichtlijsten vooraan de grond 

raken en achteraan een afstand van 18 

mm tot de grond hebben.

Î

Bevestigingsschroeven van de looprol-

len aanhalen.

Î

Zuigmond optillen.

Waarschuwing

Indien de looprollen niet meer tot op de 

grond kunnen worden neergelaten, moeten 

ze vervangen worden.

Î

Zuigmond ledigen.

Î

Zuigmond optillen door instellen van de 

looprollen.

Î

Bevestigingsschroeven (1) van de af-

dichtlijst verwijderen.

Î

stabilisatieplaat erafnemen.

Î

nieuwe afdichtlijst erinzetten en met sta-

bilisatieplaat vastschroeven.

Waarschuwing

De afdichtlijst moet over de volledige lengte 

in de opname bovenaan aansluiten.

Î

Zuigmond instellen.

– De afdichtlijst moet achteraan aan de 

zuigmond een afstand van 18 mm tot de 

grond hebben.

Afdichtlijst instellen:

Î

Zuigmond ledigen.

Î

Bevestigingsschroeven (1) van de af-

dichtlijst losmaken.

Î

Afdichtlijst zodanig instellen dat ze bij 

een gesloten grof vuilklep de grond 

raakt.

Î

Afdichtlijst bevestigen.

Afdichtlijst vervangen:

Î

Bevestigingsschroeven (1) van de af-

dichtlijst verwijderen.

Î

Stabilisatieplaat (2) wegnemen.

Î

nieuwe afdichtlijst erinzetten en met sta-

bilisatieplaat vastschroeven.

Î

afdichtlijst instellen.

Î

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Î

Bevestigingsschroeven (1) - (6) van de 

borgplaat verwijderen.

Î

Borgplaat en afdichting wegnemen.

Î

Afdichtvlakken reinigen.

Î

Nieuwe afdichting met borgplaat beves-

tigen.

Î

Schijnwerper losschroeven.

Î

Schijnwerper wegnemen en stekker uit-

trekken.

Waarschuwing

Posities van de stekkers in acht nemen.

Î

Schijnwerpers uiteenschroeven.

Î

Behuizing schijnwerpers uiteentrekken 

en horizontaal houden aangezien de 

lampeenheid niet bevestigd is.

Sproeiers aan de zijbezems reinigen

Zuigmond instellen

Afdichtlijst zuigmond vervangen

Afdichtlijst grof vuilklep instellen/ver-

vangen

Afdichting veeggoedreservoir vervan-

gen

Gloeilamp schijnwerper vervangen