Karcher Balayeuse KM 90-60 R G: Voor de inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfstelling: Karcher Balayeuse KM 90-60 R G

background image

     

5

Gevaar

Verwondings- en beschadigingsgevaar! 

Geen vorkheftruck gebruiken om het appa-

raat te lossen.

Ga bij het afladen als volgt te werk:

Kunststof pakband opensnijden en folie 

verwijderen.

Accuzuur in accu doen (zie Hoofdstuk 

Verzorging en Onderhoud).

Accu monteren en aansluiten (zie 

Hoofdstuk Verzorging en Onderhoud).

Spanbandbevestiging bij de aanslag-

punten verwijderen.

Vier gemarkeerde vloerplanken van de 

pallet zijn met schroeven bevestigd. 

Schroef deze planken er af.

Leg de planken op de kant van de pal-

let. Plaats de planken zo, dat ze voor de 

wielen van het apparaat liggen. Beves-

tig de planken met de schroeven.

De in de verpakking bijgevoegde bal-

ken voor ondersteuning van de helling 

gebruiken.

Houten blokken voor het vastzetten van 

de wielen verwijderen en onder de hel-

ling schuiven.

Apparaat over de zo verkregen helling 

van de pallet duwen.

Het apparaat kan op 2 manieren bewogen 

worden:

(1) Apparaat schuiven (zie veegmachine 

zonder zelfaandrijving bewegen).

(2) Apparaat verrijden (zie veegmachine 

met zelfaandrijving bewegen).

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor het inleggen van 

de vrijloop moet het apparaat beveiligd 

worden tegen wegrollen.

Apparaatkap openen.

Vrijloophefboom op positie OFF zetten.

Instructie:

Wanneer de vrijloophefboom 

niet vastgeklikt kan worden, het apparaat 

lichtjes naar voren en naar achteren bewe-

gen.

– Rijaandrijving is zo buiten werking.

– Remwerking is niet meer voorhanden.

Apparaatkap sluiten.

Het apparaat kan verschoven worden.

Instructie:

 Beweeg de veegmachine zon-

der zelfaandrijving niet over lange afstan-

den en niet sneller dan 6 km/h.

Vrijloophefboom op positie ON zetten.

Rijaandrijving is gebruiksklaar.

Apparaatkap sluiten.

Het apparaat is rijklaar.

Instructie:

 Het apparaat is uitgerust met 

een automatische parkeerrem die na het 

uitzetten van de motor en bij het verlaten 

van de stoel geactiveerd wordt.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Contactsleutel uitnemen.

Gevaar

Explosiegevaar!

Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing 

aangegeven brandstof mag worden ge-

bruikt.

Niet in gesloten ruimtes tanken.

Roken en open vuur is verboden.

Let erop dat er geen brandstof op hete 

oppervlakken komt.

Overgelopen brandstof kan in combina-

tie met de ventilator een explosief 

brandstof-luchtmengsel vormen.

Motor uitzetten.

Apparaatkap openen.

Tankdop openen.

Trechter aanbrengen.

'Normale loodvrije benzine' tanken.

Tank maximaal tot 1 cm onder de on-

derkant van de vulopening vullen.

Overgelopen brandstof afvegen, trech-

ter verwijderen en tankdop sluiten.

Apparaatkap sluiten.

Instructie:

 De inhoud van de tank is vol-

doende voor een bedrijf van het apparaat 

van ca. 1 uur.

Motoroliepeil controleren.

Vloeistofpeil van de brandstoftank con-

troleren.

Vulpeil van de hydraulische olie contro-

leren.

Zijbezems controleren.

Keerrol controleren.

Stoffilter reinigen.

Veeggoedcontainer legen.

Luchtdruk banden controleren.

Instructie:

 Beschrijving zie hoofdstuk Re-

paraties en onderhoud.

Voorzichtig

Beschadigingsgevaar van de as! Voor elke 

rit moet gecontroleerd worden dat de vrij-

loophendel op de positie ON staat.

Voorzichtig

De luchtaanzuigopeningen achter de 

chauffeursstoel mogen niet afgedekt wor-

den. Er mogen geen voorwerpen naast of 

achter de stoel neergelegd worden.

Hefboom stoelverstelling naar binnen 

trekken.

Stoel verschuiven, hefboom loslaten en 

vastzetten.

Door vooruit- en terugbewegen van de 

stoel controleren of hij vast zit.

Instructie:

 De max. toegelaten lading van 

het aflegvlak bedraagt 20 kg.

Lading door geschikte bevestiging aan 

de 4 ogen bevestigen.

1 Rijden

Naar gebruiksplaats rijden.

2 Vegen met veegrol

Veegrol wordt neergelaten.

3 Vegen met keerrol en zijbezems

Keerrol en zijbezems worden neergela-

ten.

Instructie:

Het apparaat is uitgerust met 

van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-

ten van de chauffeursstoel wordt het appa-

raat uitgeschakeld.

Instructie:

 Indien de zitcontactschakelaar 

het apparaat uitgeschakeld heeft, contact-

Voor de inbedrijfstelling

Afladen

Veegmachine zonder zelfaandrij-

ving bewegen

Veegmachine met zelfaandrijving 

bewegen

Inbedrijfstelling

 Algemene aanwijzingen

Tanken

Controle- en onderhoudswerkzaam-

heden

Werking

Chauffeursstoel instellen

Aflegvlak

Programma's selecteren

Apparaat starten

65 NL

background image

     - 

6

sleutel op “0“ draaien om te verhinderen 

dat de batterij ontlaadt.

Apparaatkap openen.

Brandstoftoevoer openen.

Draaiknop langs de slang van de brand-

stofkraan stellen.

Apparaatkap sluiten.

Op de chauffeursstoel plaatsnemen.

Rijpedaal NIET gebruiken.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten.

Alleen bij koud of nat weer: choke-hen-

del naar boven trekken. Loopt de motor, 

dan de choke-hendel weer naar bene-

den duwen.

Contactsleutel boven stand 1 uit-

draaien.

Is het apparaat gestart, dan contact-

sleutel loslaten.

Instructie:

 De startmotor nooit langer dan 

10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw 

gebruiken van de startmotor minstens 10 

seconden wachten.

Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-

ken. 

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-

rijden mogen derden niet in gevaar ge-

bracht worden, eventueel aanwijzingen 

laten geven.

Gaspedaal "achteruit" langzaam in-

drukken. 

– Met de rijpedalen kan de rijsnelheid 

traploos geregeld worden.

– Vermijd schokkerig gebruik van het pe-

daal, omdat de hydraulische installatie 

anders beschadigd kan raken.

– Bij capaciteitsafname op hellingen het 

rijpedaal zachtjes terugnemen.

Rijpedaal loslaten, het apparaat remt 

zelf en blijft staan.

Over vaststaande hindernissen tot 50 mm 

heen rijden:

Langzaam en voorzichtig in voorwaart-

se richting overheen rijden.

Over vaststaande hindernissen boven 50 

mm heen rijden:

Er mag alleen over hindernissen heen 

gereden worden met een geschikte op-

rijdrempel.

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Bij geopende 

grofvuilklep kan de veegwals stenen of split 

naar voren wegslingeren. Erop letten, dat 

geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-

vaar gebracht worden.

Voorzichtig

Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-

teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-

schadiging van het veegmechanisme.

Voorzichtig

Om een beschadiging van de vloer te ver-

mijden de veegmachine niet ter plaatse ge-

bruiken.

Instructie:

 Om een optimaal reinigingsre-

sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan 

de omstandigheden aangepast worden.

Instructie:

 Tijdens het gebruik moet het 

veeggoedreservoir op gezette tijden gele-

digd worden.

Instructie:

 Bij oppervlaktereiniging alleen 

veegrol laten zakken.

Instructie:

 Bij reiniging van zijranden ook 

de zijbezems laten zakken.

Programmaschakelaar op markering 2 

zetten. Veegrol wordt neergelaten.

Instructie:

 Keerrol start automatisch.

Instructie:

 Voor het opvegen van grotere 

deeltjes tot een hoogte van 50 mm, bv. si-

garettenpakjes, moet de grofvuilklep kort 

opgeheven worden.

Grofvuilklep opheffen:

Pedaal grofvuilklep naar voren drukken 

en vastgedrukt houden.

Voor het legen voet van het pedaal ne-

men.

Instructie:

 Alleen bij volledig naar bene-

den gelaten grofvuilklep ist een optimaal 

reinigingsresultaat te bereiken.

Programmaschakelaar op markering 3 

zetten. Zijbezems evenals keerrol wor-

den neergelaten.

Instructie:

 Veegrol en zijbezems lopen au-

tomatisch aan.

Instructie:

 Tijdens het gebruik moet het 

veeggoedreservoir op gezette tijden gele-

digd worden.

Instructie:

 Tijdens het gebruik moet de 

stoffilter op gezette tijden gereinigd wor-

den.

Nat-/droogklep sluiten.

Nat-/droogklep openen.

Instructie:

 Op die manier wordt een ver-

stopping van het filtersysteem vermeden.

Nat-/droogklep openen.

Instructie:

 De filter wordt zo tegen vochtig-

heid beschermd.

– Handmatige filterreiniging inschakelen.

Toets filterreiniging indrukken De filter-

reiniging begint na een vertraging van 1 

seconde.

Instructie:

Het apparaat is vanuit de fabriek 

op automatische filterreiniging ingesteld.

Instructie:

 Wacht tot de automatische fil-

terreiniging beëindigd is en het stof neerge-

daald is, vooraleer u het veeggoedreservoir 

opent of leegt.

Veeggoedreservoir lichtjes optillen en 

uittrekken.

Veeggoedcontainer legen.

Veeggoedreservoir erin schuiven en la-

ten vastklikken.

Tegenoverliggend veeggoedreservoir 

leegmaken.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Zijbezems en veegrol 

worden opgeheven.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Instructie:

Na het uitzetten van het appa-

raat wordt de stoffilter automatisch ca. 15 

seconden lang gereinigd. In die tijd mag de 

apparaatkap niet geopend worden.

Apparaatkap openen.

Brandstoftoevoer sluiten.

Draaiknop dwars met de slang van de 

brandstofkraan stellen.

Apparaatkap sluiten.

Gevaar

Gevaar voor letsels en beschadigingen! 

Houd bij het transport rekening met het ge-

wicht van het apparaat.

Gevaar

Algemeen moet bij het beladen van het ap-

paraat de vrijloophendel op de positie ON 

staan. Pas dan zijn de rijaandrijving en de 

parkeerrem bedrijfsklaar. Het apparaat 

moet bij hellingen of dalingen altijd met 

zelfaandrijving worden bewogen

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Brandstoftank leegmaken.

Apparaat aan de wielen met spieën 

vastzetten.

Apparaat met spankabels of koorden 

vastzetten.

Brandstofkraan openen

Apparaat inschakelen

Apparaat verrijden

Vooruit rijden

Achteruit rijden

Rijgedrag

Remmen

Over hindernissen heen rijden

Veegbedrijf

Vegen met keerrol

Vegen met opgeheven grofvuilklep

Vegen met zijbezems

Droge bodem vegen

Vezelachtig en droog keergoed (bv. 

droog gras, stro) opvegen

Vochtige of natte bodem vegen

Filterreiniging

Veeggoedcontainer legen

Apparaat uitschakelen

Brandstofkraan sluiten

Transport

66 NL

Оглавление