Karcher Balayeuse KM 90-60 R G: Stillegging Onderhoud
Stillegging Onderhoud: Karcher Balayeuse KM 90-60 R G

-
7
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Instructie:
Markeringen voor bevestigings-
punten op het basisframe in de gaten hou-
den (kettingsymbolen). Het apparaat mag
voor het laden of lossen alleen op hellingen
tot max. 18 % gebruikt worden.
Gevaar
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Als de veegmachine voor langere tijd niet
gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-
ten:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Brandstoftank voltanken en brandstof-
kraan sluiten.
Motorolie verversen.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems
worden opgeheven om de borstels niet
te beschadigen.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Bougies eruitschroeven en ca. 3 cm
3
olie in de bougieopeningen doen. De
motor zonder bougie meerdere malen
laten draaien. Bougie terugschroeven.
Veegmachine tegen wegrollen beveili-
gen.
Veegmachine aan de binnen- en bui-
tenkant reinigen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Accu afklemmen.
Accu elke 2 maanden opladen.
Voor reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden van het apparaat, het ver-
vangen van onderdelen of het
ombouwen voor een andere functie
dient het apparaat te worden uitgescha-
keld, de contactsleutel te worden ver-
wijderd en de batterij te worden
afgeklemd.
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet de batterij afgeklemd
worden.
– Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
– Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
paratuur dient volgens VDE 0701 op
veiligheid te worden gecontroleerd.
– Gebruik uitsluitend de bij het apparaat
geleverde of de in de gebruiksaanwij-
zing bepaalde veegrollen/zijbezems.
De toepassing van andere veegrollen/
zijbezems kan negatieve gevolgen heb-
ben voor de veiligheid.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar! De reiniging van het
apparaat mag niet met een waterslang of
hogedrukstraal gebeuren (gevaar van kort-
sluiting of andere schade).
Gevaar
Verwondingsgevaar! Stofmasker en veilig-
heidsbril dragen.
Apparaatkap openen.
Apparaat met een doek reinigen.
Apparaat met perslucht uitblazen.
Apparaatkap sluiten.
Apparaat met een vochtige, in een mild
zeepsopje gedrenkte doek reinigen.
Instructie:
Geen agressieve reinigings-
middelen gebruiken.
Instructie:
De bedrijfsurenteller geeft het
tijdstip van de onderhoudsintervallen aan.
Onderhoud dagelijks:
Motoroliepeil controleren.
Oliepeil asaandrijving controleren.
Luchtdruk banden controleren.
Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
Onderhoud wekelijks:
Brandstofleidingsysteem op dichtheid
controleren.
Luchtfilter controleren.
Bowdenkabels en bewegende delen op
flexibiliteit controleren
Afdichtlijsten in het veegbereik contro-
leren op instelling en slijtage.
Stoffilter controleren en indien nodig fil-
terkast reinigen.
Onderhoud alle 100 bedrijfsuren:
Brandstofleidingsysteem op dichtheid
controleren.
Motorolie verversen (eerste verversing
na 20 bedrijfsuren).
Bougie controleren.
Zitcontactschakelaar op functionaliteit
controleren.
Accuzuurpeil controleren.
Spanning, slijtage en werking van de
aandrijfriemen (V-snaar en rondpro-
fielsnaar) controleren.
4 rubberen buffers aan de aandrijfas
controleren.
Onderhoud na slijtage:
Afdichtlijsten vervangen.
Veegrol vervangen.
Zijbezems vervangen.
Instructie:
Beschrijving zie hoofdstuk On-
derhoudswerkzaamheden.
Instructie:
Alle service- en onder-
houdswerken bij onderhoud door de klant,
dienen door een gekwalificeerde vakman
uitgevoerd te worden. Indien nodig kan al-
tijd een Kärcher-specialist geraadpleegd
worden.
Onderhoud na 20 bedrijfsuren:
Eerste inspectie uitvoeren.
Onderhoud alle 100 bedrijfsuren
Onderhoud alle 200 bedrijfsuren
Onderhoud alle 300 bedrijfsuren
Instructie:
Om aanspraken op garantie te
behouden, moeten tijdens de garantietijd
alle service- en onderhoudswerken door de
geautoriseerde Kärcher-klantendienst
overeenkomstig het onderhoudsboekje ge-
daan worden.
Voorbereiding:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Gevaar
Verwondingsgevaar!
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden naloop
nodig na het uitzetten. In deze tijd absoluut
uit de buurt blijven van het aandrijfbereik.
– Voor alle onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden apparaat voldoende
laten afkoelen.
– Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor
en uitlaat niet aanraken.
Let bij de omgang met accu's absoluut op
de volgende waarschuwingstip:
Opslag
Stillegging Onderhoud
Algemene aanwijzingen
Reiniging
Reiniging binnenkant apparaat
Reiniging buitenkant apparaat
Onderhoudsintervallen
Onderhoud door de klant
Onderhoud door de klantenservice
Onderhoudswerkzaamheden
Algemene veiligheidsinstructies
Motorolie, stookolie, diesel en
benzine niet in het milieu te-
recht laten komen. Gelieve
bodem te beschermen en
oude olie op een milieuvrien-
delijke manier tot afval verwer-
ken.
Veiligheidsvoorschriften accu's
Aanwijzingen voor de accu, in
de gebruiksaanwijzing en in
de voertuighandleiding opvol-
gen!
Veiligheidsbril dragen!
67 NL

-
8
Gevaar
Explosiegevaar! Geen materiaal of iets der-
gelijks op de accu, d.w.z. op de polen en
verbindingsstrips van accucellen leggen.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Wonden nooit in
contact met lood laten komen. Na het wer-
ken aan accu's altijd de handen reinigen.
Gevaar
Brand- en explosiegevaar!
–
Roken en open vuur is verboden.
–
Ruimtes waarin accu's opgeladen wor-
den, dienen goed geventileerd te zijn,
omdat bij het opladen zeer explosief
gas ontstaat.
Gevaar
Gevaar voor invreten!
–
Zuurspetters in het oog of op de huid
met veel schoon water uit- resp. af-
spoelen.
–
Daarna direct een dokter raadplegen.
–
Verontreinigde kleding met water uit-
wassen.
De meegeleverde batterij moet voor de in-
bouw gevuld worden met het bijgevoegde
zuur.
Gevaar
Explosiegevaar. Voor een goede ventilatie
zorgen.
Verwondingsgevaar, explosiegevaar. Vei-
ligheidsinstructies betreffende de omgang
met batterijen in de afzonderlijke gebruiks-
aanwijzing van het toestel in acht nemen.
1 Celsluiting
2 Slangnippel
3 Overloopslang van accu
Frontbeplating openen.
Overloopslang van accu aftrekken.
Accu uit houder nemen.
Celsluitingen losdraaien.
Cellen tot de markering "UPPER LE-
VEL" vullen met het bijgevoegde zuur.
Celsluitingen vastschroeven.
Frontbekleding wegnemen.
Accu in de accuklemmen plaatsen.
Poolklem (rode kabel) op de pluspool
(+) aansluiten.
Poolklem op minpool (-) aansluiten.
Instructie:
Controleren of de batterijpolen
en poolklemmen voldoende door poolbe-
schermingsvet beschermd worden.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Houd u aan de
veiligheidsvoorschriften bij het omgaan met
accu's. De gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant van het laadapparaat opvolgen.
Gevaar
Accu alleen met het geschikte laadappa-
raat opladen.
Accu afklemmen.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Pluspool-leiding van het laadtoestel
met de pluspoolaansluiting van de accu
verbinden.
Minpool-leiding van het laadtoestel met
de minpoolaansluiting van de accu ver-
binden.
Stekker in het stopcontact steken en
laadtoestel inschakelen.
Instructie:
Wanneer de batterij opgeladen
is, het laadapparaat eerst van het stroom-
net en dan van de batterij halen.
Celsluitingen inschroeven.
Frontbekleding wegnemen.
Poolklem op minpool (-) afklemmen.
Poolklem op pluspool (+) afklemmen.
Batterij uit de batterijhouder nemen.
Verbruikte batterij conform de geldende
bepaleingen verwijderen.
Voorzichtig
Bij met zuur gevulde accu's regelmatig het
vloeistofpeil controleren.
– Het zuur van een volledig opgeladen
accu heeft bij 20 °C een soortelijk ge-
wicht van 1,28 kg/l.
– Het zuur van een gedeeltelijk ontladen
accu heeft een soortelijk gewicht tus-
sen 1,00 en 1,28 kg/l.
– In alle cellen moet het soortelijk gewicht
van het zuur gelijk zijn.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Uit iedere cel met de zuurtester een
monster nemen.
Het zuurmonster weer terugdoen in de-
zelfde cel.
Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-
destilleerd water tot aan de markering
bijvullen.
Accu laden.
Celsluitingen inschroeven.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Luchtdrukapparaat aansluiten op het
bandventiel.
Luchtdruk controleren en indien nodig
druk bijstellen.
De luchtdruk voor de voorbanden moet
ingesteld worden op 4 bar.
De luchtdruk voor de achterbanden
moet ingesteld worden op 4 bar.
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel uitnemen.
Bij reparatiewerkzaamheden op publie-
ke wegen in het gevarenbereik van
doorstromend verkeer waarschuwings-
kleding dragen.
Ondergrond controleren op stabiliteit.
Apparaat nog extra vastzetten met een
blok achter de wielen; dit om wegrollen
te vermijden.
Banden controleren
Bandenloopvlak controleren op voor-
werpen die in het profiel terechtgeko-
men zijn.
Voorwerpen verwijderen.
Geschikt, in de handel gebruikelijk ban-
denreparatiemiddel gebruiken.
Instructie:
De aanbevelingen van de des-
betreffende fabrikant opvolgen. Verderrij-
den is met inachtneming van de opgaven
van de fabrikant van het product mogelijk.
Vervanging van band of wiel zo spoedig
mogelijk laten uitvoeren.
Veeggoedreservoir aan de overeen-
komstige kant lichtjes optillen en eruit
trekken.
Kinderen uit de buurt houden
van zuren en accu's!
Explosiegevaar!
Vuur, vonken, open licht en ro-
ken verboden!
Gevaar van brandwonden!
Eerste hulp!
Waarschuwingstekst!
Verwijdering!
Accu niet in vuilnisbak gooien!
Accuzuur in accu doen
Accu in apparaat plaatsen en aansluiten
Accu laden
Batterij demonteren
Vloeistofpeil van de accu controleren en
bijstellen
1
2
3
Bandenluchtdruk controleren
Band verwisselen
68 NL

-
9
Krik op het betreffende opnamepunt
van de voor- resp. achteras plaatsen.
Apparaat met de krik opheffen.
Borgplaat (alleen achterwiel) verwijde-
ren.
Wiel wegnemen.
Reservewiel plaatsen.
Borgplaat (alleen achterwiel) monteren.
Apparaat met de krik laten zakken.
Veeggoedreservoir erin schuiven en la-
ten vastklikken.
Instructie:
Geschikte in de handel verkrijg-
bare krik gebruiken.
Gevaar
Verbrandingsgevaar!
Motor laten afkoelen.
Controle van het motoroliepeil op zijn
vroegst 5 minuten na het uitzetten van
de motor uitvoeren.
Apparaatkap openen.
Oliepeilstok uitdraaien.
Oliepeilstok afvegen en indraaien.
Oliepeilstok uitdraaien.
Oliepeil controleren.
– Het oliepeil moet zich tussen de "MIN“-
en „MAX“-markering bevinden.
– Bevindt zich het oliepeil onder de
„MIN"-markering, motorolie bijvullen.
– Motor niet boven „MAX"-markering bij-
vullen.
Motorolie in de olievulopening vullen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Oliepeilstok weer indraaien.
Minstens 5 minuten wachten.
Motoroliepeil controleren.
Gevaar
Verbrandingsgevaar door hete olie!
Motor laten afkoelen.
Apparaatkap openen.
Oliepeilstok uitdraaien.
Motorolie met oliewisselpomp 6.491-
538 via de oliebijvulsteun uitzuigen.
Motorolie in de olievulopening vullen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Oliepeilstok weer indraaien.
Minstens 5 minuten wachten.
Motoroliepeil controleren.
Afsluitdeksel erafnemen.
Filterinzet eruit nemen.
Nieuwe filterinzet plaatsen.
Filterlamellen moeten in de richting van
het afsluitdeksel wijzen.
Afsluitdeksel aanbrengen.
Bougiestekker aftrekken.
Bougie uitschroeven en reinigen.
Gereinigde of nieuwe bougie inschroe-
ven.
Bougiestekker opsteken.
Apparaatkap openen.
Brandstoftoevoer sluiten.
Draaiknop dwars met de slang van de
brandstofkraan stellen.
Tankdop openen.
Brandstof door geschikte pomp weg-
pompen.
(1) Vulpeil controleren
Apparaatkap openen.
Sluitschroef van het compensatiereser-
voir eruit draaien.
Controle van het vulpeil van de com-
pensatiecontainer.
Instructie:
Het oliepeil moet 3 mm boven
de bodem van het reservoir liggen.
Voorzichtig
Deze controle mag alleen gebeuren bij een
koude motor.
(2) Vulpeil corrigeren
Sluitschroef van het compensatiereser-
voir eruit draaien.
Indien nodig voorzichtig olie bijvullen.
Container sluiten.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Luchtdruk banden controleren.
Zijbezems opheffen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Zijbezems laten zakken en een tijdje la-
ten draaien.
Zijbezems opheffen.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Veegspiegel controleren.
De breedte van de veegspiegel moet tus-
sen 40-50 mm liggen.
Instructie:
Door de drijvende kogellager
van de zijbezem stelt de veegspiegel zich
bij slijtage van de borstels automatisch bij.
Bij te sterke slijtage moet de zijbezem ver-
vangen worden.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Zijbezems worden om-
hoog gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
3 bevestigingsschroeven aan de onder-
kant losdraaien.
Zijbezem op meenemer steken en vast-
schroeven.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog
gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaat met blok tegen wegrollen be-
veiligen.
Banden of snoeren van veegrol verwij-
deren.
Motoroliepeil controleren en olie bijvul-
len
Motorolie verversen
Luchtfilter vervangen
Bougie reinigen of vervangen
Brandstoftank leegmaken
Vulpeil hydraulische olie controleren en
corrigeren
veegspiegel van de zijbezems controle-
ren
Zijbezem verwisselen
Veegrol controleren
69 NL

-
10
Het verwisselen is nodig, als door het ver-
slijten van de borstels het veegresultaat
zichtbaar minder wordt.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog
gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaat met blok tegen wegrollen be-
veiligen.
Veeggoedreservoir aan de linkerkant
lichtjes optillen en eruit trekken.
Bevestigingsschroef van het zijpaneel
links losdraaien.
Zijpaneel wegnemen.
Trekveer eruit halen.
A Bevestigingsschroef van de onderdruk-
doos
B Bevestigingsmoer van de grofvuilklep
C Schroef van de veegrolcoulisse
Bevestigingsschroef uit de onderdruk-
doos draaien en hendel loszetten.
Bevestigingsmoer van de grofvuilklep
eruit draaien en grofvuilklep eruit halen.
Schroef op de veegrolcoulisse uit-
draaien.
Veegrolafdekking naar links schuiven
en wegnemen.
Veegrol uitnemen.
Inbouwplaats van de veegrol in de rijrich-
ting
Nieuwe veegrol in de veegrolkast schui-
ven en op de aandrijfpen steken.
Instructie:
Bij de inbouw van de nieuwe
veegrol op de positie van de borstelset let-
ten.
Veegrolafdekking aanbrengen.
Bevestigingsschroeven en -moer vast-
schroeven.
Trekveer eruit halen.
Zijpaneel opschroeven.
Veeggoedreservoir aan beide kanten
erin schuiven en laten vastklikken.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems
worden opgeheven.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Veegrol laten zakken en korte tijd laten
draaien.
Veegrol omhoog brengen.
Pedaal voor het opheffen van de grof-
vuilklep bedienen en pedaal ingedrukt
houden.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
De vorm van de veegspiegel vormt een ge-
lijkmatige rechthoek die tussen 50 -70 mm
breed is.
Instructie:
Door het drijvende kogellager
van de keerrol stelt de veegspiegel zich bij
slijtage van de borstels automatisch bij. Bij
te sterke slijtage moet de veegrol vervan-
gen worden.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog
gebracht.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaat met blok tegen wegrollen be-
veiligen.
Veeggoedreservoir aan beide kanten
lichtjes optillen en eruit trekken.
Bevestigingsschroeven van de zijpane-
len aan beide kanten losdraaien.
Zijpanelen wegnemen.
Voorste afdichtlijst
Bevestigingsmoeren van de voorste af-
dichtlijst (1) ietsje losdraaien, voor de
verwisselingen afschroeven.
Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en
moeren nog niet helemaal vastschroe-
ven.
Afdichtlijst richten.
Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-
stellen dat hij met een naloop van 10 -
15 mm naar achteren ligt.
Moeren aandraaien.
Rubberlijst
Bij slijtage verwisselen.
Bevestigingsmoeren van de rubberlijst
(2) afschroeven.
Nieuwe rubberlijst opschroeven.
Achterste afdichtlijst
Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-
stellen dat hij met een naloop van 5 - 10
mm naar achteren ligt.
Bij slijtage verwisselen.
Bevestigingsmoeren van de achterste
afdichtlijst (3) afschroeven.
Veegrol verwisselen
Keerspiegel van de keerrol controleren
Afdichtlijsten instellen en verwisselen
70 NL

-
11
Nieuwe afdichtlijst opschroeven.
Zijdelingse afdichtlijsten
Bevestigingsmoeren van de zijdelingse
afdichtlijst ietsje losdraaien, voor de
verwisselingen afschroeven.
Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en
moeren nog niet helemaal vastschroe-
ven.
Ondergrond met 1 -3 mm sterkte onder-
schuiven om de bodemafstand instel-
len.
Afdichtlijst richten.
Moeren aandraaien.
Zijpanelen opschroeven.
Veeggoedreservoir aan beide kanten
erin schuiven en laten vastklikken.
몇
Waarschuwing
Voor aanvangen van het verwisselen van
de stoffilter veeggoedcontainer legen. Bij
werkzaamheden aan de filterinstallatie
stofmasker dragen. Veiligheidsvoorschrif-
ten over de omgang met fijne stoffen in acht
nemen.
Apparaatkap openen.
Bevestigingsschroeven losmaken.
Filterhouder naar boven duwen er weg-
nemen.
Lamellenfilter wegnemen.
Nieuwe filter plaatsen.
Op aandrijfkant meenemer in sponning
laten vallen.
Filterhouder terugplaatsen en naar be-
neden duwen.
Bevestigingsschroeven aanspannen.
Instructie:
Bij het aanbrengen van een
nieuwe filter erop letten dat de lamellen on-
beschadigd blijven.
Dichting van de filterkast uit de spon-
ning in de apparaatkap nemen.
Nieuwe dichting plaatsen.
Gevaar
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden naloop
nodig na het uitzetten. In deze tijd absoluut
uit de buurt blijven van het aandrijfbereik.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Apparaatkap openen.
Rondprofielsnaar van de zijbezem op
spanning, slijtage en beschadiging con-
troleren.
V-riem van de keerrolaandrijving op
spanning, slijtage en beschadiging con-
troleren.
Indien nodig de V-riem aan de schroef
naspannen.
V-riem van de keerrolaandrijving op
spanning, slijtage en beschadiging con-
troleren.
A Afvoerslang
B Bevestigingsschroeven
C Achterwandbekleding
Afvoerslang lossen.
Bevestigingsschroeven eruit draaien.
Achterwandbekleding wegnemen.
V-snaar van de asaandrijving op span-
ning, slijtage en beschadiging controleren.
Geribde riem van de generator op
spanning, slijtage en beschadiging con-
troleren.
Slangen aan de zuigturbine controleren
op dichtheid.
De rijsturing/elektronica is ingebouwd ach-
ter het frontpaneel. Als er een zekering ver-
vangen dient te worden, dan moet het
frontpaneel weggenomen worden.
Schroeven van het frontpaneel los-
draaien.
Instructie:
Zekeringsbekleding zie binnen-
kant. Alleen zekeringen met dezelfde zeke-
ringswaarde gebruiken.
Defecte zekeringen vervangen.
Frontpaneel weer aanbrengen.
Stoffilter verwisselen
Filterkastdichting verwisselen
Aandrijfriem controleren
Zuigturbine controleren
Zekeringen rijsturing/elektronica ver-
vangen
71 NL
Оглавление
- Inhaltsverzeichnis
- Funktion Bestimmungsgemäße Ver- wendung
- Bedien- und Funktionselemente
- Vor Inbetriebnahme
- Stilllegung Pflege und Wartung
- Hilfe bei Störungen
- Technische Daten
- Zubehör
- Contents
- Function Proper use
- Operating and Functional Elements
- Before Startup
- Shutdown Maintenance and care
- Troubleshooting
- Technical specifications
- Accessories
- Table des matières
- Fonction Utilisation conforme
- Eléments de commande et de fonction
- Avant la mise en service
- Remisage Entretien et maintenance
- Assistance en cas de panne
- Caractéristiques techniques
- Accessoires
- Indice
- Funzione Uso conforme a destinazione
- Elementi di comando e di funzione
- Prima della messa in funzione
- Fermo dell'impianto Cura e manutenzione
- Guida alla risoluzione dei guasti
- Dati tecnici
- Accessori
- Inhoudsopgave
- Functie Reglementair gebruik
- Elementen voor de bediening en de functies
- Voor de inbedrijfstelling
- Stillegging Onderhoud
- Hulp bij storingen
- Technische gegevens
- Toebehoren
- Índice de contenidos
- Función Uso previsto
- Elementos de operación y funcionamiento
- Antes de la puesta en marcha
- Parada Cuidados y mantenimiento
- Ayuda en caso de avería
- Datos técnicos
- Accesorios
- Índice
- Funcionamento Utilização conforme o fim a que se destina a máquina
- Elementos de comando e de funcionamento
- Antes de colocar em funcio- namento
- Desactivação da máquina Conservação e manutenção
- Ajuda em caso de avarias
- Dados técnicos
- Acessórios
- Indholdsfortegnelse
- Funktion Bestemmelsesmæssig an- vendelse
- Betjenings- og funktionselementer
- Inden ibrugtagning
- Afbrydning/nedlæggelse
- Pleje og vedligeholdelse
- Hjælp ved fejl
- Tekniske data
- Tilbehør
- Innholdsfortegnelse
- Funksjon Forskriftsmessig bruk
- Betjenings- og funksjonelementer
- Før den tas i bruk
- Sette bort
- Pleie og vedlikehold
- Feilretting
- Tekniske data
- Tilbehør
- Innehållsförteckning
- Funktion Ändamålsenlig användning
- Manövrerings- och funktionselement
- Före ibruktagande
- Nedstängning
- Skötsel och underhåll
- Åtgärder vid störningar
- Tekniska data
- Tillbehör
- Sisällysluettelo
- Toiminta Käyttötarkoitus
- Ohjaus- ja käyttölaitteet
- Ennen käyttöönottoa
- Seisonta-aika Hoito ja huolto
- Häiriöapu
- Tekniset tiedot
- Tarvikkeet
- Πίνακας περιεχομένων
- Λειτουργία Χρήση σύμφωνα με τους κανονισμούς
- Στοιχεία χειρισμού και λειτουργίας
- Πριν τη θέση σε λειτουργία
- Διακοπή της λειτουργίας Φροντίδα και συντήρηση
- Αντιμετώπιση βλαβών
- Τεχνικά χαρακτηριστικά
- Εξαρτήματα
- İ çindekiler
- Fonksiyon Kurallara uygun kullan ı m
- Kullan ı m ve çal ı ş ma elemanlar ı
- Cihaz ı çal ı ş t ı rmaya ba ş lamadan önce
- Durdurma Koruma ve Bak ı m
- Ar ı zalarda yard ı m
- Teknik Bilgiler
- Aksesuar
- Оглавление
- Назначение Использование по назначению
- Описание элементов управления и рабочих узлов
- Перед началом работы
- Вывод из эксплуатации Уход и техническое обслуживание
- Помощь в случае неполадок
- Технические данные
- Принадлежности
- Tartalomjegyzék
- Funkció Rendeltetésszer ű használat
- Kezelési- és funkciós elemek
- Üzembevétel el ő tt
- Leállítás Ápolás és karbantartás
- Segítség üzemzavar esetén
- M ű szaki adatok
- Tartozékok
- Obsah
- Funkce Používání v souladu s ur č ením
- Ovládací a funk č ní prvky
- P ř ed uvedením do provozu
- Odstavení Ošet ř ování a údržba
- Pomoc p ř i poruchách
- Technické údaje
- P ř íslušenství
- Vsebinsko kazalo
- Delovanje Namenska uporaba
- Upravljalni in funkcijski elementi
- Pred zagonom
- Mirovanje naprave Nega in vzdrževanje
- Pomo č pri motnjah
- Tehni č ni podatki
- Pribor
- Spis tre ś ci
- Funkcja U ż ytkowanie zgodne z przeznaczeniem
- Elementy urz ą dzenia
- Przed pierwszym uruchomieniem
- Wy łą czenie z eksploatacji Czyszczenie i konserwacja
- Usuwanie usterek
- Dane techniczne
- Akcesoria
- Cuprins
- Func ţ ionarea Utilizarea corect ă
- Elemente de utilizare ş i func ţ ionale
- Înainte de punerea în func ţ iune
- Scoaterea din func ţ iune Îngrijirea ş i între ţ inerea
- Remedierea defec ţ iunilor
- Date tehnice
- Accesorii
- Obsah
- Funkcia Používanie výrobku v súlade s jeho ur č ením
- Ovládacie a funk č né prvky
- Pred uvedením do prevádzky
- Odstavenie Starostlivos ť a údržba
- Pomoc pri poruchách
- Technické údaje
- Príslušenstvo
- Pregled sadržaja
- Funkcija Namjensko korištenje
- Komandni i funkcijski elementi
- Prije prve uporabe
- Stavljanje ure đ aja van pogona Njega i održavanje
- Otklanjanje smetnji
- Tehni č ki podaci
- Pribor
- Pregled sadržaja
- Funkcija Namensko koriš ć enje
- Komandni i funkcioni elementi
- Pre upotrebe
- Stavljanje ure đ aja van pogona Nega i održavanje
- Otklanjanje smetnji
- Tehni č ki podaci
- Pribor
- Съдържание
- Функция Употреба по предназначение
- Обслужващи и функционални елементи
- Преди пускане в експлоатация
- Спиране от експлоатация Грижи и поддръжка
- Помощ при неизправности
- Технически данни
- Принадлежности
- Sisukord
- Funktsioon Sihipärane kasutamine
- Teenindus- ja funktsioonielemendid
- Enne seadme kasutuselevõttu
- Seismapanek Korrashoid ja tehnohooldus
- Abi häirete korral
- Tehnilised andmed
- Tarvikud
- Satura r ā d ī t ā js
- Darb ī ba Noteikumiem atbilstoša lietošana
- Vad ī bas un funkcijas elementi
- Pirms ekspluat ā cijas uzs ā kšanas
- Iekonserv ē šana Kopšana un tehnisk ā apkope
- Pal ī dz ī ba darb ī bas trauc ē jumu gad ī jum ā
- Tehniskie dati
- Piederumi
- Turinys
- Veikimas Naudojimas pagal paskirt į
- Valdymo ir funkciniai elementai
- Prieš pradedant naudoti
- Laikinas prietaiso nenaudojimas Prieži ū ra ir aptarnavimas
- Pagalba gedim ų atveju
- Techniniai duomenys
- Dalys
- Перелік
- Призначення Правильне застосування
- Елементи управління і функціональні вузли
- Перед початком роботи
- Зберігання Догляд та технічне обслуговування
- Допомога у випадку неполадок
- Технічні характеристики
- Аксесуари