Karcher Aspirateur de voirie IC 15-240 W Classic: Inbedrijfstelling

Inbedrijfstelling: Karcher Aspirateur de voirie IC 15-240 W Classic

background image

     - 

4

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor het inleggen van 

de vrijloop moet het apparaat beveiligd 

worden tegen wegrollen.

Kap van het apparaat openen en met 

de kapsteun vastzetten.

1 Vrijloophefboom

Rode vrijloophefboom naar omlaag duwen, 

naar links schuiven en vastklikken.

Rijaandrijving is zo buiten werking.

Apparaatkap sluiten.

Het apparaat kan verschoven worden.

Instructie:

 De stofzuiger voor licht afval zonder 

zelfaandrijving niet over lange afstanden en niet 

sneller dan 6 km/u bewegen.

Vrijloophefboom naar omlaag duwen, 

naar rechts schuiven en vastklikken.

Rijaandrijving is gebruiksklaar.

Apparaatkap sluiten.

Het apparaat is rijklaar.

Instructie:

 De hier vermelde aanbouwsets 

behoren niet tot de leveringsomvang van 

het apparaat en moeten indien nodig af-

zonderlijk besteld worden.

Instructie:

 Hier niet vermelde aanbouw-

sets hebben een afzonderlijke montage-

handleiding.

Het zwenkwiel wordt gemonteerd aan het 

voorste uiteinde van de zuigbuis.

Bevestigingsklem van het zwenkwiel 

over de zuigbuis schuiven.

Zwenkwiel uitrichten en snelsluiting 

sluiten.

Apparaat op een egaal oppervlak neer-

zetten.

Contactsleutel uitnemen.

Gevaar

Explosiegevaar!

Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing 

aangegeven brandstof mag worden ge-

bruikt.

Niet in gesloten ruimtes tanken.

Roken en open vuur is verboden.

Let erop dat er geen brandstof op hete 

oppervlakken komt.

Alleen reservekanisters gebruiken die 

geschikt zijn voor brandstof.

Motor uitzetten.

Kap van het apparaat openen en met 

de kapsteun vastzetten.

Tankdop openen.

'Normale loodvrije benzine' tanken.

Tank maximaal tot 2,5 cm onder de on-

derkant van de vulopening vullen.

Overgelopen brandstof wegvegen, 

tanksluiting dichtdraaien.

Apparaatkap sluiten.

Motoroliepeil controleren. *

Vloeistofpeil van de brandstoftank con-

troleren.

Vulpeil hydraulische olie controleren. *

Afvalreservoir leegmaken.

Luchtdruk banden controleren. *

* Beschrijving zie hoofdstuk 'Reparaties en 

onderhoud'.

Indien het opgezogen goed in een vuilnis-

zak opgevangen moet worden, heeft u de 

aanbouwset vuilniszak nodig.

Zuigkop naar boven zwenken.

1 Huls

2 Vuilniszak, 240 liter

Huls met de lus naar beneden op de 

grond plaatsen.

Vuilniszak over de huls stulpen.

Huls met vuilniszak omdraaien en met 

de korte kant naar achteren in het afval-

reservoir plaatsen.

Bovenste rand van de vuilniszak rond 

de rand van het afvalreservoir naar bui-

ten omvouwen.

Zuigkop naar omlaag zwenken.

Gevaar

Langere gebruiksduur van het apparaat 

kan door de vibraties leiden tot doorbloe-

dingstoornissen in de handen.

Een algemeen geldende duur voor het ge-

bruik kan niet vastgelegd worden aange-

zien die afhangt van verschillende factoren:

– persoonlijke neiging tot slechte door-

bloeding (vaak koude vingers, kriebe-

len van de vingers).

– Lage omgevingstemperatuur. Warme 

handschoenen dragen ter bescherming 

van de handen.

– Stevig vasthouden hindert de doorbloe-

ding.

– Ononderbroken werking is slechter dan 

een werking met pauzen.

Bij een regelmatig, langdurig gebruik van 

het apparaat en bij herhaaldelijk optreden 

van die symptomen (bijvoorbeeld kriebelen 

van de vingers, koude vingers) bevelen wij 

een medisch onderzoek aan.

Instructie:

De brandstofkraan wordt vanuit 

de fabriek open geleverd. Indien het appa-

raat langere tijd werd stilgelegd, brandstof-

kraan openen.

Kap van het apparaat openen en met 

de kapsteun vastzetten.

1 Brandstofkraan

Hefboom in de richting 'ON' schuiven.

Apparaatkap sluiten.

Dissel loslaten.

Choke-hefboom uittrekken.

Contactsleutel boven stand 1 uit-

draaien.

Is het apparaat gestart, dan contact-

sleutel loslaten.

Loopt de motor, dan de choke-hefboom 

weer inschuiven.

Instructie:

 De startmotor nooit langer dan 

10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw 

gebruiken van de startmotor minstens 10 

seconden wachten.

Apparaat zonder zelfaandrijving 

bewegen

Apparaat met zelfaandrijving bewe-

gen

Opbouwsets monteren

Opbouwset zwenkwiel

Inbedrijfstelling

 Algemene aanwijzingen

Tanken

Controle- en onderhoudswerkzaam-

heden

Vuilniszak aanbrengen (alleen met 

aanbouwset vuilniszak)

Werking

Apparaat starten

Brandstofkraan openen

Apparaat inschakelen

50 NL

background image

     

5

Met de gashefboom kan het motortoe-

rental geregeld worden.

Instructie:

 Bij apparaat 1.183-904.0 be-

hoort het zwaailicht tot het leveringspakket.

Het zwaailicht zorgt voor een verhoogde 

opmerkzaamheid van de verkeersdeelne-

mers voor het apparaat en de bediener.

1 Schakelaar

Schakelaar van het zwaailicht inscha-

kelen.

Hefboom ontgrendeling / rem aantrek-

ken en dissel voorzichtig naar voren 

trekken.

Hefboom ontgrendeling / rem aantrek-

ken en dissel voorzichtig naar achteren 

duwen.

Indien de dissel zich niet in de midden-

stand bevindt, kan de hefboom ont-

grendeling / rem losgelaten worden.

Met de dissel kan de rijsnelheid 

traploos geregeld worden.

Vermijd schokkerig gebruik van de dis-

sel, omdat de hydraulische installatie 

anders beschadigd kan raken.

Bij capaciteitsafname op stijgingen de 

dissel zachtjes terugnemen.

Apparaat met de dissel in de gewenste 

richting brengen.

Dissel loslaten, het apparaat remt zelf 

en blijft staan.

Over vaststaande hindernissen tot 50 mm 

heen rijden:

Langzaam en voorzichtig in voorwaart-

se richting overheen rijden.

Over vaststaande hindernissen boven 50 

mm heen rijden:

Er mag alleen over hindernissen heen 

gereden worden met een geschikte op-

rijdrempel.

Instructie:

 Bij apparaat 1.183-904.0 be-

hoort de stoeprand-oprijhulp tot het leve-

ringspakket.

Met de stoeprand-oprijhulp kunnen trappen 

met een maximumhoogte van 14 cm zon-

der platform bereden worden.

Stoeprand in een rechte hoek oprijden.

Voorwiel langzaam over de stoeprand 

rijden.

Zodra het voorwiel op de stoeprand 

staat, bocht maken. Beide achterwielen 

mogen niet tegelijkertijd over de stoep-

rand rijden.

Instructie:

 Tijdens de werking moet het af-

valreservoir regelmatig leeggemaakt of 

door een leeg afvalreservoir vervangen 

worden.

Bij apparaten met aanbouwset bladbla-

zer: luchtafvoeropeningen voor zuig-

werking openen.

Zuigbuis uit de houder trekken en vast-

houden aan de handgreep.

Vuil met de zuigbuis opzuigen.

Na het zuigen de zuigbuis opnieuw in 

de houder steken.

Afval dat te groot is voor de zuigbuis kan 

via de klep voor grof afval in de zak gewor-

pen worden.

Klep grof afval naar omhoog zwenken 

en afval erin werpen.

Klep grof afval sluiten.

Luchtafvoeropeningen voor zuigwer-

king openen.

Blaasbuis uit de houder trekken.

Bladeren met de luchtstraal uit de blaasbuis 

in de gewenste richting blazen. 

Na het blazen de blaasbuis opnieuw in 

de houder steken en luchtafvoerope-

ningen voor zuigwerking openen.

Instructie:

 Bij apparaat 1.183-904.0 behoort 

de fijnstoffilter tot het leveringspakket.

Bij een afnemende zuigkracht en vóór het 

verwijderen van het afvalreservoir moet de 

fijnstoffilter gereinigd worden.

Handgreep filterreiniging meermaals 

heen en weer bewegen en wachten tot 

het stof in het afvalreservoir zich heeft 

gezet.

Instructie:

 Wachten tot het stof zich heeft 

gezet vooraleer de vuilniszak weggenomen 

wordt.

Apparaat stopzetten.

Contactsleutel in stand 0 draaien.

Zuigkop naar boven zwenken.

Huls aan beide lussen uit de vuilniszak 

trekken.

Vuilniszak dichtbinden en uit het afval-

reservoir nemen.

Instructie:

 Wachten tot het stof zich heeft 

gezet vooraleer het afvalreservoir wegge-

nomen wordt.

Apparaat stopzetten.

Contactsleutel in stand 0 draaien.

Zuigkop naar boven zwenken.

Deksel van het afvalreservoir sluiten.

Afvalreservoir naar achteren uit het ap-

paraat trekken.

Instructie:

 Het afvalreservoir kan na het 

wegnemen leeggemaakt en opnieuw aan-

gebracht of door een ander, leeg afvalre-

servoir vervangen worden.

Zuigkop naar boven zwenken.

Afvalreservoir in het apparaat schuiven.

Deksel van het afvalreservoir openen.

Zuigkop naar omlaag zwenken.

Controleren of de dichting van de zuig-

kop rondom afdicht.

Instructie:

Als afvalreservoir kunnen alle 

courante afvalreservoirs conform DIN 840-

1 met een inhoud van 240 liter gebruikt 

worden. Door vereisten van de fabrikant 

kan het noodzakelijk zijn de opname in het 

apparaat te verstellen.

1 Aanslag

Bevestigingsschroeven van de aansla-

gen losmaken.

Afvalreservoir met open deksel in het 

apparaat schuiven.

Zuigkop naar omlaag zwenken.

Afvalreservoir zodanig uitrichten dat de 

zuigkop rondom afdicht.

Aanslagen verschuiven naar het reser-

voir toe en bevestigingsschroeven aan-

spannen.

1 Bevestigingsschroef zuigkop

Bevestigingsschroeven zuigkop aan 

beide kanten losmaken.

Zuigkop op afvalreservoir duwen en te-

gelijkertijd bevestigingsschroeven aan-

spannen.

Toerental motor instellen

Zwaalicht inschakelen (alleen met 

aanbouwset Zwaailicht)

Apparaat verrijden

Vooruit rijden

Achteruit rijden

Rijgedrag

Sturen

Remmen

Over hindernissen heen rijden

Stoeprand-oprijdhulp (optie)

Zuigen

Grof afval erin werpen

Blazen (alleen met aanbouwset 

bladblazer)

Fijnstoffilter reinigen (alleen aan-

bouwset fijnstoffilter)

Vuilniszak verwijderen (alleen met 

aanbouwset vuilniszak)

Afvalreservoir wegnemen

Afvalreservoir plaatsen

Opname voor het afvalreservoir in-

stellen

51 NL

Оглавление