Karcher Aspiro-brosseur CV 85-2 RS: Vervoer Opslag Onderhoud

Vervoer Opslag Onderhoud: Karcher Aspiro-brosseur CV 85-2 RS

background image

     

5

Gevaar

Ongevalgevaar. Indien het apparaat op 

hellingen niet voldoende remwerking ver-

toont, noodstopknop indrukken:

Om met het apparaat vertrouwd te raken, 

de eerste rijpogingen op een open ruimte 

ondernemen.

Gevaar

Kantelgevaar bij de sterke hellingen.

Î

In rijrichting alleen hellingen tot 10% be-

rijden.

Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-

den.

Slipgevaar bij natte bodems.

Î

In bochten langzaam rijden.

Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.

Î

Het apparaat uitsluitend op bevestigde 

ondergrond bewegen.

Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.

Î

Dwars op de rijrichting alleen hellingen 

tot maximaal 10 % berijden.

Î

Op de bedieningsplaats gaan staan en 

het veiligheidspedaal met de linkervoet 

ingedrukt houden.

Î

Gaspedaal niet indrukken.

Î

Nood-stop-knop door draaien ontgren-

delen.

Î

Sleutelschakelaar op „1“ stellen.

Î

Rijrichting met de rijrichtingsschakelaar 

op het bedieningspaneel instellen.

Î

Snelheidsbereik met de schakelaar 

Snelheid selecteren (3 trappen).

Î

Ontgrendelingsknop indrukken.

Î

Om te rijden het gaspedaal voorzichtig 

indrukken.

Instructie

De rijrichting kan ook tijdens de rit veran-

derd worden. Op die manier kunnen door 

meermaal vooruit en achteruit te rijden ook 

sterk vervuilde plaatsen gereinigd worden.

Bij overbelasting wordt de motor van de 

wielaandrijving na een bepaalde tijd uitge-

schakeld.

Î

Apparaat gedurende minstens 15 minu-

ten laten afkoelen.

Î

Zekering rijaandrijving op het bedie-

ningspaneel opnieuw indrukken.

Î

Vóór het zuigen grof vuil, draden en 

snoeren verwijderen van het schoon te 

zuigen oppervlak om te vermijden dat 

ze in de borstels vast komen te zitten.

Waarschuwing!

Beschadigingsgevaar voor bodemdeklaag. 

Apparaat niet op die plaats gebruiken. 

Zuig-/borstelkop alleen tijdens de rit om-

hoog en omlaag zetten. Niet stoppen met 

een omlaag gezette borstel-/zuigkop.

Î

Hendel Borstel-/zuigeenheid omhoog/

omlaag naar beneden bewegen - Zijbe-

zem en borstel-/zuigkop worden om-

laag gezet.

Borstelaandrijving en zuigturbine star-

ten zodra de borste-/zuigeenheid om-

laag gezet wordt 

Î

Gaspedaal bedienen en over het te rei-

nigen oppervlak rijden.

Waarschuwing

Voor het reinigen wordt snelheidstrap 2 

aanbevolen. Snelheidstrap 3 is enkel voor-

zien voor transport.

Î

Snelheidsbereik met schakelaar Snel-

heid selecteren.

Î

Hendel Borstel-/zuigeenheid omhoog/

omlaag naar boven bewegen en naar 

links laten vastklikken - Zijbezem en 

borstel-/zuigkop worden omhoog gezet 

en uitgeschakeld.

Î

Apparaat op een egaal oppervlak neer-

zetten.

Î

Sleutelschakelaar op '0' draaien en 

sleutel uittrekken.

Î

Onderhoudswerkzaamheden „Dage-

lijks / na het bedrijfseinde“ uitvoeren 

(zie hoofdstuk „Onderhoud en instand-

houding“).

Î

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor het in- en uitla-

den van het apparaat mag het hellingsper-

centage van 10% niet overschreden 

worden. Langzaam rijden.

Voorzichtig

Gevaar voor letsels en beschadigingen! 

Houd bij het transport rekening met het ge-

wicht van het apparaat.

Î

Zuigbalk, borstels en spatbescherming 

van het apparaat verwijderen.

Î

Bij het transport in voertuigen moet het 

apparaat conform de geldige richtlijnen 

beveiligd worden tegen verschuiven en 

kantelen.

1 Bevestigingspunten

Voorzichtig

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het 

gewicht van het apparaat bij opbergen in 

acht nemen.

Het apparaat mag alleen binnen worden 

opgeborgen.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor alle werkzaam-

heden aan het apparaat de sleutelschake-

laat op „0“ stellen en de sleutel uittrekken. 

Accustekker uittrekken.

Voor werkbegin:

Î

Toestand van de banden controleren.

Î

Controleren of het binnenste deksel 

van de filterkamer goed sluit.

Î

Zuigslang controleren op vuilafzettin-

gen, indien nodig reinigen.

Î

steekverbindingen van de zuigslang 

controleren op dichtheid.

Î

Veiligheidspedaal, gaspedaal en stuur-

wiel controleren op functionaliteit.

Î

Bij natte accu's het zuurpeil controleren 

en indien nodig gedestilleerd water na-

vullen.

Î

Vulgraad van de filterzak controleren, 

indien nodig vervangen.

Na werkzaamheden::

Î

Borstels reinigen en controleren op slij-

tage. 

De bostels zijn versleten indien ze de 

lengte hebben van de gele borstels.

Î

Apparaat aan de buitenkant met een 

vochtige, in mild zeepsop gedrenkte 

doek reinigen.

Î

Apparaat uitwendig controleren op be-

schadigingen.

Î

Batterijen laden.

Î

Bovenkant van de batterijen reinigen.

Î

Bij natte batterijen de zuurdichtheid 

controleren.

Î

Batterijkabel controleren op correcte 

positie.

Î

Batterijruimte en behuizing van de bat-

terijen reinigen.

Î

Spanning van de aandrijfketting contro-

leren (zie „Onderhoudswerkzaamhe-

den“).

Î

Aandrijfketting controleren op slijtage.

Î

Uitrichting van de borstel-/zuigkop con-

troleren.

Î

Parkeerrem controleren. *

Î

Kettingen, kabellopen en rollen voor het 

omhoog zetten van de borstel-/zuigkop 

en de zijbezem controleren op slijtage 

en spanning. *

Î

Koolborstels en commutator van alle 

motoren controleren op slijtage. *

Î

Spaninrichting van de stuurkettingen 

controleren. *

* Uitvoering door klantendienst.

Remmen

Rijden

Overbelasting

Zuigen

Zuigen beëindigen

Buitenwerkingstelling

Vervoer Opslag Onderhoud

Onderhoudsschema

Dagelijks

Alle 50 bedrijfsuren

Alle 100 bedrijfsuren

Alle 200 bedrijfsuren

40 NL

background image

     - 

6

Ter verzekering van een betrouwbare wer-

king van het apparaat kunt u met het be-

voegde Kärcher-verkoopkantoor een 

onderhoudscontract afsluiten.

1 Filterzak

2 Filterzak

3 Aansluiting

4 Binnendeksel filterkamer

5 Deksel filterkamer

Î

Beide deksels van de filterkamer ope-

nen.

Î

Ritssluiting van de filterzak openen.

Î

Volle filterzak van de aansluitmof trek-

ken.

Î

Filterzak uit de filterzak nemen en ver-

wijderen.

Î

Indien nodig de filterkamer reinigen.

Î

Indien nodig de filterzak van de aan-

sluitmof trekken en uitschudden of rei-

nigen.

1 Reservevak voor filterzakken

Î

Nieuwe filterzak uit het reservevak in 

het deksel nemen en plaatsen.

Î

Opening van de filterzak over de aansluit-

mof schuiven.

Î

Ritssluiting van de filterzak sluiten.

Î

Beide deksels van de filterkamer sluiten.

1 Schroeven

Î

Beide schroeven van de afdekking aan 

de rechterkant van het apparaat verwij-

deren.

Î

Afdekking wegnemen.

1 Schroeven

2 Lagerschild

Î

Schroeven voor de bevestiging van het 

lagerschild losdraaien.

Î

Lagerschild verwijderen.

Î

Borstels eruit trekken.

Î

Nieuwe borstels inschuiven en draaien 

tot de meenemer vastklikt. De rang-

schikking van de borstels moet over-

eenkomen met de bovenstaande 

afbeelding.

Î

Lagerschild en afdekking opnieuw aan-

brengen.

Î

Apparaat op een hard, effen oppervlak 

rijden (geen tapijt).

Î

Apparaat met omlaag gezette borstel-/

zuigkop gedurende 30 seconden ter 

plaatse gebruiken. (gaspedaal voor-

zichtig indrukken zodat de borstels wer-

ken zonder dat het apparaat rijdt).

Î

Borstel-/zuigkop omhoog zetten en ca. 

1 m vooruitrijden.

Î

De borstels hebben op de grond een 

patroon achtergelaten. Patroon beoor-

delen volgens de onderstaande afbeel-

ding:

A Beide borstels produceren een marke-

ring met dezelfde breedte - de borstel-/

zuigkop is parallel aan de grond uitge-

richt.

B De borstels produceren een markering 

met verschillende breedte - de borstel-/

zuigkop moet gejusteerd worden.

1 Schroeven

Î

Schroef aan beide kanten losdraaien, in 

het lengtegat verschuiven en opnieuw 

aandraaien.

– Raakvlak van de achterste borstel ver-

groten - schroeven naar voren ver-

schuiven.

– Raakvlak van de voorste borstel vergro-

ten - schroeven naar achteren ver-

schuiven.

1 Bevestigingsschroef flens

2 Bevestigingsschroef borstel

Î

Bevestigingsschroef flens eruit draaien 

en borstel met flens van de aandrijfas 

trekken.

Î

Bevestigingsschroeven borstel eruit 

draaien en borstel van de flens schei-

den.

Î

Nieuwe borstel in de omgekeerde volg-

orde monteren.

Onderhoudswerkzaamheden

Onderhoudscontract

Filterzak vervangen

Borstelwalsen vervangen

Uitrichting van de borstel-/zuigkop con-

troleren

Uitrichting van de borstel-/zuigkop jus-

teren

Zijbezem vervangen

41 NL

Оглавление