Karcher ICC 2 D ADV STAGE IIIa: Stillegging Onderhoud
Stillegging Onderhoud: Karcher ICC 2 D ADV STAGE IIIa

-
10
Speciaal werktuig (accessoire) erin
hangen en tegen de wijzers van de klok
draaien.
Bevestigingen van de zuigslang losma-
ken.
Slang aan het aansluitstuk koppelen.
Bevestigingen van de zuigsproeier los-
maken.
Zuigsproeier met zuigslang verbinden.
Gas bij stationaire werking op ca. 1800
1/min instellen.
Tip
Het toerental van de motor kan via het dis-
play van het multifunctioneel instrument
opgeroepen worden.
Hydraulisch systeem voor werking in-
schakelen (eerste trap).
Pedaal voor het optillen van de zuig-
mond bedienen.
–
1. Trap = zuigmond opheffen
–
2. Trap = zijbezems in-/uitschakelen
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Zuigbuis met plaat voor werken met
bladzuiger afdekken.
Veeggoedreservoir laten zakken.
Watertoevoer van veegwerking op
bladzuigerwerking omschakelen.
Zuigturbine inschakelen (tweede trap).
Sproeiwater inschakelen.
Waterhoeveelheid via ventiel instellen.
Zuigbuisafdekking verwijderen.
Watertoevoer van bladzuigerwerking
op veegwerking omschakelen.
몇
Waarschuwing
Het apparaat moet bij transport tegen ver-
schuiven gezekerd zijn.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Apparaat aan de wielen met spieën
vastzetten.
Apparaat met spanriemen aan de be-
vestigingsogen links en rechts zekeren.
몇
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging! Het voorste
sleepoog mag niet voor het bevestigen van
het apparaat gebruikt worden.
Gevaar
Bij bergingswerken op openbare wegen in
de gevarenzone van het langsrijdende ver-
keer, waarschuwingskleding dragen.
Gevaar
De hydraulische aandrijving van de veeg-
machine staat wegslepen alleen enkele
meters stapvoets toe uit het gevaarlijke ge-
bied. De veegmachine niet meer dan stap-
voets bewegen.
Gevaar
Het apparaat is niet geschikt voor opladen
per takel.
Tip
Bij wegslepen erop letten, dat het bezem-
systeem niet beschadigd wordt.
Sproeiwater weg laten lopen.
Veeggoedcontainer legen.
Sleeptouw vastmaken aan het sleep-
oog van voren of van achteren.
Apparaat op het transportvoertuig trek-
ken.
Tip
Wanneer het bypassventiel geopend is, is
een zacht bewegen van het apparaat mo-
gelijk.
Bypassventiel met hendel uit boord-
werktuig of steeksleutel (SW 9) ope-
nen.
Als de veegmachine voor langere tijd niet
gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-
ten:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Zijbezems ophalen om de borstels niet
te beschadigen.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Veegmachine tegen wegrollen beveili-
gen, parkeerrem vastzetten.
Brandstoftank voltanken.
Motorolie en motoroliefilter wisselen.
Wanneer vorst verwacht wordt, sproei-
water laten weglopen en controleren, of
genoeg antivries in de koelvloeistof zit.
Waterreservoir en leidingsysteem leeg
maken.
Accu afklemmen.
Accu elke 2 maanden opladen.
Veegmachine aan de binnen- en bui-
tenkant reinigen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Voor reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden van het apparaat, het ver-
vangen van onderdelen of het
ombouwen voor een andere functie
dient het apparaat te worden uitgescha-
Na het werken met de bladzuiger
Transport
Wegslepen
Bypassventiel (accessoire)
Stillegging Onderhoud
Algemene aanwijzingen
97 NL

-
11
keld en eventueel de contactsleutel te
worden verwijderd.
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie dient de accustekker te wor-
den uitgetrokken of de klemmen van de
accu te worden losgemaakt.
–
Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
–
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
paratuur dient volgens VDE 0701 op
veiligheid te worden gecontroleerd.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Veeggoedcontainer legen.
Zuigmond en zijbezems ophalen.
Parkeerrem vastzetten.
몇
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar! De elektrische com-
ponenten in het motorcompartiment mogen
niet met de hogedrukstraal gereinigd wor-
den.
Apparaat dagelijks reinigen na het werk.
Tip
Geen agressieve reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Watertoevoer voor zijbezems en zuig-
mond op werking met hogedrukreiniger
omschakelen.
Hogedrukreiniger inschakelen.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Handspuitpistool afnemen.
Hogedrukslang afrollen.
Veeggoedreservoir reinigen.
Geperforeerde staalplaat van wateraf-
voer aan beide kanten reinigen.
Afdichtvlakken van het zuigkanaal reini-
gen.
Zijbezems reinigen.
Zuigmond reinigen.
Grofvuilklep reinigen.
Wanneer de slangleiding tussen veeg-
goedreservoir en zuigmond verstopt is, als
volgt handelen:
slangleiding van de klauwkoppeling on-
der het voertuig losmaken.
handwiel van het ventiel tegen de wij-
zers van de klok in openen.
slangleiding aan de klauwkoppeling
met de waterleiding verbinden en door-
spoelen.
loskoppelen van de waterleiding en de
slangleiding weer met de zuigmond ver-
binden.
handwiel in de richting van de wijzers
van de klok sluiten.
Spansluitingen van het afdekrooster
openen.
Afdekrooster eraf nemen.
1 Koeler airconditioningssysteem (acces-
soire)
2 Oliekoeler
3 Radiateur
–
De reiniging van de radiateur mag al-
leen met de motor uit gebeuren.
–
De radiateur moet met een onderdruk-
waterstraal of met perslucht zoals bo-
ven beschreven gereinigd worden.
–
De reiniging mag niet met een hoge-
drukreiniger gebeuren.
Apparaat starten.
Gas bij stationaire werking op ca. 1800
1/min instellen.
Hydraulisch systeem voor werking in-
schakelen (eerste trap).
Waterslang voor de zuigmond leggen.
Zuigturbine en zijbezems inschakelen
(tweede trap).
Tip
Zuigturbine ca. 2 minuten laten lopen.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Motor uitzetten.
Afdekrooster reinigen.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Motor uitzetten.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Minstens 1 mi-
nuut wachten tot het blazerrad niet meer
draait.
Reiniging
Reiniging van het apparaat.
Slangleiding reinigen.
Radiateur reinigen
Zuigkanaal en veeggoedreservoir reini-
gen.
Afdekrooster van het zuigkanaal reini-
gen.
Zuigkanaal reinigen.
98 NL

-
12
Bovenste schroef (1) eraf schroeven.
Lijst (2) verwijderen.
Onderste schroeven (3) losmaken.
Afdekrooster verwijderen en zuigkanaal
reinigen.
Tip
De werkurenteller motor geeft de tijd van
de onderhoudsintervallen aan.
Onderhoud dagelijks:
Dynamo reinigen.
Motoroliepeil controleren.
Oliepeil van het hydraulisch systeem
controleren.
Radiateur reinigen.
Afdekrooster van het zuigkanaal reini-
gen.
Koelvloeistofstand controleren.
Luchtfilter controleren, zo nodig reini-
gen.
Slang luchtfilter/motor controleren.
Zijbezems en zuigmond op verslijt en
erin gewikkelde banden controleren.
Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
Onderhoud wekelijks:
Afdichting aanzuigbuis controleren.
Afdichtingen veeggoedreservoir contro-
leren.
Lagers smeren.
Luchtdruk banden controleren.
Ruitensproeierwaterstand controleren.
Waterfilter reinigen (al naar gelang de
waterkwaliteit vaker).
Oliepeil van de waterpomp controleren.
Grofvuilklep op functioneren controle-
ren en of hij gemakkelijk werkt.
Controleren of geleiderollen gemakke-
lijk gaan.
Zijbezemsysteem smeren.
Extra onderhoud elke 50 bedrijfsuren:
controleren of parkeerrem goed werkt.
controleren of hydraulische systeem
lekt.
V-snaar op verslijt controleren.
koelmiddel op bescherming tegen vorst
controleren.
slangen en klembeugels controleren.
wielen controleren.
Aansluitingen en leidingen controleren.
Extra onderhoud elke 150 bedrijfsuren:
Motorolie verversen.
motoroliefilterelement wisselen.
luchtfilter wisselen.
waterafscheider op het brandstoffilter
ledigen.
Accuzuurpeil controleren.
ventilatiespleten van de dynamo reini-
gen.
Beschrijving zie hoofdstuk 'Onderhouds-
werkzaamheden'.
Tip
Alle service- en onderhoudswerken bij on-
derhoud door de klant, dienen door een ge-
kwalificeerde vakman uitgevoerd te
worden. Zo nodig kan altijd een Kärcher-
specialist erbij geroepen worden.
Onderhoud na 50 bedrijfsuren:
Eerste inspectie uitvoeren.
Extra onderhoud elke 150 bedrijfsuren
Tip
Om aanspraken op garantie te houden,
moeten tijdens de garantietijd alle service-
en onderhoudswerken door de geautori-
seerde Kärcher-klantendienst overeen-
komstig het onderhoudsboekje gedaan
worden.
Voorbereiding:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Veeggoedreservoir helemaal opheffen.
Zijbezems laten zakken.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Gevaar
Bij reparatiewerken op openbare wegen in
de gevarenzone van het langsrijdende ver-
keer, waarschuwingskleding dragen.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij alle onder-
houdswerken veeggoedreservoir helemaal
omhoog kantelen en bezemsysteem laten
zakken, om het hydraulisch systeem druk-
loos te maken.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij werken in het
veeggoedreservoir, deksel zekeren.
Gevaar
Gevaar voor verwonding door nadieselen
van motor! Na het afzetten van de motor 5
seconden wachten. In deze tijd absoluut
wegblijven van het werkgebied.
Voor alle onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden apparaat voldoende
laten afkoelen.
–
Koelvloeistof is heet.
–
Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor
en uitlaat niet aanraken.
Let bij de omgang met accu's absoluut op
de volgende waarschuwingstip:
Gevaar
Rekening houden met de voorschriften
voor het voorkomen van ongevallen zoals
DIN VDE 0510, VDE 0105 T.1.
Gevaar
Explosiegevaar! Geen materiaal of iets der-
gelijks op de accu, d.w.z. op de polen en
verbindingsstrips van accucellen leggen.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Wonden nooit in
contact met lood laten komen. Na het wer-
ken aan accu's altijd de handen reinigen.
Gevaar
Brand- en explosiegevaar!
–
Roken en open vuur is verboden.
–
Ruimtes waarin accu's opgeladen wor-
den, dienen goed geventileerd te zijn,
omdat bij het opladen zeer explosief
gas ontstaat.
Gevaar
Gevaar voor invreten!
Onderhoudsintervallen
Onderhoud door de klant
Onderhoud door de klantenservice
Onderhoudswerkzaamheden
Algemene veiligheidsinstructies
Motorolie, stookolie, diesel en
benzine niet in het milieu te-
recht laten komen. Gelieve bo-
dem te beschermen en oude
olie op een milieuvriendelijke
manier tot afval verwerken.
Veiligheidsvoorschriften accu's
Aanwijzingen voor de accu, in
de gebruiksaanwijzing en in de
voertuighandleiding opvolgen!
Veiligheidsbril dragen!
Kinderen uit de buurt houden
van zuren en accu's!
Explosiegevaar!
Vuur, vonken, open licht en ro-
ken verboden!
Gevaar van brandwonden!
Eerste hulp!
Waarschuwingstekst!
Verwijdering!
Accu niet in vuilnisbak gooien!
99 NL

-
13
–
Zuurspetters in het oog of op de huid
met veel schoon water uit- resp. af-
spoelen.
–
Daarna direct een dokter raadplegen.
–
Verontreinigde kleding met water uit-
wassen.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Accu in de accuklemmen plaatsen.
Klemmen op de accubodem vast-
schroeven.
Poolklem (rode kabel) op de pluspool
(+) aansluiten.
Poolklem op minpool (-) aansluiten.
Tip
Bij het uitbouwen van de accu moet men
erop letten, dat eerst de minpoolleiding los-
gemaakt wordt. Controleren, of de accupo-
len en poolklemmen voldoende door
poolbeschermingsvet beschermd worden.
몇
Waarschuwing
Bij met zuur gevulde accu's regelmatig de
vloeistofstand controleren.
–
Het zuur van een volledig opgeladen
accu heeft bij 20 °C een soortelijk ge-
wicht van 1,28 kg/l.
–
Het zuur van een gedeeltelijk ontladen
accu heeft een soortelijk gewicht tus-
sen 1,00 en 1,28 kg/l.
–
In alle cellen moet het soortelijk gewicht
van het zuur gelijk zijn.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Uit iedere cel met de zuurtester een
monster nemen.
Het zuurmonster weer terugdoen in de-
zelfde cel.
Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-
destilleerd water tot aan de markering
bijvullen.
Accu laden.
Celsluitingen inschroeven.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Houd u aan de
veiligheidsvoorschriften bij het omgaan met
accu's. De gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant van het laadapparaat opvolgen.
Gevaar
Accu alleen met het geschikte laadappa-
raat opladen.
Accu afklemmen.
Pluspool-leiding van het laadtoestel
met de pluspoolaansluiting van de accu
verbinden.
Minpool-leiding van het laadtoestel met
de minpoolaansluiting van de accu ver-
binden.
Stekker in het stopcontact steken en
laadtoestel inschakelen.
Accu met de kleinst mogelijke laad-
stroom laden.
Tip
Wanneer de accu opgeladen is, het laad-
apparaat eerst van het stroomnet en dan
van de accu halen.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Luchtdrukapparaat aansluiten op het
bandventiel.
Luchtdruk controleren en indien nodig
druk bijstellen.
Gevaar
Bij reparatiewerken op openbare wegen in
de gevarenzone van het langsrijdende ver-
keer, waarschuwingskleding dragen.
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel uitnemen.
Ondergrond controleren op stabiliteit.
Apparaat nog extra vastzetten met een
blok achter de wielen; dit om wegrollen
te vermijden.
Parkeerrem vastzetten.
Banden controleren
Bandenloopvlak controleren op voor-
werpen die in het profiel terechtgeko-
men zijn.
Voorwerpen verwijderen.
Geschikt, in de handel gebruikelijk ban-
denreparatiemiddel gebruiken.
Tip
De aanbevelingen van de desbetreffende
fabrikant opvolgen. Verderrijden is met in-
achtneming van de opgaven van de fabri-
kant van het product mogelijk. Verwisselen
van band of wiel zo spoedig mogelijk laten
plaatsvinden.
Bevestigingspunt voor krik (voorwielen)
Het bij de levering behorende bevestigings-
punt gebruiken.
Bevestigingspunt voor krik (achterwielen)
Krik op het betreffende opnamepunt
van de voor- resp. achteras plaatsen.
Wielmoeren/wielbouten losmaken.
Apparaat met de krik opheffen.
Wielmoeren/wielbouten verwijderen.
Wiel wegnemen.
Reservewiel plaatsen.
Wielmoeren/wielbouten aanleggen.
Apparaat met de krik laten zakken.
Wielmoeren/wielbouten aanhalen.
Tip
Geschikte in de handel verkrijgbare krik ge-
bruiken.
Gevaar
Verbrandingsgevaar!
Motor laten afkoelen.
Controle van het motoroliepeil op zijn
vroegst 5 minuten na het uitzetten van
de motor uitvoeren.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Oliepeilstok uittrekken.
Oliepeilstok afvegen en inschuiven.
Oliepeilstok uittrekken.
Accu in apparaat plaatsen en aansluiten
Vloeistofpeil van de accu controleren en
bijstellen
Accu laden
Bandenluchtdruk controleren
Luchtdruk voor
3,75 bar
Luchtdruk achter
4,75 bar
Band verwisselen
Aanhaalmoment voorbanden
140 Nm
Aanhaalmoment achterban-
den
120 Nm
Motoroliepeil controleren en olie bijvul-
len
100 NL

-
14
Oliepeil controleren.
Oliepeilstok weer erin doen.
–
Het oliepeil moet zich tussen de "MIN“-
en „MAX“-markering bevinden.
–
Bevindt zich het oliepeil onder de
„MIN"-markering, motorolie bijvullen.
–
Motor niet boven „MAX"-markering bij-
vullen.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Motorolie erin doen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Olievulopening afsluiten.
Minstens 5 minuten wachten.
Motoroliepeil controleren.
Gevaar
Verbrandingsgevaar door hete olie!
Opvangreservoir voor minstens 6 liter
olie klaarzetten.
Motor laten afkoelen.
Olieaftapschroef uitschroeven.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Olie aftappen.
Oliefilter afschroeven.
Bevestigingspunt en afdichtvlakken rei-
nigen.
Afdichting van het nieuwe oliefilter voor
het inbouwen met olie insmeren.
Nieuw oliefilter inbouwen en handvast
aanhalen.
Olieaftapplug inclusief nieuwe afdich-
ting erinschroeven.
Tip
Olieaftapplug met een draaimomentsleutel
op 25 Nm aanhalen.
Motorolie erin doen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Olievulopening afsluiten.
Motor ca. 10 seconden laten lopen.
Motoroliepeil controleren.
Het oliepeil moet zich binnen het kijkglas
bevinden.
Olie erindoen:
Vulgebied reinigen.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Olie erindoen.
Olievulopening afsluiten.
Oliepeil controleren.
Olie vervangen:
Opvangreservoir voor minstens 1 liter
olie klaarzetten.
Olieaftapschroef uitschroeven.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Het oliepeil moet zich binnen het kijkglas
bevinden.
Vulgebied reinigen.
Sluitschroef van de olievulopening los-
maken.
Hydraulische olie bijvullen.
Oliesoort: zie Technische gegevens
Alle slangen van het hydraulische sy-
steem en aansluitingen op lekkage con-
troleren.
Onderhoud van het hydraulische systeem
alleen door de Kärcher-klantendienst.
Gevaar
Gevaar voor verbranding door kokend wa-
ter! Radiateur minstens 20 minuten laten
afkoelen.
Koelvloeistof biivullen in het koelvloei-
stofexpansievat.
Bij koude motor:
–
koelvloeistofpeil moet zich boven de
onderste markering bevinden.
Bij warme motor:
–
koelvloeistofpeil moet zich onder de bo-
venste markering bevinden.
–
Koelvloeistof mag niet meer dan 50%
antivries bevatten.
Gevaar
Explosiegevaar!
–
Onderhoud niet in gesloten ruimtes
doen.
–
Roken en open vuur is verboden.
Motor uitzetten.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Geschikt opvangreservoir klaarzetten.
Brandstoffilterbehuizing losmaken.
Brandstoffilterbehuizing ledigen.
Brandstoffilterbehuizing verwijderen.
Brandstoffilter reinigen of vervangen.
Motorolie en motoroliefilter wisselen
Oliepeil van waterpomp controleren, olie
bijvullen en wisselen.
Oliepeil hydraulisch systeem controle-
ren en hydraulische olie bijvullen
Hydraulisch systeem controleren
Radiateur controleren en onderhouden
Brandstoffilter reinigen en vervangen
101 NL

-
15
Afdichtingen vervangen.
Brandstoffilter weer eropschroeven.
Brandstofslangen en klembeugels op
lekkage en beschadigingen controle-
ren.
Brandstofsysteem ontluchten.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Slang op de ontluchtingsschroef ste-
ken.
Ontluchtingsschroef ca. 1 omwenteling
losmaken.
Geschikt opvangreservoir klaarzetten.
Pompen totdat luchtbelvrije brandstof
wegstroomt.
Ontluchtingsschroef weer sluiten.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Slang op de aftapschroef steken.
Aftapschroef ca. 1 omwenteling losma-
ken.
Geschikt opvangreservoir klaarzetten.
Aftapschroef weer sluiten.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Bevestigingen van de luchtfilterbehui-
zing losmaken.
Afsluitdeksel erafnemen.
Filterpatronen eruitnemen en reinigen.
Eventueel nieuwe filterpatronen erin-
zetten.
Afsluitdeksel reinigen.
Afsluitdeksel eropzetten en vastklem-
men.
Bevestigingen van de luchtfilterbehui-
zing aanbrengen.
Smeernippel rechts en links aan de
vooras invetten.
Smeernippel rechts en links aan de
achteras invetten.
Smeernippel aan scharnierende koppe-
ling invetten.
Smeernippel aan stuurcilinder invetten.
Smeernippel aan stuurcilinder invetten.
Smeernippel aan het bezemsysteem
invetten (8x).
Alleen 4-bezemsysteem:
afdekkappen van het kogelgewricht op-
heffen.
kogelgewricht invetten (8x).
Alleen 4-bezemsysteem:
afdekkappen van het kogelgewricht op-
heffen.
kogelgewricht invetten (8x).
Het centrale smeersysteem verzorgt alle
smeerplaatsen in bepaalde intervallen au-
tomatisch met vet.
Tip
Na intensieve reiniging van het apparaat
moet een extra smeerbeurt plaatsvinden.
Brandstofsysteem ontluchten
Waterafscheider van brandstofsysteem
leegmaken.
Luchtfilter reinigen en vervangen
Lagers smeren.
Bezemsysteem smeren
Centraal smeersysteem (accessoire)
102 NL

-
16
Drukknop (DK) op het centrale smeer-
systeem gebruiken.
Het bezemsysteem wordt door het centrale
smeersysteem niet gesmeerd.
V-snaaraandrijving sproeiwaterpomp
op beschadiging en verslijt controleren.
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
V-snaaraandrijving dynamo op bescha-
diging en verslijt controleren.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Sproeiers reinigen/instellen:
sproeiopeningen (1) met een draad rei-
nigen.
sproeirichting door het verdraaien van
de sproeikop d.m.v. een draad instel-
len.
Ruitenwisserblad vervangen:
bevestigingsschroeven (2) verwijderen.
ruitenwisserblad vervangen.
Parkeerrem vastzetten.
Zijbezems opheffen.
Zijbezem op meenemer steken en vast-
schroeven.
Zijbezems met bevestigingspunt vervan-
gen:
centrale schroef losmaken.
zijbezem erafnemen.
nieuwe zijbezem eropschroeven.
Zijbezems zonder bevestigingspunt ver-
vangen:
zeskantmoeren losmaken.
zijbezem erafnemen.
nieuwe zijbezem eropschroeven.
Luchtdruk banden controleren en even-
tueel instellen.
Gas bij stationaire werking op de instel-
ling toerental motor op 1600-1800 1/
min instellen.
Zijbezems opheffen.
Veegmachine op een egale en gladde
bodem rijden die duidelijk met stof of
krijt bedekt is.
Zijbezems laten zakken en een tijdje la-
ten draaien.
Zijbezems opheffen.
Apparaat achterwaarts wegrijden.
Veegspiegel controleren.
Raakvlakken van zijbezems bij optimale in-
stelling (4-bezemsysteem).
Raakvlakken van zijbezems bij optimale in-
stelling (2-bezemsysteem).
Bevestigingsschroef (1) losmaken.
Zijdelingse helling van de zijbezems
door het verzetten van de beugel (2) in-
stellen.
Tip
De achterste zijbezems altijd eerst instel-
len, omdat de verandering van de achterste
helling ook de helling van de voorste zijbe-
zems beïnvloedt.
Voetruimtemat verwijderen.
Bodemplaten (1) en (2) verwijderen.
Bevestigingsschroef (1) losmaken.
Helling van de zijbezems in de rijrich-
ting door het verzetten van de beugel
(2) instellen.
Tip
Rechter en linker kant altijd met de gelijke
waarde verzetten.
V-snaar controleren
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
Ruitensproeiers onderhouden
Zijbezem verwisselen
Veegspiegel van de zijbezems controle-
ren
Zijdelingse helling van de achterste zij-
bezems instellen (alleen 4-bezemsy-
steem)
Helling in de rijrichting van de achterste
zijbezems instellen (alleen 4-bezemsy-
steem)
103 NL

-
17
Bevestigingsschroeven (1) van de zij-
bezemsophanging losmaken.
Helling van de zijbezems in de rijrich-
ting door het verzetten van de beugel
(2) instellen.
Bevestigingsschroeven (1) en (2) van
de zijbezemsophanging losmaken.
Helling van de zijbezems instellen.
Persdruk van bezems door het verzet-
ten van de instelschroef (3) verhogen/
verlagen.
Tip
De instelling van de persdruk van de be-
zems is bij het 4-bezemsysteem alleen bij
de voorste zijbezems mogelijk.
Tankkoppeling afschroeven.
Textielslang aan de tankkoppeling en
hydrant aansluiten.
Waterreservoir bijvullen.
Tip
Waterreservoir vullen totdat bij de overloop
water eruitkomt.
Tip
Wanneer het waterreservoir helemaal leeg-
gemaakt is, moet na het weer vullen het
sproeiwatersysteem ontlucht worden.
Ventiel openen totdat het water zonder
luchtbellen naar buiten komt.
Ventiel weer sluiten.
Aftapschroef onder het waterreservoir
openen.
Tip
Erop letten, dat het naar buiten stromende
water geen schade aanricht.
Waterkraan (1) sluiten.
Waterfilterbehuizing (D) erafschroeven.
Waterfilter reinigen of vernieuwen.
Waterfilterbehuizing reinigen.
Afdichtrubbers controleren.
Waterfilter monteren.
Waterkraan (1) openen.
Wartelmoer (D) eraf schroeven.
Sproeier (2) eraftrekken.
Sproeier reinigen.
Afdichtlijst instellen:
bevestigingsschroeven van de afdicht-
lijst losmaken.
Zuigmond ledigen.
Afdichtlijsten zijdelings en van achteren
op een bodemafstand van 10 mm in-
stellen.
Bevestigingsschroeven van de afdicht-
lijst aanhalen.
Afdichtlijst vervangen:
bevestigingsschroeven van de afdicht-
lijst losmaken.
stabilisatieplaat erafnemen.
afdichtlijst verwijderen.
nieuwe afdichtlijst erinzetten en met
stabilisatieplaat vastschroeven.
Zuigmond ledigen.
afdichtlijst instellen.
Bevestigingsschroeven van de afdicht-
lijst aanhalen.
Wiel wegnemen.
Bevestigingsmoeren van de geleiderol-
len verwijderen.
Geleiderollen vervangen.
Bevestigingsmoeren van de geleiderol-
len vastschroeven.
Helling in de rijrichting van de voorste
zijbezems instellen (alleen 4-bezemsy-
steem)
Hellen van de zijbezems instellen (alleen
2-bezemsysteem)
Persdruk van bezems instellen
Waterreservoir bijvullen
Sproeiwatersysteem ontluchten
Waterreservoir ledigen
Waterfilter reinigen en vervangen
Sproeiers aan de zijbezems reinigen
Afdichtlijst zuigmond instellen en ver-
vangen (alleen 4-bezemsysteem)
Geleiderollen zuigmond vervangen (al-
leen 4-bezemsysteem)
104 NL
Оглавление
- Inhaltsverzeichnis
- Funktion Bestimmungsgemäße Ver- wendung
- Bedien- und Funktionselemente
- Bedienung
- Vor Inbetriebnahme
- Stilllegung Pflege und Wartung
- Zubehör
- Hilfe bei Störungen
- Technische Daten
- EG-Konformitätserklärung
- Contents
- Function Proper use
- Operating and Functional Elements
- Operation
- Before Startup
- Shutdown Maintenance and care
- Accessories
- Troubleshooting
- Technical specifications
- EC Declaration of Conformity
- Table des matières
- Fonction Utilisation conforme
- Eléments de commande et de fonction
- Utilisation
- Avant la mise en service
- Remisage Entretien et maintenance
- Accessoires
- Assistance en cas de panne
- Caractéristiques techniques
- Déclaration de conformité CE
- Indice
- Funzione Uso conforme a destinazione
- Elementi di comando e di funzione
- Uso
- Prima della messa in funzione
- Fermo dell'impianto Cura e manutenzione
- Accessori
- Guida alla risoluzione dei guasti
- Dati tecnici
- Dichiarazione di conformità CE
- Inhoudsopgave
- Functie Reglementair gebruik
- Elementen voor de bediening en de functies
- Bediening
- Voor de inbedrijfstelling
- Stillegging Onderhoud
- Toebehoren
- Hulp bij storingen
- Technische gegevens
- EG-conformiteitsverklaring
- Índice de contenidos
- Función Uso previsto
- Elementos de operación y funcionamiento
- Manejo
- Antes de la puesta en marcha
- Parada
- Cuidados y mantenimiento
- Accesorios
- Ayuda en caso de avería
- Datos técnicos
- Declaración de conformidad CE
- Índice
- Funcionamento Utilização conforme o fim a que se destina a máquina
- Elementos de comando e de funcionamento
- Manuseamento
- Antes de colocar em funcio- namento
- Desactivação da máquina Conservação e manutenção
- Acessórios
- Ajuda em caso de avarias
- Dados técnicos
- Declaração de conformidade CE
- Indholdsfortegnelse
- Funktion Bestemmelsesmæssig‚ anvendelse
- Betjenings- og funktionselementer
- Betjening
- Inden ibrugtagning
- Afbrydning/nedlæggelse Pleje og vedligeholdelse
- Tilbehør
- Hjælp ved fejl
- Tekniske data
- EU-overensstemmelseser- klæring
- Innholdsfortegnelse
- Funksjon Forskriftsmessig bruk
- Betjenings- og funksjonelementer
- Betjening
- Før den tas i bruk
- Sette bort Pleie og vedlikehold
- Tilbehør
- Feilretting
- Tekniske data
- EU-samsvarserklæring
- Innehållsförteckning
- Funktion Ändamålsenlig användning
- Manövrerings- och funktionselement
- Handhavande
- Före ibruktagande
- Nedstängning Skötsel och underhåll
- Tillbehör
- Åtgärder vid störningar
- Tekniska data
- Försäkran om EU-överens- stämmelse
- Sisällysluettelo
- Toiminta Käyttötarkoitus
- Ohjaus- ja käyttölaitteet
- Käyttö
- Ennen käyttöönottoa
- Seisonta-aika Hoito ja huolto
- Tarvikkeet
- Häiriöapu
- Tekniset tiedot
- EU-standardinmukaisuusto- distus
- Πίνακας περιεχομένων
- Λειτουργία Χρήση σύμφωνα με τους κα - νονισμούς
- Στοιχεία χειρισμού και λειτουργίας
- Χειρισμός
- Πριν τη θέση σε λειτουργία
- Διακοπή της λειτουργίας Φροντίδα και συντήρηση
- Εξαρτήματα
- Αντιμετώπιση βλαβών
- Τεχνικά χαρακτηριστικά
- Δήλωση Συμμόρφωσης των Ε . Κ .
- İ çindekiler
- Fonksiyon Kurallara uygun kullan ı m
- Kullan ı m ve çal ı ş ma elemanlar ı
- Kullan ı m ı
- Cihaz ı çal ı ş t ı rmaya ba ş lama- dan önce
- Durdurma Koruma ve Bak ı m
- Aksesuar
- Ar ı zalarda yard ı m
- Teknik Bilgiler
- AB uygunluk bildirisi
- Оглавление
- Назначение Использование по назначе - нию
- Описание элементов управления и рабочих узлов
- Управление
- Перед началом работы
- Эксплуатация
- Вывод из эксплуатации Уход и техническое обслу - живание
- Принадлежности
- Помощь в случае неполадок
- Технические данные
- Заявление о соответствии ЕС
- Spis tre ś ci
- Funkcja U ż ytkowanie zgodne z prze- znaczeniem
- Elementy urz ą dzenia
- Obs ł uga
- Przed pierwszym uruchomie- niem
- Wy łą czenie z eksploatacji
- Czyszczenie i konserwacja
- Akcesoria
- Usuwanie usterek
- Dane techniczne
- Deklaracja zgodno ś ci UE