Karcher ICC 2 D ADV STAGE IIIa: Inhoudsopgave

Inhoudsopgave: Karcher ICC 2 D ADV STAGE IIIa

background image

     

1

Gelieve vóór het eerste ge-

bruik van uw apparaat deze 

gebruiksaanwijzing te lezen en ze in acht te 

nemen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing 

voor later gebruik of voor eventuele volgen-

de eigenaars.

Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-

heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist 

doorlezen!

Als u bij het uitpakken transportschade 

constateert, neem dan contact op met uw 

distributeur.

Lees voor het ingebruiknemen de ge-

bruiksaanwijzing van uw apparaat en 

let bijzonder goed op de veiligheids-

voorschriften.

De op het apparaat aangebrachte 

waarschuwings- en aanwijzingsborden 

geven aanwijzingen voor gebruik zon-

der gevaar.

Naast de aanwijzingen in de gebruiks-

aanwijzingen moeten de algemene vei-

ligheidsvoorschriften en voorschriften 

ter vermijding van ongevallen van de 

wetgever in acht genomen worden.

Gevaar

Verwondingsgevaar!

Kantelgevaar bij de sterke hellingen.

In de rijrichting mag u slechts verhogin-

gen tot 25% nemen.

Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-

den.

In bochten langzaam rijden.

Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.

Het apparaat uitsluitend op bevestigde 

ondergrond bewegen.

Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.

Dwars op de rijrichting alleen hellingen 

tot maximaal 10 % berijden.

De voor motorrijtuigen voorgeschreven 

maatregelen, regels en verordeningen 

dienen altijd te worden opgevolgd.

De bediener moet het apparaat doel-

matig gebruiken. Hij moet bij het rijden 

rekening houden met de plaatselijke 

omstandigheden en bij het werken met 

dit apparaat goed letten op anderen, 

vooral op kinderen.

Het apparaat mag alleen door perso-

nen worden gebruikt die voor de om-

gang ermee zijn opgeleid of hun 

vaardigheden in het bedienen hebben 

aangetoond en uitdrukkelijk de op-

dracht hebben gekregen voor het ge-

bruik.

Het apparaat mag niet worden gebruikt 

door kinderen of jongeren.

Het meenemen van begeleidende per-

sonen is niet toegestaan.

Het apparaat mag alleen vanuit de stoel 

in beweging gezet worden.

Om onbevoegd gebruik van het appa-

raat te voorkomen, dient men de con-

tactsleutel te verwijderen.

Het apparaat mag nooit onbeheerd 

worden achtergelaten zolang de motor 

nog draait. De bediener mag het appa-

raat pas verlaten, als de motor is uitge-

zet, het apparaat tegen onbedoelde 

bewegingen is afgeschermd, eventueel 

de handrem is aangetrokken en de con-

tactsleutel uit het contact is gehaald.

Gevaar

Verwondingsgevaar!

De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-

den.

Niet over de uitlaat buigen of deze aan-

raken (verbrandingsgevaar).

Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-

ken (verbrandingsgevaar).

Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de 

gezondheid, ze mogen niet worden in-

geademd.

De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-

loop nodig na het uitzetten. In deze tijd 

absoluut uit de buurt blijven van het 

aandrijfbereik.

Gevaar

Gevaar voor verwonding bij lopende diesel-

motor!

De deksel aan de zijkant op de turbine-

behuizing (onder de turbine) nooit ope-

nen.

Niet in de turbinebehuizing grijpen.

Niet met water in de turbinebehuizing 

spuiten.

Er mogen alleen toebehoren en onder-

delen gebruikt worden, die door de fa-

brikant zijn goedgekeurd. Origineel 

toebehoren en originele onderdelen 

staan er borg voor dat het apparaat vei-

lig en storingsvrij gebruikt kan worden.

Een selectie van de meest frequent be-

nodigde reserveonderdelen vindt u 

achteraan in de gebruiksaanwijzing.

Inhoudsopgave

Veiligheidsinstructies  . . . . . 

NL  . . 1

Algemene aanwijzingen  

NL  . . 1

Symbolen op het apparaat

NL  . . 2

Symbolen in de gebruiksaan-

wijzing . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 2

Functie  . . . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 2

Reglementair gebruik . . . . . 

NL  . . 2

Geschikte ondergronden

NL  . . 2

Zorg voor het milieu  . . . . . . 

NL  . . 2

Elementen voor de bediening en 

de functies  . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 3

4-Bezemsysteem  . . . . . 

NL  . . 4

2-Bezemsysteem  . . . . . 

NL  . . 4

Bedieningspaneel . . . . . 

NL  . . 4

Bedieningspaneel . . . . . 

NL  . . 4

Schakellijst  . . . . . . . . . . 

NL  . . 4

Bediening . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 5

Noodknipperlichtinstallatie

NL  . . 5

Multifunctioneel instrument NL  . . 5

Ruitenwisser . . . . . . . . . 

NL  . . 5

Ruitensproei-inrichting  . 

NL  . . 5

Achteruitkijkspiegel instellen NL  . . 5

Buitenspiegel instellen  . 

NL  . . 5

Buitenspiegelverwarming 

(accessoire). . . . . . . . . . 

NL  . . 5

Werkverlichting . . . . . . . 

NL  . . 5

Zwaailicht  . . . . . . . . . . . 

NL  . . 5

Combinatieschakelaar. . 

NL  . . 5

Hendel voor rijrichting . . 

NL  . . 5

Parkeerrem . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Chauffeursstoel instellen

NL  . . 6

Comfortstoel (accessoire)

NL  . . 6

12V-aansluiting . . . . . . . 

NL  . . 6

Blazer  . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Airconditioningssysteem (ac-

cessoire) . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Sturing verse lucht/circulatie-

lucht. . . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Verwarming . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Voor de inbedrijfstelling. . . . 

NL  . . 6

Afladen  . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Algemene aanwijzingen  

NL  . . 6

Tanken. . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Controle- en onderhouds-

werkzaamheden . . . . . . 

NL  . . 6

Werking. . . . . . . . . . . . . . . . 

NL  . . 6

Apparaat starten . . . . . . 

NL  . . 6

Apparaat verrijden. . . . . 

NL  . . 6

Veegbedrijf  . . . . . . . . . . 

NL  . . 7

Veeggoedcontainer legen

NL  . . 9

Veeggoedreservoir manueel 

ledigen . . . . . . . . . . . . . .

NL . . .9

Apparaat uitschakelen . .

NL . . .9

Bladzuigerwerking (acces-

soire)  . . . . . . . . . . . . . . .

NL . . .9

Transport . . . . . . . . . . . .

NL . .10

Wegslepen . . . . . . . . . . .

NL . .10

Stillegging  . . . . . . . . . . . . . .

NL . .10

Onderhoud. . . . . . . . . . . . . .

NL . .10

Algemene aanwijzingen .

NL . .10

Reiniging  . . . . . . . . . . . .

NL . . 11

Onderhoudsintervallen. .

NL . .12

Onderhoudswerkzaamhede

n . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

NL . .12

Toebehoren . . . . . . . . . . . . .

NL . .18

Hulp bij storingen. . . . . . . . .

NL . .19

Technische gegevens  . . . . .

NL . .20

EG-conformiteitsverklaring  .

NL . .21

Garantie. . . . . . . . . . . . . . . .

NL . .21

Veiligheidsinstructies

 Algemene aanwijzingen

Rijfunctie

Apparaten met verbrandingsmotor

Turbinebehuizing

Accessoires en reserveonderdelen

88 NL

Оглавление