Karcher Autolaveuse B 90 R Confort Dose Bp Pack: Werking

Werking: Karcher Autolaveuse B 90 R Confort Dose Bp Pack

background image

     

3

Resterende kabels van de batterijen af-

halen.

Batterijen eruit nemen.

Verbruikte batterijen conform de gel-

dende bepaleingen verwijderen.

Waarschuwing

Voor een onmiddelijke buitengebruikstel-

ling van alle functies de noodstopknoppen 

indrukken en de sleutelschakelaar in de 

stand „0“ draaien.

Vier vloerplanken van de pallet zijn met 

schroeven bevestigd. Schroef deze 

planken er af.

Afbeelding 4, zie omslagpagina

Leg de planken op de kant van de pal-

let. Plaats de planken zo, dat ze voor de 

wielen van het apparaat liggen. Beves-

tig de planken met de schroeven.

De in de verpakking bijgevoegde bal-

ken voor ondersteuning van de helling 

gebruiken.

Houten latten voor de wielen verwijde-

ren.

Afbeelding 5, zie omslagpagina

Aan de hendel van de rem trekken en 

het apparaat bij een aangetrokken hen-

del van het platform schuiven.

of

Nood-stop-knop door draaien ontgren-

delen.

Sleutelschakelaar op „1“ stellen.

Rijrichtingsschakelaar bedienen en ap-

paraat langzaam van het platform rij-

den.

Sleutelschakelaar weer op „0“ zetten.

Het inbouwen van de reinigingskop is be-

schreven in het hoofdstuk „Onderhouds-

werkzaamheden“.

Waarschuwing

Bij veel modellen is de reinigingskop reeds 

gemonteerd.

De montage van de borstels is beschreven 

in het hoofdstuk „Onderhoudswerkzaam-

heden“.

Afbeelding 6, zie omslagpagina

Zuigbalk zodanig in de ophanging 

plaatsen dat de vormplaat boven de op-

hanging ligt.

Vleugelmoeren aanspannen.

Zuigslang plaatsen.

Gevaar

Verwondingsgevaar. Het apparaat niet 

zonder veiligheidsdak tegen vallende voor-

werpen gebruiken in bereiken waar de be-

diener eventueel kan worden geraakt door 

vallende voorwerpen.

Waarschuwing

Voor een onmiddellijke buitengebruikstel-

ling van alle functies de Nood-Uit-schake-

laar indrukken.

Gevaar

Gevaar voor ongelukken. Voor ieder ge-

bruik moet de functie van de parkeerrem op 

een vlak oppervlak gecontroleerd worden. .

Ga op de stoel zitten.

Nood-Uit-schakelaar door draaien ont-

grendelen.

Sleutelschakelaar op „1“ zetten.

Een rijrichting kiezen.

Rijpedaal zacht indrukken.

De rem moet hoorbaar ontgrendelen 

(het controlelampje van de parkeerrem 

op het bedieningspaneel gaat uit). Het 

apparaat moet op een vlak oppervlak 

makkelijk kunnen rollen. Wanneer het 

pedaal wordt losgelaten, valt de rem 

hoorbaar in. Het apparaat moet buiten 

bedrijf gesteld worden en de klanten-

dienst moet ingeschakeld worden, wan-

neer dit niet zo is.

Gevaar

Ongevalgevaar. Wanneer het apparaat 

geen remwerking meer toont, ga dan als 

volgt te werk: 

Wanneer het apparaat op een helling 

van meer dan 2% bij het loslaten van 

het rijpedaal niet tot stilstand komt, mag 

om veiligheidsredenen de noodstop-

knop alleen ingedrukt worden, wanneer 

de juiste mechanische functie van de 

parkeerrem bij iedere inbedrijfname 

van de machine van te voren gecontro-

leerd is.

Het apparaat moet bij het bereiken van 

de stilstand (op een effen vlakte) buiten 

werking gesteld worden en de klanten-

dienst moet geraadpleegd worden!

Bijkomend moeten de onderhoudsin-

structies voor remmen in acht genomen 

worden.

Gevaar

Kantelgevaar bij de sterke hellingen.

In rijrichting alleen hellingen tot 10% be-

rijden.

Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-

den.

Slipgevaar bij natte bodems.

In bochten langzaam rijden.

Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.

Het apparaat uitsluitend op bevestigde 

ondergrond bewegen.

Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.

Dwars op de rijrichting alleen hellingen 

tot maximaal 10 % berijden.

Nood-stop-knop door draaien ontgren-

delen.

Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“ 

stellen.

Rijrichting met de rijrichtingsschakelaar 

op het bedieningspaneel instellen.

Rijsnelheid bepalen door het bedienen 

van het gaspedaal.

Apparaat stoppen: Gaspedaal loslaten.

Waarschuwing

De rijrichting kan ook tijdens de rit veran-

derd worden. Door meermaals vooruit- en 

achteruit te rijden kunnen ook heel stompe 

voorwerpen gepolijst worden.

Bij het inschakelen van het apparaat ver-

schijnen op het display na elkaar de vol-

gende meldingen:

„ < ZELFTEST >“: De besturing voert 

een zelftest uit.

„Water E-----F“ (variant Adv): Waterpeil 

in het schoonwaterreservoir (6 secon-

den lang).

„B-urenxxxxxhxxm+“ (variant Classic): 

Bedrijfsuren (6 seconden lang)

„Batterij: E-----F“: Ladingstoestand van 

de batterij.

Bij overbelasting wordt de motor van de 

wielaandrijving na een bepaalde tijd uitge-

schakeld. Op het display verschijnt een sto-

ringsmelding. Bij oververhitting van de 

besturing wordt het betrokken aggregaat 

uitgeschakeld.

Apparaat gedurende minstens 15 minu-

ten laten afkoelen.

Schleutelschakelaar op „0“ draaien, 

korte tijd wachten en weer op „1“ draai-

en.

Waarschuwing

Beschadigingsgevaar. Alleen de aanbevo-

len reinigingsmiddelen gebruiken. Voor an-

dere reinigingsmiddelen draagt de 

exploitant het verhoogde risico betreffende 

de bedrijfszekerheid en het ongevalgevaar.

Uitsluitend reinigingsmiddelen gebruiken 

die vrij zijn van oplosmiddelen, zoutzuur en 

bijtende zuren.

Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-

delen in acht nemen.

Instructie

Geen sterk schuimend reinigingsmiddel 

gebruiken.

Aanbevolen reinigingsmiddelen:

Afladen

Reinigingskop inbouwen

Borstels monteren

Zuigbalk monteren

Werking

Parkeerrem controleren

Rijden

Rijden

Display

Overbelasting

Bedrijfsstoffen vullen

Reinigingsmiddel

Gebruik

Reini-

gingsmid-

del

Onderhoudsreiniging van 

alle waterbestendige vloe-

ren

RM 746

RM 780

Onderhoudsreiniging van 

blinkende oppervlakken 

(bijv. Granit)

RM 755 es

Onderhoudsreiniging en 

basisreiniging van industri-

ele vloeren

RM 69 ASF

Onderhoudsreiniging en 

basisreiniging van fijne 

stenen tegels

RM 753

46 NL

background image

     - 

4

Deksel van het verswaterreservoir ope-

nen.

Vers water (maximum 60 °C) tot 15 mm 

onder de bovenkant van het reservoir 

vullen.

Reinigingsmiddel vullen.

Waarschuwing

Wanneer eerst reinigingsmiddel en vervol-

gens water in het reinigingsmiddelreservoir 

gedaan wordt, kan sterke schuimvorming 

optreden.

Deksel van het verswaterreservoir slui-

ten.

Waarschuwing

Voor de eerste inbedrijfstelling verswater-

reservoir volledig vullen om het waterlei-

dingssysteem te ontluchten.

Waterslang aansluiten aan de aansluit-

mof van het vulsysteem.

Open de watertoevoer.

Wanneer het maximale vulpeil bereikt 

is, stopt de ingebouwde vlotterklep de 

watertoevoer.

Watertoevoer sluiten.

Waterslang verwijderen.

Aan het schoon water wordt op de weg 

naar de reinigingskop door een doseerap-

paraat reinigingsmiddel toegevoegd.

Reinigingsmiddelfles in het apparaat 

plaatsen.

Deksel van de fles losschroeven.

Zuigslang van het doseerapparaat in de 

fles steken.

Waarschuwing

Met het doseerapparaat kan maximum 3% 

reinigingsmiddel toegevoegd worden. Bij 

een hogere dosering moet het reinigings-

middel in het schoonwaterreservoir toege-

voegd worden.

Voorzichtig

Verstoppingsgevaar door opgedroogd rei-

nigingsmiddel bij toevoeging van reini-

gingsmiddel in het schoonwaterreservoir 

van de variant Dose. De debietmeter van 

het doseerapparaat kan vastkleven door 

opgedroogd reinigingsmiddel en een goe-

de functie van het doseerapparaat verhin-

deren. Schoonwatertank en apparaat 

vervolgens spoelen met zuiver water. Voor 

het spoelen de regelknop Waterhoeveel-

heid volledig openen, reinigingsmiddeldo-

sering op 0% zetten en 

reinigingsprogramma met water instellen 

op de programmakeuzeschakelaar.

Waarschuwing

Het apparaat beschikt over een schoonwa-

terstandindicator in het display. Bij lege 

schoonwatertank wordt de dosering van 

het reinigingsmiddel stopgezet. De reini-

gingskop werkt zonder vloeistoftoevoer 

verder.

Afbeelding 7, zie omslagpagina

1

Rijden

Naar gebruiksplaats rijden.

2 Schuurzuigen

Vloer nat reinigen en vuil water opzui-

gen.

3 Natschrobben

Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel 

laten inwerken.

4 Zuigen

Vuil opzuigen.

5 Polijsten

Vloer zonder vloeistof polijsten.

6 Schuurzuigen zonder water (polijstzui-

gen)

Vloer polijsten zonder vloeistof en po-

lijststof opzuigen.

Waarschuwing

Voor het uitvoeren van het geselecteerde 

programma moeten tevens - in functie van 

het programma - de zuigbalk en de reini-

gingskop met de overeenkomstige bedie-

ningselementen neergelaten worden. 

Met de infotoets worden menupunten ge-

selecteerd en instellingen uitgevoerd.

Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit 

door de menu's.

Indrukken kwiteert een geselecteerde 

instelling.

In het bedienersmenu worden instellingen 

voor de verschillende reinigingsprogram-

ma's uitgevoerd.  Afhankelijk van het reini-

gingsprogramma zijn verschillende 

parameters instelbaar.  De instellingen 

worden met de Infobutton uitgevoerd.

Nood-stop-knop door draaien ontgren-

delen.

Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“ 

stellen.

Het display toont de acculaadtoestand 

en het verswaterpeil.

Reinigingsprogramma selecteren.

Bedieningsmenu door draaien van de 

Infotoets oproepen.

Gewenste parameters door draaien 

van de infotoets selecteren.

Infotoets indrukken – de ingestelde 

waarde knippert.

Parameter opnieuw instellen door aan 

de infotoets te draaien.

Gewijzigde instelling door indrukken 

van de infotoets bevestigen of wachten 

tot de ingestelde waarde automatisch 

overgenomen wordt.

Waarschuwing

Wanneer de gekozen parameter 10 secon-

den niet wordt veranderd, schakelt het dis-

play op het aangeven van de 

batterijtoestand en de schoonwaterstand 

terug. 

Dezelfde reinigingsparameters kunnen in 

elk reinigingsprogramma individueel inge-

steld worden. 

Alle instellingen blijven ook in stroomloze 

toestand van het apparaat opgeslagen.

Infotoets draaien tot „Informatiemenu“ 

op het display weergegeven wordt.

Infomenu oproepen door de infotoets in 

te drukken.

Door aan de infotoets te draaien, kunnen 

de volgende gegevens weergegeven wor-

den:

Onderhoudsreiniging van 

stenen in de sanitaire sec-

tor

RM 751

Reiniging en ontsmetting 

in de sanitaire sector

RM 732

Reiniging van alle alkalibe-

stendige vloeren (bijv. 

PVC)

RM 752

Reiniging van linoleum-

vloeren

RM 754

Schoon water

Vulsysteem (optie)

Doseerinrichting (alleen variant Dose)

Reinigingsprogramma's

Infotoets (variant Adv)

Instellingen (variant Adv)

Bedienersmenu

Instelbare parameters

Instelbare para-

meters

min:sta

p:max

Opmer-

king

Cleanspeed (max. 

reinigingssnel-

heid)

1:1:6

1=1km/u, 

6=6km/u

FACT (borsteltoe-

rental)

Power

Whisper

Fine

Vacuüm (zuigca-

paciteit)

Low

High

Alleen bij variant Dose

Chemie/Agent 

(reinigingsmiddel-

dosering)

0,5%:0,

5%:3%

Infomenu

Displayweergave

Betekenis

B.urenxxxxxhxxm+

Bedrijfsurenteller

Bij lopende teller 

wordt „+“ weerge-

geven

Water E-----F

Waterpeil in het 

schoonwaterreser-

voir

„C“ knippert wan-

neer de doseer-

pomp in bedrijf is 

(alleen versie Do-

se)

Snelh.: xkm/h

Momentane snel-

heid

Alfred/Kärcher

Fabrikant

B90R Dxx

Benaming appa-

raat

Prog.vers. x.x

Softwareversie

Informationsmenu 

verlaten

U kunt het Infome-

nu verlaten door de 

infotoets in te druk-

ken.

47 NL

Оглавление