Karcher Autolaveuse B 90 R Classic Bp Pack: Hulp bij storingen

Hulp bij storingen: Karcher Autolaveuse B 90 R Classic Bp Pack

background image

     - 

6

Voor een betrouwbare werking van het ap-

paraat kunnen met het verantwoordelijke 

Kárcher-verkoopkantoor onderhoudscon-

tracten worden afgesloten.

Zuigbalk wegnemen.

Stergrepen er uit schroeven.

Afbeelding 13, zie omslagpagina

Kunststofonderdelen verwijderen.

Zuiglippen verwijderen.

Nieuwe zuiglippen inschuiven.

Kunststofonderdelen opschuiven.

Stergrepen inschroeven en vastdraai-

en.

Pedaal voor het optillen / neerlaten van 

de reinigingskop naar beneden duwen.

Reinigingskop zodanig onder het appa-

raat schuiven dat de slang naar achte-

ren wijst. 

Reinigingskop maar voor de helft onder 

het apparaat schuiven.

Afbeelding 14, zie omslagpagina

Deksel van de reinigingskop wegne-

men.

Afbeelding 15, zie omslagpagina

Stroomtoevoerkabel van de reinigings-

kop met het apparaat verbinden (de-

zelfde kleuren moeten tegen elkaar 

komen).

Deksel erop zetten en vastzetten.

Reinigingskop in het midden onder het 

apparaat schuiven.

Afbeelding 16, zie omslagpagina

Slangkoppeling aan de reinigingskop 

verbinden met de slang aan het appa-

raat.

Afbeelding 17, zie omslagpagina

Klep in het midden van de reinigingskop 

tussen de vorken in de hendel plaatsen.

Hendel aan het pedaal voor het optillen 

/ neerlaten zodanig instellen dat de 

boorgaten in de hendel en de reini-

gingskop overeenstemmen.

Stift door de boorgaten steken en borg-

plaat naar omlaag zwenken.

Afbeelding 18, zie omslagpagina

Cilinderpen in het boorgat van de trek-

stang schuiven.

Trekstang met pen in de geleibaan aan 

de reinigingskop volledig naar beneden 

schuiven en vastzetten.

Handeling met de trekstang aan de an-

dere kant herhalen.

Pedaal voor het optillen / neerlaten van 

de reinigingskop naar beneden duwen.

Reinigingskop zodanig onder het appa-

raat schuiven dat de slang naar achte-

ren wijst. 

Reinigingskop maar voor de helft onder 

het apparaat schuiven.

Afbeelding 19, zie omslagpagina

Stergreep eruit draaien en deksel eruit 

trekken.

Afbeelding 20, zie omslagpagina

Stroomtoevoerkabel van de reinigings-

kop met het apparaat verbinden (de-

zelfde kleuren moeten tegen elkaar 

komen).

Deksel inschuiven en vastschroeven.

Reinigingskop in het midden onder het 

apparaat schuiven.

Afbeelding 16, zie omslagpagina

Slangkoppeling aan de reinigingskop 

verbinden met de slang aan het appa-

raat.

Afbeelding 21, zie omslagpagina

Klep in het midden van de reinigingskop 

tussen de vorken in de hendel plaatsen.

Hendel aan het pedaal voor het optillen 

/ neerlaten zodanig instellen dat de 

boorgaten in de hendel en de reini-

gingskop overeenstemmen.

Stift door de boorgaten steken en borg-

plaat naar omlaag zwenken.

Afbeelding 22, zie omslagpagina

Cilinderpen in het boorgat van de trek-

stang schuiven.

Trekstang met pen in de geleibaan aan 

de reinigingskop volledig naar beneden 

schuiven.

Borgplaat in de geleibaan plaatsen en 

laten vergrendelen.

Handeling met de trekstang aan de an-

dere kant herhalen.

Afbeelding 23, zie omslagpagina

Borgplaat induwen en trekstang naar 

boven zwenken.

De verdere uitbouw gebeurt in de omge-

keerde volgorde van de inbouw.

De uitbouw gebeurt in de omgekeerde 

volgorde van de inbouw.

Reinigingskop omhoog zetten.

Afbeelding 24, zie omslagpagina

Vergrendeling van de schraaplip los-

maken.

Schraaplip wegdraaien.

Afbeelding 25, zie omslagpagina

Vergrendeling van het lagerdeksel los-

maken.

Lagerdeksel naar beneden duwen en 

eruit trekken.

Borstelwals eruit trekken.

Nieuwe borstelwals plaatsen.

Lagerdeksel en schraaplip in de omge-

keerde volgorde opnieuw bevestigen.

Werkwijze aan de tegenoverliggende 

kant herhalen.

Reinigingskop omhoog zetten.

Pedaal borstelvervanging over de 

weerstand naar beneden duwen.

Schijfborstel zijdelings onder de reini-

gingskop eruit trekken.

Nieuwe schijfborstel onder de reini-

gingskop houden, naar boven duwen 

en laten vastklikken.

Treeplaat rechts losschroeven en met 

gaspedaal afnemen.

Afbeelding 26, zie omslagpagina

1 Deksel behuizing

2 Afdekking

3 Slanghouder

4 Pompslang

5 Rotor

Afdekking behuizing wegnemen.

Afdekking wegnemen.

Slanghouder met pompslang wegne-

men (om dat te vergemakkelijken de ro-

tor met de hand draaien).

Pompslang vervangen.

Doseerpomp en apparaat in de omge-

keerde volgorde opnieuw bedrijfsklaar 

maken.

Bij vorstgevaar:

Schoon- en vuilwatertank legen. 

Apparaat in een vorstvrije ruimte op-

slaan. 

Gevaar

Verwondingsgevaar. Voor alle werkzaam-

heden aan het apparaat de sleutelschake-

laar op „0“ zetten en de sleutel er uit 

trekken. Nood-Uit-knop indrukken.

Apparaat op een stabiele, effen onder-

grond plaatsen en batterijstekker uittrek-

ken.

Vuilwater en resterend schoon water 

aflaten en verwijderen.

Bij storingen die met behulp van deze tabel 

niet opgelost kunnen worden de klanten-

dienst raadplegen. 

Waarschuwing

Defecte poolzekeringen mogen alleen door 

de klantendienst worden vervangen. Indien 

de zekeringen defect zijn, moet de klanten-

dienst de gebruiksomstandigheden en de 

volledige besturing controleren.

Indien op het display storingen weergege-

ven worden, gaat u als volgt te werk:

Sleutelschakelaar in de positie „0“ bren-

gen (apparaat uitschakelen).

Wachten tot de tekst op het display weg 

is.

Sleutelschakelaar weer in positie „1“ 

brengen (apparaat inschakelen). Pas 

als de storing opnieuw optreedt de 

overeenkomstige maatregelen in de 

aangegeven volgorde uitvoeren. Daar-

bij met de sleutelschakelaar in stand "0“ 

geschakeld en de noodstopknop inge-

drukt zijn.

Onderhoudswerkzaamheden

Onderhoudscontract

Zuiglippen vervangen

D-reinigingskop inbouwen

R-reinigingskop inbouwen

D-reinigingskop uitbouwen

R-reinigingskop uitbouwen

Borstelwalsen vervangen

Schijfborstels vervangen

Pompslang vervangen (alleen versie Do-

se)

Vorstbeveiliging

Hulp bij storingen

Zekeringen vervangen

Storingsindicatie

49 NL

background image

     

7

Indien de storing niet opgelost kan wor-

den, raadpleegt u de klantendienst met 

vermelding van de foutmelding.

Waarschuwing

Foutmeldingen die niet vermeld zijn in de 

volgende tabel wijzen op storingen die niet 

kunnen worden opgelost door de bediener. 

In dat geval brengt u de klantendienst op de 

hoogte.

Storingen met weergave op het display

Displayweergave

Oorzaak

Oplossing

E: Noodstopknop  

is ingedruktt!?!

Noodstopknop ingedrukt

Noodstopknop door draaien ontgrendelen. Sleutelschakelaar in stand "0“ 

brengen. Wacht tot display dooft. Sleutelschakelaar weer in stand "1“ bren-

gen.

E: Power-

mod.heet! Laten 

afkoelen!

Besturing oververhit

Sleutelschakelaar in stand „0“ draaien. Minstens 5 minuten wachten zodat de 

besturing kan afkoelen. Apparaat opnieuw in bedrijf nemen.

E: Overbelasting 

BORSTEL/WALS

Overbelasting borstelmotor

Sleutelschakelaar op „0“ draaien. 3 seconden wachten. Apparaat opnieuw in 

bedrijf nemen. Borstelaandrukkracht verlagen.

E: Hardwarefout  in 

onboardlader

Storing in het ingebouwde oplaad-

apparaat (alleen variant Pack)

Netstekker van het oplaadapparaat uittrekken. 10 seconden wachten. Net-

stekker opnieuw aansluiten. Indien de storing opnieuw wordt weergegeven: 

Contact opnemen met klantendienst.

E: Fout opladen  

batterij

Batterij defect

Batterij controleren.

E: Overbelasting 

TRACTIEMOTOR

Rijdwerk oververhit wegens stij-

gingen of geblokkeerde rem.

Apparaat gedurende minstens 15 minuten laten afkoelen. Sleutelschakelaar 

op „0“ draaien. 3 seconden wachten. Apparaat opnieuw in bedrijf nemen. 

Frequente stijgingen vermijden.

Zitschakelaar!  Ga 

zitten a.u.b.!

Zitcontactschakelaar is niet geac-

tiveerd.

Gaspedaal ontlasten. Op de stoel plaatsnemen.

Gaspedaal losla-

ten!

Bij het inschakelen van de sleutel-

schakelaar is het gaspedaal inge-

drukt.

Gaspedaal ontlasten en vervolgens opnieuw indrukken.

Zuign. uitschak. 

dadelijk

De sleutelschakelaar werd bij een 

lopende zuigturbinen op „0“ ge-

draaid.

De zuigturbine loopt 10 seconden na. Wachten tot het apparaat na 10 secon-

den automatisch uitschakelt.

Vuilreserv. vol Rei-

niging stopt

Vuilwaterreservoir is vol.

Vuilwaterreservoir leegmaken.

Noodremwerking! 

Rijd plat!

Parkeerrem defect.

Gevaar! Geen hellingen / dalingen berijden.

Apparaat op een vlak terrein plaatsen.

Apparaat met blok tegen wegrollen beveiligen.

Klantendienst roepen.

50 NL

background image

     - 

8

Storingen zonder weergave op het display

Storing

Oplossing

Apparaat wil niet starten.

Accustekker insteken.

Sleutelschakelaar op „1“ stellen.

Veiligheidsschakelaar niet bediend, plaatsnemen op de stoel.

Het apparaat werkt alleen als er zich een bediener op de zitplaats bevindt.

Noodstopknop ontgrendelen.

Sleutelschakelaar in stand „0“ brengen. Ongeveer 10 seconden wachten, vooraleer de sleutelschake-

laar opnieuw in stand „1“ gebracht wordt. Indien mogelijk, het apparaat alleen op vlak terrein gebrui-

ken. Zonodig de parkeerrem en de voetrem controleren.

Voor het inschakelen van de sleutelschakelaar de voet van het gaspedaal nemen. Indien de storing 

toch optreedt, de klantendienst raadplegen.

Batterij controleren, indien nodig opladen

Onvoldoende waterhoeveel-

heid

Peil van het schone water controleren, indien nodig reservoir bijvullen.

Slangen op verstopping controleren, indien nodig reinigen.

R-reinigingskop: Waterverdeellijst eruit trekken en reinigen.

Filter vers water reinigen.

Onvoldoende zuigcapaciteit

Afdichtingen tussen vuilwatertank en deksel reinigen en op dichtheid controleren, zonodig vervangen.

Vlakvouwfilter in het vuilwaterreservoir reinigen.

Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien nodig omdraaien of vervangen.

Zuigslang op verstopping controleren, indien nodig reinigen.

Zuigslang op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

Controleren of het deksel aan de vuilwater-aftapslang gesloten is

Instelling van de zuigbalk controleren.

Extra gewicht (accessoires) aanbrengen op de zuigbalk.

Onvoldoende reinigingsresul-

taat

Aandrukkracht instellen (niet versie Eco)

Schraaplippen instellen (niet versie Eco)

Borstels op slijtage controleren, indien nodig vervangen.

Borstels draaien niet

Aandrukkracht verlagen (niet versie Eco)

Controleren of vreemde voorwerpen de borstels blokkeren, indien nodig vreemde voorwerpen verwij-

deren.

Motor overbelast, laten afkoelen. Sleutelschakelaar in stand „0“ brengen. Ongeveer 10 seconden 

wachten, vooraleer de sleutelschakelaar opnieuw in stand „1“ gebracht wordt.

Aftapslang vuil water verstopt Doseerapparaat aan de aftapslang openen. Zuigslang van de zuigbalk trekken en met de hand afslui-

ten. Programmakeuzeschakelaar op Zuigen zetten. De verstopping wordt uit de aftapslang in het vuil-

waterreservoir gezogen.

Reinigingsmiddeldosering 

Dose (alleen versie Dose) 

functioneert niet

Klantendienst roepen.

51 NL

Оглавление