Karcher KM 120/150 R P 2SB: Stillegging

Stillegging: Karcher KM 120/150 R P 2SB

background image

     - 

10

Als de veegmachine voor langere tijd niet 

gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-

ten:

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Alleen KM 120/150 R G en R D: Brand-

stoftank voltanken en brandstofkraan 

sluiten.

Alleen KM 120/150 R LPG: Ventiel gas-

fles sluiten en gasfles wegnemen. Gas-

fles volgens de veiligheidstechnische 

richtlijnen voor vloeibaar gas-motor-

voertuigen opslaan.

Motorolie verversen.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems 

worden opgeheven om de borstels niet 

te beschadigen.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Bou-

gie uitschroeven en ca. 3 cm³ olie in de 

bougieopening doen. De motor zonder 

bougie meerdere malen laten draaien. 

Bougie terugschroeven.

Veegmachine tegen wegrollen beveili-

gen, parkeerrem vastzetten.

Veegmachine aan de binnen- en bui-

tenkant reinigen.

Apparaat op een beschutte en droge 

plaats neerzetten.

Accu afklemmen.

Accu elke 2 maanden opladen.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

KM 120/150 R G:

Hefboom in de richting 'OFF' schuiven.

KM 120/150 R D:

Hendel op stand "S" draaien.

Apparaatkap sluiten.

Gas-aftapventiel sluiten door met de 

wijzers van de klok mee te draaien.

VOORZICHTIG

Gevaar voor letsels en beschadigingen! 

Houd bij het transport rekening met het ge-

wicht van het apparaat.

Waarschuwing

Over het algemeen moet bij het verladen 

van het apparaat de vrijloophefboom in de 

bovenste opening vastgezet zijn. Pas dan 

is de rijaandrijving bedrijfsklaar. Het appa-

raat moet bij hellingen of dalingen altijd met 

zelfaandrijving worden bewogen.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Alleen KM 120/150 R G en R D: Tank 

legen. Brandstof door geschikte pomp 

wegpompen.

Alleen KM 120/150 R LPG: Ventiel gas-

fles sluiten en gasfles wegnemen. Gas-

fles volgens de veiligheidstechnische 

richtlijnen voor vloeibaar gas-motor-

voertuigen opslaan.

Apparaat aan de wielen met spieën 

vastzetten.

Apparaat met spankabels of koorden 

vastzetten.

Parkeerrem vastzetten.

Instructie

Markeringen voor bevestigingspunten op 

het basisframe in de gaten houden (ket-

tingsymbolen). Het apparaat mag voor het 

op- of afladen alleen op hellingen tot max. 

18 % gebruikt worden.

VOORZICHTIG

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het 

gewicht van het apparaat bij opbergen in 

acht nemen.

Apparaat op een beschutte en droge plaats 

neerzetten.

Voor reinigings- en onderhoudswerk-

zaamheden van het apparaat, het ver-

vangen van onderdelen of het 

ombouwen voor een andere functie 

dient het apparaat te worden uitgescha-

keld en eventueel de contactsleutel te 

worden verwijderd.

Bij werkzaamheden aan de elektrische 

installatie dient de accustekker te wor-

den uitgetrokken of de klemmen van de 

accu te worden losgemaakt.

Reparaties mogen uitsluitend door 

goedgekeurde klantenservicewerk-

plaatsen of door vaklui voor dit gebied 

worden uitgevoerd die met de betref-

fende veiligheidsvoorschriften ver-

trouwd zijn.

Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-

paratuur dient volgens VDE 0701 op 

veiligheid te worden gecontroleerd.

Gebruik uitsluitend de bij het apparaat 

geleverde of de in de gebruiksaanwij-

zing bepaalde veegrollen/zijbezems. 

De toepassing van andere veegrollen/

zijbezems kan negatieve gevolgen heb-

ben voor de veiligheid.

Het schoonmaken van het apparaat 

mag niet met een waterslang of hoge-

drukstraal gebeuren (gevaar van kort-

sluiting of andere schades).

Gevaar

Verwondingsgevaar! Stofmasker en veilig-

heidsbril dragen.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Apparaat met een doek reinigen.

Apparaat met perslucht uitblazen.

Apparaatkap sluiten.

Apparaat met een vochtige, in een mild 

zeepsopje gedrenkte doek reinigen.

Tip

Geen agressieve reinigingsmiddelen ge-

bruiken.

Instructie

De bedrijfsurenteller geeft het tijdstip van 

de onderhoudsintervallen aan.

Onderhoud dagelijks:

Motoroliepeil controleren.

Oliepeil asaandrijving controleren.

Stillegging

Brandstofkraan sluiten (Alleen KM 

120/150 R G en R D)

Gastoevoer sluiten (Alleen KM 120/

150 R LPG)

Vervoer Opslag van het apparaat Onderhoud

 Algemene aanwijzingen

Reiniging binnenkant apparaat

Reiniging buitenkant apparaat

Onderhoudsintervallen

Onderhoud door de klant

86 NL

background image

     

11

Luchtdruk banden controleren.

Alleen KM 120/150 R LPG: Gasslangen 

en schroefverbindingen leidingen con-

troleren.

Alleen KM 120/150 R LPG: Gasfilter in 

de schroefverbinding naar de gasfles 

toe op verontreinigingen inspecteren, 

zonodig reinigen (elke keer als de gas-

fles gewisseld wordt).

Werking van alle bedieningsonderdelen 

controleren.

Onderhoud wekelijks:

Brandstof- of gasleidingsysteem op lek-

kages controleren.

Terugloopfilter van het veegsysteem 

controleren.

Luchtfilter controleren.

Oliepeil veeghydrauliek controleren.

Hydraulische slangen op lekkages con-

troleren.

Controleren of beweeglijke onderdelen 

gemakkelijk lopen.

Afdichtlijsten in het veegbereik contro-

leren op instelling en slijtage.

Onderhoud alle 100 bedrijfsuren:

Brandstof- of gasleidingsysteem op lek-

kages controleren.

Motorolie verversen (eerste verversing 

na 20 bedrijfsuren).

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Bou-

gie controleren.

Zitcontactmat op werking controleren.

Accuzuurpeil controleren.

Spanning, slijtage en werking van de 

aandrijfriemen (V-snaar en rondprofiel-

snaar) controleren.

Onderhoud na slijtage:

Afdichtlijsten vervangen.

Veegrol vervangen.

Zijbezems vervangen.

Beschrijving zie hoofdstuk 'Onderhouds-

werkzaamheden'.

Tip

Alle service- en onderhoudswerken bij on-

derhoud door de klant, dienen door een ge-

kwalificeerde vakman uitgevoerd te 

worden. Zo nodig kan altijd een Kärcher-

specialist erbij geroepen worden.

Onderhoud na 20 bedrijfsuren:

Eerste inspectie uitvoeren.

Onderhoud alle 100 bedrijfsuren

Onderhoud alle 200 bedrijfsuren

Onderhoud alle 300 bedrijfsuren

Tip

Om aanspraken op garantie te houden, 

moeten tijdens de garantietijd alle service- 

en onderhoudswerken door de geautori-

seerde Kärcher-klantendienst overeen-

komstig het onderhoudsboekje gedaan 

worden.

Voorbereiding:

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Parkeerrem vastzetten.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Bij werkzaamheden 

aan de hoogleging veeggoedcontainer vol-

ledig omhoog brengen en vastzetten.

Zekeringssteun in de zuigerstang van 

de hefcilinder plaatsen en vastzetten.

Gevaar

Gevaar voor verwonding door nadieselen 

van motor! Na het afzetten van de motor 5 

seconden wachten. In deze tijd absoluut 

wegblijven van het werkgebied.

Voor alle onderhouds- en reparatie-

werkzaamheden apparaat voldoende 

laten afkoelen.

Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor 

en uitlaat niet aanraken.

Let bij de omgang met accu's absoluut op 

de volgende waarschuwingstip:

Gevaar

Explosiegevaar! Geen materiaal of iets der-

gelijks op de accu, d.w.z. op de polen en 

verbindingsstrips van accucellen leggen.

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Wonden nooit in 

contact met lood laten komen. Na het wer-

ken aan accu's altijd de handen reinigen.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Accu in de accuklemmen plaatsen.

Klemmen op de accubodem vast-

schroeven.

Poolklem (rode kabel) op de pluspool 

(+) aansluiten.

Poolklem op minpool (-) aansluiten.

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Houd u aan de 

veiligheidsvoorschriften bij het omgaan met 

accu's. De gebruiksaanwijzing van de fabri-

kant van het laadapparaat opvolgen.

Accu afklemmen.

Pluspool-leiding van het laadtoestel 

met de pluspoolaansluiting van de accu 

verbinden.

Minpool-leiding van het laadtoestel met 

de minpoolaansluiting van de accu ver-

binden.

Stekker in het stopcontact steken en 

laadtoestel inschakelen.

Accu met de kleinst mogelijke laad-

stroom laden.

Waarschuwing

Bij met zuur gevulde accu's regelmatig de 

vloeistofstand controleren.

Alle celsluitingen uitdraaien.

Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-

destilleerd water tot aan de markering 

bijvullen.

Accu laden.

Celsluitingen inschroeven.

Onderhoud door de klantenservice

Onderhoudswerkzaamheden

Algemene veiligheidsinstructies

Motorolie, stookolie, diesel en 

benzine niet in het milieu te-

recht laten komen. Gelieve 

bodem te beschermen en 

oude olie op een milieuvrien-

delijke manier tot afval verwer-

ken.

Veiligheidsvoorschriften accu's

Aanwijzingen voor de accu, in 

de gebruiksaanwijzing en in 

de voertuighandleiding opvol-

gen!

Veiligheidsbril dragen!

Kinderen uit de buurt houden 

van zuren en accu's!

Explosiegevaar!

Vuur, vonken, open licht en ro-

ken verboden!

Gevaar van brandwonden!

Eerste hulp!

Waarschuwingstekst!

Verwijdering!

Accu niet in vuilnisbak gooien!

Accu in apparaat plaatsen en aansluiten

Accu laden

Vloeistofpeil van de accu controleren en 

bijstellen

87 NL

background image

     - 

12

Tip

Bij het uitbouwen van de accu moet men 

erop letten, dat eerst de minpoolleiding los-

gemaakt wordt. Controleren, of de accupo-

len en poolklemmen voldoende door 

poolbeschermingsvet beschermd worden.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Accu afklemmen.

Batterij uit de batterijhouder nemen.

Verbruikte batterij conform de geldende 

bepaleingen verwijderen.

Instructie

Na het inschakelen van het apparaat wordt 

het aantal bedrijfsuren 10 seconden lang 

weergegeven. Daarna wordt automatisch 

overgeschakeld op de tankweergave.

Instructie

De tankweergave toont de bedrijfsduur van 

het apparaat sinds de laatste terugzetting 

van de bedrijfsurenteller.

Instructie

De inhoud van de tank is voldoende voor 

een bedrijf van het apparaat van ca. 3,0 

uur.

Tankweergave van de bedrijfsurenteller 

controleren.

Gasfilter in de schroefverbinding naar 

de gasfles toe op verontreinigingen in-

specteren.

Vuil filter met perslucht reinigen.

Instructie

De controle dient regelmatig door een be-

voegd vakman worden uitgevoerd.

Gasaansluitingen, gasleidingen en ver-

dampers met lekzoekspray op lekkages 

controleren.

Instructie

Op ondichte plaatsen kunnen ijsvorming en 

schuimige afzettingen optreden, bijv. op 

gasaansluitingen, gasleidingen en verdam-

pers. Neem voor onderhoud van de gasin-

stallatie contact op met de Kärcher-

klantendienst.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Luchtdrukapparaat aansluiten op het 

bandventiel.

Luchtdruk controleren en indien nodig 

druk bijstellen.

De luchtdruk voor de voor- en achter-

banden moet ingesteld worden op 6 

bar.

Gevaar

Verwondingsgevaar!

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Contactsleutel uitnemen.

Bij reparatiewerkzaamheden op publie-

ke wegen in het gevarenbereik van 

doorstromend verkeer waarschuwings-

kleding dragen.

Ondergrond controleren op stabiliteit. 

Apparaat nog extra vastzetten met een 

blok achter de wielen; dit om wegrollen 

te vermijden.

Parkeerrem vastzetten.

Banden controleren

Bandenloopvlak controleren op voor-

werpen die in het profiel terechtgeko-

men zijn.

Voorwerpen verwijderen.

Geschikt, in de handel gebruikelijk ban-

denreparatiemiddel gebruiken.

Tip

De aanbevelingen van de desbetreffende 

fabrikant opvolgen. Verderrijden is met in-

achtneming van de opgaven van de fabri-

kant van het product mogelijk. Verwisselen 

van band of wiel zo spoedig mogelijk laten 

plaatsvinden.

Snelsluitingen van het betreffende zij-

paneel losmaken.

Zijpaneel wegnemen.

Wielmoeren losdraaien.

Krik op het betreffende opnamepunt 

van de voor- resp. achteras plaatsen.

Apparaat met de krik opheffen.

Wielmoeren verwijderen.

Wiel wegnemen.

Reservewiel plaatsen.

Wielmoeren opschroeven.

Apparaat met de krik laten zakken.

Wielmoeren aandraaien.

Zijpaneel opschroeven.

Tip

Geschikte in de handel verkrijgbare krik ge-

bruiken.

Waarschuwing (Alleen KM 120/150 R 

G en R LPG)

De motor beschikt over een olietekortscha-

kelaar. Bij een ontoereikend peil schakelt 

de motor zich uit en kan deze pas weer na 

het bijvullen van de motorolie opnieuw ge-

start worden.

Gevaar

Verbrandingsgevaar!

Motor laten afkoelen.

Controle van het motoroliepeil op zijn 

vroegst 5 minuten na het uitzetten van 

de motor uitvoeren.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

KM 120/150 R G en R LPG:

KM 120/150 R D:

Oliepeilstok uittrekken.

Oliepeilstok afvegen en inschuiven.

Oliepeilstok uittrekken.

Instructie

De oliepeilstok moet minstens voor één 

derde in de olie zitten. Ligt het oliepeil daar-

onder, dan de motorolie tot de onderkant 

van de vulopening bijvullen.

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Ver-

lenging aan de olievulopening demon-

teren.

Motorolie met oliewisselpomp 6.491-

538 bijvullen.

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Ver-

lenging aan de olievulopening monte-

ren.

Olievulopening afsluiten.

Minstens 5 minuten wachten.

Motoroliepeil controleren.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Oliepeilstok uittrekken.

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Ver-

lenging aan de olievulopening demon-

teren.

Motorolie met oliewisselpomp 6.491-

538 afzuigen.

Batterij demonteren

Tankweergave controleren (Alleen KM 

120/150 R G en R D)

Gasfilter controleren (Alleen KM 120/150 

R LPG)

Gasleidingen controleren (Alleen KM 

120/150 R LPG)

Bandenluchtdruk controleren

Band verwisselen

Motoroliepeil controleren en olie bijvul-

len

Motorolie verversen

88 NL

background image

     

13

Nieuwe motorolie met propere oliewis-

selpomp 6.491-538 bijvullen.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Ver-

lenging aan de olievulopening monte-

ren.

Olievulopening afsluiten.

Minstens 5 minuten wachten.

Motoroliepeil controleren.

Alleen KM 120/150 R G en R LPG: De mo-

torolie kan afgelaten worden via een slang.

Gevaar

Verbrandingsgevaar door hete olie!

Opvangreservoir voor minstens 1,5 liter 

olie klaarzetten.

Motor laten afkoelen.

Snelsluitingen van de linker zijpanelen 

losmaken.

Zijpaneel wegnemen.

Olieaftapschroef uit de houder nemen.

Olieaftapschroef uitschroeven.

Oliepeilstok uittrekken.

Olie aftappen.

Olieaftapschroef inschroeven.

Olieaftapschroef in de houder plaatsen.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

KM 120/150 R G en R LPG:

KM 120/150 R D:

Vleugelmoer uitdraaien.

Filterinzet uitnemen, controleren en rei-

nigen.

Gereinigde of nieuwe filterinzet in de 

aanzuigcontainer plaatsen.

Vleugelmoer vastschroeven.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Bougiestekker aftrekken.

Bougie uitschroeven en reinigen.

Gereinigde of nieuwe bougie inschroe-

ven.

Bougiestekker opsteken.

Instructie

De veegmachine beschikt over 2 hydrauli-

sche circuits.

Instructie

Ter controle/correctie van het vulpeil, veeg-

goedcontainer naar binnen brengen.

De sluiting met oliepeilstok bevindt zich op 

de voorraadcontainer boven het rechter 

achterwiel.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Schroeven losdraaien (1).

Paneel wegnemen (2).

Sluiting met oliepeilstok openen (3).

Vulpeil op de oliepeilstok controleren.

Instructie

Het oliepeil moet tussen de 'MIN'- en 

'MAX'-markering liggen.

Indien nodig hydraulische olie vullen.

Container sluiten.

Paneel vastschroeven.

Oliesoort: zie Technische gegevens

Instructie

De veegmachine beschikt over 2 hydrauli-

sche circuits.

(1) Vulpeil controleren

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Zekeringssteun in de zuigerstang van 

de hefcilinder plaatsen en vastzetten.

Controle van het vulpeil van de com-

pensatiecontainer.

Instructie

Het oliepeil moet tussen de 'MAX'-marke-

ring en een afstand van 2 cm boven de bo-

dem liggen.

Waarschuwing

Deze controle mag alleen gebeuren bij een 

koude motor.

(2) Vulpeil corrigeren

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Zekeringssteun in de zuigerstang van 

de hefcilinder plaatsen en vastzetten.

Deksel van de container wegnemen.

Indien nodig voorzichtig olie bijvullen.

Container sluiten.

Oliesoort: zie Technische gegevens

(3) Olie verversen

Veeggoedcontainer omhoog brengen.

Zekeringssteun in de zuigerstang van 

de hefcilinder plaatsen en vastzetten.

Olieaftapschroef uitschroeven.

Deksel van de container wegnemen.

Olie aftappen.

Olieaftapschroef inschroeven.

Olie bijvullen.

Container sluiten.

Indien de weergave van de manometer 

zich in het rode bereik bevindt, moet de 

oliefilter gereinigd of vervangen wor-

den.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Zijbezems worden om-

hoog gebracht.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Zijbezems controleren.

Instructie

Door de drijvende kogellager van de zijbe-

zem stelt de veegspiegel zich bij slijtage 

van de borstels automatisch bij. Bij te ster-

Luchtfilter controleren en verwisselen

Bougie reinigen en vervangen (Alleen 

KM 120/150 R G en R LPG)

Vulpeil hydraulische olie controleren en 

bijstellen - circulatie-veeghydrauliek

Vulpeil hydraulische olie controleren, 

corrigeren en olie verversen - circuit as-

aandrijving

Oliefilter controleren / retourdruk con-

troleren

Zijbezems controleren

89 NL

background image

     - 

14

ke slijtage moet de zijbezem verwisseld 

worden.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Zijbezems worden om-

hoog gebracht.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Bevestigingsmoeren (3 stuks) aan de 

onderkant losdraaien.

Zijbezem op meenemer steken en vast-

schroeven.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Parkeerrem vastzetten.

Banden of snoeren van veegrol verwij-

deren.

Het verwisselen is nodig, als door het ver-

slijten van de borstels het veegresultaat 

zichtbaar minder wordt.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Parkeerrem vastzetten.

Snelsluitingen van de rechter zijpane-

len losmaken.

Zijpaneel wegnemen.

Schroef op de veegrolcoulisse uitdraai-

en.

Veegrolcoulisse aftrekken.

Hefboomstelstel van de pen afnemen.

Snelsluitingen losdraaien en afdekking 

wegnemen.

Veegrol uitnemen.

Inbouwplaats van de veegrol in de rijrich-

ting

Nieuwe veegrol in de veegrolkast schui-

ven en op de aandrijfpen steken.

Instructie

Bij de inbouw van de nieuwe veegrol op de 

positie van de borstelset letten.

Veegrolafdekking aanbrengen.

Hefboomstelsel op de pen steken.

Veegrolklem op de pen steken.

Schroef op de veegrolklem weer vast-

draaien.

Bevestigingsschroeven van de vee-

grolafdekking aanbrengen en vast-

schroeven.

Zijpaneel opschroeven.

Instructie

Na het inbouwen van de nieuwe veegrol 

moet de veegspiegel opnieuw ingesteld 

worden.

Instructie

Het apparaat moet zich hierbij in de basis-

bedrijfssoort bevinden. Het controlelampje 

van de power-toets mag niet branden.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol en zijbezems 

worden opgeheven.

Veegmachine op een egale en gladde 

bodem rijden die duidelijk met stof of 

krijt bedekt is.

Veegrol laten zakken en korte tijd laten 

draaien.

Veegrol omhoog brengen.

Pedaal voor het opheffen van de grof-

vuilklep bedienen en pedaal ingedrukt 

houden.

Apparaat achterwaarts wegrijden.

De vorm van de veegspiegel vormt een ge-

lijkmatige rechthoek die tussen 20 - 30 mm 

breed is.

Instructie

De veegspiegel mag niet trapezevormig 

zijn. In dit geval de klantenservice op de 

hoogte brengen.

Instructie

In de basisbedrijfssoort kan de veegspiegel 

met een handwiel ingesteld worden.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Vleugelmoer lossen.

Veegspiegel vergroten:

Instelschroef tegen de wijzers van de 

klok (+) draaien.

Veegspiegel verkleinen:

Instelschroef met de wijzers van de klok 

(-) draaien.

Vleugelmoer aanspannen.

Instructie

In de power-bedrijfssoort stelt de veegspie-

gel zichzelf automatisch bij. Dit wordt door 

de drijvende kogellager van de veegrol bij 

slijtage van de borstels gerealiseerd. Bij te 

sterke slijtage moet de veegrol verwisseld 

worden.

Veegmachine op een egaal oppervlak 

neerzetten.

Programmaschakelaar op markering 1 

(rijden) zetten. Veegrol wordt omhoog 

gebracht.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Apparaat met blok tegen wegrollen be-

veiligen.

Parkeerrem vastzetten.

Snelsluitingen van de zijpanelen aan 

beide kanten losdraaien.

Zijpanelen wegnemen.

Voorste afdichtlijst

Bevestigingsmoeren van de voorste af-

dichtlijst (1) ietsje losdraaien, voor de 

verwisselingen afschroeven.

Zijbezem verwisselen

Veegrol controleren

Veegrol verwisselen

Veegspiegel van de veegrol controleren 

en instellen

Afdichtlijsten instellen en verwisselen

90 NL

background image

     

15

Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en 

moeren nog niet helemaal vastschroe-

ven.

Afdichtlijst richten.

Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-

stellen dat hij met een naloop van 35 - 

40 mm naar achteren ligt.

Moeren aandraaien.

Achterste afdichtlijst

Bodemafstand van de afdichtlijst zo in-

stellen dat hij met een naloop van 5 - 10 

mm naar achteren ligt.

Bij slijtage verwisselen.

Veegrol verwijderen.

Bevestigingsmoeren van de achterste 

afdichtlijst (2) afschroeven.

Nieuwe afdichtlijst opschroeven.

Zijdelingse afdichtlijsten

Bevestigingsmoeren van de zijdelingse 

afdichtlijst ietsje losdraaien, voor de 

verwisselingen afschroeven.

Nieuwe afdichtlijsten vastschroeven en 

moeren nog niet helemaal vastschroe-

ven.

Ondergrond met 1 - 2 mm sterkte on-

derschuiven om de bodemafstand in-

stellen.

Afdichtlijst richten.

Moeren aandraaien.

Zijpanelen opschroeven.

Gevaar

Voor aanvangen van het verwisselen van 

de stoffilter veeggoedcontainer legen. Bij 

werkzaamheden aan de filterinstallatie 

stofmasker dragen. Veiligheidsvoorschrif-

ten over de omgang met fijne stoffen in acht 

nemen.

Veeggoedcontainer een stuk optillen en 

iets kantelen.

Stroom van de filtermotor uitzetten (1).

Stekkerverbinding van de eindschake-

laar losmaken.

Stekkerverbinding van de motor van de 

filterschudder losmaken.

Sluitingen openen (2).

Filterkast iets naar achteren kantelen 

en uitnemen (3).

Filterhouder losdraaien (1), draaien (2) 

en uittrekken.

Lamellenfilter uitnemen (3).

Nieuwe filter plaatsen.

Op aandrijfkant meenemer in sponning 

laten vallen.

Filterhouder weer vastklikken en 

schroeven vastdraaien.

Instructie

Bij het plaatsen van een nieuwe filter erop 

letten dat de lamellen onbeschadigd blijven 

en de filterkastafdichting niet wordt inge-

klemd.

Dichting van de filterkast uit de spon-

ning in de apparaatkap nemen.

Nieuwe dichting plaatsen.

Gevaar

De motor heeft ca. 3 - 4 seconden naloop 

nodig na het uitzetten. In deze tijd absoluut 

uit de buurt blijven van het aandrijfbereik.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Aandrijfriem (rondprofielsnaar) van de 

afzuiger op spanning, slijtage en be-

schadiging controleren.

Aandrijfriem (V-snaar) van de veegrol 

op spanning, slijtage en beschadiging 

controleren.

Alleen KM 120/150 R LPG en KM 120/

150 met chauffeurscabine:

aandrijfriem (V-snaar) van de dynamo 

op spanning, slijtage en beschadiging 

controleren.

Afdichtingsring op afzuiger regelmatig 

op juiste zit controleren.

Contactsleutel op '0' draaien en sleutel 

uittrekken.

Zijbezems verwijderen.

Spuitbescherming verwijderen (1).

Stekker uit het stopcontact trekken (2).

Contactplaat opzij draaien (3).

Defecte gloeilamp verwijderen (4).

Nieuwe gloeilamp plaatsen.

Contactplaat terugdraaien.

Stekker in het stopcontact steken.

Spuitbeveiliging opsteken.

Zijbezems vastschroeven.

De rijsturing/elektronica is ingebouwd ach-

ter het frontpaneel. Als er een zekering ver-

vangen dient te worden, dan moet het 

frontpaneel weggenomen worden.

Schroeven aan beide kanten van het 

paneel losdraaien.

Instructie

Zekeringsbekleding zie binnenkant van het 

frontpaneel . Alleen zekeringen met een 

gelijke zekeringswaarde gebruiken.

Defecte zekeringen vervangen.

Frontpaneel weer aanbrengen.

Apparaatkap openen en vastzetten 

(afbeelding 3).

Defecte zekering vervangen.

Stoffilter verwisselen

Filterkastdichting verwisselen

Aandrijfriem controleren

Afdichtingsring controleren

Gloeilamp verwisselen

Zekeringen rijsturing/elektronica ver-

vangen

Zekering elektrische starter in de motor-

ruimte vervangen (alleen KM 120/150 R 

D)

91 NL

Оглавление