Karcher Autolaveuse BR 55-40 RS Bp Pack: Storingen

Storingen: Karcher Autolaveuse BR 55-40 RS Bp Pack

background image

     - 

8

Gevaar

Verwondingsgevaar! Voor alle werkzaam-

heden aan het apparaat de sleutelschake-

laat op „0“ stellen en de sleutel uittrekken. 

Accustekker uittrekken.

Instructie

Zuigturbine loopt na het uitschakelen na. 

Onderhoudswerkzaamheden pas na het 

nalopen van de zuigturbine uitvoeren.

Bij storingen die met behulp van deze tabel 

niet opgelost kunnen worden de klanten-

dienst raadplegen. 

Door knipperen van het accucontrolelamp-

je worden de volgende storingen aangege-

ven. Het tempo van de knippersignalen 

toont de aard van de storingen.

Voor een nieuwe inbedrijfstelling van 

het oplaadapparaat de stekker uit het 

contact trekken, wachten tot de ladings-

indicatie gedoofd is en de stekker op-

nieuw aansluiten.

Storingen

Door de batterijweergave aangeduide storingen

Aantal knippersig-

nalen

Storing

Oplossing

1

Accu ontladen of accukabel beschadigd.

Accukabel controleren, accu laden.

2

Kabel naar de tractiemotor onderbroken.

Klantendienst contacteren.

3

Kortsluiting in de kabel naar de rijmotor.

4

Volledige ontlaadspanning onderschreden.

Accu laden.

5

--

--

6

Rijpoging bij aangesloten laadapparaat (alleen ver-

sie Bp Pack).

Stekker van laadapparaat uittrekken en in de houder op het 

apparaat hangen (alleen versie BP Pack).

7

Storing gaspedaal.

Voor het inschakelen van het apparaat het gaspedaal los-

laten.

8

Bediening gestoord.

Klantendienst contacteren.

9

Storing handrem.

10

Los contact op de accuaansluiting.

Aansluitklemmen op de accu's controleren.

1 keer om de 5 se-

condes

Besturing in de ruststand.

Schleutelschakelaar op „0“ draaien, korte tijd wachten en 

weer op „1“ draaien.

Door de ladingsindicatie weergegeven storingen (enkel bij variant Bp Pack)

Knippersignaal

Storing

Oplossing

Rood knippert

Batterij verkeerd of niet aangesloten

Accukabel controleren op correcte positie.

Groen en geel knip-

peren.

Kabelverbinding tussen batterij en oplaadapparaat 

slecht.

Accukabel controleren op correcte positie.

Controleren of de verbinding naar de batterij tijdens het op-

laden onderbroken werd.

Batterij defect

Batterij controleren.

59 NL

background image

     

9

Storingen

Storing

Oplossing

Door wie

Apparaat wil niet starten.

Accustekker in het apparaat steken.

Bediener

Bovendeel van apparaat naar beneden zwenken en sluiting sluiten.

Bediener

Nood-stop-knop door draaien ontgrendelen.

Bediener

Accukabel controleren op correcte positie.

Bediener

Accukabel controleren op corrosie, indien nodig reinigen.

Bediener

Batterijcapaciteit uitgeput, batterij opladen.

Bediener

Stekker van laadapparaat uittrekken en in de houder op het apparaat hangen (alleen 

versie BP Pack).

Bediener

Apparaat rijdt niet of langzaam

Gaspedaal loslaten, sleutelschakelaar op "0" draaien, sleutelschakelaar op "1" draaien, 

drukken, gaspedaal hanteren.

Bediener

Zekering besturing resetten.

Bediener

Ontgrendelingshendel op rijden zetten.

Bediener

Accu laden.

Bediener

Motor en besturing oververhit, apparaat uitschakelen en 5 minuten laten afkoelen.

Bediener

Hindernissen voor de wielen verwijderen en apparaat van de hindernis wegschuiven. Bediener

Apparaat remt niet

Handrem gedeactiveerd, voor het activeren de ontgrendelhendel naar onderen trekken. Bediener

Geen of onvoldoende zuigcapaci-

teit

Vuilwaterreservoir leegmaken.

Bediener

Zekering zuigturbine resetten.

Bediener

Schuimvorming in vuilwatertank? Minder of ander reinigingsmiddel gebruiken. Ont-

schuimer gebruiken.

Bediener

Afdichting tussen vuilwaterreservoir en bovendeel van apparaat reinigen en op dicht-

heid controleren, indien nodig vervangen.

Bediener

Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien nodig omdraaien of vervangen.

Bediener

Zuigslang op verstopping controleren, indien nodig reinigen.

Bediener

Verbinding tussen zuigslang en zuigbalk en zuigslang en zuigslang en vuilwatertank 

controleren.

Bediener

Zuigslang op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.

Bediener

Controleren of het deksel aan de aftapslang voor het vuile water gesloten is.

Bediener

Vlotter in de vuilwatertank reinigen.

Bediener

Accucontrolelampje knippert

Accu laden.

Bediener

Zie "Storingen met aanduiding".

Bediener

Onvoldoende reinigingsresultaat Intensiever reinigingsprogramma kiezen.

Bediener

Borstels op slijtage controleren, indien nodig vervangen.

Bediener

Borstels controleren op vervuiling, reinigen.

Bediener

Controleren of reinigingsmiddel en borstels voor het reinigingswerk geschikt zijn.

Bediener

Accu laden.

Bediener

Borstels draaien niet

Zekering borstelaandrijving resetten.

Bediener

Borstels op blokkering door vreemde voorwerpen controleren, vreemde voorwerpen 

verwijderen.

Bediener

Accu laden.

Bediener

Geen of te lage dosering van de 

reinigingsoplossing

Peil van de reinigingsoplossing in de schoonwatertank controleren, indien nodig navul-

len.

Bediener

Klep verswater openen.

Bediener

Intensiever reinigingsprogramma kiezen.

Bediener

Zeef verswater controleren, indien nodig reinigen.

Bediener

Reinigingskop gaat niet naar be-

neden.

Zekering besturing resetten.

Bediener

Zuigbalk gaat niet naar beneden. Draden aan de zuigbalk losmaken.

Bediener

60 NL

Оглавление