Karcher B 250 R + D 100: Werking
Werking: Karcher B 250 R + D 100

-
5
Voor de inbedrijfstelling moeten de schijf-
borstels gemonteerd worden (zie „Onder-
houdswerkzaamheden“).
De borstels zijn gemonteerd.
Zuigbalk zodanig in de ophanging
plaatsen dat de vormplaat boven de op-
hanging ligt.
Vleugelmoeren aanspannen.
Zuigslang plaatsen.
Instructie:
Voor een onmiddellijke buitengebruikstel-
ling van alle functies de Nood-Uit-schake-
laar indrukken.
GEVAAR
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakke ondergrond gecontroleerd worden.
Zitpositie innemen.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Rijrichting selecteren.
Gaspedaal licht induwen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen (het
controlelampje parkeerrem op het bedie-
ningspaneel dooft). Het apparaat moet op
een vlakte zacht beginnen te rollen. Indien
het pedaal losgelaten wordt, vergrendelt de
rem hoorbaar. Het apparaat moet buiten
werking gezet worden en de klantendienst
moet geraadpleegd wordt indien het bo-
vengenoemde niet geldt.
GEVAAR
Ongevalgevaar! Indien het apparaat geen
remwerking meer vertoont, moet als volgt
te werk worden gegaan:
Wanneer het apparaat op een helling
van meer dan 20% bij het loslaten van
het rijpedaal niet tot stilstand komt, mag
om veiligheidsredenen de Nood-Uit-
knop alleen dan ingedrukt worden,
wanneer de juiste mechanische functie
van de parkeerrem bij iedere inbedrijf-
name van de machine van te voren ge-
controleerd is. Toont het apparaat on-
voldoende remwerking, dan moet bo-
vendien het rempedaal bediend wor-
den.
Het apparaat moet bij het bereiken van
de stilstand (op een effen vlakte) buiten
werking gesteld worden en de klanten-
dienst moet geraadpleegd worden!
Bijkomend moeten de onderhoudsin-
structies voor remmen in acht genomen
worden.
GEVAAR
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
In rijrichting mogen enkel stijgingen tot
15% bereden worden.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
Slipgevaar bij natte bodems.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Dwars op de rijrichting mogen enkel stij-
gingen tot max. 15% bereden worden.
GEVAAR
Verhoogd ongevalgevaar door uitzwenken-
de veeginstallatie bij B 250 RI. Bij achteruit-
rijden moet bijzonder voorzichtig te werk
gegaan en rekening gehouden worden met
het uitzwenken van de veeginstallatie bij
stuurbewegingen.
Hendel stoelverstelling van de stoel
weg bewegen en vasthouden.
Stoel naar voren of naar achteren ver-
schuiven.
Hendel stoelverstelling loslaten en stoel
inklikken.
Vleugelmoeren voor het verstellen van
het stuurwiel losdraaien.
Stuurwiel positioneren.
Vleugelmoeren aanspannen.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Rijrichting met de rijrichtingsschakelaar
op het bedieningspaneel instellen.
Rijsnelheid bepalen door het bedienen
van het gaspedaal.
Apparaat stoppen: Rijpedaal loslaten,
zonodig rempedaal indrukken.
Instructie:
De rijrichting kan ook tijdens de rit veran-
derd worden. Zo kunnen door meermaals
voor- en achteruit te rijden ook sterk ver-
vuilde plaatsen gereinigd worden.
Bij overbelasting wordt de motor van de
wielaandrijving na een bepaalde tijd uitge-
schakeld. Op het display verschijnt een sto-
ringsmelding. Bij oververhitting van de be-
sturing wordt het betrokken aggregaat uit-
geschakeld.
Apparaat gedurende minstens 15 minu-
ten laten afkoelen.
Schleutelschakelaar op „0“ draaien,
eventjes wachten en weer op „1“ draai-
en.
Voor het losmaken van de handrem de
3 zeskantschroeven sleutelwijdte 7 mm
(pijl) telkens 3 omwentelingen eruit
draaien.
Apparaat verschuiven
Schroeven weer aandraaien.
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door falende rem-
werking. Schroeven na beëindigd schuif-
proces absoluut direct weer aandraaien.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de zuigturbine
bij werking zonder vlakvouwfilter.
Voor de inbedrijfstelling van het appa-
raat de vlakvouwfilter in het deksel van
het vuilwaterreservoir controleren op
aanwezigheid, correcte montage en
toestand.
Beschadigde vlakvouwfilter vervangen.
LET OP
Beschadigingsgevaar. Gebruik uitsluitend
aanbevolen reinigingsmiddelen. Bij gebruik
van andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant het verhoogde risico wat betreft
de bedrijfsveiligheid en het ongevalgevaar.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen die vrij
zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorzuut.
몇
VOORZICHTIG
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
Borstels monteren
BD variant
BR variant
Zuigbalk monteren
Werking
Parkeerrem controleren
Rijden
Stoel instellen
Stuurwiel instellen
Apparaat verrijden
Overbelasting
Apparaat verschuiven
Vlakvouwfilter controleren
Bedrijfsstoffen vullen
Reinigingsmiddel
Gebruik
Reinigings-
middel
Onderhoudsreiniging van alle
waterbestendige vloeren
RM 745
RM 746
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
RM 755 ES
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van industriële
vloeren
RM 69 ASF
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van fijne stenen
tegels
RM 753
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
RM 751
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
RM 732
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
RM 752
Reiniging van linoleumvloeren RM 754
62 NL

-
6
Deksel van het verswaterreservoir ope-
nen.
Vers water (maximum 60 °C) tot 15 cm
onder de bovenkant van het reservoir
vullen.
Reinigingsmiddel vullen.
Deksel van het verswaterreservoir slui-
ten.
Instructie:
Vul het schoonwaterreservoir voor de eer-
ste inbedrijfstelling volledig om het water-
leidingsysteem te ontluchten.
Met vulautomatiek verswatertank (optie)
Instructie:
Aanbevolen wordt een slang met
aquastopkoppeling op de zijkant van het
apparaat te gebruiken. Daardoor wordt het
wegspuiten van water bij het erafhalen na
het vulproces geminimaliseerd.
Slang met de vulautomaat verbinden
en watertoevoer (max. 60 °C, max. 5
bar) openen.
Kort wachten, de vulautomaat onder-
breekt de watertoevoer als de tank vol
is.
Watertoevoer sluiten en slang weer van
het apparaat nemen.
Aan het schoon water wordt op de weg
naar de reinigingskop door een doseerap-
paraat reinigingsmiddel toegevoegd.
Instructie:
Met de doseerinrichting kan maximum 3%
reinigingsmiddel gedoseerd worden. Bij
een hogere dosering moet het reinigings-
middel in het schoonwaterreservoir gego-
ten worden.
Container met reinigingsmiddel in de
kuip achter de stoel plaatsen.
Deksel van de container afschroeven.
Zuigslang van de doseerinrichting in de
container steken.
Instructie:
– Het apparaat beschikt over een vers-
waterniveau-indicatie op het display. Bij
een leeg schoonwaterreservoir wordt
de dosering van het reinigingsmiddel
uitgezet. De reinigingskop werkt zonder
vloeistoftoevoer verder.
– Bij een leeg reinigingsmiddelvat wordt
de toevoeging eveneens stopgezet.
Het controlelampje „RM-tank leeg“
brandt rood. De reinigingskop krijgt al-
leen nog schoon water toegevoerd.
De veeginstallatie neemt losse rommel van
de grondreiniging op.
LET OP
Beschadigingsgevaar van de veeginstalla-
tie.
–
Geen verpakkingsbanden, metaal-
draad of iets dergelijks opvegen.
–
Met de B 250 RI mogen enkel treden tot
max. 2 cm bereden worden.
–
Verstoppings- en verontreiningingsge-
vaar voor het stoffilter. Veeginstallatie
voor het vegen van droge oppervlakten
toepassen.
몇
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar!
Zuigturbine, zijbezems en filterreiniging lo-
pen na het uitschakelen na.
Schakelaar "Vegen" inschakelen.
De veeginstallatie wordt geactiveerd. Het
controlelampje "Vegen" licht op tijdens de
werking.
Voor het opvegen van grotere voorwerpen
(tot een hoogte van ca. 6 cm) kan de grof-
vuilklep gebruikt worden.
몇
GEVAAR
Verwondingsgevaar door weggeslingerde
rommel: Grofvuilklep alleen gebruiken,
wanneer er geen personen in de buurt zijn.
Pedaal voor het optillen van de grof
vuilklep induwen.
Instructie:
Bij het inschakelen van de grofvuilklep ver-
mindert de veegwerking van de stofzuiger.
Daarom dient men de grofvuilklep alleen te
gebruiken wanneer dit noodzakelijk is.
Schakelaar "Vegen" op "0" zetten.
De veeginstallatie wordt gedeactiveerd. Na
het beëindigen van het vegen wordt het
stoffilter ca. 15 lang gereinigd. Daarbij
brandt het controlelampje "Stoffilter
schoonmaken".
1
Transportmodus
Naar gebruiksplaats rijden.
2
Eco-modus
Vloer nat reinigen (met gereduceerd
borsteltoerental) en vuilwater opzuigen
(met gereduceerde zuigcapaciteit).
3
Normale modus
Vloer nat reinigen en vuil water opzui-
gen.
4 Verhoogde borstelaandrukkracht
Vloer nat reinigen (met verhoogde bor-
stelaandrukkracht) en vuil water opzui-
gen.
5
Intensieve modus
Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel
laten inwerken.
6
Zuigmodus
Vuil opzuigen.
7
Opwrijfmodus
Vloer zonder vloeistof polijsten.
8 Handreiniging
Reinigingsvloeistof met wand-plafond-
vloersproeier (optie) aanbrengen en
opnieuw opzuigen.
Met de infotoets worden menupunten ge-
selecteerd en instellingen uitgevoerd.
– Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit
door de menu's.
– Indrukken kwiteert een geselecteerde
instelling.
In het bedienersmenu worden instellingen
voor de verschillende reinigingsprogram-
ma's uitgevoerd. Afhankelijk van het reini-
gingsprogramma zijn verschillende para-
meters instelbaar. De instellingen worden
met de Infobutton uitgevoerd.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Het display toont de acculaadtoestand
en het verswaterpeil.
Reinigingsprogramma selecteren.
Bedieningsmenu door draaien van de
Infotoets oproepen.
Gewenste parameters door draaien
van de infotoets selecteren. De huidig
ingestelde waarde wordt als balk weer-
gegeven.
Infotoets indrukken, de balkweergave
knippert.
Parameters door draaien van de info-
toets tussen „min“ en „max“ opnieuw in-
stellen.
Gewijzigde instelling door indrukken
van de infotoets bevestigen of wachten
tot de ingestelde waarde automatisch
overgenomen wordt.
Instructie:
– Indien de geselecteerde parameter ge-
durende 10 seconden niet gewijzigd
wordt, schakelt het display over op de
weergave van de accutoestand en het
verswaterpeil.
– Dezelfde reinigingsparameters kunnen
in elk reinigingsprogramma individueel
ingesteld worden.
– De borstelaandrukkracht kan alleen bij
een rijdend apparaat in de program-
ma's schuurzuigen, natschrobben, po-
lijsten en polijstzuigen ingesteld wor-
den.
– Alle instellingen blijven ook in stroomlo-
ze toestand van het apparaat behou-
den.
Schoon water
Doseerinrichting (Optie)
Vegen (enkel B 250 RI)
Grofvuilklep
Vegen beëindigen
Programmakeuzeschakelaar
1
2
3
4
5
6
7
8
Infotoets
Instellingen
Bedieningsmenu
63 NL
Оглавление
- Inhaltsverzeichnis
- Bedien- und Funktionselemente
- Vor Inbetriebnahme
- Betrieb
- Pflege und Wartung
- Hilfe bei Störungen
- Technische Daten
- EG-Konformitätserklärung
- Contents
- Operating and Functional Elements
- Before Startup
- Operation
- Maintenance and care
- Troubleshooting
- Technical specifications
- EC Declaration of Conformity
- Table des matières
- Eléments de commande et de fonction
- Avant la mise en service
- Fonctionnement
- Entretien et maintenance
- Assistance en cas de panne
- Caractéristiques techniques
- Déclaration de conformité CE
- Indice
- Elementi di comando e di funzione
- Prima della messa in funzione
- Funzionamento
- Cura e manutenzione
- Guida alla risoluzione dei guasti
- Dati tecnici
- Dichiarazione di conformità CE
- Inhoud
- Elementen voor de bediening en de functies
- Voor de inbedrijfstelling
- Werking
- Onderhoud
- Hulp bij storingen
- Technische gegevens
- EG-conformiteitsverklaring
- Índice de contenidos
- Elementos de operación y funcionamiento
- Antes de la puesta en marcha
- Funcionamiento
- Cuidados y mantenimiento
- Ayuda en caso de avería
- Datos técnicos
- Declaración de conformidad CE
- Índice
- Elementos de comando e de funcionamento
- Antes de colocar em funcionamento
- Funcionamento
- Conservação e manutenção
- Ajuda em caso de avarias
- Dados técnicos
- Declaração de conformidade CE
- Indholdsfortegnelse
- Betjenings- og funktionselementer
- Inden ibrugtagning
- Drift
- Pleje og vedligeholdelse
- Hjælp ved fejl
- Tekniske data
- EU-overensstemmelses- erklæring
- Innholdsfortegnelse
- Betjenings- og funksjonelementer
- Før den tas i bruk
- Drift
- Pleie og vedlikehold
- Feilretting
- Tekniske data
- EU-samsvarserklæring
- Innehållsförteckning
- Manövrerings- och funktionselement
- Före ibruktagande
- Drift
- Skötsel och underhåll
- Åtgärder vid störningar
- Tekniska data
- Försäkran om EU- överensstämmelse
- Sisällysluettelo
- Ohjaus- ja käyttölaitteet
- Ennen käyttöönottoa
- Käyttö
- Hoito ja huolto
- Häiriöapu
- Tekniset tiedot
- EU- standardinmukaisuustodistus
- Πίνακας περιεχομένων
- Στοιχεία χειρισμού και λειτουργίας
- Πριν τη θέση σε λειτουργία
- Λειτουργία
- Φροντίδα και συντήρηση
- Αντιμετώπιση βλαβών
- Τεχνικά χαρακτηριστικά
- Δήλωση Συμμόρφωσης των Ε . Κ .
- İ çindekiler
- Kullan ı m ve çal ı ş ma elemanlar ı
- Cihaz ı çal ı ş t ı rmaya ba ş lamadan önce
- Çal ı ş t ı rma
- Koruma ve Bak ı m
- Ar ı zalarda yard ı m
- Teknik Bilgiler
- AB uygunluk bildirisi
- Оглавление
- Защита окружающей среды Гарантия
- Описание элементов управления и рабочих узлов
- Перед началом работы
- Эксплуатация
- Уход и техническое обслуживание
- Помощь в случае неполадок
- Технические данные
- Заявление о соответствии ЕС
- Tartalomjegyzék
- Kezelési- és funkciós elemek
- Üzembevétel el ő tt
- Üzem
- Ápolás és karbantartás
- Segítség üzemzavar esetén
- M ű szaki adatok
- EK konformitási nyiltakozat
- Obsah
- Ovládací a funk č ní prvky
- P ř ed uvedením do provozu
- Provoz
- Ošet ř ování a údržba
- Pomoc p ř i poruchách
- Technické údaje
- Prohlášení o shod ě pro ES
- Vsebinsko kazalo
- Upravljalni in funkcijski elementi
- Pred zagonom
- Obratovanje
- Nega in vzdrževanje
- Pomo č pri motnjah
- Tehni č ni podatki
- ES-izjava o skladnosti
- Spis tre ś ci
- Elementy urz ą dzenia
- Przed pierwszym uruchomieniem
- Dzia ł anie
- Czyszczenie i konserwacja
- Usuwanie usterek
- Dane techniczne
- Deklaracja zgodno ś ci UE
- Cuprins
- Elemente de utilizare ş i func ţ ionale
- Înainte de punerea în func ţ iune
- Func ţ ionarea
- Îngrijirea ş i între ţ inerea
- Remedierea defec ţ iunilor
- Date tehnice
- Declara ţ ie de conformitate CE
- Obsah
- Ovládacie a funk č né prvky
- Pred uvedením do prevádzky
- Prevádzka
- Starostlivos ť a údržba
- Pomoc pri poruchách
- Technické údaje
- Vyhlásenie o zhode s normami EÚ
- Pregled sadržaja
- Komandni i funkcijski elementi
- Prije prve uporabe
- U radu
- Njega i održavanje
- Otklanjanje smetnji
- Tehni č ki podaci
- EZ izjava o uskla đ enosti
- Pregled sadržaja
- Komandni i funkcioni elementi
- Pre upotrebe
- Rad
- Nega i održavanje
- Otklanjanje smetnji
- Tehni č ki podaci
- Izjava o uskla đ enosti sa propisima EZ
- Съдържание
- Обслужващи и функционални елементи
- Преди пускане в експлоатация
- Експлоатация
- Грижи и поддръжка
- Помощ при неизправности
- Технически данни
- Декларация за съответствие на ЕО
- Sisukord
- Teenindus- ja funktsioonielemendid
- Enne seadme kasutuselevõttu
- Käitamine
- Korrashoid ja tehnohooldus
- Abi häirete korral
- Tehnilised andmed
- EÜ vastavusdeklaratsioon
- Satura r ā d ī t ā js
- Vad ī bas un funkcijas elementi
- Pirms ekspluat ā cijas uzs ā kšanas
- Darb ī ba
- Kopšana un tehnisk ā apkope
- Pal ī dz ī ba darb ī bas trauc ē jumu gad ī jum ā
- Tehniskie dati
- EK Atbilst ī bas deklar ā cija
- Turinys
- Valdymo ir funkciniai elementai
- Prieš pradedant naudoti
- Naudojimas
- Prieži ū ra ir aptarnavimas
- Pagalba gedim ų atveju
- Techniniai duomenys
- EB atitikties deklaracija
- Зміст
- Елементи управління і функціональні вузли
- Перед початком роботи
- Експлуатація
- Догляд та технічне обслуговування
- Допомога у випадку неполадок
- Технічні характеристики
- Заява при відповідність Європейського співтовариства