Zanussi ZHT 530: GEBRUIK - ONDERHOUD

GEBRUIK - ONDERHOUD: Zanussi ZHT 530

NL

1

5

15

GEBRUIK - ONDERHOUD

3 - HET GEBRUIK

3.1 - De bedieningsschakelaars op het bedieningspa-neel wijzen de weg vanzelf. Afhankelijk van het model

is uw wasemkap uitgevoerd met twee of meer snelheden. Wij adviseren u om tijdens het koken de

hoogste snelheid te kiezen. Indien u de kap «cirkulerend» gebruikt, advi-seren wij u om na het koken de

kap nog circa een half uur op een lagere of laagste snelheid in werking te laten. De verlichting kunt u

onafhankelijk van het in werding zijn van de kap in- of uitschakelen.

3.2 - Leest u nog even de punten 1.2, 1.5, 1.6 en 1.7.

4 - ONDERHOUD

Korrekt onderhoud bevordert de goede werking van de kap en is voor de veiligheid op langere termijn

belangrijk.

4.1 - Het filter

Het vetfilter bevindt zich, door veerstrippen vastgehouden, aan de binnenkant van het rooster.

Omwille van brandveiligheid en goed werkings-rendement is het beslist noodzakelijk dat het vetfilter gewas-

sen of vervangen wordt.

Wij wijzen er op dat zich ophopend vet in brand kan vliegen.

In principe zijn er drie soorten vetfilters.

Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één daarvan uitgerust.

De andere soort is als accessoire leverbaar.

a - Een dun, cirka 1 mm, vetfilter van kunststofvezel mag niet gewassen worden, maar moet u min-stens

iedere twee maanden vervangen.Soms zijn deze filters voorzien "verzadigings-indikatoren"; dat kunnen

strepen of stippen zijn die verkleuren zodra het filter vol raakt.

b - Een dik, cirka 10 mm, vetfilter van kunststof-vezel mag, in lauwwarm water en wat wasmid-del, 5 tot 6

keer gewassen worden.

Doet u dat in ieder geval minstens elke twee maanden. Op natuurlijke wijze laten drogen vóór u het in het

rooster terugplaatst. Niet in de droogstrom-mel of over een radiator drogen. Een metaal-vetfilter kunt u iede-

re maand rei-nigen met warm water en een huishoudschoon-maakmiddel of afwasmiddel. Reinigen in de

afwasmachine is geen bezwaar. Goed laten drogen vóór u het in het rooster te-rugplaatst.

4.2 - Reiniging Van De zelfdragende Metalen Vetfilters

De filters moeten eens in de 2 maanden of, bij bijzonder intensief gebruik, vaker gereinigd worden, en

kunnen ook in de vaatwasmachine worden gewassen.

Verwijder de filters één voor één door ze naar de achterkant van de groep te duwen en ze tegelijkertijd

omlaag te trekken.

Was de filters en vermijd hierbij ze te buigen, en laat ze drogen alvorens ze terug te plaatsen.

Plaats de vetfilters terug en let er hierbij op dat de handgreep zichtbaar blijft.

4.3 - Het koolstoffilter

Het koolstoffilter, wat u gebruikt indien u de kap "cirkulerend" laat werken, dient om geuren te absorbe-

ren. Ook dit filter raakt op een gegeven moment verzadigd met stoffen die zowel uit het voedsel als uit

verbrandingsresten (gas) afkomstig zijn. Door chemische reakties met het koolstof kunnen, bij verzadi-

ging, gevaarlijke stoffen in het filter onstaan die zich in het vertrek kunnen verspreiden. Wij adviseren u

dan ook dit filter, afhankelijk van hoe vaak u de kap gebruikt, 2 tot 4 keer per jaar te vervangen. Boven-

dien werkt een vers filter uiteraard veel beter dan een verzadigd filter.

4.4 - De verlichting

Afhankelijk van het model is uw wasemkap met één of twee verlichtingslampjes uitgerust.

Neem, vóór een lampje vervangt, even de steker uit het stopkontakt. Het vervangende lampje mag niet

groter in vermogen (watt) zijn dan op het typeplaatje (achterin de kap) staat aangegeven.

4.5 - Schoonmaken

De buitenkant van de kap kunt u, naar behoefte, schoonmaken met lauwwarm water en een huishoud-

schoonmaakmiddel wat niet krast.

Neem, zeker als u ook de binnenkant gaat schoonmaken, eerst de steker uit het stopkon-takt.

Gebruik geen drijfnatte, maar een vochtige doek.

ES

1

6

16

GENERALIDADES - NORMAS DE SEGURIDAD

GENERALIDADES

La campana ha sido proyectada para ser instalada adosada a la pared, colocada sobre un plano de

cocción. Se puede usar en dos ver-siones: filtrante (reciclaje interno del aire) o aspirante (evacuación

externa del aire). De todas maneras, se obtiene un mejor resultado con la versión aspirante.

Se recomienda que la instalación sea llevada a cabo por personal especializado, respetando las

reglas establecidas por la autoridad competente en cuanto a evacuación de gases.

El fabricante declina toda responsabilidad por daños debidos a una instalación incorrecta o no

conforme a las reglas del arte.

1 - NORMAS DE SEGURIDAD

1.1 - No conectar el aparato a tuberías de evacuación de humos causados por combustión (calderas,

chimeneas, etc.)

1.2 - Controlar que el voltaje de la red corresponda al indicado en la matrícula de la campana.

1.3 - Enchufar la campana con un enchufe bipolar con una apertura en los contactos de al menos

3mm.

1.4 - Si la campana posee descarga a tierra, asegurarse de que la instalación eléctrica garantice una

perfecta descarga.

1.5 - Las campanas clase II tienen doble aislamiento; por lo tanto no necesitan un enchufe con toma

de tierra, sino un enchufe bipolar normal.

1.6 - La distancia mínima de seguridad entre el plano de cocción y la campana es de 65 cm.

1.7 - No cocinar con llamas altas debajo de la campana.

1.8 - Controlar las sartenes durante su uso: el aceite podría inflamarse.

1.9 - Antes de realizar cualquier tipo de limpieza, reparación o mantenimiento desenchufar el aparato.

1.10- Si en la cocina se usan tanto la campana como otros aparatos no eléctricos (por ejemplo apara-

tos a gas), se deberà proceder a una correcta ventilación del ambiente.

Para usar el aparato adecuadamente y sin ningún riesgo la depresión del ambiente no debe su-

perar los 0,04 milibares, evitando de esta manera que vuelvan a penetrar en el interior los gases

que se desea eliminar.

1.11- El aparato debe colocarse de manera que sea facil de enchufar.

1.12- Si el cable de acometida se estropea, hay que substituirlo por otro cable o conjunto especial

disponible en la casa productora o en un centro de servicio tecnico.

1.13- Este aparato no tiene que ser utilizado por personas (niños incluídos) con capacidades psíqui-

cas, sensoriales o mentales reducidas, o bien por personas sin experiencia y conocimientos en

la materia, a menos que no lo hagan bajo el control, o instruídos, por personas responsables de

su seguridad.

1.14- Controlar que los niños no jueguen con el aparato.