Yamaha RX-397: OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN: Yamaha RX-397

background image

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

30

Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder 

vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het 

stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.

Algemeen

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Zie 

bladzijde

Het toestel gaat niet 

aan.

Het netsnoer of de stekker is niet of niet 

goed aangesloten.

Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.

De instelling voor de impedantie is niet 

correct.

Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die 

van uw luidsprekers.

10

De beveiliging is in werking getreden 

vanwege kortsluiting enz.

Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet 

raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.

10

De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar 

op het achterpaneel staat niet helemaal in 

de juiste stand.

Zet de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar 

helemaal in de juiste stand terwijl de 

stroomvoorziening van het toestel is uitgeschakeld.

10

Het toestel heeft blootgestaan aan een 

sterke, externe elektrische schok 

(bijvoorbeeld een blikseminslag of een 

ontlading van statische elektriciteit).

Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het 

stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker 

weer terug doet en probeer het toestel vervolgens 

weer gewoon te gebruiken.

Geen geluid

In- of uitgangskabels niet op de juiste 

manier aangesloten.

Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het 

probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis 

is met de kabels.

9

Er is geen geschikte signaalbron 

geselecteerd.

Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op 

het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de 

afstandsbediening).

15

De TAPE MONITOR functie is 

ingeschakeld.

Zet de TAPE MONITOR functie uit.

3

De SPEAKERS A/B schakelaars staan 

niet in de juiste stand.

Schakel de corresponderende SPEAKERS A of 

SPEAKERS B set in.

15

De luidsprekers zijn niet goed 

aangesloten.

Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.

10

Het geluid valt 

plotseling uit.

De beveiliging is in werking getreden 

vanwege kortsluiting enz.

Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR correct 

is ingesteld.

10

Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet 

raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.

10

Alleen de luidspreker 

aan de ene kant doet 

het.

Bedrading niet op de juiste manier 

aangesloten.

Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het 

probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis 

is met de kabels.

9

De BALANCE regeling is niet correct ingesteld.

Zet BALANCE in de juiste stand.

16

De lage tonen klinken 

te zwak en de 

weergave is sfeerloos.

De + en – draden zijn verkeerdom 

aangesloten op de versterker of de 

luidsprekers.

Sluit de luidsprekerdraden correct aan op de + en – 

aansluitingen.

10

U hoort een zeker 

“gebrom”.

Bedrading niet op de juiste manier 

aangesloten.

Sluit de audiostekkers stevig en op de juiste manier 

aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het 

mogelijk dat er iets mis is met de kabels.

9

De draaitafel is niet verbonden met de 

GND aansluiting.

Maak de GND verbinding tussen de aarding van de 

draaitafel en dit toestel.

9

Het volume is te laag bij 

weergave van een plaat.

De plaat wordt afgespeeld op ene 

draaitafel met een MC cartridge.

De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten 

via een MC kopversterker.

background image

31

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

A

ANVULLENDE 

INF

O

RMA

T

IE

Nederlands

Tuner

Het volume kan niet 

worden verhoogd, of het 

geluid klinkt vervormd.

De op de TAPE OUT of MD OUT 

aansluitingen van dit toestel aangesloten 

component staat uit.

Zet de betreffende component aan.

Het geluid klinkt slecht 

wanneer u luistert via 

een hoofdtelefoon die 

is aangesloten op een 

CD-speler of 

cassettedeck 

verbonden met dit 

toestel.

De stroom voor dit toestel is 

uitgeschakeld of het toestel staat uit 

(standby).

Zet het toestel aan.

14

Het volume is te laag.

De LOUDNESS functie is ingeschakeld.

Zet LOUDNESS op de FLAT stand.

16

INPUT functioneert 

niet, alhoewel er aan de 

knop gedraaid wordt.

De TAPE MONITOR functie is 

ingeschakeld.

Zet de TAPE MONITOR functie uit.

3

De BASS, TREBLE, 

BALANCE en 

LOUDNESS 

regelingen hebben 

geen effect op de 

toonweergave.

De PURE DIRECT toets is ingeschakeld.

De PURE DIRECT functie moet worden 

uitgeschakeld voor u deze regelingen kunt gebruiken.

16

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Zie 

bladzijde

FM

Veel ruis in de 

FM stereo-

ontvangst.

Dit probleem is inherent aan FM stereo-

uitzendingen wanneer de zender te ver weg 

is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt 

via de antenne niet sterk genoeg is.

Controleer de aansluitingen van de antenne.

Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM 

antenne.

11

Stem met de hand af.

21

Er is vervorming 

en ook een 

betere FM 

antenne zorgt 

niet voor een 

betere 

ontvangst.

U ondervindt interferentie doordat 

hetzelfde signaal op verschillende 

manieren ontvangen wordt.

Verander de opstelling van de antenne zodat u van 

deze zg. multi-pad interferentie geen last meer hebt.

Er kan niet 

automatisch 

worden 

afgestemd op 

de gewenste 

zender.

Het radiosignaal is te zwak.

Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM 

antenne.

11

Stem met de hand af.

21

Er kan niet 

langer worden 

afgestemd op 

eerder 

voorgeprogram

meerde zenders.

Het toestel is te lang zonder stroom 

geweest.

Programmeer de zenders opnieuw.

21

AM

Er kan niet 

automatisch 

worden 

afgestemd op de 

gewenste zender.

Het signaal is te zwak of de antenne is los.

Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne 

en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.

Stem met de hand af.

21

U hoort 

doorlopend 

gekraak en gesis.

Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van 

bliksem, TL verlichting, motoren, 

thermostaten en andere elektrische apparatuur.

Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.

Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft 

moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.

U hoort 

gezoem en 

gefluit.

Er wordt in de buurt van het toestel een 

TV gebruikt.

Zet dit toestel verder bij de tv vandaan.

background image

32

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN

Afstandsbediening

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Zie 

bladzijde

De afstandsbediening 

werkt niet of niet naar 

behoren.

Te ver weg of onder te scherpe hoek 

gebruikt.

De afstandsbediening werkt binnen een maximaal 

bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten 

opzichte van loodrecht op het voorpaneel.

8

Direct zonlicht of sterke verlichting 

(vooral van TL lampen enz.) valt op de 

sensor voor de afstandsbediening van dit 

toestel.

Stel het toestel anders op.

De batterijen raken leeg.

Vervang alle batterijen.

8

Оглавление