Yamaha RX-397: BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES: Yamaha RX-397

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
3
INL
E
ID
ING
Nederlands
1
STANDBY/ON
Hiermee zet u dit toestel aan of uit (standby).
Zie bladzijde 14 voor details.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
2
Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
3
Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
4
EDIT
Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer de
TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie bladzijde 24).
5
FM/AM
Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM
wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 20).
6
TUNING
l
/
h
Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 20).
7
TUNING MODE
Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch
(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de
AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
8
MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen
opslaan (zie bladzijde 23).
Zet het toestel in de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 21).
9
PURE DIRECT en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal
oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld (zie
bladzijde 16).
0
TAPE MONITOR
Stelt u in staat te luisteren naar de weergave van een
cassettedeck dat is verbonden met de TAPE aansluitingen
op het achterpaneel van dit toestel.
Wanneer er wordt opgenomen met een cassettedeck met 3
koppen, kunt u het geluid dat wordt opgenomen volgen.
De TAPE MON indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel wanneer u op TAPE MONITOR drukt (zie
bladzijde 17).
• Wanneer de TAPE MON indicator oplicht, kunt geen
signaalbron meer selecteren.
• Om te kunnen luisteren naar de met INPUT geselecteerde
signaalbron, dient u nog eens op TAPE MONITOR te drukken
zodat de TAPE MON indicator uit gaat.
• Wanneer TAPE (cassettedeck) wordt geselecteerd met INPUT,
zal deze functie niet worden ingeschakeld, zelfs niet als er op
TAPE MONITOR wordt gedrukt.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
STANDBY
/ON
INPUT
PHONES
BASS
SPEAKERS
TAPE MONITOR
PURE DIRECT
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
+
–
VOLUME
l
TUNING
h
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
1
2
3
4
5
6
7
8
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
B
A
TREBLE
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
+
–
BALANCE
5
5
1
0
1
4
4
2
2
3
3
R
L
LOUDNESS
5
7
1
FLAT
6
4
8
2
10
–30dB
3
9
0
12
12
2
8
4
∞
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
DISPLAY
2
1
5
4
7 8
3
0
9
6
D
C
B
E
F
G
H
I
J
A
(Modellen voor de VS en
Canada)
Opmerking
Opmerkingen

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4
A
VOLUME
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
B
INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren.
C
A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 22).
D
PHONES aansluiting
Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt
luisteren met een hoofdtelefoon.
Druk op SPEAKERS A en B zodat de SP A/B indicators uit gaan
voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.
E
SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit (zie bladzijde 15).
F
BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 16).
G
TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 16).
H
BALANCE
Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers
ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt
door de opstelling van de luidsprekers of door de
omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 16).
I
LOUDNESS
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen (zie bladzijde 16).
J
Voorkeuzetoetsen (1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 24).
Opmerking
Opmerking

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
INL
E
ID
ING
Nederlands
1
SP (SPEAKERS) A/B indicators
Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is
geselecteerd.
Beide indicators lichten op wanneer beide sets
luidsprekers worden geselecteerd.
2
TAPE MON (MONITOR) indicator
Licht op wanneer TAPE volgfunctie is ingeschakeld.
3
MEMORY indicator
Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY
op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMORY
indicator knippert, kunt u de getoonde zender in het
geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van
de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.
4
AUTO indicator
Licht op wanneer het toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
5
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
6
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
7
SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
8
MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
9
Multifunctioneel display
Toont informatie bij het regelen of wijzigen van
instellingen.
■
Alleen modellen voor Europa
0
Radio Data Systeem indicators
De vierkante indicator naast elk van de Radio Data
Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende
Radio Data Systeem functie is geselecteerd.
PTY HOLD indicator
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
EON indicator
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
Display voorpaneel
SP
HOLD
PTY
A B
TAPE MON MEMORY AUTO TUNED STEREO SLEEP
EON
PS
RT
PTY
CT
MUTE
0
9
1
3
4
6
7
8
5
2

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6
1
Antenne-aansluitingen
Aansluiten van de FM en AM antennes.
Zie 11 voor meer informatie over deze aansluiting.
2
AUDIO aansluitingen
Sluit audiocomponenten aan.
Zie 9 voor meer informatie over deze aansluiting.
3
REMOTE aansluitingen
Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/
doorgeven van afstandsbedieningssignalen.
Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
4
PHONO aansluitingen en GND aansluiting
Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.
Zie 9 voor meer informatie over deze aansluiting.
5
SPEAKERS aansluitingen
Sluit hierop uw luidsprekers aan.
Zie bladzijde 10 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie
omschakelen.
Zie bladzijde 10 voor details.
7
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Hiermee kunt eventueel andere audiocomponenten van
stroom voorzien.
Zie bladzijde 13 voor details.
■
Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen
VOLTAGE SELECTOR
Zie bladzijde 13 voor details.
Achterpaneel
GND
AM
ANT
FM
ANT
75
Ω
UNBAL.
CD/DVD
AUX
IN
(PLAY)
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
OUT
(REC)
TAPE
MD
AUDIO
TUNER
AUDIO
GND
REMOTE
PHONO
IN
OUT
A OR B: 4
Ω
MIN. /SPEAKER
A + B: 8
Ω
MIN. /SPEAKER
A OR B: 8
Ω
MIN. /SPEAKER
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
SELECTEUR D'IMPEDANCE
SPEAKERS
CLASS 2 WIRING
A
B
AC OUTLETS
SWITCHED
6
7
4
5
1
2
3
(Modellen voor de VS en Canada)

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7
INL
E
ID
ING
Nederlands
In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de
toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening
waarmee u andere apparatuur van YAMAHA kunt
bedienen. De functies van de toetsen waarmee andere
audiocomponenten worden bediend zijn hetzelfde als die
van de corresponderende toetsen op de componenten in
kwestie. Raadpleeg de handleiding van de component in
kwestie voor details.
1
Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2
SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
3
Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de gewenste signaalbron.
4
PRESET
u
/
d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
5
A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
6
Radio Data Systeem/CD-speler/Cassettedeck
bedieningstoetsen
Hiermee kunt u Radio Data Systeem functies, YAMAHA
CD-spelers of een YAMAHA cassettedeck bedienen.
De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, PTY SEEK
MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing op
modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron en de AMP/DEVICE
schakelaar op de AMP stand staat.
7
AMP/DEVICE schakelaar
Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het nummer
6
heen en weer tussen het bedienen van YAMAHA CD-
spelers en het bedienen van YAMAHA cassettedecks.
8
POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
9
STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
0
SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit.
A
VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
• Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
• Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit
toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien.
B
MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 19).
C
CD/TAPE schakelaar
Hiermee schakelt u de functies van de bedieningstoetsen
met het nummer
6
heen en weer tussen het bedienen van
YAMAHA CD-spelers en het bedienen van een
YAMAHA cassettedeck wanneer de AMP/DEVICE
schakelaar op de DEVICE stand staat.
Afstandsbediening
CD/DVD
PHONO
TUNER
MD
TAPE
AUX
SPEAKERS
B
A
POWER
STANDBY
+
–
u
d
SLEEP
REC
EON
FREQ/TEXT MODE
START
PTY SEEK
A/B
DISC
DIR A
p
DIR B
A/B/C/D/E
MUTE
PRESET
VOLUME
TAPE
CD
DEVICE
AMP
w
e
f
b
s
a
DISPLAY
8
9
0
A
B
C
1
3
7
6
4
5
2
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8
■
Opmerkingen over batterijen
• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.
• Gebruik AAA, R03, UM-4 batterijen voor de afstandsbediening.
• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de
afstandsbedieningen.
• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet zult gebruiken.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
1
Open de klep van het batterijvak.
2
Doe de meegeleverde batterijen in elk van de
afstandsbedieningen met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Doe de klep weer dicht.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening goed op de sensor voor de afstandsbediening op het voorpaneel van dit toestel.
■
Omgaan met de afstandsbediening
• De ruimte tussen de afstandsbediening en dit toestel moet vrij
zijn van grote obstakels.
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
– heel koude plekken
– stoffige plekken
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke verlichting, in
het bijzonder van TL lampen en dergelijke; anders is het
mogelijk dat de afstandsbediening niet goed werkt. Indien
nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
1
3
2
Gebruiken van de afstandsbediening
30
30
Ongeveer 6 m
Оглавление
- CAUTION: READ THIS BEFORE OPERATING YOUR UNIT.
- CONTENTS
- FEATURES SUPPLIED ACCESSORIES
- CONTROLS AND FUNCTIONS
- CONNECTIONS
- PLAYING AND RECORDING
- FM/AM TUNING
- RADIO DATA SYSTEM (EUROPE MODEL ONLY)
- ADVANCED SETUP
- TROUBLESHOOTING
- SPECIFICATIONS
- ATTENTION: VEUILLEZ LIRE CE QUI SUIT AVANT D’UTILISER L’APPAREIL.
- TABLE DES MATIÉRES
- PARTICULARITÉS ACCESSOIRES FOURNIS
- COMMANDES ET FONCTIONS
- RACCORDEMENTS
- LECTURE ET ENREGISTREMENT
- SYNTONISATION FM/AM
- RADIO DATA SYSTEM (MODÈLE POUR L’EUROPE SEULEMENT)
- RÉGLAGES APPROFONDIS
- GUIDE DE DÉPANNAGE
- CARACTÉRISTIQUES TECHNIQUES
- VORSICHT: VOR DER BEDIENUNG DIESES GERÄTES DURCHLESEN.
- INHALTSVERZEICHNIS
- MERKMALE MITGELIEFERTES ZUBEHÖR
- BEDIENUNGSELEMENTE UND IHRE FUNKTIONEN
- ANSCHLÜSSE
- WIEDERGABE UND AUFNAHME
- UKW-/MW-ABSTIMMUNG
- RADIO DATA SYSTEM (NUR MODELL FÜR EUROPA)
- WEITERFÜHRENDES SETUP
- STÖRUNGSBESEITIGUNG
- TECHNISCHE DATEN
- OBSERVERA: LÄS DETTA INNAN ENHETEN TAS I BRUK.
- INNEHÅLL
- EGENSKAPER MEDFÖLJANDE TILLBEHÖR
- BESKRIVNING AV REGLAGE M.M.
- ANSLUTNINGAR
- LJUDÅTERGIVNING OCH INSPELNING
- FM/AM-MOTTAGNING
- RADIO DATA SYSTEM (ENDAST MODELLER FÖR EUROPA)
- AVANCERAD INSTÄLLNING
- FELSÖKNING
- TEKNISKA DATA
- LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
- INHOUD
- KENMERKEN MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
- BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
- AANSLUITINGEN
- WEERGAVE EN OPNAME
- AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
- RADIO DATA SYSTEEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
- GEAVANCEERDE SETUP
- OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
- TECHNISCHE GEGEVENS
- ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ: ВНИМАТЕЛЬНО ИЗУЧИТЕ ЭТО ПЕРЕД ИСПОЛЬЗОВАНИЕМ АППАРАТА.
- СОДЕРЖАНИЕ
- ОПИСАНИЕ ПОСТАВЛЯЕМЫЕ АКСЕССУАРЫ
- СИСТЕМЫ УПРАВЛЕНИЯ И ФУНКЦИИ
- СОЕДИНЕНИЯ
- ВОСПРОИЗВЕДЕНИЕ И ЗАПИСЬ
- НАСТРОЙКА ДИАПАЗОНА ЧМ/AM
- СИСТЕМА РАДИОДАННЫХ RADIO DATA SYSTEM (ТОЛЬКО МОДЕЛЬ ДЛЯ ЕВРОПЫ)
- ДОПОЛНИТЕЛЬНЫЕ НАСТРОЙКИ
- ВОЗМОЖНЫЕ НЕИСПРАВНОСТИ И СПОСОБЫ ИХ УСТРАНЕНИЯ
- ТЕХНИЧЕСКИЕ ХАРАКТЕРИСТИКИ