Yamaha RX-497: BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES: Yamaha RX-497

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

3

INL

E

ID

ING

Nederlands

1

MASTER ON/OFF

Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te 

zetten. Druk nog eens om de knop naar buiten te laten 

komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten.

Zie bladzijde 14 voor details.

Ook wanneer het toestel uit staat, verbruikt het een klein beetje 

stroom om het geheugen in stand te houden.

2

MAIN ZONE ON/OFF

Hiermee zet u de Main Zone van het toestel aan of uit 

(standby).

Zie bladzijde 14 voor details.

• Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is 

ingedrukt in de ON stand.

• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds 

een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op 

de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

3

ZONE 2 ON/OFF

Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Wanneer Zone 

2 is ingeschakeld, worden er signalen geproduceerd via de 

ZONE 2 OUT aansluitingen.

Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is 

ingedrukt in de ON stand.

4

ZONE CONTROL

Druk hierop om de signaalbron voor Zone 2 in te stellen.

• Deze toets werkt alleen wanneer Zone 2 is ingeschakeld.

• Wanneer u op deze toets drukt, zal de ZONE 2 indicator 

ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het 

voorpaneel. Selecteer de signaalbron voor Zone 2 terwijl de 

indicator nog aan het knipperen is.

• U kunt een voorkeuzezender selecteren wanneer TUNER is 

geselecteerd als signaalbron voor Zone 2.

5

Sensor voor de afstandsbediening

Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

Schakel de afstandsbedienings-ID heen en weer tussen ID1 en 

ID2 wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers 

gebruikt (zie de bladzijden 29 en 30).

6

Display voorpaneel

Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de 

toestand waarin het toestel zich bevindt.

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Voorpaneel

ON/OFF

INPUT

MAIN ZONE

PHONES

BASS

MASTER

SPEAKERS

ON

OFF

MD/TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

VOLUME

l

 TUNING 

h

ZONE 2 ON/OFF

ZONE CONTROL

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

B

A

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

0

12

12

2

8

4

20

20

60

60

26

26

40

40

16

16

-dB

-dB

DISPLAY

5

1

2

4

3

8

7

0 A

6

C

B

9

G

F

E

H

I

J

K

L

M

D

(Modellen voor Europa)

Opmerking

Geheugen back-up

De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen 

gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker 

langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt, 

zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.

Opmerkingen

Opmerking

Opmerkingen

Opmerking

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

4

7

EDIT

Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer 

de TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie 

bladzijde 25).

8

FM/AM

Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM 

wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie 

bladzijde 20).

9

TUNING 

l

 / 

h

Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 20).

0

TUNING MODE

Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch 

(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de 

AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is 

geselecteerd als signaalbron.

A

MEMORY

Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen 

opslaan (zie bladzijde 24).

Zet het toestel in de automatische 

voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 22).

B

PURE DIRECT en indicator

Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure 

weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal 

oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld (zie 

bladzijde 16).

C

MD/TAPE MONITOR

Stelt u in staat te luisteren naar de weergave van een 

component die is verbonden met de MD/TAPE 

aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.

Wanneer er wordt opgenomen met dit cassettedeck, kunt u 

het geluid dat wordt opgenomen volgen.

De MD/TAPE MON indicator op het voorpaneel zal 

oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld.

• Wanneer deze functie is ingeschakeld (de indicator licht op), 

kan MD/TAPE niet worden geselecteerd met INPUT.

• Om naar de signaalbron die met INPUT is geselecteerd te 

kunnen luisteren, dient u nog eens te drukken om de functie uit 

te zetten (de indicator zal dan ook uit gaan).

• Wanneer MD/TAPE is geselecteerd met INPUT, kan deze 

functie niet worden ingeschakeld, ook niet door op MD/TAPE 

MONITOR te drukken.

D

VOLUME

Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.

Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.

E

INPUT keuzeknop

Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt 

luisteren of kijken.

F

A/B/C/D/E

Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is 

geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23).

G

PHONES aansluiting

Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt 

luisteren met een hoofdtelefoon.

Druk op SPEAKERS A/B zodat de SP A/B indicators uit 

gaan voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES 

aansluiting.

H

SPEAKERS A/B

Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set 

luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of 

SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of 

uit (zie bladzijde 15).

I

BASS

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage 

tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie 

bladzijde 16).

J

TREBLE

Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de 

hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie 

bladzijde 16).

K

BALANCE

Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers 

ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt 

door de opstelling van de luidsprekers of door de 

omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 16).

L

LOUDNESS

Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om 

te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij 

lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als 

lagere tonen (zie bladzijde 16).

M

Voorkeuzetoetsen (1 t/m 8)

Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER 

is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 25).

Opmerkingen

Opmerking

Opmerking

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

5

INL

E

ID

ING

Nederlands

1

SP (SPEAKERS) A/B indicators

Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is 

geselecteerd.

Beide indicators lichten op wanneer beide sets 

luidsprekers worden geselecteerd.

2

ZONE 2 indicator

Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.

3

Signaalbron indicators

Licht op wanneer het toestel in de corresponderende stand 

staat.

4

MD/TAPE MON (MONITOR) indicator

Licht op wanneer MD/TAPE volgfunctie is ingeschakeld.

5

MEMORY indicator

Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY 

op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMORY 

indicator knippert, kunt u de getoonde zender in het 

geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van 

de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.

6

AUTO indicator

Licht op wanneer het toestel in de automatische 

afstemfunctie staat.

7

STEREO indicator

Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal 

ontvangt en de AUTO indicator brandt.

8

SLEEP indicator

Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.

9

MUTE indicator

Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen 

geluidsweergave) is ingeschakeld.

0

Multifunctioneel display

Toont informatie bij het regelen of wijzigen van 

instellingen.

A

TUNED indicator

Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.

Alleen modellen voor Europa

B

Radio Data Systeem indicators

De vierkante indicator naast elk van de Radio Data 

Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende 

Radio Data Systeem functie is geselecteerd.

PTY HOLD indicator

Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie 

naar zenders wordt gezocht.

EON indicator

Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data 

Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.

Display voorpaneel

SP

DVD

VCR

CD

TUNER

PHONO

HOLD

PTY

DTV/CBL

MD/TAPE

A  B

ZONE2

ZONE3

MD/TAPE MON MEMORY AUTO TUNED STEREO SLEEP

EON

PS

RT

PTY

CT

MUTE

A

B

0

1 2

5

6

7

8

3

9

4

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

6

1

Antenne-aansluitingen

Aansluiten van de FM en AM antennes.

Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.

2

AUDIO/VIDEO aansluitingen

Hierop kunt u audio- en video-apparatuur aansluiten.

Zie 10 voor meer informatie over deze aansluiting.

3

SUB WOOFER OUTPUT aansluiting

Hierop kunt u een subwoofer met ingebouwde versterker 

aansluiten.

4

REMOTE aansluitingen

Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/

doorgeven van afstandsbedieningssignalen.

Zie 31 voor meer informatie over deze aansluiting.

5

AC OUTLET(S) (SWITCHED)

Hiermee kunt eventueel andere audio/video componenten 

van stroom voorzien.

Zie bladzijde 14 voor details.

6

CD aansluitingen

Hierop kunt u een CD-speler aansluiten.

Zie 10 voor meer informatie over deze aansluiting.

7

PHONO aansluitingen en GND aansluiting

Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.

Zie 10 voor meer informatie over deze aansluiting.

8

ZONE 2 aansluitingen

Hierop kunt u apparatuur voor Zone 2 aansluiten.

Zie 31 voor meer informatie over deze aansluiting.

9

SPEAKERS aansluitingen

Sluit hierop uw luidsprekers aan.

Zie bladzijde 11 voor meer informatie over deze 

aansluitingen.

0

IMPEDANCE SELECTOR schakelaar

Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie 

omschakelen.

Zie bladzijde 11 voor details.

Alleen modellen voor Azië en algemene 

modellen

A

VOLTAGE SELECTOR

De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit 

toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse 

gangbare netspanning VOOR u de stekker in het 

stopcontact doet.

De mogelijke voltages zijn als volgt:

Modellen voor Azië

............................ 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom

Algemene modellen

.............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom

Achterpaneel

GND

AM

ANT

FM

ANT

75

UNBAL.

DVD

DTV/

CBL

IN

(PLAY)

IN

(PLAY)

OUT

(REC)

OUT

(REC)

MD/TAPE

ZONE 2

MONITOR

OUT

VCR

DVD

DTV/

CBL

IN

OUT

VCR

AUDIO

VIDEO

TUNER

AUDIO

GND

OUTPUT

REMOTE

CD

PHONO

OUTPUT

IN

OUT

SUB

WOOFER

A OR B: 4

MIN. /SPEAKER

   A + B: 8

MIN. /SPEAKER

A OR B: 8

MIN. /SPEAKER

IMPEDANCE SELECTOR

SET BEFORE POWER ON

SELECTEUR D'IMPEDANCE

SPEAKERS

A

B

AC OUTLETS

SWITCHED

VOLTAGE 

SELECTOR

6

0

A

7

9

1

2

3

4

5

8

(Algemene modellen)

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

7

INL

E

ID

ING

Nederlands

In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de 

toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening 

waarmee u andere apparatuur van YAMAHA of andere 

fabrikanten kunt bedienen. De functies van de toetsen 

waarmee andere audio en video componenten worden 

bediend zijn hetzelfde als die van de corresponderende 

toetsen op de componenten in kwestie. Raadpleeg de 

handleiding van de component in kwestie voor details. Zie 

“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” 

op 

bladzijde 33 voor het bedienen van andere apparatuur met 

deze afstandsbediening.

1

Infraroodzender

Zendt infrarode signalen uit.

2

Ingangskeuzetoetsen

Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron en bepaalt u 

welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt (zie bladzijde 

33).

3

Toetsen voor Radio Data Systeem radio-

ontvangst

Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem 

functie

De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, EON, PTY 

SEEK MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing 

op modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron. Zie voor details 

“Ontvangen van Radio Data Systeem zenders” op bladzijde 26.

4

Cijfertoetsen (1 t/m 8)

Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER 

is geselecteerd als signaalbron.

5

BAND

Schakelt over naar de eerder gebruikte radioband (FM of 

AM) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron.

Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst 

ontvangen zender.

6

A/B/C/D/E 

j

 / 

i

Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 

25).

PRESET/CH 

u

 / 

d

Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de 

TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 

25).

7

STANDBY

Hiermee zet u het toestel uit (standby).

• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het 

voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.

• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds 

een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op 

de infraroodsignalen van de afstandsbediening.

• Met deze toets wordt Zone 2 niet uit (standby) gezet.

8

POWER

Hiermee zet u het toestel aan.

• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het 

voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.

• Met deze toets wordt Zone 2 niet aan gezet.

Afstandsbediening

STANDBY

POWER

CD

MD/TAPE

TUNER

PHONO

DVD

SLEEP

A

B

POWER

POWER

REC

CODE SET

MUTE

MENU

TITLE

VOLUME

DISC SKIP

EON

FREQ/TEXT

START

MODE

PTY SEEK

BAND

A/B/C/D/E

A/B/C/D/E

PRESET/CH

4

3

2

1

8

10

7

0

9

6

5

ENT.

DISPLAY

RETURN

TV MUTE

TV INPUT

AV

TV

ENTER

VCR

DTV/CBL

SPEAKERS

TV VOL

TV CH

7

8

9

0

A

B

C

D

1

2

3

4

6

5

(Modellen voor Europa)

Opmerking

Opmerking

Opmerkingen

Opmerkingen

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

8

9

Overschakelen naar een andere set bedieningstoetsen (zie 

bladzijde 33).

0

SPEAKERS A/B

Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set 

luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of 

SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of 

uit.

A

CODE SET

Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie 

bladzijde 35).

B

SLEEP

Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.

C

VOLUME +/–

Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.

• Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.

• Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit 

toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien. 

D

MUTE

Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk 

nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het 

oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 19).

De geluidsweergave in Zone 2 zal niet worden uitgeschakeld.

Opmerkingen

Opmerking

background image

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

9

INL

E

ID

ING

Nederlands

Opmerkingen over batterijen

• Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.

• Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de afstandsbediening.

• Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de 

afstandsbedieningen.

• Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet zult gebruiken.

• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.

• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op 

de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.

• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.

• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg 

ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.

• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende 

regelgeving in acht.

1

Open de klep van het batterijvak.

2

Doe de meegeleverde batterijen in elk van de 

afstandsbedieningen met de polen de goede 

kant op (+ en –) zoals aangegeven in het 

batterijvak. 

3

Doe de klep weer dicht.

De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.

Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel of op de infraroodontvanger in Zone 2 wanneer 

dat vereist is.

Omgaan met de afstandsbediening

• Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de 

afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de 

infraroodontvanger in Zone 2).

• Mors geen water of andere vloeistoffen op de 

afstandsbediening.

• Laat de afstandsbediening niet vallen.

• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de 

volgende plekken:

– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad

– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast 

de verwarming of kachel

– heel koude plekken

– stoffige plekken

• Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke verlichting, in 

het bijzonder van TL lampen en dergelijke; anders is het 

mogelijk dat de afstandsbediening niet goed werkt. Indien 

nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.

Inzetten van batterijen in de afstandsbediening

1

3

2

Gebruiken van de afstandsbediening

VOLUME

ON/OFF

INPUT

MAIN ZONE

PHONES

BASS

MASTER

SPEAKERS

ON

OFF

MD/TAPE MONITOR

PURE DIRECT

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

l

 TUNING 

h

ZONE 2 ON/OFF

ZONE CONTROL

FM/AM

EDIT

A/B/C/D/E

1

2

3

4

5

6

7

8

MEMORY

MAN'L/AUTO FM

TUNING MODE

AUTO/MAN'L

B

A

TREBLE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

+

BALANCE

5

5

1

0

1

4

4

2

2

3

3

R

L

LOUDNESS

5

7

1

FLAT

6

4

8

2

10

–30dB

3

9

30 

30

STANDBY

POWER

CD

MD/TAPE

TUNER

PHONO

DVD

SLEEP

A

B

POWER

POWER

REC

CODE SET

MUTE

MENU

TITLE

VOLUME

DISC SKIP

EON

FREQ/TEXT

START

MODE

PTY SEEK

BAND

A/B/C/D/E

A/B/C/D/E

PRESET/CH

4

3

2

1

8

10

7

0

9

6

5

ENT.

DISPLAY

RETURN

TV MUTE

TV INPUT

AV

TV

ENTER

VCR

DTV/CBL

SPEAKERS

TV VOL

TV CH

Ongeveer 6 m

Оглавление