Sony ILCA-77M2 – page 18

Manual for Sony ILCA-77M2

Onderdelen herkennen

Bovenkant

A Multi-interfaceschoen*

* Voor meer informatie over accessoires

die compatibel zijn met de multi-

B FINDER/MONITOR-knop

interfaceschoen, gaat u naar de Sony-

C Display

website voor uw gebied of neemt u

contact op met uw Sony-dealer of het

D (transportfunctie-)knop

plaatselijke, erkende Sony-

E WB (witbalans-)knop

servicecentrum.

Accessoires voor de accessoireschoen

NL

F (belichtings-)knop

kunnen ook worden gebruikt.

G ISO-knop

De werking van accessoires van

andere fabrikanten kan niet worden

H Displayverlichtingsknop

gegarandeerd.

I Positiemarkering

beeldsensor

NL

13

Onderdelen herkennen

Zijkanten/onderkant

A Microfoonaansluiting

C (flitssynchronisatie-)

aansluiting

Wanneer een externe microfoon

is aangesloten, wordt de interne

D REMOTE-aansluiting

microfoon automatisch

uitgeschakeld. Als de externe

Wanneer u de

microfoon van een stekker is

Afstandsbediening RM-L1AM

voorzien, wordt de voeding

(los verkrijgbaar) aansluit op de

voor de microfoon geleverd

camera, steekt u de stekker van

door de camera.

de Afstandsbediening in de

REMOTE-aansluiting, waarbij

B Bevestigingsogen voor de

u de geleider van de stekker

schouderriem

uitlijnt met de geleider van de

Bevestig beide uiteinden van de

REMOTE-aansluiting. Zorg

riem aan de camera.

ervoor dat het snoer van de

Afstandsbediening naar voren

wijst.

E Luidspreker

F DC IN-aansluiting

Wanneer u de

netspanningsadapter AC-

PW10AM (los verkrijgbaar)

aansluit op de camera, schakelt

u de camera uit en steekt u

vervolgens de stekker van de

netspanningsadapter in de DC

IN-aansluiting van de camera.

NL

14

Onderdelen herkennen

G HDMI-microaansluiting

* Voor informatie over compatibele

accessoires voor de multi-

H Multi/Micro USB-aansluiting*

interfaceschoen en de Multi/Micro

Ondersteunt een micro-USB-

USB-aansluiting, gaat u naar de Sony-

compatibel apparaat.

website, of neemt u contact op met uw

I Toegangslamp

Sony-dealer of het plaatselijke,

erkende Sony-servicecentrum.

J (N-markering)

Deze markering geeft het

aanraakpunt aan voor het

verbinden van de camera met

een NFC-compatibele

smartphone.

Voor informatie over de plaats

van de (N-markering) op

uw smartphone, raadpleegt u de

gebruiksaanwijzing van uw

smartphone.

NFC (Near Field

Communication) is een

internationale norm voor

draadloze communicatie over

een korte afstand.

K Wi-Fi-sensor (ingebouwd)

L Geheugenkaartinsteeksleuf (24)

NL

M Deksel van geheugenkaartgleuf

(24)

N Accuvak (24)

O Accudeksel (24)

P Schroefgat voor statief

Gebruik een statief met een

schroef van minder dan 5,5 mm

lang. Als de schroef te lang is,

kunt u de camera niet stevig

bevestigen en kan de camera

worden beschadigd.

NL

15

Onderdelen herkennen

Lens

DT 16-50mm F2.8 SSM

H Afstandsindex

(geleverd bij ILCA-77M2Q)

I Schaal voor brandpuntsafstand

J Scherpstellingsfunctie-

keuzeknop

K Vattingmarkering

* Raak dit onderdeel niet

rechtstreeks aan.

De lenzen DT 16-50mm F2.8

SSM en DT 18-135mm F3.5-5.6

DT 18-135mm F3.5-5.6 SAM

(geleverd bij ILCA-77M2M)

SAM zijn ontworpen voor Sony-

camera's met een A-vatting

(modellen uitgerust met een

beeldsensor van APS-C-

formaat). U kunt deze lenzen niet

gebruiken op 35mm-camera's.

Voor andere lenzen dan DT 16-

50mm F2.8 SSM en DT 18-

135mm F3.5-5.6 SAM raadpleegt

A

Scherpstelring

u de gebruiksaanwijzing die bij

B Zoomring

de lens werd geleverd.

C Zoomvergrendelingsschakelaar

D Markeringen voor

brandpuntsafstand

E Contactpunten van de lens*

F Lenskapmarkering

G Afstandsschaal

NL

16

Functielijst

De camera bedienen

De vierrichtingsknop gebruiken

U kunt de boven-/onder-/linker-/rechterkant van de vierrichtingsknop

gebruiken om het geselecteerde kader te veranderen. Druk op z in het

midden van de vierrichtingsknop om het geselecteerde onderdeel in te

stellen. In deze handleiding wordt de boven-/onder-/linker-/rechterkant

van de vierrichtingsknop aangegeven door v/V/b/B.

Wanneer u in de weergavefunctie b/B op de vierrichtingsknop gebruikt,

kunt u het vorige of volgende beeld weergeven.

In de standaardinstellingen is [Standaard] toegewezen aan z in het

midden van de vierrichtingsknop. Wanneer u op z drukt, wordt de

automatische scherpstellingsfunctie geactiveerd en stelt de camera scherp

op de onderwerpen in het middengedeelte van de monitor.

NL

Het gebruik van de voorste/achterste keuzeknop

U kunt de voorste of achterste keuzeknop draaien om de gewenste

instellingen voor elke opnamefunctie met onmiddellijk effect te

veranderen.

NL

17

Een functie selecteren met de Fn

(functie)-knop

Deze knop wordt gebruikt voor het instellen of uitvoeren van functies die

veelvuldig worden gebruikt tijdens het opnemen, behalve voor functies op

het Quick Navi-scherm.

1 Druk op de knop DISP om de schermfunctie in te stellen op iets

anders dan [Voor zoeker].

2 Druk op de Fn-knop.

3 Selecteer het gewenste item met v/V/b/B op de

vierrichtingsknop.

Het instelscherm wordt afgebeeld.

4 Selecteer de gewenste

instelling door de voorste

keuzeknop te draaien en druk

daarna op z op de

vierrichtingsknop.

Sommige instelwaarden kunnen

worden fijngeregeld door de achterste

keuzeknop te draaien.

NL

18

Een functie selecteren met de Fn (functie)-knop

Individuele instellingen maken op het

specifieke scherm

In stap 3, selecteer een instelitem en druk op

z op de vierrichtingsknop om over te

schakelen naar het specifieke scherm van het

instelitem. Stel de items in aan de hand van de

Bedieningsgids.

Bedieningsgids

NL

NL

19

Functies die kunnen worden

geselecteerd met de MENU-knop

U kunt de basisinstellingen instellen voor de camera als geheel of functies

uitvoeren zoals opnamen maken, afspelen of andere

bedieningshandelingen.

1 Druk op de MENU-knop om het menu af te beelden.

2 Selecteer het gewenste instelitem

met v/V/b/B op de

vierrichtingsknop, en druk daarna op

z in het midden van de

vierrichtingsknop.

Selecteer een pictogram bovenaan het

scherm en druk op b/B op de

vierrichtingsknop om naar een ander

MENU-onderdeel te gaan.

3 Selecteer de waarde van de instelling en druk daarna ter

bevestiging op z.

Het tegelmenu weergeven

Selecteert of het beginscherm van het menu altijd moet worden

weergegeven wanneer u op de MENU-knop drukt.

MENU t (Instellingen) 2 t [Tegelmenu] t [Aan]

NL

20

De helpfunctie in camera gebruiken

U kunt met [Eigen toetsinstelling.] de helpfunctie in camera toewijzen aan

de gewenste knop.

De helpfunctie in camera beeldt beschrijvingen af van de huidig

geselecteerde menufunctie of instelling.

1 Selecteer de MENU-knop t (Eigen instellingen) 6 t

[Eigen toetsinstelling.] t gewenste functies toegewezen aan

de knop t [Helpfunct. in camera].

Druk op de MENU-knop en gebruik de vierrichtingsknop om een MENU-

onderdeel te selecteren waarvan u de beschrijving wilt lezen, en druk daarna

op de knop waaraan de [Helpfunct. in camera] is toegewezen.

NL

NL

21

De camera voorbereiden

De accu opladen

Het is belangrijk dat u de InfoLITHIUM™-accu NP-FM500H (bijgeleverd)

oplaadt als u de camera voor het eerst gebruikt.

De InfoLITHIUM-accu kan zelfs worden opgeladen als deze niet volledig

leeg is.

De accu kan ook worden gebruikt als deze niet volledig opgeladen is.

De opgeladen accu verliest steeds wat lading, ook als u de accu niet

gebruikt. Om te voorkomen dat u een opnamekans mist, laadt u de accu op

voordat u opnieuw opneemt.

1 Plaats de accu in de acculader.

Duw de accu erin totdat deze vastklikt.

NL

22

De accu opladen

2 Sluit de acculader aan op een

Voor de Verenigde Staten en

stopcontact.

Canada

Lamp aan: Opladen

Lamp uit: Laden voltooid

Oplaadtijd

(volledige

Ong. 175 minuten

lading)

In geval van het opladen van een

volledig lege accu bij een temperatuur

van 25 °C.

Het CHARGE-lampje gaat uit nadat het

CHARGE-lampje

opladen voltooid is.

Voor andere landen/regio's dan de

Verenigde Staten en Canada

CHARGE-lampje

Naar een stopcontact

NL

Opmerkingen

De oplaadtijd verschilt afhankelijk van de resterende lading van de accu en de

oplaadomstandigheden.

Gebruik uitsluitend originele accu's van Sony.

Het wordt aanbevolen om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van

10 °C t/m 30 °C. Buiten dit temperatuurbereik kan het onmogelijk zijn om de accu

efficiënt op te laden.

Sluit de acculader aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.

NL

23

De accu/geheugenkaart plaatsen (los

verkrijgbaar)

1 Schuif de open-knop van het

accudeksel en open het deksel.

2 Verschuif de vergrendelingsknop

met de punt van de accu en steek

de accu helemaal in de camera.

Vergrendelingshendel

3 Sluit het deksel.

4 Verschuif het deksel van

geheugenkaartgleuf en open het

deksel.

NL

24

De accu/geheugenkaart plaatsen (los verkrijgbaar)

5 Plaats een geheugenkaart.

Met de afgeschuinde hoek gericht zoals

aangegeven in de afbeelding, steekt u

de geheugenkaart in de gleuf tot hij op

zijn plaats vastklikt.

Let erop dat de afgeschuinde

hoek in de juiste richting wijst

6 Sluit het deksel.

De accu eruit halen

Schakel de camera uit en verschuif de

vergrendelingshendel in de richting van

de pijl. Let er goed op dat u de accu niet

laat vallen.

NL

Vergrendelingshendel

De geheugenkaart eruit halen

Controleer dat het toegangslampje (pagina 15) niet brandt, open daarna het

deksel en druk de geheugenkaart eenmaal in.

De resterende acculading controleren

De bijgeleverde accu is een lithiumionaccu die functies bevat voor het

uitwisselen van informatie met betrekking tot de gebruiksomstandigheden

van uw camera. Het percentage van de resterende accuduur wordt

afgebeeld op basis van de gebruiksomstandigheden van uw camera.

NL

25

De accu/geheugenkaart plaatsen (los verkrijgbaar)

"Accu leeg"

Acculading

U kunt geen

Hoog Laag

beelden meer

opnemen.

Geheugenkaarten die kunnen worden gebruikt

U kunt de volgende geheugenkaarten in deze camera gebruiken. Een goede

werking kan echter niet voor alle typen geheugenkaarten worden

gegarandeerd.

Voor stilstaande

Geheugenkaart

Voor bewegende beelden

beelden

Memory Stick PRO Duo™ (alleen Mark2)

A

Memory Stick PRO-HG Duo™

Memory Stick XC-HG Duo™

SD-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)

B

SDHC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)

SDXC-geheugenkaart (klasse 4 of sneller)

In deze gebruiksaanwijzing worden de producten in de tabel gezamenlijk als volgt

genoemd:

A: Memory Stick PRO Duo

B: SD-kaart

Deze camera ondersteunt UHS-I-compatibele SD-kaarten.

Opmerkingen

Beelden die zijn opgenomen op een Memory Stick XC-HG Duo of een SDXC-

geheugenkaart kunnen niet worden geïmporteerd of weergegeven op computers of

AV-apparaten die niet compatibel zijn met exFAT*. Controleer of het apparaat

compatibel is met exFAT voordat u het op de camera aansluit. Als u uw camera op

een incompatibel apparaat aansluit, zult u misschien worden gevraagd de kaart te

formatteren.

Formatteer de kaart nooit als reactie op deze melding, omdat alle gegevens op de

kaart zullen worden gewist, als u dat doet.

* exFAT is het bestandssysteem dat wordt gebruikt op de Memory Stick XC-HG Duo

en SDXC-geheugenkaarten.

NL

26

De lens bevestigen

Zet de ON/OFF(Aan/Uit)-schakelaar van de camera op OFF voordat u de

lens bevestigt of verwijdert.

1 Haal de lensvattingdop van de

Lensdop op de voorkant van de lens

camera af en haal de

achterlensdop van de lens af.

Als u de lens verwisselt, doet u dit snel

en op een stofvrije plaats om te

voorkomen dat stof of vuil in de camera

kan binnendringen.

Alvorens op te nemen, haalt u de

Lensvattingdop

lensdop van de voorkant van de lens af.

Achterlensdop

2 Lijn eerst de oranje

uitlijnmarkeringen

(vattingmarkeringen) op de lens

en de camera met elkaar uit.

Houd de camera vast met de lens

omlaag gericht om te voorkomen dat

NL

stof in de camera kan binnendringen.

Oranje uitlijnmarkeringen

3 Terwijl u de lens licht tegen de

camera aan duwt, draait u de lens

rechtsom totdat deze in de

vergrendelde positie klikt.

Het is belangrijk dat u de lens recht op

de camera zet.

NL

27

De lens bevestigen

Opmerkingen

Bij het bevestigen van de lens, mag u de lensontgrendelingsknop niet indrukken.

Oefen bij het bevestigen van de lens geen grote kracht uit.

Lenzen met een E-vatting zijn niet compatibel met deze camera.

Wanneer u een lens gebruikt waarop een statiefaansluiting zit, bevestigt u de lens

met behulp van de aanwezige statiefaansluiting op het statief om het gewicht van de

lens en de body beter te balanceren.

Als u de camera draagt terwijl een lens is bevestigd, houdt u zowel de camera als de

lens zorgvuldig vast.

Houd de lens niet vast aan het gedeelte dat is uitgeschoven ten behoeve van zoomen

of scherpstellen.

De lens eraf halen

1 Druk de lensontgrendelingsknop

helemaal in en draai de lens

linksom tot aan de aanslag.

Lensontgrendelingsknop

2 Bevestig de lensdoppen op de

voor- en achterkant van de lens

en de lensvattingdop op de

camera.

Voordat u de lens bevestigt, verwijdert

u eventueel stof eraf.

Opmerkingen over het wisselen van lenzen

Als bij het wisselen van de lens stof of vuil in de camera binnendringt en op

het oppervlak van de beeldsensor komt (het onderdeel dat het licht omzet in

een elektrisch signaal), kan dit afhankelijk van de opnameomstandigheden

als donkere vlekken zichtbaar zijn op het beeld.

De camera is uitgerust met een stofpreventiefunctie om te voorkomen dat

stof op de beeldsensor komt. Echter, wanneer u een lens bevestigt of eraf

haalt doet u dit snel en op een stofvrije plaats.

NL

28

De datum en tijd instellen

Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt of nadat u de functies hebt

geïnitialiseerd, wordt het scherm voor de instelling van de datum en de tijd

afgebeeld.

1 Zet de Aan/Uit-schakelaar op ON

als u de camera wilt inschakelen.

Het scherm voor het instellen van datum

en tijd wordt afgebeeld.

Zet de Aan/Uit-schakelaar op OFF als u

de camera wilt uitschakelen.

2 Controleer of [Enter] is

geselecteerd op het scherm, en

druk daarna op z op de

vierrichtingsknop.

3 Selecteer een gewenste geografische locatie en druk daarna op

z.

NL

4 Selecteer een instelitem met v/V op de vierrichtingsknop en

druk daarna op z.

5 Selecteer een gewenste instelling met v/V/b/B op de

vierrichtingsknop en druk daarna op z.

6 Herhaal de stappen 4 en 5 om andere items in te stellen, en

selecteer daarna [Enter] en druk op z.

De instelbediening van de datum en tijd annuleren

Druk op de MENU-knop.

NL

29

De datum en tijd instellen

De datum/tijd en het gebied opnieuw instellen

Het instelscherm voor de datum en tijd wordt automatisch afgebeeld

wanneer de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld of nadat de

ingebouwde, oplaadbare reservebatterij leeg is. Om de datum en tijd

opnieuw in te stellen, gebruikt u het menu.

MENU-knop t (Instellingen) 4

t [Datum/tijd instellen] of

[Tijdzone instellen]

MENU-knop

De instelling van de datum en de tijd bewaren

Deze camera is uitgerust met een interne, oplaadbare batterij om de datum

en tijd en ook andere instellingen te bewaren, ongeacht of de camera is

ingeschakeld of niet en of de accu in het toestel zit of niet.

NL

30

Beelden opnemen en weergeven

Stilstaande beelden opnemen

In de automatische stand analyseert de camera het onderwerp en biedt u de

mogelijkheid een opname te maken met de juiste instellingen.

1 Zet de Aan/Uit-schakelaar op ON als u de camera wilt

inschakelen.

2 Zet de functiekeuzeknop in de

stand (Automatisch.

modus).

Draai de functiekeuzeknop terwijl u de

ontgrendelingsknop van de

functiekeuzeknopvergrendeling in het

midden van de functiekeuzeknop

ingedrukt houdt.

3 Kijk in de zoeker en houd de

camera vast.

Bij gebruik van een zoomlens stelt u de

zoomring zodanig in dat het onderwerp

Zoomring

de juiste grootte heeft.

NL

4 Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.

Als het beeld scherpgesteld is, klinkt een pieptoon en wordt de z of

indicator afgebeeld.

NL

31

Stilstaande beelden opnemen

5 Druk de ontspanknop helemaal in

om een beeld op te nemen.

Als [Autom. kadreren] is ingesteld op

[Automatisch], zal bij het opnemen van

gezichten, onderwerpen in close-up

(macro) of onderwerpen die worden

gevolgd door [AF-vergrendeling], de

camera de scène analyseren en het

opgenomen beeld automatisch

bijsnijden naar een geschikte

compositie. Het oorspronkelijke maar

ook het bijgesneden beeld worden

opgeslagen.

NL

32