Yamaha r-s201: INLEIDING

INLEIDING: Yamaha r-s201

INLEIDING

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

Voorpaneel

1 A (aan/uit)

5 MEMORY

Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand.

Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze

wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie

Opmerking

bladzijde 15).

Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog

6 FM/AM

een kleine hoeveelheid stroom.

Stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM wanneer

2 FM MODE

TUNER is geselecteerd als ingangsbron

Wijzigt de ontvangstmodus voor FM (stereo of mono)

(zie bladzijde 14).

als TUNER wordt gekozen als ingangsbron (zie

7 PRESET j / i

bladzijde 14).

Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer

3 Sensor voor de afstandsbediening

TUNER is geselecteerd als ingangsbron

Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening.

(zie bladzijde 16).

4 STANDBY/ON-lampje

8 TUNING jj / ii

Selecteert de afstemfrequentie wanneer TUNER is

Lampje Status

geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 14).

Helder

Het toestel is ingeschakeld.

9 Voorpaneelscherm

brandend

Geeft informatie weer over de status van het toestel.

Gedempt

Het toestel staat in wachtstand.

Uit

Het toestel is uitgeschakeld.

Trek de stekker van het

netsnoer uit het stopcontact om

dit toestel uit te schakelen.

2 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

INLEIDING

0 PHONES-aansluiting

B BASS –/+

Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u pri

Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen.

kunt luisteren.

Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB

Opmerking

C TREBLE –/+

Druk op SPEAKERS A/B zodat de lampjes SP A/B (zie

Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge

bladzijde 4) uitgaan voordat u uw hoofdtelefoon aansluit op

tonen.

de PHONES-uitgang.

Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB

A SPEAKERS A/B

D INPUT l / h

Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt

Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt

ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is

luisteren.

op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-

E VOLUME-regelaar

aansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde

12

).

Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.

Nederlands

3 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

Voorpaneelscherm

1 PRESET-lampje

4 TUNED-lampje

Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een FM- of

Lampje Status

AM-station met een krachtig signaal.

Brandt

Een voorkeuzestation wordt

5 SLEEP-lampje

teruggeroepen.

Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is (zie

Een FM/AM-station handmatig

bladzijde 13).

zoeken om te registreren als

6 ST-lampje

voorkeuze.

Brandt wanneer het toestel ontvangt in stereo en is

knippert

Er wordt gezocht naar FM-

afgestemd op een FM-station met een stereo-

stations om te registreren als

uitzending.

voorkeuze.

7 kHz/MHz-lampje

2 MEMORY-lampje

Gaan branden afhankelijk van de geselecteerde

uitzendfrequentie.

Lampje Status

kHz: AM

Brandt

Het registreren van een FM/

MHz: FM

AM-station als voorkeuze is

8 Multi-infoscherm

voltooid.

Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen

knippert

Een FM/AM-station handmatig

van instellingen.

zoeken om te registreren als

voorkeuze.

Er wordt gezocht naar FM-

stations om te registreren als

voorkeuze.

3 SP (SPEAKERS) A/B-lampjes

Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt

geselecteerd.

Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn

geselecteerd.

4 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

Achterpaneel

INLEIDING

1 ANTENNA-aansluitingen

5 LINE 3-aansluitingen

Hier sluit u FM- en AM-antennes aan (zie

PB-aansluitingen (Afspelen)

bladzijde 11).

Hier sluit u audio-uitgangen van een audiocomponent

aan.

2 Netsnoer

REC-aansluitingen (Opname)

Toestel aansluiten op een stopcontact (zie

Hier sluit u audio-ingangen van een audiocomponent

bladzijde 11).

aan.

3 CD-aansluitingen

6 SPEAKERS-aansluitingen

Hier sluit u een cd-speler aan (zie bladzijde 9).

Hier sluit u luidsprekers aan (zie bladzijde 9).

4 LINE 1-2-aansluitingen

7 VOLTAGE SELECTOR (alleen voor het

Hier sluit u audiocomponenten aan (zie bladzijde 9).

universele model)

Nederlands

5 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

Afstandsbediening

4 Invoerkeuzetoetsen

Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt

luisteren.

y

De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de

namen van de aansluitingen op het achterpaneel.

Druk op FM of AM als u op de afstandsbediening TUNER

wilt selecteren als invoerbron.

5 TREBLE –/+

Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge

tonen.

Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB

6 BASS/+

Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen.

Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB

7 BALANCE L/R

Regelt de geluidsbalans van de linker- en

rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te

compenseren.

Bedieningsbereik:

(+20 dB) (midden) (+20 dB)

De uitvoer via het andere

De uitvoer via het andere

kanaal is uitgeschakeld.

kanaal is uitgeschakeld.

8 B / C / D / E / ENTER

Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu

(zie bladzijde 19).

9 MENU

Schakelt het optiemenu in en uit (zie bladzijde 19).

0 VOLUME +/

Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.

A SPEAKERS A/B

Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt

ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is

op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-

Algemene toetsen

aansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde

12

).

De volgende toetsen en onderdelen kunt u gebruiken,

ongeacht welke ingangsbron u hebt geselecteerd.

B DIMMER

Druk meerdere malen op deze toets om één van de

1 Infraroodsignaalzender

3 niveaus voor helderheid van het voorpaneelscherm

Verzendt infrarode signalen.

te selecteren.

2

A (aan/uit)

y

Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand.

Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel

uitschakelt.

3 SLEEP

De helderste instelling is de standaardinstelling.

Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 13).

C MUTE

Hiermee schakelt u de uitvoer van geluid uit. Druk

nog eens op deze toets om de geluidsweergave te

hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau.

6 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

FM/AM-regelaar

Toetsen voor Yamaha cd-spelers

De volgende toetsen kunt u gebruiken als u TUNER hebt

Met de volgende toetsen kunt u een Yamaha cd-speler

geselecteerd als ingangsbron.

bedienen.

D TUNING jj / ii

E Bedieningstoetsen Yamaha cd-speler

INLEIDING

Selecteert de afstemfrequentie (zie bladzijde 14).

s Stopt het afspelen

e Pauzeert het afspelen

PRESET j / i

p Start het afspelen

Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation (zie

DISC SKIP Springt naar de volgende cd in een

bladzijde 16).

cd-wisselaar

MEMORY

b Springt terug

Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze

a Springt vooruit

(zie bladzijde 15).

Voert de schijf uit

w Spoelt terug

INFO

f Speelt versneld vooruit

Alleen het model voor Europa:

Selecteert de informatie die op het voorpaneelscherm

Opmerking

moet worden weergegeven (zie bladzijde 18).

Ook al gebruikt u een Yamaha cd-speler, toch zijn bepaalde

componenten en functies misschien niet beschikbaar. Raadpleeg

de gebruiksaanwijzing bij uw component voor nadere informatie.

Nederlands

7 Nl

REGELAARS EN HUN FUNCTIES

De afstandsbediening gebruiken

Batterijen plaatsen Werkingsbereik

Richt de afstandsbediening binnen het hieronder

weergegeven bedieningsbereik op de

afstandsbedieningssensor op het toestel.

Ongeveer

6 m

AA, R6, UM-3-batterijen

Afstandsbediening

Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen

Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het toestel.

Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.

Laat de afstandsbediening niet vallen.

Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen:

zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een badkamer

zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis

zeer koude plaatsen

stoffige plaatsen

Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt.

Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen.

Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet

aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en

raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.

Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen

de oude batterijen gaan lekken.

Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien,

kunnen een verschillende specificatie hebben.

Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.

Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.

Berg batterijen op buiten het bereik van kinderen.

Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in de mond stopt.

Haal de batterijen uit het toestel als u van plan bent het toestel gedurende langere tijd niet te gebruiken. Anders lopen de batterijen

leeg en bestaat het gevaar van lekkage van batterijvloeistof met als gevolg mogelijke beschadiging van het toestel.

8 Nl