Sony SDM-X75KB – page 12

Manual for Sony SDM-X75KB

background image

4

Voorzorgsmaatregelen

Waarschuwing over voedingsaansluitingen

• Gebruik het bijgeleverde netsnoer. Als u een ander netsnoer 

gebruikt, moet u controleren of dit compatibel is met de lokale 

stroomvoorziening.

Voor klanten in de Verenigde Staten

Als u niet het juiste snoer gebruikt, voldoet de monitor niet aan 

de voorgeschreven FCC-normen.

Voor klanten in het Verenigd Koninkrijk

Als u de monitor gebruikt in het Verenigd Koninkrijk, moet u 

het juiste netsnoer voor het Verenigd Koninkrijk gebruiken.

Installatie

Installeer of plaats de monitor niet:

• op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan hoge 

temperaturen, bijvoorbeeld in de buurt van een verwarming, 

een heteluchtblazer of in direct zonlicht. Als de monitor aan 

extreem hoge temperaturen wordt blootgesteld, zoals in een 

auto die in direct zonlicht staat geparkeerd of in de buurt van 

een heteluchtblazer, kan de behuizing vervormen en de 

werking verstoren;

• op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan mechanische 

trillingen of schokken;

• in de buurt van apparatuur die een sterk magnetisch veld 

produceert, zoals een televisie of verscheidene andere 

huishoudelijke apparaten;

• op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan veel stof, vuil of 

zand, bijvoorbeeld in de buurt van een open raam of een 

buitendeur. Als u de monitor tijdelijk buiten plaatst, moet u de 

juiste voorzorgsmaatregelen treffen ter bescherming tegen stof 

en vuil in de lucht. Als u dit niet doet, kan het toestel 

onherstelbaar worden beschadigd.

Raak de ventilatieopeningen boven aan de achterkant van het 

beeldscherm niet aan. Deze worden namelijk warm.

Behandeling van het LCD-scherm

• Laat het LCD-scherm niet in de zon staan, omdat het 

LCD-scherm zo kan worden beschadigd. Wees voorzichtig als 

u de monitor in de buurt van een raam plaatst.

• Druk en kras niet op het LCD-scherm. Plaats geen zware 

voorwerpen op het LCD-scherm. Hierdoor kan de uniformiteit 

van het scherm afnemen of kan het LCD-scherm defect raken.

• Als u de monitor gebruikt in een koude omgeving, kunnen er 

nabeelden op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een 

storing. Het scherm wordt weer normaal als de temperatuur een 

normaal werkingsniveau bereikt.

• Als een stilstaand beeld lange tijd wordt weergegeven, kan er 

enige tijd een nabeeld zichtbaar zijn. Dit nabeeld verdwijnt na 

verloop van tijd.

• Het LCD-scherm wordt warm tijdens gebruik. Dit duidt niet op 

een storing.

Opmerking over het LCD-scherm (Liquid Crystal 

Display)

Het LCD-scherm is vervaardigd met 

precisietechnologie. Op het LCD-scherm kunnen 

echter doorlopend donkere of heldere (rood, blauw of 

groen) lichtpuntjes zichtbaar zijn. Bovendien kunnen 

ongewone gekleurde strepen of helderheid op het LCD-

scherm worden weergegeven. Dit is normaal en duidt 

niet op storing. 

(Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%)

Onderhoud

• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de monitor reinigt.

• Reinig het LCD-scherm met een zachte doek. Gebruik geen 

glasreinigingsmiddel dat een antistatische oplossing of 

soortgelijke toevoeging bevat omdat de coating van het LCD-

scherm hierdoor kan worden beschadigd.

• Reinig de behuizing, het paneel en de bedieningselementen met 

een zachte doek die is bevochtigd met een zacht zeepsopje. 

Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder of oplosmiddelen, 

zoals alcohol of benzine.

• Wrijf, druk of tik niet op het scherm met een scherp of schurend 

voorwerp, zoals een balpen of schroevendraaier. Hierdoor kan 

de beeldbuis worden beschadigd.

• Houd er rekening mee dat het materiaal of de coating van het 

LCD-scherm kan worden aangetast door blootstelling aan 

vluchtige oplosmiddelen, zoals insecticide, of door langdurig 

contact met rubber of vinyl.

Vervoer

• Koppel alle kabels van het beeldscherm los. Als u een in hoogte 

verstelbaar onderstel gebruikt, verstel het onderstel dan in de 

hoogste stand en houd beide kanten van het LCD-display stevig 

vast. Let erop dat u het beeldscherm tijdens het vervoer niet 

bekrast. Als u het beeldscherm laat vallen, kunt u gewond raken 

of het beeldscherm beschadigen.

• Als u deze monitor moet vervoeren voor reparatie of 

verzending, moet u de oorspronkelijke doos en 

verpakkingsmaterialen gebruiken.

• Plaats de afsluitpin voor het in hoogte verstelbare onderstel 

terug om het onderstel tijdens het vervoer vast te zetten.

De monitor afvoeren

• Gooi de monitor niet weg met gewoon huishoudelijk 

afval.

• De fluorescerende buis in de monitor bevat kwik. 

Deze monitor moet worden afgevoerd in 

overeenstemming met de plaatselijke voorschriften 

voor afvalverwerking.

Het toestel moet in de buurt van een gemakkelijk bereikbaar 

stopcontact worden geplaatst.

Voorbeeld van stekkertypen

voor 100 tot 120 V 

wisselstroom

voor 200 tot 240 V 

wisselstroom

alleen voor 240 V 

wisselstroom

background image

5

NL

De modelnaam van het 

beeldscherm controleren

Controleer eerst de modelnaam van het beeldscherm (Voorbeeld: 

SDM-X75F).

U vindt de modelnaam aan de achterkant van het beeldscherm.

Voor bepaalde beeldschermmodellen zijn niet alle functies en 

menuopties beschikbaar.

Onderdelen en 

bedieningselementen

Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.

In de afbeelding wordt een van de beschikbare modellen van dit 

beeldscherm weergegeven.

1

(stroom) schakelaar en 

1

 (stroom) lampje 

(pagina's 10, 16)

Met deze schakelaar wordt het beeldscherm ingeschakeld 

wanneer het 

1

 (stroom) lampje rood brandt. Druk nogmaals 

op de schakelaar om het beeldscherm uit te schakelen.

Als het 

1

 (stroom) lampje niet brandt, drukt u op de MAIN 

POWER schakelaar (

9

).

2

MENU toets (pagina 12)

Met deze toets wordt het menuscherm in- en uitgeschakeld.

3

m

/

M

 en 

2

 knoppen (volumeregeling) (pagina 12)

Met deze toetsen kunt u de menuonderdelen selecteren en 

wijzigingen aanbrengen.

4

OK toets (pagina 12)

Met deze toets activeert u het geselecteerde menuonderdeel 

en de wijzigingen die zijn aangebracht met de 

m

/

M

 toetsen 

(

3

).

INPUT (pagina 11)

Met deze toetsen wordt het video-ingangssignaal geschakeld 

tussen INPUT1 en INPUT2 als twee computers zijn 

aangesloten op het beeldscherm. (Alleen beschikbaar als het 

menu is uitgeschakeld.)

5

ECO toets (pagina 16)

Deze knop wordt gebruikt om het stroomverbruik te 

verminderen.

Als het menu niet wordt weergegeven, kunt u de 

beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal ook 

automatisch aanpassen door deze knop (One touch Auto 

adjust) meer dan 3 seconden ingedrukt te houden. (alleen 

analoog RGB-signaal)

6

Lichtsensor (pagina 16)

Deze sensor meet de helderheid van het gebied rondom het 

beeldscherm. Bedek de sensor niet met papier en dergelijke.

7

Stereoluidsprekers (pagina's 9, 16)

Deze luidsprekers geven audiosignalen als geluid weer.

8

Hoofdtelefoonaansluiting (pagina's 9, 16)

Deze aansluiting levert audiosignalen voor uw hoofdtelefoon.

MENU

INPUT

ECO

OK

Voorkant van het scherm

De onderdelen die met   worden aangeduid, verschillen 

afhankelijk van het model. Zie "Technische gegevens" 

(pagina 22) voor meer informatie.

background image

6

9

MAIN POWER schakelaar (pagina 10)

Met deze schakelaar wordt de AAN/UIT-knop van het 

beeldscherm in- en uitgeschakeld.

0

AC IN aansluiting (pagina 9)

Hierop sluit u het netsnoer aan (bijgeleverd).

qa

DVI-D ingang (digitaal RGB) (pagina 8)

Via deze aansluiting worden digitale RGB-videosignalen 

ingevoerd conform DVI Rev. 1.0.

qs

HD15 ingang (analoog RGB) (pagina 8)

Via deze aansluiting worden analoge RGB-videosignalen 

(0,700 Vp-p, positief) en synchronisatiesignalen ingevoerd.

qd

Kabelhouder (pagina 9)

Met dit onderdeel kunt u kabels en snoeren bevestigen aan het 

beeldscherm.

qf

USB-downstream-poort (pagina 8) (alleen op 

modellen met USB-poort)

Wanneer u de USB-muis en het USB-toetsenbord op het 

beeldscherm aansluit, kunt u twee computers op de monitor 

aansluiten door de ingang om te schakelen.

qg

USB-upstream-poort (alleen op modellen met USB-

poort)

Sluit de USB-kabel op uw computer en beeldscherm aan.

qh

Opening van het veiligheidsslot

De opening van het veiligheidsslot moet worden gebruikt met 

het Kensington Micro Saver Security System.

Micro Saver Security System is een handelsmerk van 

Kensington.

qj

Audio-ingang voor INPUT1

Deze ingang voert audiosignalen in, indien verbonden met de 

audio-uitgang van een computer of andere audioapparatuur 

die met INPUT1 is verbonden.

q,

Audio-ingang voor INPUT2

Deze ingang voert audiosignalen in, indien verbonden met de 

audio-uitgang van een computer of andere audioapparatuur 

die met INPUT2 is verbonden.

Instelling

Voordat u het beeldscherm in gebruik neemt, moet u controleren 

of de verpakking de volgende onderdelen bevat:

• LCD-scherm

• Netsnoer

• Voetstuk

• HD15-HD15-videosignaalkabel (analoog RGB)

• DVI-D videosignaalkabel (digitaal RGB)

• Audiosnoer (stereo-ministekker)

• USB-kabel

• CD-ROM (hulpprogramma's voor Windows/Macintosh, 

gebruiksaanwijzing, enzovoort)

• Garantiekaart

• Installatiehandleiding

De onderdelen die met   worden aangeduid, verschillen 

afhankelijk van het model. Zie "Technische gegevens" (pagina 

22) voor meer informatie.

Instelling 1: De standaard 

monteren

x

Als u de bijgeleverde standaard gebruikt- 

Gemonteerde standaard

1

Open de doos en neem de voet van de standaard 

eruit.

2

Controleer de bijgeleverde onderdelen.

• Met een schroef aan de onderzijde van de standaard.

3

Leg een zacht matje of iets dergelijks op een 

bureaublad of tafel.

U kunt het LCD-scherm en de monitor zelf beschadigen als u 

het scherm rechtstreeks op het bureaublad legt.

4

Neem het beeldscherm uit de doos en leg het 

beeldscherm met de omlijsting langs de rand van 

het bureaublad. 

Achterkant van het beeldscherm

Druk niet op het LCD-scherm bij het plaatsen van het 

beeldscherm of het rechtop zetten van het 

beeldscherm op een bureau of tafel.

Hierdoor kan de uniformiteit van het beeldscherm 

afnemen of kan het LCD-scherm defect raken.

Scherm

Voet

Zacht matje of soortgelijk

background image

7

NL

5

Plaats de uitsparingen van de arm op de openingen 

van het voestuk om het voetstuk vast te maken. 

1

Til het schroefhandvat op om de voet van de 

standaard stevig vast te kunnen schroeven. 

2

Zorg dat de schroef goed vast zit en klap het 

schroefhandvat weer terug.

6

Verwijder de vergrendelpen nadat u de in hoogte 

verstelbare standaard rechtop hebt gezet.

Opmerking

Verwijder de vergrendelpen niet wanneer de standaard ligt. De standaard 

kan dan vallen of u verwonden als de hals van de standaard onverhoeds 

losschiet van de voet.

x

Standaard waarvan de hoogte kan worden 

aangepast

U kunt een VESA-standaard van een ander merk bevestigen door 

de meegeleverde standaard van het beeldscherm te verwijderen.

Instelling 2: De videosignaalkabels 

aansluiten

1

Schuif het aansluitingenpaneel omlaag.

2

Kantel het beeldscherm omhoog.

En maak de hoek van het beeldscherm zo groot 

mogelijk.

1

 Voetstuk

2

 Schroef

Vergrendelpen

VESA-

compatibel 

schroeven (4)

• Zet het beeldscherm en de computer uit voordat u deze 

aansluit.

Opmerkingen

• Raak de pinnen van de videosignaalkabel niet aan omdat deze 

hierdoor kunnen verbuigen.

• Controleer de uitlijning van de aansluiting om te voorkomen dat de 

pinnen van de videosignaalkabel worden verbogen.

Aansluitingenpaneel

background image

8

3

Verbind de videosignaalkabels met het 

beeldscherm.

x

Een computer aansluiten die is voorzien van 

een HD15 uitgang (analoog RGB)

Gebruik de bijgeleverde HD15-HD15-videosignaalkabel 

(analoog RGB) om de computer aan te sluiten op de HD15-

ingang van het beeldscherm (analoog RGB).

x

Een computer aansluiten die is voorzien van 

een DVI uitgang (digitaal RGB)

Gebruik de bijgeleverde DVI-D-videosignaalkabel (digitale 

RGB) om de computer aan te sluiten op de DVI-D-ingang van 

het beeldscherm (digitale RGB).

Instelling 3: De USB-muis of het 

USB-toetsenbord of 

andere apparaten 

aansluiten (alleen 

modellen met een 

USB-poort)

Als u de USB-muis of het USB-toetsenbord of andere apparaten 

aansluit, kunt u tussen de ingangen schakelen (KVM-functie).

Zie "KVM-functie" (pagina 17) voor meer informatie.

Als u geen USB-muis of USB-toetsenbord of andere apparaten 

met uw beeldscherm gebruikt, gaat u verder met Instelling 4.

1

Gebruik de bijgeleverde kabel om het beeldscherm 

met de computer te verbinden.

2

Sluit de USB-muis of het USB-toetsenbord of 

andere apparaten op het beeldscherm aan.

Voor Macintosh-gebruikers:

Als u de USB downstream-poort aansluit op een toetsenbord 

van Macintosh dat een aan/uit-knop heeft, kan het zijn dat de 

aan/uit-knop op het toetsenbord niet ingeschakeld kan 

worden. Schakel uw computer in of sluit het toetsenbord 

rechtstreeks aan op uw computer. Schakel daarna het 

toetsenbord in en sluit vervolgens de USB downstream-poort 

aan op het toetsenbord.

Opmerkingen

• De USB-poort van dit scherm is compatibel met Windows 2000 / 

Windows XP Professional / Windows XP Home Editie / Macintosh.

• Als de USB-muis of het USB-toetsenbord of andere apparaten al op uw 

computer zijn aangesloten, verwijdert u de USB-muis of het USB-

toetsenbord of de andere apparaten.

• Deze installatie is alleen ontwikkeld voor computers en 

besturingssystemen die USB-compatibel zijn. Voor meer informatie 

zie de handleiding van uw computer of besturingssysteem.

HD15-HD15 videosignaalkabel 

(analoog RGB) (bijgeleverd)

naar de HD15 uitgang (analoog RGB) 

van de computer

naar de HD 15 

ingang 

(analoog RGB)

naar de DVI uitgang (digitaal RGB) 

van de computer

naar de DVI-D ingang 

(digitaal RGB)

DVI-D videosignaalkabel 

(digitaal RGB) (bijgeleverd)

AC IN

DVI-D

HD15

1

2

2

1

Naar USB-poort 

op de computer

Naar USB-poort 

op de computer

USB-kabel 

(bijgeleverd)

USB-kabel (bijgeleverd)

USB-muis

USB-

toetsenbord

2

2

1

1

background image

9

NL

Instelling 4: De audiokabels 

aansluiten

Sluit de audio-ingang van het beeldscherm met de 

bijgeleverde audiokabel aan op de audio-uitgang van 

de computer of andere apparatuur.

x

Wanneer u met de hoofdtelefoon luistert

Verbind de audiokabel (niet meegeleverd) met de 

hoofdtelefoonaansluiting van het beeldscherm.

De geluidsweergave verandert, als de audio-ingang en audio-

uitgang is aangesloten.

Via de luidsprekers of de hoofdtelefoon van het beeldscherm kunt 

u ook luisteren naar geluid van uw computer of andere 

audioapparatuur die is aangesloten op de audio-ingangen van het 

beeldscherm. Zie "Het volume regelen" op pagina 16 voor meer 

informatie.

Instelling 5: Het netsnoer 

aansluiten

1

Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN 

ingang van het beeldscherm.

2

Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op 

een stopcontact.

Instelling 6: Zet de kabels vast en 

plaats het 

aansluitingenpaneel 

weer terug

1

Trek de snoeren en kabels door de kabelhouder 

zoals aangegeven.

2

Plaats het aansluitingenpaneel.

Opmerking

Laat de snoeren en kabels tijdens het samenbinden een beetje vieren. Trek 

niet te hard om te voorkomen dat de kabels of snoeren losraken van de 

aansluitingen of stekkers wanneer u de schermhoek aanpast. Als u de 

snoeren en kabels te strak trekt, kunnen deze beschadigd raken.

naar de audio-uitgang van de 

computer of andere audioapparatuur

audiokabel (bijgeleverd)

naar de audio-ingang

naar de 

hoofdtelefoonaansluiting

audiokabel 

(niet bijgeleverd)

1

 naar AC IN

2

 naar een stopcontact

netsnoer (bijgeleverd)

background image

10

Instelling 7: Het beeldscherm en 

de computer 

aanzetten

1

Controleer of het 

1

 (aan/uit)-lampje rood brandt. Bij 

aankoop van het beeldscherm, is is de MAIN 

POWER schakelaar ingesteld op de zijde 

\

Opmerking

Als de MAIN POWER schakelaar aan de rechterkant van uw beeldscherm 

niet op de 

\

 zijde is ingesteld, druk dan op de zijde 

\

 en controleer of het 

1

 (aan/uit)-lampje rood brandt.

2

Druk op de 

1

 (stroom) schakelaar aan de voorkant 

van het beeldscherm.

Het 

1

 (stroom) lampje licht groen op.

3

Zet de computer aan.

Als er geen beeld verschijnt op het scherm

• Controleer of het netsnoer en de videosignaalkabel goed zijn 

aangesloten.

• Als "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm verschijnt:

– De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een 

willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis.

– Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de

OK toets te drukken (pagina 11).

• Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het scherm 

verschijnt:

– Controleer of de videosignaalkabels goed zijn aangesloten.

– Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de 

OK toets te drukken (pagina 11).

• Als "BUITEN BEREIK" op het scherm verschijnt:

Sluit het oude beeldscherm opnieuw aan. Pas vervolgens de 

grafische kaart van de computer aan het volgende bereik aan.

Zie "Problemen en oplossingen" op pagina 19 voor meer 

informatie over berichten op het scherm.

Geen specifieke stuurprogramma's vereist

De monitor voldoet aan de "DDC" Plug & Play-norm en bepaalt 

automatisch alle monitorgegevens. U hoeft geen specifiek 

stuurprogramma op de computer te installeren.

Als u de computer de eerste keer inschakelt nadat u de monitor hebt 

aangesloten, wordt de installatiewizard wellicht weergegeven op het 

scherm. Volg in dat geval de instructies op het scherm. De Plug & Play 

monitor wordt automatisch geselecteerd zodat u deze monitor kunt 

gebruiken.

De verticale frequentie wordt ingesteld op 60 Hz. 

Aangezien de monitor weinig trillingen produceert, kunt u deze meteen 

gebruiken. U hoeft de verticale frequentie niet hoog in te stellen.

MAIN POWER

Licht rood op

Licht groen op

Analoog RGB

Digitaal RGB

Horizontale 

frequentie

28 – 80 kHz

28 – 64 kHz

Verticale 

frequentie

48 – 75 Hz

60 Hz

Resolutie

1280 

×

 1024 of minder

background image

11

NL

Instelling 8: Pas de stand en de 

hoogte aan

U kunt de monitor verstellen binnen de hieronder weergegeven hoeken.

Pak beide zijden van het LCD-scherm vast en stel de 

gewenste hoek in.

Wanneer u de in hoogte verstelbare standaard gebruikt, kunt u de 

hoogte verstellen zoals hierna wordt beschreven.

Houd beide zijden van het LCD-scherm vast en 

verstel de schermhoogte.

Comfortabel gebruik van het beeldscherm

Pas de kijkhoek van het beeldscherm aan op basis van de hoogte 

van uw bureau en stoel, zodat het licht niet wordt gereflecteerd 

van het scherm in uw ogen.

Opmerkingen

• Als u de positie van het beeldscherm aanpast, dient u erop te letten dat 

u het scherm of de kabels of USB-apparaten niet tegen voorwerpen 

stoot. Beweeg het scherm rustig.

• Plaats geen voorwerpen onder het beeldscherm wanneer u de hoogte 

van de standaard aanpast. Het beeldscherm kan dan beschadigd raken.

• Zorg bij het aansluiten van USB-producten of USB-apparaten op het 

beeldscherm dat deze niet tegen de voet van de standaard stoten. Bij het 

verstellen van de hoek en de hoogte van het beeldscherm kan het 

beeldscherm beschadigd raken, afhankelijk van de omvang van deze 

producten of apparaten. (alleen modellen met USB-poort)

Het ingangssignaal selecteren 

(INPUT1/INPUT2)

Druk op de toets OK.

Het ingangssignaal verandert telkens wanneer u op de knop OK 

drukt.

ca. 

ca. 

20°

ca. 175°

ca. 

175°

ca. 110 mm

Bericht op het scherm 

(verschijnt ongeveer 5 

seconden in de 

linkerbovenhoek)

Configuratie van het 

invoersignaal

INPUT1: DVI-D

DVI-D ingang (digitaal RGB) 

voor INPUT1

INPUT2: HD15

HD15 ingang (analoog RGB) 

voor INPUT2

INPUT

OK

background image

12

Het beeldscherm instellen

Met het schermmenu kunt u veel instellingen van het beeldscherm 

wijzigen.

Het menu gebruiken

1

Geef het hoofdmenu weer.

Druk op de MENU toets om het hoofdmenu op het scherm 

weer te geven.

2

Selecteer het menu dat u wilt aanpassen.

Druk op de 

m

/

M

 toetsen om het gewenste menu weer te geven. 

Druk op de OK toets om het menuonderdeel te selecteren.

3

Pas het item aan.

Druk op de 

m

/

M

 toetsen om de instelling aan te passen. Druk 

vervolgens op de OK toets. 

Wanneer u op de OK toets drukt, wordt de instelling 

opgeslagen en verschijnt het vorige menu op het scherm.

4

Sluit het menu.

Druk één keer op de MENU toets om naar het normale beeld 

terug te keren. Als er niet op een toets wordt gedrukt, wordt 

het menu na ongeveer 45 seconden automatisch gesloten.

x

De standaardinstellingen herstellen

U kunt de standaardinstellingen herstellen met het RESET menu. 

Zie 

0

 (RESET) op pagina 15 voor meer informatie over het 

herstellen van de standaardinstellingen.

Voordat u wijzigingen aanbrengt

Sluit het beeldscherm op de computer aan en schakel beide 

apparaten in.

Voor de beste resultaten wacht u ten minste 30 minuten 

voordat u de instellingen gaat aanpassen nadat het 

beeldscherm op de computer is aangesloten en is ingeschakeld.

MENU

INPUT

OK

,

INPUT

OK

,

MENU

background image

13

NL

Overzicht van menuopties

1)

Als de ECO-modus is ingesteld op "AUTO," kunt u BACKLIGHT and 

CONTRAST niet aanpassen. 

2)

CONTRAST, HELDERHEID en GAMMA kunt u niet aanpassen als 

"sRGB" is geselecteerd.

SDM-X75F/X95F

SDM-X75K/X95K

 BEELDREGELING menu

MODUS (ECO modus)

HOOG

MIDDEN

LAAG

AUTO

1)

 BACKLIGHT

;

1)

6

 CONTRAST

;

1)2)

8

 HELDERHEID

;

2)

 GAMMA

;

2)

 KLEUREN

9300K

6500K

sRGB

2)

GEBRUIKER (GAIN 

en BIAS)

 SCHERPTE

;

0

 MODUS HERSTEL.

;

 SCHERM

AUTO

FASE

PITCH

H CENTRERING

V CENTRERING

 POSITIE MENU

;

 INGANG ZOEKEN

AUTO AAN

INGANG1

INGANG2

AUTO UIT

 LANGUAGE

ENGLISH

FRANÇAIS

DEUTSCH

ESPAÑOL

ITALIANO

NEDERLANDS

SVENSKA

0

 RESET

OK

ANNULEREN

 TOETSEN SLOT

AAN

UIT

background image

14

Het menu BEELDREGELING

Opmerkingen

• Als u "sRGB" selecteert, kunt u CONTRAST, HELDERHEID en 

GAMMA niet aanpassen.

• Als de ECO-modus is ingesteld op "AUTO," kunt u BACKLIGHT and 

CONTRAST niet aanpassen. 

1)

Als een aangesloten computer of ander apparaat niet geschikt is voor 

sRGB, kan de kleur niet worden aangepast aan het sRGB-profiel.

Als u "sRGB" selecteert, kunt u CONTRAST, HELDERHEID en 

GAMMA niet aanpassen.

Als u de ECO-modus hebt ingesteld op "AUTO", kunt u geen "sRGB" 

selecteren.

 Het menu SCHERM (alleen voor 

analoge RGB-signalen) 

x

Functie voor het automatisch aanpassen 

van de beeldkwaliteit

Wanneer het beeldscherm een ingangssignaal 

ontvangt, worden de positie en de scherpte van het 

beeld automatisch aangepast (fase/pitch). Dit zorgt 

voor een helder beeld op het scherm (pagina 17).

Opmerking

Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is 

geactiveerd, is alleen de 

1

 (stroom) schakelaar beschikbaar.

Als het beeld niet volledig wordt aangepast aan de 

functie voor het automatisch aanpassen van de 

beeldkwaliteit

U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige invoersignaal 

automatisch verder aanpassen. (Zie AUTO hieronder.)

Als u nog fijnafstellingen aan de beeldkwaliteit wilt 

uitvoeren

U kunt de scherpte (fase/pitch) en positie (horizontaal/verticaal) 

van het beeld handmatig aanpassen.

Deze aanpassingen zijn in het geheugen opgeslagen en worden 

automatisch opgeroepen als het beeldscherm hetzelfde 

ingangssignaal ontvangt. De instellingen moeten eventueel weer 

worden aangepast als u het ingangssignaal verandert nadat u uw 

computer opnieuw aansluit.

Items

Druk op de 

M

toets

Druk op de 

m

toets

MODUS

Stel de ECO-modus in.

Selecteer de helderheid van uw 

beeldscherm, HOOG, MIDDEN, of 

LAAG, en selecteer AUTO om te 

besparen op het stroomverbruik. 

U kunt allerlei modi instellen door een 

invoer aan te zetten.

HOOG

MIDDEN

LAAG

AUTO

 BACKLIGHT

Het scherm wordt 

helderder.

Het scherm wordt 

donkerder.

6

 CONTRAST

Het contrast van 

het beeld wordt 

verscherpt.

Het contrast van 

het beeld wordt 

minder scherp.

8

 HELDERHEID

Het beeld wordt 

helderder 

(zwartniveau).

Het beeld wordt 

donkerder 

(zwartniveau).

 GAMMA

Kenmerken

U kunt de oorspronkelijke kleuren van 

de beelden op het scherm herstellen.

Items

 KLEUREN

Opties

Kenmerken

9300K

Blauwe tint

6500K

Rode tint

sRGB

1)

Wanneer u "sRGB" selecteert, worden de 

kleuren aangepast aan het sRGB-profiel. 

(De sRGB-kleurinstelling is een 

standaardprotocol voor kleurruimten die 

is ontworpen voor computerproducten.) 

Als u "sRGB" selecteert, moeten de 

kleurinstellingen van de computer zijn 

ingesteld op het sRGB-profiel.

GEBRUIKER

U kunt extra aanpassingen doen in lichte 

gebieden (GAIN: witniveau) en donkere 

gebieden(BIAS: zwartniveau). U kunt de 

ingestelde kleur ook in het geheugen 

opslaan.

Items

Druk op de 

m

/

M

 toetsen

SCHERPTE

Pas deze optie aan om de rand van 

beelden, enzovoort te verscherpen.

Items

0

 MODUS HERSTEL.

Opties

Kenmerken

OK

U kunt BACKLIGHT, CONTRAST, 

HELDERHEID, GAMMA, KLEUREN 

en SCHERPTE op de standaardwaarden 

instellen.

ANNULEREN

Het herstellen van de 

standaardinstellingen wordt geannuleerd 

en er wordt teruggekeerd naar het 

menuscherm.

Items

Kenmerken

AUTO

Voer de juiste instellingen door voor de 

fase, pitch en horizontale en verticale 

positie van het scherm voor het huidige 

ingangssignaal en sla deze instellingen op.

background image

15

NL

x

De scherpte en positie van het beeld 

handmatig aanpassen (FASE/PITCH/ H 

CENTRERING/V CENTRERING)

U kunt de scherpte en de positie van het beeld als volgt aanpassen.

1

Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1280 × 

1024.

2

Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.

3

Start de CD-ROM en geef het testpatroon weer.

Voor gebruikers van Windows

Als Auto run werkt:

1

Klik op "Hulpprogramma voor instellen van monitor 

(UTILITY)".

2

Klik op "Ampassen", bevestig de resolutie en klik daarna 

op "Volgende". 

Het testpatroon voor PITCH, FASE, H CENTREING en V 

CENTREING verschijnen op volgorde.

Als Auto run niet werkt:

1

Open "Mijn computer" en klik met uw rechtermuisknop op 

het pictogram CD-ROM. Ga naar de "Verkenner" en open 

het pictogram CD-ROM.

2

Open [Utility] en selecteer [Windows].

1

Start [Win_Utility.exe].

Het testpatroon verschijnt.

Voor gebruikers van Macintosh

1

Open [Utility] en selecteer [Mac].

2

Start [Mac_Utility.exe]

Het testpatroon verschijnt.

 Het menu POSITIE MENU

 Het menu INGANG ZOEKEN

De modellen met digitale ingang zoeken naar ieder 

ingangssignaal. U kunt automatisch over en weer schakelen 

tussen de signalen.

 Het menu LANGUAGE

0

 Het menu RESET 

(standaardinstellingen herstellen)

Het menu TOETSEN SLOT

Items

Druk op de 

m

/

M

 toetsen

FASE

De horizontale strepen op het scherm 

minimaliseren.

PITCH

De verticale strepen verdwijnen.

H CENTRERING

De beeldpositie wordt aangepast 

wanneer het beeld niet in het midden van 

het scherm wordt weergegeven.

V CENTRERING

Items

Druk op de 

m

/

M

 toetsen

POSITIE MENU

U kunt de positie van het menu op het 

scherm wijzigen. U kunt kiezen uit 9 

posities.

Items

Kenmerken

AUTO AAN

Als de geselecteerde ingang geen signaal heeft 

of als u een ingang selecteert met de OK toets 

en deze ingang geen invoersignaal heeft, wordt 

een schermbericht weergegeven (pagina 18). 

Het beeldscherm zoekt automatisch naar het 

invoersignaal en schakelt automatisch over 

naar een andere ingang.

Als de ingang wordt gewijzigd, wordt de 

geselecteerde ingang weergegeven in de 

linkerbovenhoek van het scherm.

Wordt er geen invoersignaal ontvangen, dan 

wordt de energiespaarstand van de monitor 

automatisch geactiveerd.

INGANG1

Als u het scherm inschakelt, wordt 

INGANG1 of INGANG2 als 

prioriteitsinstelling weergegeven (de 

optie INGANG ZOEKEN zal niet 

werken).  

INGANG2

AUTO UIT

De ingang wordt niet automatisch 

aangepast. Druk op OK om de ingang te 

wijzigen.

Items

Druk op de 

m

/

M

 toetsen

ENGLISH

FRANÇAIS

DEUTSCH

ESPAÑOL

ITALIANO

NEDERLANDS

SVENSKA

Engels

Frans

Duits

Spaans

Italiaans

Zweeds

Russisch

Japans

Chinees

Items

Kenmerken

OK

De aangepaste instellingen terugzetten 

op de standaardinstellingen behalve de 

instelling van het menu 

(LANGUAGE).

ANNULEREN

Het herstellen van de 

standaardinstellingen wordt geannuleerd 

en er wordt teruggekeerd naar het 

menuscherm.

Items

Kenmerken

AAN

Alleen de 

1

 (stroom) schakelaar werkt. 

Als u een andere handeling probeert uit 

te voeren, verschijnt het pictogram 

(TOETSEN SLOT) op het scherm.

UIT

 (TOETSEN SLOT) wordt 

uitgeschakeld. Als 

 (TOETSEN 

SLOT) is ingesteld op AAN en u op de 

MENU toets drukt, wordt 

(TOETSEN SLOT) automatisch 

geselecteerd.

Items

Kenmerken

background image

16

Technische kenmerken

Het volume regelen

U kunt het geluid van uw computer of andere audio-apparatuur 

die is aangesloten op de audio-ingangen van de monitor, 

beluisteren via de luidsprekers van de monitor of een 

hoofdtelefoon.

Het volume kan worden aangepast met een apart "Volume" menu 

vanuit het hoofdmenu.

1

Druk op de 

m

/

M

 toetsen wanneer er geen menu 

verschijnt op het scherm.

2

Druk op de 

m

/

M

 toetsen om het volume aan te 

passen.

Het menu verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden.

Opmerkingen

• U kunt het volume niet aanpassen als het hoofdmenu wordt 

weergegeven op het scherm.

• Als de monitor in de energiespaarstand staat, komt er geen geluid uit de 

luidsprekers of de hoofdtelefoons.

Stroomspaarfunctie

Dit beeldscherm voldoet aan de richtlijnen voor stroombesparing 

die zijn opgesteld door VESA, 

E

NERGY 

S

TAR en NUTEK. Als 

het beeldscherm is aangesloten op een computer of een videokaart 

die voldoet aan de DPM-norm DPMS (Display Power 

Management Standard) compatibele videokaart voor analoge 

invoer/DMPM (DVI Digital Monitor Power Management) voor 

digitale invoer, gaat het beeldscherm automatisch minder stroom 

verbruiken zoals hieronder afgebeeld.

1)

Als de stand "actief uit" van de computer wordt geactiveerd, valt het 

ingangssignaal weg en verschijnt GEEN INPUT SIGNAAL op het 

scherm. Na 5 seconden wordt de stroomspaarstand van het 

beeldscherm geactiveerd. 

"Diepe sluimer" is een stroomspaarstand die is gedefinieerd door de 

Environmental Protection Agency.

Het stroomverbruik verminderen 

(ECO modus)

Als u herhaaldelijk op de ECO toets aan de voorkant van het 

beeldscherm drukt, kunt u de helderheid van het scherm 

selecteren.

Elke modus wordt op het scherm weergegeven en de helderheid 

van het scherm wordt beperkt op basis van de modus. Het menu 

verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden.

De helderheid van het scherm en het stroomverbruik worden 

beperkt als de modus wordt gewijzigd van HOOG in MIDDEN in 

LAAG.

De standaardinstelling voor de helderheid van het scherm is 

HOOG.

Functie voor het automatisch 

aanpassen van de helderheid 

(lichtsensor)

Deze monitor heeft een functie waarmee de helderheid van het 

scherm automatisch wordt aangepast aan de helderheid van de 

omgeving. De helderheid van het scherm wordt ingesteld op het 

meest geschikte niveau als u de ECO modus instelt op AUTO met 

de ECO toets aan de voorkant van de monitor of in het 

BEELDREGELING menu. De helderheid van het scherm is 

standaard ingesteld op HOOG. Als u de ECO modus op "AUTO" 

instelt met de ECO toets aan de voorkant van de monitor, wordt 

de aanpassingsbalk ook weergegeven. U kunt de balk aanpassen 

met de 

m

/

M

 toetsen. De helderheid van het scherm wordt 

aangepast aan het niveau dat u hebt ingesteld.

Stroomstand

1

 (stroom) lampje

normale werking

groen

actief uit

1)

(diepe sluimer)

oranje

stroom uitgeschakeld

rood

hoofdschakelaar uit

uit

3 0

VO L U M E

,

5 0

E C O

H O O G

:

E C O

M I D D E N

:

E C O

L A AG

:

E C O

AU TO

:

ECO

,

background image

17

NL

Functie voor automatisch 

aanpassen van de beeldkwaliteit 

(alleen analoog RGB-signaal)

Als het beeldscherm een ingangssignaal 

ontvangt, worden de beeldpositie en -scherpte 

(fase/pitch) automatisch aangepast zodat er een 

scherp beeld op het scherm verschijnt.

Fabrieksinstelling

Als het beeldscherm een ingangssignaal ontvangt, wordt dit 

automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in 

het geheugen van het beeldscherm zijn opgeslagen om een beeld 

van hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen. 

Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de 

fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm 

weergegeven met de juiste standaardinstellingen.

Als ingangssignalen niet overeenkomen met de 

fabrieksinstellingen

Als het beeldscherm een ingangssignaal ontvangt dat niet 

overeenkomt met een van de fabrieksinstellingen, wordt de 

functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van 

het beeldscherm geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld 

verschijnt op het scherm (binnen het volgende frequentiebereik):

Horizontale frequentie: 28–80 kHz

Verticale frequentie:

48–75 Hz

De eerste keer dat het beeldscherm ingangssignalen ontvangt die 

niet overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het 

langer dan normaal duren voordat het beeld op het scherm 

verschijnt. De instelgegevens worden automatisch opgeslagen in 

het geheugen zodat het beeldscherm op dezelfde manier werkt als 

wanneer het beeldscherm signalen ontvangt die wel 

overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen.

Fase, pitch en beeldpositie handmatig aanpassen

Voor sommige ingangssignalen kunnen beeldpositie, fase en 

pitch niet helemaal automatisch worden aangepast. Deze 

instellingen kunnen dan handmatig worden aangepast 

(pagina 15). Wanneer u deze instellingen handmatig aanpast, 

worden deze als gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en 

automatisch weer opgeroepen wanneer het beeldscherm dezelfde 

ingangssignalen ontvangt.

Opmerking

Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is 

geactiveerd, functioneert alleen de 

1

 (stroom) schakelaar.

KVM-functie (Toetsenbord-Video-

Muis-functie)

U kunt maximaal twee computers, die worden aangesloten op de 

USB-muis en het USB-toetsenbord, gebruiken door de knop 

INPUT/OK (pagina 8) om te schakelen.

Over de USB-poort

• Wij raden u aan de USB-muis en het USB-toetsenbord aan te 

sluiten op de USB-poort van het beeldscherm. Als u andere 

apparaten dan de bovenstaande aansluit, werkt het beeldscherm 

mogelijk niet correct. Het is ook mogelijk dat apparaten die 

compatibel zijn met Bluetooth niet correct werken.

• De USB-poort op het beeldscherm is compatibel met USB full-

speed (max. 12 Mbps).

Opmerkingen

• Zelfs als u op de knop INPUT/OK drukt, kan mogelijk niet correct 

tussen de computers worden geschakeld.

• Installeer het nieuwste USB-stuurprogramma als u USB-apparaten wilt 

gebruiken. Een ouder USB-stuurprogramma werkt mogelijk niet 

correct.

• Als u een USB-hub gebruikt, stelt u de ingangssignalen via het menu 

INGANG ZOEKEN in op AUTO UIT.

background image

18

Problemen oplossen

Lees dit gedeelte aandachtig door voordat u contact opneemt met 

de technische dienst.

Schermberichten

Als er een probleem is met het ingangssignaal, wordt een van de 

volgende berichten weergegeven op het scherm. Zie "Problemen 

en oplossingen" op pagina 19 om dit probleem op te lossen.

Als "BUITEN BEREIK" op het scherm verschijnt

Dit geeft aan dat het ingangssignaal niet wordt ondersteund door 

het beeldscherm. Controleer de volgende punten.

Zie "Problemen en oplossingen" op pagina 19 voor meer 

informatie over schermberichten.

Als "xxx.x kHz/xxx Hz" wordt weergegeven

Dit geeft aan dat de horizontale of verticale frequentie niet 

wordt ondersteund door het beeldscherm.

De cijfers staan voor de horizontale en verticale frequenties 

van het huidige ingangssignaal.

Als "RESOLUTIE > 1280 

× 

1024" wordt weergegeven

Dit geeft aan dat de resolutie niet wordt ondersteund door de 

monitor (1280 

×

 1024 of minder).

Als "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm 

verschijnt

Dit geeft aan dat er geen signaal wordt ingevoerd via de gekozen 

aansluiting.

Als INGANG ZOEKEN (pagina 15) is ingesteld op AAN, zoekt 

het beeldscherm een ander invoersignaal en wordt de invoer 

automatisch gewijzigd.

Wanneer er geen ingangssignaal wordt aangetroffen, 

wordt het bericht 

"GA NAAR STROOMSPAAR"

weergegeven. Circa 5 seconden later wordt het scherm in de 

energiespaarstand gezet.

Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het 

scherm verschijnt

Dit geeft aan dat de videosignaalkabel niet is aangesloten op de 

gekozen aansluiting.

Als INGANG ZOEKEN (pagina 15) is ingesteld op AAN, zoekt 

het beeldscherm een ander invoersignaal en wordt de invoer 

automatisch gewijzigd. 

Wanneer er geen ingangssignaal wordt aangetroffen, 

wordt het bericht 

"GA NAAR STROOMSPAAR"

weergegeven. Circa 45 seconden later wordt het scherm in de 

energiespaarstand gezet.

BU I T EN BERE I K

x x x . x k H z /

x x x H z

I NFORMA T I E

I NGAN 1 : DV I - D

G

Voorbeeld

RESOL UT I E

>

2

1

8 0 X 1

4

2

0

I NFORMA T I E

B U I T E N     B E R E I K

I NGAN 1 : DV I - D

G

Voorbeeld

I NGAN 1 : DV I - D

GEEN

I NPUT S I GNAA L

GA NAA

G

R S TROOMSPAAR

I NFORMA T I E

Voorbeeld

KABE L N I E T AANGES LO

N

E

T

I NFORMA T I E

I NGAN 1 : DV I - D

G

GA NAAR S TROOMSPAAR

Voorbeeld

background image

19

NL

Problemen en oplossingen

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten computer of apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of 

andere apparatuur.

Probleem

Controleer deze punten

Geen beeld

Als het 

1

 (aan/uit)-lampje niet brandt 

of als het 

1

 (aan/uit)-lampje niet gaat 

branden wanneer de 

1

 (aan/uit)-

schakelaar wordt ingedrukt:

• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.

• Controleer of de MAIN POWER schakelaar op het beeldscherm is ingeschakeld (pagina 

10)

Als het 

1

 (aan/uit)-lampje rood gaat 

branden:

• Controleer of de 

1

 (stroom) schakelaar aan staat.

KABEL NIET AANGESLOTEN 

verschijnt op het scherm.

• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten 

(pagina 7).

• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn gedrukt.

• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).

• Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is bijgeleverd. Als u een 

videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan KABEL NIET AANGESLOTEN 

op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing.

Het waarschuwingsbericht "GEEN 

INPUT SIGNAAL "wordt 

weergegeven op het scherm of het 

1

(aan/uit)-lampje brandt oranje:

• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten 

(pagina 7).

• Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn 

gedrukt.

• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• De computer staat in de stroomspaarstand. Druk op een willekeurige toets op het 

toetsenbord of verplaats de muis.

• Controleer of de grafische kaart goed is geïnstalleerd.

• Controleer of de computer is ingeschakeld.

• Start de computer opnieuw op.

BUITEN BEREIK verschijnt op het 

scherm (pagina 18).

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de specificaties van het beeldscherm valt. 

Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude 

beeldscherm opnieuw aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen aan het 

volgende bereik:

Horizontaal: 28 – 80 kHz (analoog RGB), 28 – 64 kHz (digitaal RGB) 

Verticaal: 48 – 75 Hz (analoog RGB), 60 Hz (digitaal RGB) 

Resolutie: 1280 

×

 1024 of minder

U gebruikt Windows.

• Als u een oud beeldscherm hebt vervangen door dit beeldscherm, moet u het oude 

beeldscherm opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY" 

in de lijst met "Fabrikanten" en selecteer de gewenste modelnaam in de lijst met 

"modellen" in het Windows-venster voor apparaatselectie. Als de modelnaam van dit 

beeldscherm niet in de lijst met "modellen" wordt weergegeven, moet u "Plug & Play" 

proberen.

Bij gebruik van een Macintosh 

systeem.

• Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh 

computer. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit.

Het beeld flikkert, springt, 

oscilleert of is vervormd.

• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).

• Probeer het beeldscherm aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander circuit.

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van het beeldscherm.

• Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19'' Color, enzovoort) en de frequentie 

van het ingangssignaal worden ondersteund door het beeldscherm. Zelfs als de frequentie 

binnen het juiste bereik ligt, hebben bepaalde grafische kaarten een synchronisatiepuls die te 

smal is om correct te worden gesynchroniseerd door het beeldscherm.

• Dit beeldscherm verwerkt geen interlace-signalen. Stel deze in op progressive-signalen.

• Pas de frequentie voor vernieuwen (verticale frequentie) van de computer aan om een 

optimaal beeld te verkrijgen.

background image

20

Het beeld is wazig.

• Pas de helderheid en het contrast aan (pagina 14).

• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1280 x 1024.

Echobeeld (ghosting).

• Gebruik geen videoverlengsnoeren en/of videoschakeldozen.

• Controleer of alle stekkers goed vastzitten.

Het beeld is niet gecentreerd of 

heeft niet de juiste afmetingen. 

(alleen analoog RGB-signaal)

• Pas de pitch en fase aan (pagina 15).

• Pas de positie van het beeld aan (pagina 15). Houd er rekening mee dat in bepaalde 

videostanden het scherm niet volledig wordt gevuld.

Het beeld is te klein.

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• Stel de resolutie van het beeldscherm in op 1280 x 1024.

Het beeld is donker.

• Pas de achtergrondverlichting aan (pagina 14).

• Pas de helderheid aan (pagina 14).

• Pas de gamma aan met het GAMMA menu. (pagina 14).

• Na het inschakelen van het beeldscherm duurt het enkele minuten voordat het scherm oplicht.

• Het scherm wordt wellicht donkerder, afhankelijk van de geselecteerde ECO modus.

Golvend of elliptisch patroon 

(moiré) is zichtbaar.

• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).

De kleur is niet gelijkmatig.

• Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 15).

Onzuivere witweergave.

• Pas de kleurtemperatuur aan (pagina 14).

De toetsen van het beeldscherm 

werken niet (

 verschijnt op het 

scherm).

• Als TOETSEN SLOT is ingesteld op AAN, stelt u deze in op UIT (pagina 15).

Het apparaat dat is aangesloten 

via de USB-kabel werkt niet.

• Controleer of de USB-kabel (bijgeleverd) op de juiste manier is aangesloten (pagina 8).

• Druk op de MAIN POWER schakelaar en op het 

1

 (stroom) lampje om het beeldscherm 

in te schakelen.

Problemen die worden veroorzaakt door uw computer of een ander 

aangesloten apparaat

• Controleer of uw apparaat is ingeschakeld.

• Installeer het bijgewerkte USB-stuurprogramma opnieuw. Voor meer informatie neemt u 

contact op met de fabrikant van het product.

• Als u de computer niet kunt bedienen met de op het beeldscherm aangesloten muis of 

toetsenbord, sluit u de muis of het toetsenbord rechtstreeks op de computer aan. Nadat u 

de computer opnieuw hebt opgestart, stelt u de USB-verbinding opnieuw in. Nadat u deze 

procedure hebt voltooid, sluit u het toetsenbord of de muis weer op het beeldscherm aan. 

Wanneer het beeldscherm via de USB-poort op een computer, toetsenbord of muis is 

aangesloten, kunt u de computer mogelijk niet bedienen met de muis en het toetsenbord 

nadat de computer opnieuw is opgestart. 

Het scherm wordt na enige tijd 

uitgeschakeld.

Problemen die niet worden veroorzaakt door het beeldscherm, maar door 

de computer of andere apparatuur die is aangesloten 

• Schakel de stroomspaarstand van de computer uit.

De resolutie die op het menuscherm 

wordt weergegeven, is onjuist.

• Afhankelijk van de instelling van de grafische kaart, kan de resolutie die op het 

menuscherm wordt weergegeven, niet overeenkomen met de resolutie van het 

beeldscherm.

Nadat de stroom is uitgeschakeld, 

blijft het 

1

 (stroom) lampje enige 

tijd branden.

• Als de stroom is ingeschakeld maar de 

1

 (stroom) schakelaar is niet ingedrukt of als de 

monitor in de stroomspaarstand staat en u de MAIN POWER schakelaar uitschakelt, 

wordt het 

1

 (stroom) lampje wellicht niet direct uitgeschakeld. Dit duidt niet op een 

storing.

Probleem

Controleer deze punten

background image

21

NL

De gegevens van dit beeldscherm weergeven

Als het beeldscherm een videosignaal ontvangt, drukt 

u op de toets MENU en houd deze ingedrukt tot het 

informatievenster verschijnt.

Als u nogmaals op de MENU knop drukt, verdwijnt het venster.

Hoewel dit beeldscherm met de modelnamen SDM-X75 /X95  

is vastgelegd in de veiligheidsvoorschriften, worden de namen 

SDM-X75F/X95F/X75K/X95K gebruikt voor de verkoop.

Als een probleem blijft optreden, moet u contact opnemen met 

een erkende Sony dealer en de volgende informatie opgeven:

• Modelnaam

• Serienummer

• Gedetailleerde beschrijving van het probleem

• Datum van aanschaf

• Naam en specificaties van uw computer en grafische kaart

• Type ingangssignalen (analoog RGB/digitaal RGB)

    INFORMATIE

MODEL : SDM-X75F

SER. NO : 1234567

MANUFACTURED : 2005-52

MENU

Voorbeeld

Modelnaam

Serienummer

Productieweek en -jaar

background image

22

Technische gegevens

1)

Aanbevolen horizontale en verticale synchronisatie-conditie

• Horizontale synchronisatiebreedte moet meer dan 4,8% van 

de totale horizontale tijd zijn of 0,8 µsec, afhankelijk van wat 

het grootst is.

• Horizontale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 2,5 µsec 

zijn.

• Verticale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 450 µsec 

zijn.

Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden 

zonder voorafgaande kennisgeving.

Modelnaam

SDM-X75F

SDM-X95F

SDM-X75K

SDM-X95K

LCD-scherm

Type: a-Si TFT Active Matrix

Beeldformaat: inch

 17,0

 19,0 

17,0

19,0

Ingangssignaalindeling

RGB-werkingsfrequentie

1)

Horizontaal: 28 – 80 kHz (Analoog RGB)

  28 – 64 kHz (Digitaal RGB)

 Verticaal: 48 – 75 Hz (Analoog RGB)

 60 Hz (Digitaal RGB)

Resolutie

Horizontaal: Max. 1280 punten

Verticaal: Max. 1024 lijnen

Type ingangssignaal

(digitaal/analoog)

Digitaal × 1/Analoog × 1

Ingangssignaalniveaus

RGB-videosignaal 0,7 Vp-p, 75 

, positief

SYNC-signaal

TTL-niveau, 2,2 k

, positief of negatief 

Digitaal RGB (DVI) signaal: TMDS (Single link)

Audio-ingang 

Stereo-mini-ingang, 0,5 Vrms, 47 k

Luidsprekeruitgang

1 W × 2

USB-poort

USB full-speed (max. 12 Mbps)

A-poort × 2, B-poort × 2

Hoofdtelefoonuitgang

× 1

Stroomvereisten

100 – 240 V, 50 – 60 Hz, Max. 1,0 A

Elektriciteitsverbruik

Max. 45 W

Max. 50 W

Max. 55 W

Werkingstemperatuur

5 – 35 °C

Type voet

In hoogte verstelbaar

Afmetingen (breedte/

hoogte/diepte)

Ongeveer 369 × 393,5 – 

503,5 × 253 mm

(met standaard)

Ongeveer 369 × 337 × 

66 mm

(zonder standaard)

Ongeveer 414 × 409,5 – 

519,5 × 277,5 mm

(met standaard)

Ongeveer 414 × 370 × 

69 mm

(zonder standaard)

Ongeveer 369 × 393,5 – 

503,5 × 253 mm

(met standaard)

Ongeveer 369 × 337 × 

66 mm

(zonder standaard)

Ongeveer 414 × 409,5 – 

519,5 × 277,5 mm

(met standaard)

Ongeveer 414 × 370 × 

69 mm

(zonder standaard)

Gewicht

Ongeveer 7,6 kg 

(met standaard)

Ongeveer 4,4 kg 

(zonder standaard)

Ongeveer 8,9 kg 

(met standaard)

Ongeveer 5,4 kg 

(zonder standaard)

Ongeveer 7,6 kg 

(met standaard)

Ongeveer 4,4 kg 

(zonder standaard)

Ongeveer 8,9 kg 

(met standaard)

Ongeveer 5,4 kg 

(zonder standaard)

Plug & Play

DDC2B

Accessoires

Zie pagina 6.

background image

i

TCO’99 Eco-document (for the black 

model)

x

Congratulations! 

You have just purchased a TCO’99 approved and labelled product! Your 

choice has provided you with a product developed for professional use. 

Your purchase has also contributed to reducing the burden on the 

environment and also to the further development of environmentally 

adapted electronics products.

x

Why do we have environmentally labelled com-

puters? 

In many countries, environmental labelling has become an established 

method for encouraging the adaptation of goods and services to the 

environment. The main problem, as far as computers and other electronics 

equipment are concerned, is that environmentally harmful substances are 

used both in the products and during their manufacture. Since it is not so 

far possible to satisfactorily recycle the majority of electronics equipment, 

most of these potentially damaging substances sooner or later enter nature. 

There are also other characteristics of a computer, such as energy 

consumption levels, that are important from the viewpoints of both the 

work (internal) and natural (external) environments. Since all methods of 

electricity generation have a negative effect on the environment (e.g. 

acidic and climate-influencing emissions, radioactive waste), it is vital to 

save energy. Electronics equipment in offices is often left running 

continuously and thereby consumes a lot of energy.

x

What does labelling involve?

This product meets the requirements for the TCO’99 scheme which 

provides for international and environmental labelling of personal 

computers. The labelling scheme was developed as a joint effort by the 

TCO (The Swedish Confederation of Professional Employees), Svenska 

Naturskyddsforeningen (The Swedish Society for Nature Conservation) 

and Statens Energimyndighet (The Swedish National Energy 

Administration).

Approval requirements cover a wide range of issues: environment, 

ergonomics, usability, emission of electric and magnetic fields, energy 

consumption and electrical and fire safety.

The environmental demands impose restrictions on the presence and use 

of heavy metals, brominated and chlorinated flame retardants, CFCs 

(freons) and chlorinated solvents, among other things. The product must 

be prepared for recycling and the manufacturer is obliged to have an 

environmental policy which must be adhered to in each country where the 

company implements its operational policy.

The energy requirements include a demand that the computer and/or 

display, after a certain period of inactivity, shall reduce its power 

consumption to a lower level in one or more stages. The length of time to 

reactivate the computer shall be reasonable for the user.

Labelled products must meet strict environmental demands, for example, 

in respect of the reduction of electric and magnetic fields, physical and 

visual ergonomics and good usability.

Below you will find a brief summary of the environmental requirements 

met by this product. The complete environmental criteria document may 

be ordered from:

TCO Development

SE-114 94 Stockholm, Sweden

Fax: +46 8 782 92 07

Email (Internet): development@tco.se

Current information regarding TCO’99 approved and labelled 

products may also be obtained via the Internet, using the address: 

http://www.tco-info.com/

x

Environmental requirements

Flame retardants

Flame retardants are present in printed circuit boards, cables, wires, 

casings and housings. Their purpose is to prevent, or at least to delay the 

spread of fire. Up to 30% of the plastic in a computer casing can consist 

of flame retardant substances. Most flame retardants contain bromine or 

chloride, and those flame retardants are chemically related to another 

group of environmental toxins, PCBs. Both the flame retardants 

containing bromine or chloride and the PCBs are suspected of giving rise 

to severe health effects, including reproductive damage in fish-eating 

birds and mammals, due to the bio-accumulative

*

 processes. Flame 

retardants have been found in human blood and researchers fear that 

disturbances in foetus development may occur.

The relevant TCO’99 demand requires that plastic components weighing 

more than 25 grams must not contain flame retardants with organically 

bound bromine or chlorine. Flame retardants are allowed in the printed 

circuit boards since no substitutes are available.

Cadmium

**

Cadmium is present in rechargeable batteries and in the colour-generating 

layers of certain computer displays. Cadmium damages the nervous 

system and is toxic in high doses. The relevant TCO’99 requirement states 

that batteries, the colour-generating layers of display screens and the 

electrical or electronics components must not contain any cadmium.

Mercury

**

Mercury is sometimes found in batteries, relays and switches. It damages 

the nervous system and is toxic in high doses. The relevant TCO’99 

requirement states that batteries may not contain any mercury. It also 

demands that mercury is not present in any of the electrical or electronics 

components associated with the labelled unit.

CFCs (freons)

The relevant TCO’99 requirement states that neither CFCs nor HCFCs 

may be used during the manufacture and assembly of the product. CFCs 

(freons) are sometimes used for washing printed circuit boards. CFCs 

break down ozone and thereby damage the ozone layer in the stratosphere, 

causing increased reception on earth of ultraviolet light with e.g. increased 

risks of skin cancer (malignant melanoma) as a consequence.

Lead

**

Lead can be found in picture tubes, display screens, solders and 

capacitors. Lead damages the nervous system and in higher doses, causes 

lead poisoning. The relevant TCO’99 requirement permits the inclusion of 

lead since no replacement has yet been developed.

*

Bio-accumulative is defined as substances which accumulate within 

living organisms.

** Lead, Cadmium and Mercury are heavy metals which are Bio-

accumulative.