Sharp MX-M1055: EEN METADATASET INVOEREN OPHET APPARAAT

EEN METADATASET INVOEREN OPHET APPARAAT: Sharp MX-M1055

background image

5

NEDERLANDS

EEN METADATASET INVOEREN OP HET APPARAAT

Als u het apparaat eenmaal hebt geïnstalleerd (alle apparaatinstellingen zijn geconfigureerd), kunnen

gebruikers op het apparaat een beeldbestand scannen, metadata bij het bestand invoeren en de

metadata automatisch routeren naar een computermap of een applicatie van een derde. Volg

onderstaande stappen om metadata in te voeren op het bedieningspaneel.

1

Selecteer de beeldverzendfunctie.

Het basisscherm verschijnt.

[Voor MX-modellen:]

[Voor AR-modellen:]

2

Druk op de toets [Modus Wijzigen].

(alleen MX-modellen)

3

Druk op de toets [Data-Invoer].

[Voor MX-modellen:]

[Voor AR-modellen:]

4

Druk op de toets [Setup Metadata].

(alleen MX-modellen)

Als

standaardinstellingen

zijn geconfigureerd op

de webpagina's, gaat

u door met stap 7.

5

De gedefinieerde metadata sets

verschijnen (selectiescherm

metadatasets). Druk op de toets van

de metadataset die u wilt gebruiken.

6

Druk op [OK].

7

De items die zijn gedefinieerd in de

metadataset verschijnen als toetsen

(instellingenscherm metadata). Druk

op de toets van het item dat u wilt

invoeren.

Als u niet de gewenste

metadataset hebt

geselecteerd, drukt u op

de toets [Metadata-Set]

om terug te keren naar

het selectiescherm

metadatasets.

Scannen

Modus wijzigen

Verzendinst

Gereed voor verzenden.

Afbeeldings-

instellingen

DATA-INVOER

E-MAIL/FTP

MODUS WIJZIGEN

Scannen

Modus wijzigen

Verzendinst

Gereed voor verzenden.

Afbeeldings-

instellingen

Faxen

Data-Invoer

PC scan

USB-geh. scan

Internetfax

Scannen

Modus wijzigen

Verzendinst

Afbeeldings-

instellingen

DATA-INVOER

E-MAIL/FTP

MODUS WIJZIGEN

Verzendinst

Modus Wijzigen

Data-Invoer

Afbeeldings-

instellingen

Setup 

Metadata

Metadata-Set

Metadatasetnaam: 

Metadata 01

Metadata 03

Metadata 05

Metadata 07

Annuleren

OK

1/2

ta 02

ta 04

ta 06

ta 08

Inserimento Metadati

Metadatasetnaam: Metadata 01

Metadat

User ID

User Password

Bill Code1

background image

6

NEDERLANDS

8

Druk op de toets van de tekstreeks

die u wilt selecteren.

Als het geselecteerde item is gedefinieerd als

metadatalijst, verschijnen de gedefinieerde tekstreeksen

als toetsen. Selecteer een waarde in de lijst.

 (Als u het aantal weergegeven selecties wilt

wijzigen, drukt u op de toets [3

6].)

Druk op de toets [OK] om terug te keren naar het

scherm metadata-instellingen.

Als het geselecteerde item volgens de definitie

invoer van tekens vereist, drukt u op de toets

[Directe Invoer]. Vervolgens geeft u de juiste

tekstreeks handmatig op en drukt u op de toets [OK].

9

Wanneer u de invoer voor alle items hebt

voltooid, drukt u op de toets [OK].

U keert terug naar het

basisscherm.

10

Verzend de afbeelding volgens de

gebruikelijke procedure.

BESCHRIJVINGEN VAN METADATAVELDEN

Het XML-bestand bevat drie soorten metadata:

• Door het apparaat automatisch gegenereerde data: het XML-bestand omvat altijd zulke data die automatisch

door het apparaat worden gegenereerd.

• Vooraf gedefinieerde velden: het apparaat herkent deze velden automatisch en plaatst ze in de juiste XML tags. Deze

velden zijn optioneel en worden alleen opgenomen in het XML-bestand als ze zijn geconfigureerd op de webpagina's.

• Door de gebruiker gedefinieerde velden: u kunt extra aangepaste velden toevoegen aan het XML-bestand.

Deze velden zijn optioneel. U definieert ze op de webpagina's.

<METADATA NAME>

Value1

Value3

Value5

<METADATA NAME>

Value1

Value3

Value5

Value2

Value4

Value6

Annuleren

Directe Invoer

OK

1/2

3

6

OK

Annuleren

t

N.B.

Voor beide modellen: als het gedefinieerde metadataveld een van de volgende items is, verschijnt een boodschap en kunt

u niet invoeren. Typ de juiste informatie in het betreffende item van het scherm [Verzendinstellingen].

Naam die is ingevoerd 

in het metadataveld

Omschrijving

Plaats van invoer

fromName

Dit is de naam van de gebruiker die de opdracht zendt.

Als de naam niet is opgegeven als metadata, wordt de

afzendernaam die volgens de gebruikelijke regel is

bepaald, toegepast als metadata.

[Antwoord naar/NAAM AFZENDER]

(naam van geselecteerde afzender)

replyTo

Het e-maildres dat moet worden gebruikt voor de

melding verzendresultaat.

[Antwoord naar/NAAM AFZENDER]

(e-mailadres van geselecteerde afzender)

documentSubject

Dit is het opdrachtonderwerp dat verschijnt in het

veld "Onderwerp" van een e-mail of

begeleidende faxpagina.

Wanneer de gebruiker het [Onderwerp] geeft

opgegeven in het scherm [Verzendinstellingen]

op het bedieningspaneel, wordt de ingevoerde

waarde toegepast als metadata.

[Onderwerp]

(Blijft leeg totdat u een waarde instelt in het

scherm Verzendinstellingen.)

fileName

Typ de bestandsnaam van de beelddata die u

wilt verzenden.

[Bestandsnaam]

(Alleen wanneer het selectievakje

[Aangepaste bestandsnamen toestaan] is

geselecteerd op de webpagina's.)

(Blijft leeg totdat u een waarde instelt in het

scherm Verzendinstellingen.)

Wanneer een metadataset is gedefinieerd, kunnen beperkingen worden opgelegd aan de soorten adressen die u kunt selecteren.

Wanneer u een metadataset met adresbeperkingen selecteert, kunt u slechts de toegestane soorten adressen selecteren.

Op apparaten met een functie Document Archiveren verschijnt de toets [Data-Invoer] in het opnieuw-verzendenscherm van

het bedieningspaneel op de webpagina's, zodat metadata versturen wordt uitgevoerd.

Оглавление