Canon Speedlite 320EX: De flitser gebruiken

De flitser gebruiken: Canon Speedlite 320EX

2

De flitser gebruiken

AFE-vergrendeling ............................................. 18

Een andere flitsdekking gebruiken ....................... 19

Indirecte flits ......................................................... 21

AF-hulplicht........................................................... 22

Movie-opnamen met het LED-lampje................... 23

17

AFE-vergrendelingN

Met FE-vergrendeling (FE = Flash Exposure, flitsbelichting) wordt de

juiste flitsbelichting voor een deel van de foto vastgezet.

Stel de flitsmodus in op E-TTL II/E-TTL autoflash en druk op de knop

<A> van de camera om FE-vergrendeling in te schakelen. Druk op

bepaalde camera’s op de knop <B> of <7>.

Stel scherp op het onderwerp.

1

Druk op de knop <A> (8).

2

Zorg ervoor dat het onderwerp zich

midden in de zoeker bevindt en druk op

de knop <

A

>.

X De Speedlite geeft een preflits en het

vereiste flitsvermogen wordt

opgeslagen.

X Gedurende ongeveer 0,5 seconden

ziet u “FEL” in de zoeker.

Telkens wanneer u op de knop <A>

drukt, ziet u een voorflits en wordt

een nieuwe flitsbelichtingswaarde

vergrendeld.

Maak de opname.

3

Druk de ontspanknop volledig in om

de opname te maken.

X Er wordt geflitst als de opname wordt

gemaakt.

Als de afstand tot het onderwerp te groot is en er mogelijk onderbelichting

optreedt, ziet u in de zoeker het pictogram <

D

> knipperen. Verklein de

afstand tot het onderwerp en voer opnieuw de flitsbelichtingsvergrendeling

uit. U kunt bij gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid

vergroten en daarna de flitsbelichtingsvergrendeling opnieuw uitvoeren.

Als het doelonderwerp te klein is in de zoeker, is de

flitsbelichtingsvergrendeling wellicht niet erg effectief.

18

Een andere flitsdekking gebruiken

U kunt de flitskop handmatig uittrekken om deze af te stemmen op de

brandpuntafstand van de lens. De brandpuntafstand van EF-lenzen is

anders dan die van EF-S-lenzen. Bepaal de juiste positie van de flitskop

aan de hand van de informatie in de volgende tabel (de positie van de

flitskop in relatie tot de brandpuntafstand van de lens).

Flitskoppositie

Normale positie

Uitgetrokken

Richtgetal 24 (ISO 100 in m)

Richtgetal 32 (ISO 100 in m)

Flitskoppositie en brandpuntafstand van de lens

Flitskoppositie Normale positie Uitgetrokken

Brandpuntafstand

EF-S-lens 15 mm of langer 32 mm of langer

van de lens

EF-lens 24 mm of langer 50 mm of langer

Bij gebruik van een EF-S-lens met een

brandpuntafstand van 32 mm of langer

of een EF-lens met een

brandpuntafstand van 50 mm of langer,

trekt u de flitskop uit voor een groter

flitsvermogen en een langer flitsbereik.

Als de flitskop is uitgetrokken, brandt

of knippert het <

TELE

>-lampje op de

Speedlite.

Als het <

TELE

>-lampje knippert, zet u

de flitskop terug in de normale positie.

De rand van de foto kan donker

worden als u een opname maakt

terwijl het <

TELE

>-lampje knippert.

19

Richtlijnen voor het flitsbereik

Bij gebruik van EF-S 18-55mm f/3,5-5,6 IS [ca. m]

Normale positie Uitgetrokken

ISO

18 mm 55 mm 18 mm 55 mm

100 1 - 6,9 1 - 4,3 - 1 - 5,7

200 1 - 9,7 1 - 6,1 - 1 - 8,1

400 1 - 13,7 1 - 8,6 - 1 - 11,4

800 1,2 - 19,4 1 - 12,1 - 1 - 16,2

1600 1,7 - 27,4 1 - 17,1 - 1 - 22,9

3200 2,4 - 38,8 1,5 - 24,2 - 1,4 - 32,3

6400 3,4 - 54,9 2,1 - 34,3 - 2 - 45,7

12800 4,8 - 77,6 3 - 48,5 - 2,8 - 64,6

20

Indirecte flits

Als u de flitskop naar een wand of het plafond richt, zal het flitslicht

worden gereflecteerd voordat het het onderwerp belicht. Hierdoor

worden schaduwen achter het onderwerp zachter, zodat de foto

natuurlijker lijkt. Dit wordt de indirecte flits genoemd.

De richting van de indirecte flits wijzigen

U kunt de flitskop als volgt draaien.

Bij een indirecte flits is de flitskop meestal uitgetrokken.

Als de afstand tot de muur of het plafond te groot is, kan de indirecte flits

te zwak zijn en leiden tot onderbelichting. Gebruik een groter diafragma

(kleiner f-getal) als de foto er donker uitziet en probeer het vervolgens

opnieuw. U kunt bij gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid

vergroten.

Voor optimale reflectie dient de muur of het plafond gewoon wit te zijn.

Als het reflecterende oppervlak niet wit is, kan op de foto een

kleurafwijking optreden.

21

AF-hulplicht

Als automatische scherpstelling op een onderwerp niet mogelijk is

vanwege slecht licht, wordt automatisch het AF-hulplicht geactiveerd.

AF-hulplicht en continu flitsen

Als bij opnamen via de zoeker automatische scherpstelling op een

onderwerp niet mogelijk is vanwege slecht licht, kunt u de ontspanknop

half indrukken. Er wordt dan continu geflitst om de automatische

scherpstelling te ondersteunen. Er wordt onder dezelfde

omstandigheden ook continu geflitst als AF mode is ingesteld op [Quick

mode] tijdens Live view- of movie-opnamen. Het effectieve bereik is

ongeveer 4 m.

Deze functie werkt alleen in combinatie met een digitale EOS-camera

met externe Speedlite-besturingsfunctie. Afhankelijk van het

cameramodel moet u mogelijk de firmware van de camera bijwerken.

AF-hulplicht met het LED-lampje

U kunt het LED-lampje gebruiken als AF-hulplicht als de AF mode is

ingesteld op [Live mode] of [uLive mode] tijdens Live view- of movie-

opnamen. Het effectieve bereik is ongeveer 4 m. (Met f/1,8 lens en ISO

3200)

Knop voor handmatig licht

Handmatig licht Automatisch licht

LED-schakelaar

Handmatig licht

Zet de LED-schakelaar op <

M

> en druk op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje aan gaat.

Het LED-lampje gaat uit als het apparaat ongeveer 60 minuten niet

is gebruikt.

Als u het LED-lampje wilt uitschakelen, drukt u op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje uit gaat.

De Speedlite flitst niet als het LED-lampje brandt.

22

Automatisch licht

Als u een camera met automatische LED-lampfunctie gebruikt, zet u

de LED-schakelaar op <

AUTO

>.

Wanneer u bij slecht licht de ontspanknop half indrukt, gaat het LED-

lampje automatisch aan ter ondersteuning van de automatische

scherpstelling.

Movie-opnamen met het LED-lampje

Het LED-lampje kan worden gebruikt

met een digitale EOS-camera waarmee

u movie-opnamen kunt maken.

U kunt met het LED-lampje het

onderwerp belichten binnen de

zichthoek van een EF-lens van

50 mm of langer of een EF-S-lens

van 32 mm of langer.

LED-lampje

Met nieuwe batterijen werkt het LED-

lampje maximaal ongeveer 3,5 uur.

Knop voor handmatig licht

Handmatig licht Automatisch licht

LED-schakelaar

Het lampje handmatig inschakelen

Zet de LED-schakelaar op <

M

> en druk op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje aan gaat.

X Het LED-lampje gaat aan.

Als u het LED-lampje wilt uitschakelen, drukt u op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje uit gaat.

23

Het lampje automatisch inschakelen

Bij gebruik van een camera met automatische LED-lampfunctie gaat

het LED-lampje automatisch aan als u opnamen maakt bij slecht licht.

Zet de LED-schakelaar op <

AUTO

>.

Op basis van het omgevingslicht gaat het LED-lampje automatisch

aan of uit als u het beeld op het LCD-scherm ziet.

Op het LCD-scherm verschijnt het symbool < > als het LED-lampje

automatisch wordt ingeschakeld.

Zorg voor een minimale afstand van 1 m tussen de Speedlite en het

onderwerp als u portretopnamen maakt met behulp van het LED-lampje.

Als u het LED-lampje te dicht bij iemand gebruikt, kan dit diens

gezichtsvermogen aantasten.

Als het LED-lampje is ingesteld op automatisch inschakelen, gaat het

aan tijdens Live view- of movie-opnamen bij slecht licht. Zet de

hoofdschakelaar van de Speedlite op <

OFF

> of zet de LED-schakelaar

op <

M

> als u het lampje niet gebruikt en u de batterijen van de Speedlite

wilt sparen.

Als de batterijen bijna leeg zijn, gaat het LED-lampje mogelijk niet

branden, zelfs als het gereed-lampje oplicht. Vervang de batterijen van

de flitser als het LED-lampje niet gaat branden.

Als de batterijen van de flitser bijna leeg zijn en u een camera met

automatische LED-lampfunctie gebruikt, kan het symbool < > op het

LCD-scherm van de camera tijdens movie-opnamen gaan knipperen.

Vervang de batterijen van de flitser als het LED-lampje niet gaat

branden.

24