Fagor 2V-32TAX: 0
0: Fagor 2V-32TAX

n e d e r l a n d s
23
3
Onderhoud en
reiniging
• Gebruik geen stoomreiniger.
• Maak het oppervlak van de kookplaat vaak
schoon nadat die is afgekoeld. Gebruik geen
schuurmiddelen of schuursponsjes. Gebruik
voor het schoonmaken een doek bevochtigd
met water en zeep (3.1.1).
• Maak de plaat eenmaal per week grondig
en verplaats de schuif naar het maximale
vermogen. Druk op
en er zal een
worden weergegeven op de display van het
geselecteerde kookveld (2.9.1). U hebt 5
seconden om het gewenste niveau in te stellen;
aanbevolen wordt een niveau te kiezen tussen 3
en 6 (2.9.2). De snelle opwarmingsfunctie is na
vijf seconden vastgelegd en afwisselend zullen
en het vermogen worden weergegeven.
Wanneer de maximumtemperatuur bereikt
is, verdwijnt en wordt het ingestelde vaste
vermogen weergegeven. Het kookveld zal op
gewone wijze blijven functioneren. Wanneer u
de snelle opwarmfunctie wilt annuleren, drukt
u op het pictogram van het geprogrammeerde
kookveld en selecteert u een nieuw vermogen.
Modellen dfghkmo:
SSelecteer een kookveld
en stel het maximale vermogen in door te
drukken op
totdat u een 9 ziet met een
punt (2.9.3). Stel het vermogen in door
te drukken op
; aanbevolen wordt een
niveau te kiezen tussen 3 en 6 (2.9.4). De
snelle opwarmingsfunctie is na 5 seconden
vastgelegd, daarna zal het vermogen worden
weergegeven met daarachter een punt (2.9.5).
Na het bereiken van de maximale temperatuur
zal de decimale punt verdwijnen en zal het
kookveld op conventionele wijze functioneren.
Om de functie uit te schakelen, drukt u op het
geprogrammeerde kookveld en selecteert u een
nieuw vermogen.
2.10 Vitrokeramische kookplaten met knoppen.
Vergewis u ervan dat het kookveld dat u wilt
inschakelen overeenkomt met het kookveld dat
u wilt gebruiken (2.10.1). Draai de knop op de
gewenste positie en het waarschuwingslichtje
zal gaan branden (2.10.2); dit is zowel een
indicatie van het functioneren van de kookplaat
als van de restwarmte na uitschakeling ervan.
Bij modellen met een dubbel of ovaal kookveld,
wordt een gedeelte van het kookveld ingesteld
door de knop naar links draaien en wordt het
gehele kookveld ingeschakeld door de knop
naar rechts te draaien (2.10.3).
2.11 Uitschakelen van het kookveld.
Selecteer
het vermogen
0
voor het kookveld dat u wilt
uitschakelen.
2.12 Restwarmte.
Na gebruik van de kookplaat
blijven de kookvelden warm gedurende een
periode die afhangt van het geselecteerde
vermogen en zal er een of een punt worden
weergegeven bij de kookvelden die nog warm
zijn.
Raak deze kookvelden niet aan, u kunt
zich branden.
Let op:
Wanneer er zich een stroomstoring voordoet,
zal er, wanneer die opgelost is, geen meer worden
weergegeven ook al is de kookzone nog warm. Houd
hier rekening mee.
2.13 Blokkeerfunctie.
Zorg ervoor dat aanraken
door kinderen geen gevolgen heeft. Houdt gedurende
3 seconden de toets
ingedrukt en u zult de
blokkeerfunctie inschakelen. Om de blokkering op te
heffen herhaalt u deze handeling.
Aanbevelingen:
• Zorg ervoor dat u niet met de pannen hard tegen
de glasplaat stoot.
• Het gebruik van aluminium pannen wordt
afgeraden omdat die vlekken maken op de
glasplaat, tenzij ze een bodem hebben met een
beschermlaag van roestvrij staal.
• De kookvelden dienen niet ingeschakeld te worden
zonder pan.
• De onderkant van de pan moet vlak en droog zijn.
• Let erop dat de diameters van de pannen groter of
gelijk zijn aan het kookveld dat u gaat gebruiken en
plaats ze goed in het midden van het kookveld.
• Zorg ervoor dat u de pannen niet verschuift; ze
kunnen krassen op de glasplaat veroorzaken.
• Gebruik het apparaat alleen voor de bereiding van
voedingsmiddelen. Gebruik de kookplaat niet als
werkblad.
• Giet geen koud water direct op de plaat wanneer
die nog warm is.
Let op:
Onderbrekingen in het functioneren van de
kookzones is geen defect. Ze schakelen tijdens min
of meer lange periodes in en uit, afhankelijk van het
gewenste vermogen.

n e d e r l a n d s
24
5
Milieu
4
Veiligheid
Bij het ontwerp van de kookplaat heeft men
rekening gehouden met de bescherming van het
milieu.
Respecteer het milieu.
Gebruik de juiste vermogens
voor elke bereiding en selecteer pannen die een
afmeting hebben in overeenstemming met de
hoeveelheid voedingsmiddelen die bereid gaat
worden. De warmteoverdracht is optimaal wanneer
de onderzijde van de pan en de diameter van de
kookzone hetzelfde formaat hebben.
Aan het einde van de bereiding kunt u, wanneer u
dat wilt, de pan op dezelfde plaats laten staan om de
restwarmte die zich opgehoopt heeft te gebruiken. Op
die manier zul je energie besparen.
Gebruik, wanneer dat mogelijk is, altijd een deksel om
warmteverlies door verdamping te voorkomen.
Behandeling van elektrisch en elektronisch afval.
Gooi die apparaten niet weg met het gewone huisvuil.
Breng uw kookplaat naar een speciaal inzamelpunt.
Door het recycleren van huishoudelijke apparaten
worden negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu
voorkomen en bespaart u energie en geld.
Voor meer informatie neemt u contact op met de
plaatselijke autoriteiten of met de winkel waar u de
kookplaat hebt gekocht.
• Het stroomnet dat de kookplaat voedt dient te zijn
voorzien van een omnipolaire schakelaar met een
afstand tussen de contacten van ten minste 3 mm.
• De installatie van de kookplaat dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerde installateur met
inachtneming van de instructies en de schema’s van
de fabrikanten.
• De installatie dient geschikt te zijn voor het
maximale vermogen dat staat aangegeven op
het productplaatje en het stopcontact dient te zijn
geaard in overeenstemming met de desbetreffende
regelgeving.
• Wanneer de kabel beschadigd is moet deze, om
gevaar te voorkomen, worden vervangen door
de afdeling after-sales of door overeenkomstig
gekwalifi ceerd personeel.
• Het kookveld is voorzien van een interne
temperatuurbegrenzer, die het kookveld uitschakelt
wanneer de kookplaat te warm wordt.
• Schakel het kookveld na ieder gebruik uit met de
desbetreffende knop.
• Wanneer er scheuren zichtbaar worden in het
oppervlak van de glasplaat of wanneer die breekt,
schakel dan onmiddellijk de stroom van het apparaat
uit om een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Gebruik de plaat niet totdat de glasplaat vervangen is
(4.1.1).
• Wanneer er voedsel of vloeistof terechtkomt op de
bedieningstoetsen van de kookplaat, zal er een
akoestisch signaal weerklinken (4.1.2).
• Wanneer u een sensor te lang ingedrukt houdt
of wanneer die door een of ander voorwerp
geactiveerd wordt, zal de kookplaat uitschakelen
en zal er een akoestisch signaal weerklinken (4.1.3).
• Plaats geen pannen met een warme onderkant
op de sensoren; je zou je bij het aanraken ervan
kunnen branden (4.1.3).
• Houd kleine kinderen uit de buurt; de
verwarmingsvlakken kunnen erg heet
worden tijdens het functioneren. Gebruik het
blokkeersysteem om te voorkomen dat ze met de
bedieningselementen kunnen spelen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen met een handicap.
• Blijf altijd in de buurt wanneer u gerechten of
voedingsmiddelen bereidt met vet of olie. Door
overmatige hitte kunnen ze gaan branden.
• Wanneer de kookplaat boven een lade
geïnstalleerd wordt, dienen daarin geen
ontvlambare voorwerpen te worden bewaard.
schoon met producten die speciaal bedoeld
zijn voor vitrokeramische platen. Wij raden
het gebruik van VITRO-CLEN aan voor
het schoonmaken en het behoud van de
vitrokeramische plaat.
• Vuil dat erg vastzit wordt verwijderd met de
glasschraper (3.1.2).
• Wanneer er per ongeluk suiker, suikerhoudende
producten of plastic op de plaat verbrandt,
dient u die zo snel mogelijk met de schraper te
verwijderen terwijl die nog warm zijn. Anders
zullen er permanente vlekken achterblijven.
• Het mes van de schraper dient in perfecte staat
te verkeren; vervang het wanneer het gebreken
vertoont.