Canon Speedlite 320EX – страница 6

Инструкция к Фотовспышке Canon Speedlite 320EX

Inhoud

1 Aan de slag en basishandelingen ........................................ 7

De batterijen installeren .......................................................................................... 8

De flitser bevestigen en loskoppelen ...................................................................... 9

De flitser inschakelen ............................................................................................ 10

Volledig automatisch flitsen................................................................................... 11

Flitsen bij elke opnamemethode ........................................................................... 13

2 De flitser gebruiken ............................................................. 17

AFE-vergrendeling .............................................................................................. 18

Een andere flitsdekking gebruiken ........................................................................ 19

Indirecte flits .......................................................................................................... 21

AF-hulplicht ........................................................................................................... 22

Movie-opnamen met het LED-lampje.................................................................... 23

3 Flitsfuncties instellen via de camera ................................. 25

Flitsbesturing via het menuscherm van de camera............................................... 26

yFlitsbelichtingscompensatie ............................................................................. 27

High-speed synchronisatie.................................................................................... 28

Tweede-gordijn synchronisatie.............................................................................. 29

Handmatig flitsen .................................................................................................. 30

Gebruikersfuncties (C.Fn) instellen....................................................................... 32

3

4

Draadloos flitsen.................................................................. 33

Draadloos flitsen ................................................................................................... 34

Aanvullende informatie............................................................ 40

320EX-systeem..................................................................................................... 40

Problemen oplossen ............................................................................................. 41

Specificaties .......................................................................................................... 43

Naamgeving

Flitskop (p.19)

LED-lampje (p.23)

Sensor voor

draadloze bediening

Transmitter voor

(p.35)

bediening op afstand

(p.39)

Bevestigingsvoet (p.9)

Borgstift

Contactpunten

(p.9)

Schoen

Hoes voor ministatief

Draagtas 320EX-ministatief

(p.35)

4

Reflectiehoek (p.21)

Flitsgroepschakelaar

Kanaalschakelaar voor

(p.34/36)

draadloze communicatie

(p.34)

Afstandsontspanknop

(p.38/39)

Gereed-lampje (p.10)

Knop voor handmatig

LED-licht (p.23)

Lampje voor uitgetrokken

flitskop (p.19)

Deksel van batterijcom-

partiment (p.8)

Hoofdschakelaar/

Slave-functieschakelaar

(p.10/34/39)

LED-schakelaar

<

ON

>: Schakelt de flitser in

(p.22/23)

<

SLAVE

>: Voor draadloos flitsen

<

OFF

>: Schakelt de flitser uit

Borgknop voor bevestigingsvoet

Ontgrendelingsknop

(p.9)

(p.9)

5

Symbolen in deze handleiding

Pictogrammen in deze handleiding

8: Dit pictogram geeft aan dat de desbetreffende functie gedurende

16 seconden geactiveerd blijft nadat u de knop heeft losgelaten.

M: Als u dit pictogram rechtsboven op de pagina ziet, is de functie

alleen beschikbaar in de modi voor creatief gebruik van de

camera.

(p.**):De pagina waarop u meer informatie kunt vinden.

: Waarschuwing voor opnameproblemen.

: Aanvullende informatie.

Uitgangspunten

In de procedures van deze instructiehandleiding gaan we ervan uit

dat zowel de camera als de Speedlite al is ingeschakeld

(hoofdschakelaar op <

ON

>).

In de tekst worden pictogrammen gebruikt om de knoppen, wieltjes

en instellingen aan te geven. Deze komen overeen met de

pictogrammen die u op de camera en de Speedlite aantreft.

In de procedures gaan we ervan uit dat de menu- en

gebruikersfuncties (C.Fn) van de camera en de gebruikersfuncties

van de Speedlite zijn ingesteld op de standaardwaarde.

Alle cijfers zijn gebaseerd op het gebruik van AA-/LR6-

alkalinebatterijen en Canon-testprocedures.

6

1

Aan de slag en

basishandelingen

De batterijen installeren.......................................... 8

De flitser bevestigen en loskoppelen...................... 9

De flitser inschakelen ........................................... 10

Volledig automatisch flitsen ................................... 11

Flitsen bij elke opnamemethode........................... 13

Voorzorgsmaatregelen bij continu flitsen

Flits nooit meer dan 20 maal in één continue reeks

om oververhitting en beschadiging van de flitskop

te voorkomen. Laat de flitser na een reeks van 20

flitsopnamen minstens 10 minuten afkoelen.

Als u meer dan 20 maal continu flitst en vervolgens

met korte onderbrekingen nog meer flitst, kan de

interne beveiligingsfunctie voor oververhitting

worden geactiveerd. De oplaadtijd neemt dan toe

tot ongeveer 8 tot 20 seconden. Gebruik in dat

geval de flitser ongeveer 15 minuten niet. Na die tijd

is de normale oplaadtijd hersteld.

7

De batterijen installeren

Plaats vier AA-/LR6-batterijen in het apparaat.

Open het deksel.

1

Schuif het deksel van het

batterijcompartiment in de richting

van de pijl en open het deksel.

Plaats de batterijen in het

2

compartiment.

Zorg ervoor dat u de plus- en

minpolen (+ en –) van de batterijen

plaatst zoals in het

batterijcompartiment is aangegeven.

Sluit het deksel.

3

Sluit het deksel van het

batterijcompartiment en schuif het

deksel in de richting van de pijl.

Oplaadtijd en aantal flitsen

Oplaadtijd (ca.) Aantal flitsen (ca.)

0,1 - 2,3 sec. 180 - 1000

Gebaseerd op nieuwe AA-/LR6-alkalinebatterijen en Canon-testprocedures.

Bij het gebruik van niet-alkaline AA-/LR6-batterijen is er mogelijk geen

volledig contact tussen de batterijen en het apparaat, vanwege de

onregelmatige vorm van de contactpunten.

Als u batterijen vervangt nadat u lang continu achter elkaar heeft geflitst,

kunnen de batterijen heet zijn.

Gebruik vier nieuwe batterijen van hetzelfde merk. Vervang de vier

batterijen altijd gelijktijdig.

U kunt ook oplaadbare NiMH- of lithiumbatterijen van het type AA/LR6

gebruiken.

8

De flitser bevestigen en loskoppelen

Bevestig de Speedlite.

1

Schuif de bevestigingsvoet van de

Speedlite helemaal op de

accessoireschoen van de camera.

(De bevestigingsvoet steekt enigszins

uit de accessoireschoen.)

Zet de Speedlite vast.

2

Schuif de borgknop op de

bevestigingsvoet naar rechts.

X Als u een klik hoort, is de voet

vergrendeld.

Haal de Speedlite van de camera.

3

Druk op de ontgrendelingsknop,

schuif de borgknop naar links en haal

de Speedlite van de camera.

Voordat u de Speedlite bevestigt of verwijdert, dient u de Speedlite uit te

schakelen.

9

De flitser inschakelen

Zet de hoofdschakelaar op <

ON

>.

1

X Het opladen van de flitser wordt

gestart.

Controleer of de flitser gereed is

2

voor gebruik.

Als het gereed-lampje knippert en

vervolgens rood wordt, is de flitser

klaar voor gebruik (volledig

opgeladen).

Snelle flits

Het gereed-lampje knippert als de snelle flits klaar is voor gebruik, zelfs

voordat de flitser volledig is opgeladen.

U kunt op dat moment een flitsopname maken. Het flitsvermogen is

echter de helft of een derde van die van een volledig opgeladen flitser.

Dit is handig als u een foto wilt maken van een onderwerp dat zich zeer

dicht bij de flitser bevindt.

Automatische uitschakeling

Om energie te besparen gaat de flitser automatisch uit als deze 90

seconden niet is gebruikt. U schakelt de Speedlite weer in door de

ontspanknop half in te drukken.

Als u continu flitst, kan het langer duren voordat de flitser automatisch uit

gaat.

U kunt de functie voor automatische uitschakeling ook uitschakelen (p.32).

10

Volledig automatisch flitsen

De camera klaarmaken

Als u de opnamemethode van de camera instelt op <d> (Program AE)

of Automatisch, kunt u in de volledig automatische modus van E-TTL II/

E-TTL flitsen.

Camera’s met functie-instellingen voor externe flitsers

Druk op de knop <M> van de

camera en selecteer [Flitsbesturing]

of [Externe Speedlite besturing].

Selecteer [Func.inst. externe flitser]

en stel [Flitsmodus] in op [E-TTL II].

Camera’s zonder functie-instellingen voor externe flitsers

Deze handeling is niet vereist bij EOS-filmcamera’s of digitale EOS-

camera’s zonder de menufuncties [Flitsbesturing] of [Externe

Speedlite besturing] omdat u op deze cameramodellen de

flitsmodus niet kunt wijzigen.

De Speedlite flitst niet als het LED-lampje (p.22) brandt.

“Automatisch” verwijst naar de opnamemethoden <A>, <1> en <C>.

11

De opname maken

Stel scherp op het onderwerp.

1

Druk de ontspanknop half in om

scherp te stellen.

X De sluitertijd en het diafragma

worden ingesteld zoals aangegeven

in de zoeker.

Controleer of in de zoeker <D>

oplicht.

Maak de opname.

2

X Als u de ontspanknop helemaal

indrukt, flitst het apparaat en wordt de

opname gemaakt.

Controleer de gemaakte foto vervolgens op het LCD-scherm van de

camera. Als het flitslicht het onderwerp niet heeft bereikt, verkleint u de

afstand tot het onderwerp en maakt u een nieuwe opname. U kunt bij

gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid vergroten.

12

Flitsen bij elke opnamemethode

Als de flitsmodus is ingesteld op E-TTL II/E-TTL autoflash, hoeft u

alleen de opnamemethode van de camera in te stellen op <s>

(Shutter priority AE), <f> (Aperture priority AE) of <a> (Manual

exposure) om E-TTL II/E-TTL autoflash te kunnen gebruiken.

Op digitale EOS-camera’s zonder de menufunctie [Flitsbesturing] of

op EOS-filmcamera’s is E-TTL II/E-TTL autoflash automatisch

ingesteld.

s: Shutter Priority AE

Selecteer deze methode wanneer u de

sluitertijd handmatig wilt instellen.

Vervolgens kiest de camera automatisch

bij deze sluitertijd het juiste diafragma

voor een standaard belichting van het

onderwerp.

Als de diafragma-indicator knippert, betekent dit dat de achtergrond

onderbelicht of overbelicht zal zijn. Pas de sluitertijd aan tot de diafragma-

indicator stopt met knipperen.

13

f: Aperture Priority AE

Selecteer deze methode als u het

diafragma handmatig wilt instellen.

Vervolgens kiest de camera automatisch

bij dit diafragma de juiste sluitertijd voor

een standaard belichting van het

onderwerp.

Als de achtergrond donker is,

bijvoorbeeld bij een nachtopname, wordt

een lage synchronisatiesnelheid gebruikt

om zowel het onderwerp als de

achtergrond een standaard belichting te

geven. De flitser zorgt voor een

standaard belichting van het onderwerp,

terwijl de lange sluitertijd zorgt voor een

standaard belichting van de achtergrond.

Als de sluitertijdindicator knippert, betekent dit dat de achtergrond onderbelicht

of overbelicht zal zijn. Pas het diafragma aan tot de sluitertijdindicator stopt

met knipperen.

a: Manual Exposure

Selecteer deze methode als u zowel de

sluitertijd als het diafragma handmatig

wilt instellen.

De flitser zorgt voor standaard belichting

van het onderwerp. De belichting van de

achtergrond wordt verkregen met de

combinatie van sluitertijd en diafragma

die u instelt.

14

Z: Depth-of-field AE, Y: Auto Depth-of-field AE

Het resultaat komt overeen met het gebruik van <d> (Program AE).

Flitssynchronisatiesnelheden en diafragma’s

Sluitertijd Diafragmawaarde

Automatisch,

Automatisch ingesteld

Automatisch

<d>

(1/X sec. - 1/60 sec.)

s Handmatig ingesteld (1/X sec. - 30 sec.) Automatisch

f Automatisch ingesteld (1/X sec. - 30 sec.) Handmatig

Handmatig ingesteld

a

Handmatig

(1/X sec. - 30 sec., buLb)

1/X sec. is de maximale flitssynchronisatiesnelheid van de camera.

Functie voor het verzenden van de

kleurtemperatuurgegevens

Met deze functie beschikt u over een optimale witbalans tijdens

flitsopnamen omdat de kleurtemperatuurgegevens tijdens het flitsen

naar de digitale EOS-camera worden verzonden. Als u de witbalans

van de camera instelt op <Q> of <D>, wordt de functie automatisch

ingeschakeld.

Zie de specificaties in de instructiehandleiding van de camera voor

compatibele modellen.

15

2

De flitser gebruiken

AFE-vergrendeling ............................................. 18

Een andere flitsdekking gebruiken ....................... 19

Indirecte flits ......................................................... 21

AF-hulplicht........................................................... 22

Movie-opnamen met het LED-lampje................... 23

17

AFE-vergrendelingN

Met FE-vergrendeling (FE = Flash Exposure, flitsbelichting) wordt de

juiste flitsbelichting voor een deel van de foto vastgezet.

Stel de flitsmodus in op E-TTL II/E-TTL autoflash en druk op de knop

<A> van de camera om FE-vergrendeling in te schakelen. Druk op

bepaalde camera’s op de knop <B> of <7>.

Stel scherp op het onderwerp.

1

Druk op de knop <A> (8).

2

Zorg ervoor dat het onderwerp zich

midden in de zoeker bevindt en druk op

de knop <

A

>.

X De Speedlite geeft een preflits en het

vereiste flitsvermogen wordt

opgeslagen.

X Gedurende ongeveer 0,5 seconden

ziet u “FEL” in de zoeker.

Telkens wanneer u op de knop <A>

drukt, ziet u een voorflits en wordt

een nieuwe flitsbelichtingswaarde

vergrendeld.

Maak de opname.

3

Druk de ontspanknop volledig in om

de opname te maken.

X Er wordt geflitst als de opname wordt

gemaakt.

Als de afstand tot het onderwerp te groot is en er mogelijk onderbelichting

optreedt, ziet u in de zoeker het pictogram <

D

> knipperen. Verklein de

afstand tot het onderwerp en voer opnieuw de flitsbelichtingsvergrendeling

uit. U kunt bij gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid

vergroten en daarna de flitsbelichtingsvergrendeling opnieuw uitvoeren.

Als het doelonderwerp te klein is in de zoeker, is de

flitsbelichtingsvergrendeling wellicht niet erg effectief.

18

Een andere flitsdekking gebruiken

U kunt de flitskop handmatig uittrekken om deze af te stemmen op de

brandpuntafstand van de lens. De brandpuntafstand van EF-lenzen is

anders dan die van EF-S-lenzen. Bepaal de juiste positie van de flitskop

aan de hand van de informatie in de volgende tabel (de positie van de

flitskop in relatie tot de brandpuntafstand van de lens).

Flitskoppositie

Normale positie

Uitgetrokken

Richtgetal 24 (ISO 100 in m)

Richtgetal 32 (ISO 100 in m)

Flitskoppositie en brandpuntafstand van de lens

Flitskoppositie Normale positie Uitgetrokken

Brandpuntafstand

EF-S-lens 15 mm of langer 32 mm of langer

van de lens

EF-lens 24 mm of langer 50 mm of langer

Bij gebruik van een EF-S-lens met een

brandpuntafstand van 32 mm of langer

of een EF-lens met een

brandpuntafstand van 50 mm of langer,

trekt u de flitskop uit voor een groter

flitsvermogen en een langer flitsbereik.

Als de flitskop is uitgetrokken, brandt

of knippert het <

TELE

>-lampje op de

Speedlite.

Als het <

TELE

>-lampje knippert, zet u

de flitskop terug in de normale positie.

De rand van de foto kan donker

worden als u een opname maakt

terwijl het <

TELE

>-lampje knippert.

19

Richtlijnen voor het flitsbereik

Bij gebruik van EF-S 18-55mm f/3,5-5,6 IS [ca. m]

Normale positie Uitgetrokken

ISO

18 mm 55 mm 18 mm 55 mm

100 1 - 6,9 1 - 4,3 - 1 - 5,7

200 1 - 9,7 1 - 6,1 - 1 - 8,1

400 1 - 13,7 1 - 8,6 - 1 - 11,4

800 1,2 - 19,4 1 - 12,1 - 1 - 16,2

1600 1,7 - 27,4 1 - 17,1 - 1 - 22,9

3200 2,4 - 38,8 1,5 - 24,2 - 1,4 - 32,3

6400 3,4 - 54,9 2,1 - 34,3 - 2 - 45,7

12800 4,8 - 77,6 3 - 48,5 - 2,8 - 64,6

20

Indirecte flits

Als u de flitskop naar een wand of het plafond richt, zal het flitslicht

worden gereflecteerd voordat het het onderwerp belicht. Hierdoor

worden schaduwen achter het onderwerp zachter, zodat de foto

natuurlijker lijkt. Dit wordt de indirecte flits genoemd.

De richting van de indirecte flits wijzigen

U kunt de flitskop als volgt draaien.

Bij een indirecte flits is de flitskop meestal uitgetrokken.

Als de afstand tot de muur of het plafond te groot is, kan de indirecte flits

te zwak zijn en leiden tot onderbelichting. Gebruik een groter diafragma

(kleiner f-getal) als de foto er donker uitziet en probeer het vervolgens

opnieuw. U kunt bij gebruik van een digitale camera ook de ISO-snelheid

vergroten.

Voor optimale reflectie dient de muur of het plafond gewoon wit te zijn.

Als het reflecterende oppervlak niet wit is, kan op de foto een

kleurafwijking optreden.

21

AF-hulplicht

Als automatische scherpstelling op een onderwerp niet mogelijk is

vanwege slecht licht, wordt automatisch het AF-hulplicht geactiveerd.

AF-hulplicht en continu flitsen

Als bij opnamen via de zoeker automatische scherpstelling op een

onderwerp niet mogelijk is vanwege slecht licht, kunt u de ontspanknop

half indrukken. Er wordt dan continu geflitst om de automatische

scherpstelling te ondersteunen. Er wordt onder dezelfde

omstandigheden ook continu geflitst als AF mode is ingesteld op [Quick

mode] tijdens Live view- of movie-opnamen. Het effectieve bereik is

ongeveer 4 m.

Deze functie werkt alleen in combinatie met een digitale EOS-camera

met externe Speedlite-besturingsfunctie. Afhankelijk van het

cameramodel moet u mogelijk de firmware van de camera bijwerken.

AF-hulplicht met het LED-lampje

U kunt het LED-lampje gebruiken als AF-hulplicht als de AF mode is

ingesteld op [Live mode] of [uLive mode] tijdens Live view- of movie-

opnamen. Het effectieve bereik is ongeveer 4 m. (Met f/1,8 lens en ISO

3200)

Knop voor handmatig licht

Handmatig licht Automatisch licht

LED-schakelaar

Handmatig licht

Zet de LED-schakelaar op <

M

> en druk op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje aan gaat.

Het LED-lampje gaat uit als het apparaat ongeveer 60 minuten niet

is gebruikt.

Als u het LED-lampje wilt uitschakelen, drukt u op de knop <

LED LIGHT

>

totdat het LED-lampje uit gaat.

De Speedlite flitst niet als het LED-lampje brandt.

22