Nikon AF-S 300mm f-2.8G ED VR II: Jp

Jp: Nikon AF-S 300mm f-2.8G ED VR II

Belangrijkste functies

De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle

opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige

Jp

buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.

Dit objectief heeft een AF-L functie die de scherpstelling tijdens autofocus

En

vergrendelt, een AF-ON functie die de autofocus activeert en MEMORY

RECALL dat de geselecteerde scherpstelafstanden in het geheugen opslaat

en oproept.

De

Door vibratiereductie te activeren (VR

) kunnen langere snelle sluitertijden

(circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden

Fr

kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera vasthoudt

om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de

meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen

Es

variëren naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.)

De AF-I/AF-S teleconverters TC-14E/TC-14E

/TC-17E

/TC-20E/TC-20E

/

Se

TC-20E

Ⅲ

kunnen worden gebruikt.

Belangrijk

Ru

Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s, zoals

de D300-Serie en de D90, wordt de beeldhoek 5°20’ en bedraagt de

brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 450 mm.

Nl

Geschikte camera’s en beschikbare functies

Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de

It

gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.

Functie

Belichtingsstand

Ck

Camera’s

Scherpstel-

Geheugen-

AF starten via

*1

VR AF

P

6$0

vergrendeling

oproep

objectief

Ch

Nikon digitale SLR-camera’s

(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,



F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie

Kr

2

Pronea 600i, Pronea S*



3

3

4

*

F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie

*

*

5



——

*

F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,

——



F-401x, F-401s, F-401

F-801s, F-801, F-601

M

——



——

F3AF, F-601, F-501,

Nikon MF-camera’s

————

(behalve F-601

M)

: Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus

*1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden.

*2: Handmatig (M) is niet beschikbaar.

*3: Wanneer de scherpstelselectieknop op AF-ON wordt gezet, begint autofocus zodra

de scherpstelknop wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege ingedrukt wordt

gehouden.

*4: Druk op de geheugenknop of een scherpstelknop en druk de ontspanknop

halverwege in.

*5: Mogelijk, met enkele beperkingen

104

Scherpstellen

Stel de scherpstelfunctieschakelaar van de camera in overeenkomstig de

volgende tabel.

Jp

Camera’s

Scherpstelstand van objectief

Camera’s

scherpstelling

A/M M/A M

stand

En

Handmatige

Autofocus met

Autofocus met

scherpstelling

De

Nikon digitale SLR-camera’s

handmatige

handmatige

(Elektronische

AF (C/S)

(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,

aanpassing

aanpassing

afstandsmeter

F4-Serie, F100, F90X, F90-Serie,

(AF-prioriteit)

(MF-prioriteit)

kan worden

Fr

gebruikt.)

F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie,

F65-Serie, Pronea 600i, Pronea S

Handmatige scherpstelling

MF

(Elektronische afstandsmeter kan

Es

worden gebruikt.)

F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,

Handmatige scherpstelling

AF (C/S)

F-801s, F-801, F-601

M, F-401x,

(Elektronische afstandsmeter kan worden

Se

MF

F-401s, F-401

gebruikt, behalve bij de F-601

M)

AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling

Ru

A/M (autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit) modus en

M/A (autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit) modus

Nl

M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp

te stellen met de scherpstelring.

It

A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig

scherp te stellen met de scherpstelring, maar de

gevoeligheid van de scherpstelring is lager dan in de

Ck

stand M/A. Gebruik deze stand om te voorkomen dat de

AF-instelling wordt geannuleerd doordat u per ongeluk

Ch

de scherpstelring verdraait.

a

Zet de scherpstelmodusschakelaar op A/M of M/A.

Kr

b

Autofocus kan handmatig worden opgeheven door het draaien van de

scherpstelring en de ontspanknop halverwege in te drukken, door het

indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het indrukken van de

scherpstelknop (met scherpstelmodus ingesteld op AF-ON) op het objectief.

c

Door de ontspanknop halverwege in te drukken, door het nogmaals

indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het nogmaals indrukken

van de scherpstelknop op het objectief wordt de handmatige omschakeling

opgeheven en keert het objectief naar de autofocusmodus terug.

Beperken van het bereik van de autofocus

Deze functie is alleen beschikbaar bij autofocus.

FULL: Als het onderwerp soms dichterbij is dan 6 m, de

schakelaar op FULL instellen.

–6m: Als het onderwerp altijd verder verwijderd is dan 6 m,

de schakelaar op –6m instellen om de scherpsteltijd

te verminderen.

105

Scherpstelselectieknop en scherpstelknop (Zie p. 104 voor

compatibele camera's.)

Jp

Gebruik de scherpstelselectieknop voor het selecteren van een functie van de

scherpstelknoppen.

En

Stand van

Scherpstelknopfunctie

scherpstelselectieknop

De

AF-L Scherpstelvergrendeling

MEMORY RECALL Geheugenoproep

Fr

AF starten (AF-AAN) via het

AF-ON

objectief

Es

Druk voor het activeren van elke functie op een van de vier

scherpstelknoppen.

Se

De standen van de scherpstelknop kunnen gewijzigd

worden al naargelang de voorkeur van de afzonderlijke

gebruiker. Neem voor nadere informatie contact op met uw

Ru

dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.

Scherpstelvergrendeling (AF-L)

Nl

Deze functie is enkel compatibel met autofocus.

a

Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.

It

b

Stel de scherpstelselectieknop in op AF-L.

c

In de autofocusmodus kan de scherpstelling vergrendeld worden door het

indrukken van een van de scherpstelknoppen.

Ck

De scherpstelling blijft vergrendeld wanneer een scherpstelknop ingedrukt

wordt gehouden.

Ch

De AF-L functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf

het objectief.

Kr

Geheugenoproep (MEMORY RECALL)

: Het objectief geeft een pieptoon wanneer de

geheugenoproepfunctie wordt gebruikt.

: De geheugenoproepfunctie werkt zonder de pieptoon.

De volgende bediening is wanneer de aan/uit-schakelaar

geluidssignaal ingesteld is op .

a

Stel scherp op een onderwerp en druk op de geheugenknop

om de scherpstelafstand op te slaan.

Het objectief geeft een pieptoon wanneer de

scherpgestelde afstand correct is opgeslagen.

Wanneer de scherpstelafstand niet correct wordt

opgeslagen, zal de afstandsschaalring ongeveer 10 maal heen en weer

draaien en zal het objectief één korte en drie lange pieptonen geven. Herhaal

in dit geval de procedure voor het opslaan van de scherpstelafstand.

Instellen van het geheugen is mogelijk ongeacht de instelling van de

scherpstelmodus of scherpstelselectieknop.

De scherpstelafstand blijft opgeslagen ook wanneer de camera wordt

uitgeschakeld of het objectief van de camera wordt losgemaakt.

106

b

Stel de scherpstelselectieknop in op MEMORY RECALL.

c

Druk op een scherpstelknop. Nadat het objectief tweemaal een pieptoon heeft

gegeven, de ontspanknop volledig indrukken om de foto te nemen.

Jp

De opgeslagen scherpstelafstand wordt opgeroepen wanneer een

scherpstelknop wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege

En

wordt ingedrukt.

Houd voor het nemen van foto's met de opgeslagen scherpstelafstand, de

scherpstelknop ingedrukt en druk de ontspanknop volledig in.

De

Het objectief keert terug van geheugenoproep naar autofocus of handmatige

scherpstelling wanneer de scherpstelknop wordt losgelaten.

Fr

Autofocus (AF) starten via het objectief (AF-ON)

a

Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.

Es

b

Stel de scherpstelselectieknop in op AF-ON.

c

Druk op een scherpstelknop voor het nemen van de foto's.

Autofocus wordt geactiveerd wanneer een scherpstelknop ingedrukt

Se

wordt gehouden.

De AF-ON functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf

Ru

het objectief.

Vibratiereductiemodus (VR)

Nl

Basisconcept van vibratiereductie

It

Cameratrillingen bij gebruik van statief

Hoog

Sterke

camerabewegingen

Ck

bij het maken van

Cameratrilling

foto’s vanuit een

rijdend voertuig

Ch

Kr

Aantal vibraties

Panoramafoto's

Laag

Zwak

Sterkte van vibraties

Sterk

Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL.

Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE.

Stel de vibratiereductieschakelaar in op

Bij het fotograferen

NORMAL of ACTIVE.

Stel de vibratiereductieschakelaar in op

Bij panoramafotografie

NORMAL.

Bij fotografie vanuit een bewegend

Stel de vibratiereductieschakelaar in op

voertuig

ACTIVE.

Stel de vibratiereductieschakelaar in op

Bij het fotograferen met een statief

NORMAL of ACTIVE.

107

Instellen van de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar

ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd

Jp

wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en

ook op het moment dat de sluiter wordt losgelaten.

Omdat de vibratie wordt verminderd in de zoeker, is

En

het eenvoudiger om automatisch/handmatig scherp te

stellen en het onderwerp precies te kadreren.

De

OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd.

Instellen van de vibratiereductiemodusschakelaar

Fr

Zet de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar op ON en kies een

vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar.

Es

NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert in

de eerste plaats de effecten van cameratrillingen.

De effecten van cameratrillingen worden ook

Se

verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen.

ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert

Ru

effecten van zowel normale als intense

cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van

Nl

een bewegend voertuig. In deze stand worden de

cameratrillingen niet automatisch onderscheiden

van panbewegingen.

It

Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie

Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet

Ck

ondersteunt (p. 104), zet u de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar op OFF.

Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in

Ch

combinatie met de Pronea 600i.

Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de

Kr

beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.

Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat

het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit

is geen storing.

Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op

NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er

geen compensatie uitgevoerd voor bewegingen van het fototoestel in de

panrichting. Zo worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen

verminderd tijdens horizontaal pannen.

Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van

het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze

voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en

aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken

wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel

opnieuw in om dit te corrigeren.

Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet

wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.

108

Zet bij gebruik van een statief de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar

op ON om het effect van het heen en weer bewegen van de camera te

verminderen. Het wordt door Nikon aanbevolen de schakelaar op ON te

Jp

zetten wanneer de camera gebruikt wordt op een niet vastgezet statiefhoofd

of met een eenpoot. Bij uiterst kleine bewegingen van de camera kan de

vibratiereductiefunctie het effect van de camerabewegingen versterken door

En

de werking van het systeem. In dat geval moet u de vibratiereductie ON/OFF

ringschakelaar op OFF zetten.

De

Vibratiereductie functioneert niet wanneer de AF-ON-knop op de camera of

een scherpstelknop op het objectief wordt ingedrukt.

Fr

Scherptediepte

De scherptediepte kan bij benadering

worden bepaald met behulp van de

Es

scherptediepteschaal. Indien uw camera

beschikt over een voorbeeldknop of –hendel

Se

Scherptediepte-

Afstandsindexlijn

(stop-beneden), kunt u de scherptediepte

indicatoren

zien door de zoeker van de camera.

• Dit objectief is uitgerust met een Internal Focusing-systeem (IF). Naarmate de

Ru

opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.

De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp

Nl

en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn

te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap

kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp

It

lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.

Zie p. 198 voor meer informatie.

Ck

De diafragma instellen

Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.

Ch

Gebruik van een ingebouwde draaibare

statiefbevestigingsring

Kr

Bij gebruik van een statief moet dit aan de statiefkraag van het objectief worden

bevestigd in plaats van aan de camera.

Wanneer de camera bij de handgreep wordt vastgehouden en de camera met

het objectief in de statiefkraag gedraaid wordt, is het mogelijk dat uw hand

tegen het statief stoot, afhankelijk van het statief dat gebruikt wordt.

Het statief kan losgemaakt worden door de borgschroef voor de statiefkraag

te verwijderen. Neem voor nadere informatie over deze procedure contact op

met uw dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.

Veranderen van de camerapositie

 Draai de borgschroef voor de statiefkraag los (1).

Draai afhankelijk van de camerapositie (verticaal of

horizontaal) het objectief naar een geschikte

aanduiding voor de draaipositie van het objectief (2)

en draai de schroef vast (3).

109

De ingebouwde flitser en vignettering

Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap.

Jp

Camera’s

Vignettering treedt op bij elke

F65-Serie, F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,

opnameafstand.

F-601, F-401x, F-401s, F-401, Pronea 600i,

En

Pronea S

De

Gebruik van de zonnekap

Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief.

Fr

De zonnekap bevestigen

 • Draai de zonnekapschroef volledig vast (2).

Es

Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er

vignettering voorkomen.

Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze

Se

omgekeerd op het objectief.

Ru

Insteekfilterhouder

Nl

Gebruik altijd een (52mm vastschroefbare) filter. Bij het verlaten van de fabriek

is een 52mm vastschroefbare NC filter bevestigd aan de filterhouder.

It

a

Druk de vergrendelingsknop voor de

insteekfilterhouder in en draai linksom totdat

Ck

de witte lijn op de knop een rechte hoek maakt

met de as van het objectief.

b

Trek de insteekfilterhouder van het objectief.

Ch

c

Maak het bevestigde filter los van de filterhouder.

Kr

d

Schroef een filter in aan de zijde van de filterhouder

welke gemarkeerd is met de woorden "Nikon"

en "JAPAN".

De insteekfilterhouder kan bevestigd worden aan de

zijde van het objectief of de camera zonder dat dit

effect heeft op uw beelden.

C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter (optioneel)

Blokkeert weerspiegelingen van niet-metalen oppervlakken zoals glas en

water.

Het brandpunt van een C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter verschilt van dat

van een 52mm vastschroefbare filter. De afstandsschaal is verplaatst vanuit de

juiste positie. De dichtstbijzijnde scherpgestelde afstand is enigszins verlengd.

De geheugeninstelpositie kan bij het gebruik van de voorgeprogrammeerde

scherpstelling enigszins afwijken. Bevestig het C-PL1L filter alvorens de

geheugeninstelfunctie te gebruiken.

110