Hotpoint-Ariston KIO 632 C C: Starten en gebruik

Starten en gebruik: Hotpoint-Ariston KIO 632 C C

background image

57

NL

Starten en gebruik

!

 De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat 

vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat 

gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen 

met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. 

Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat 

gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze 

zal echter snel wegtrekken.

!

 Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort 

u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. 

Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.

Geluiden normale werking kookplaat:

•  Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van 

de metalen onderdelen waarvan de inductor en 

de pan zijn gemaakt en wordt gevormd door het 

elektromagnetische veld dat noodzakelijk is voor de 

verwarming. Dit neemt toe bij het toenemen van het 

vermogen van de inductor.

•  Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de 

kookplaat wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u 

voedsel of water in de pan doet.

•  Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het 

trillen van het materiaal van de bodem van de pan 

als er parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd 

door het elektromagnetische veld (inductie). 

De intensiteit kan variëren aan de hand van het 

materiaal waarmee de bodem van de pan gemaakt 

is en wordt minder naarmate de afmetingen van de 

pan toenemen.

•  Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee 

inductoren op dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op 

maximum vermogen werken en/of als op de grootste 

de boosterfunctie is ingesteld en de ander op 

zelfregeling staat. Het geluid wordt minder als u het 

vermogen van de zelfregelende inductor lager zet. 

Dit doet zich vooral voor als de bodem van de pan 

bestaat uit verschillende lagen van verschillende 

materialen.

•  Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik 

van de kookplaat en om de veiligheid van 

het elektronische gedeelte te behoeden voor 

eventuele oververhitting is het noodzakelijk de 

ventilator in te schakelen. De ventilator draait 

op maximaal vermogen als de grote inductor op 

maximaal vermogen staat of als de boosterfunctie 

is ingeschakeld. In alle andere gevallen draait 

hij op middelmatig vermogen aan de hand van 

de waargenomen temperatuur. Het is bovendien 

mogelijk dat de ventilator blijft draaien nadat u 

de kookplaat heeft uitgezet, als de waargenomen 

temperatuur zeer hoog is.

De genoemde geluiden zijn het resultaat van de 

inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs 

functioneringsdefecten.

!

 Als u lang op de toetsen drukt 

-

 en 

+

 kunt u de 

stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten 

toenemen.

Inschakelen kookplaat

Druk ongeveer 1 seconde op de knop 

 voor het 

inschakelen van de kookplaat.

Inschakelen kookzones

Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel 

van een selectietoets 

 en een regelsysteem voor 

de stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets 

-

 en 

+

.

•  Voor het in werking stellen van een kookzone drukt 

u op de betreffende toets en stelt u de gewenste 

stroomsterkte in met de toetsen 

-

 en 

+

.

Booster functie*

Om de verwarmingstijd te versnellen kunt u in enkele 

kookzones de booster functie activeren door op de 

Booster

 toets te drukken. Het controlelampje boven de 

toets gaat aan. Deze functie verhoogt het vermogen tot 

2000 W of 3000 W, aan de hand van de grootte van de 

gekozen kookzone.

De boosterfunctie stopt na 4 minuten automatisch. 

Zolang de booster van een van de kookzones actief 

is, zal het gedeelte daarvoor of daarachter slechts 

over een beperkt vermogen beschikken (bv.: als in 

de kookzone linksachter de booster actief is, zal het 

vermogen in de kookzone linksvoor afnemen). Voor 

verdere informatie kunt u de 

Technische beschrijving van 

de modellen raadplegen. 

Uitschakelen kookgedeeltes

Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit 

door middel van de selectietoets 

 en:

•  Druk op de toets 

-

 : het vermogen van het 

kookgedeelte wordt langzaam minder totdat het 

uitgaat.

Programmering kookduur

!

 Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd 

geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van 

tussen de 1 en de 99 minuten.

1. Kies het kookgedeelte door middel van de 

betreffende selectietoets.

2. De gewenste stroomsterkte van het kookgedeelte 

instellen.

*

 Slechts op enkele modellen aanwezig.

background image

58

NL

3. Druk op de programmeertoets 

. Het 

controlelampje voor het betreffende kookgedeelte 

begint te knipperen.

4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de 

toetsen 

-

 en 

+

.

5. Bevestig door op de toets 

 te drukken, of na 10 

seconden vindt automatische selectie plaats.

De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de 

geprogrammeerde kooktijd wordt 

aangegeven door een geluidssignaal 

(van 1 minuut) waarna het kookgedeelte 

uitgaat. Herhaal de hierboven 

beschreven procedure voor iedere kookplaat die u wilt 

programmeren.

Visualisatie bij een meervoudige programmering.

Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd 

vertoont het display de resterende tijd van de 

kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie 

ervan aanduidt door middel van het betreffende 

controlelampje dat knippert. De controlelampjes van 

de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan.

Om de resterende tijd van de andere 

geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u 

een aantal keren op de toets 

 drukken: met de klok 

mee zullen, de een na de ander, de tijden van de timer 

alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te 

beginnen met de kookplaat linksvoor.

Het wijzigen van een programmering

1. Druk een aantal keer op de toets 

 totdat de tijd 

van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.

2. Druk op de toetsen 

-

 en 

+

 voor het instellen van 

de nieuwe tijd.

3. Bevestig door op de toets 

 te drukken.

Om een programmering te annuleren moet u 

bovenstaande handelingen uitvoeren. Bij punt 

2 drukt u op de toets 

-

 : de duur vermindert 

langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. De 

programmering wordt gewist en het display verlaat de 

programmeringsmodus.

De timer

De kookplaat moet aan zijn.

Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.

1. Druk op de toets programmering 

 totdat het 

controlelampje van de timer aangaat 

.

2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de 

toetsen 

-

 en 

+

.

3. Bevestig door op de toets 

 te drukken.

De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd 

verstreken is hoort u voor de duur van 1 minuut een 

geluidssignaal.

Blokkering van het bedieningspaneel

Als de kookplaat in werking is kunt u het 

bedieningspaneel blokkeren om een 

ongewenst aanraken te vermijden (kinderen, 

schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de toets 

 te drukken zal het bedieningspaneel worden 

geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat 

aan.

Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. 

als u wilt stoppen met koken) moet u de blokkering 

uitschakelen: druk even op de toets 

. Het 

controlelampje gaat uit en het bedieningspaneel wordt 

weer geactiveerd.

Uitschakelen kookplaat

Druk op de toets 

; wordt het apparaat 

uitgeschakeld. Vertrouw niet op de pannendetector.

Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook 

geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. 

Als u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u 

eerst het bedieningspaneel deblokkeren.

“Demo” modus

Het is mogelijk een demomodus in te stellen 

waarbij het bedieningspaneel normaal functioneert 

(de opdrachten betreffende de programmering 

inbegrepen), maar waarbij de verwarmingselementen 

niet aangaan. Om de “demo” modus te activeren moet 

de kookplaat aanstaan en alle stralingselementen uit:

•  Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen  

+

en 

-

 . Zodra de 6 seconden zijn verstreken zullen 

de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING 

BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. 

Laat de toetsen 

+

 en 

-

 los en druk op de toets 

;

•  het display toont om de beurt de tekst DE en MO en 

het kookvlak gaat uit;

•  de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal 

hij zich in de “demo” modus bevinden.

Om deze modus te verlaten volgt u de boven 

beschreven procedure. Het display toont om de beurt 

de tekst DE en OF en het kookvlak gaat uit. Als u het 

kookvlak weer inschakelt zal het gewoon functioneren.

background image

59

NL

Praktische tips voor het gebruik van het 

apparaat

!

 Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat 

geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). 

Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer, 

geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U 

kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te 

proberen met een magneet.

*

GESCHIKTE MATERIALEN

ONGESCHIKTE MATERIALEN

Gietijzer

Ge‘mailleerd staal

Speciaal roestvrij staal

Koper, 

Aluminium, Glas, Terracotta, 

Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal

Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:

•  Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem 

zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.

•  Gebruik pannen die groot genoeg zijn om 

de kookplaat geheel te bedekken zodat alle 

beschikbare hitte wordt benut.

•  Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon 

en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. 

Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als 

het kookvlak zelf.

•  Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die 

u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de 

warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem 

van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer 

aansluiten.

Veiligheidssystemen

Pannensensor

Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem 

dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat 

straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste 

afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje 

kan betekenen:

•  dat de pan niet geschikt is

•  dat de pan een te kleine diameter heeft

•  dat de pan niet goed aansluit

Oververhitting

In het geval van oververhitting van de elektronische 

onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit 

en verschijnt op het display 

F

 gevolgd door een 

knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt 

en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de 

temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.

Veiligheidsschakelaar

Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar 

die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als 

de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is 

bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont 

het display het cijfer “0”.

B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de 

plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal 

automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur.

Geluidssignaal

Enkele storingen, zoals:

•  een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 

seconden op het bedieningspaneel ligt,

•  gemors op het bedieningspaneel,

•  een lange druk op een toets, kunnen een 

geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak 

van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als 

de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd 

blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak 

uitgeschakeld.

Vermogensniveau

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Begrenzing van de werkingsduur in uren

9

8

7

6

5

4

3

2

1

background image

60

NL

FlexiZONE 

 modus

M.b.v. de FlexiZONE zone kunt u dezelfde stroomsterkte instellen 

op twee „aaneengesloten” kookplaten. U kunt deze functie 

activeren door op de FlexiZONE toets (  ) te drukken mits de 

twee kookplaten zich in de OFF stand bevinden.

Het is mogelijk de FlexiZONE functie te activeren terwijl de 

kookplaat aan is, door een enkele keer op de FlexiZONE toets te 

drukken. De leds op de aaneengesloten platen gaan beide aan.

De 2 leds blijven aan zodra de platen met elkaar zijn verbonden 

(als u weer op FlexiZONE drukt worden ze losgekoppeld en 

wordt het vermogen op beide platen op 0 gezet).

Als u op een van de twee FLEXI platen op de toetsen +, - of max 

drukt verschijnt het effect zowel op de ene als op de andere 

plaat. 

Als u de FlexiZONE zone wilt uitschakelen dient u op de 

FlexiZONE toets (   ) te drukken.

U kunt ook een timer instellen voor de Flexi zone. Deze 

wordt getoond op het display, waarna de leds van beide 

aaneengesloten platen zullen aangaan.  Als u op de „timer” 

toets drukt zullen de twee aaneengesloten platen zich als één 

gedragen.

Selectie en gebruik FLEXI ZONE

Om de kookzone FLEXI ZONE te gebruiken drukt u op de toets 

(   ).

Om de stroomsterkte in te stellen (zie boven). 

Werking van de FLEXI ZONE

Zodra u de FLEXI ZONE heeft geselecteerd en u drukt op de 

toets (  ) gaan de 2 leds van de FLEXI ZONE op beide platen 

aan en is het dus mogelijk beide zones te regelen als ware het 

een enkele zone. De stroomsterkte wordt op beide displays 

getoond. Als u alleen de bovenzijde of alleen de onderzijde 

gebruikt zal het display van de zone die niet wordt gebruikt 

beginnen te knipperen. Na een gebruik van 3 min zal de 

bereiding automatisch naar de standaard modus overgaan. 

(niet Flexi).

! Zodra hij geactiveerd is, is het ook mogelijk de FLEXI ZONE te 

programmeren met dezelfde modus die is beschreven voor de 

enkele platen.

! Accessoires

Voor de juiste werking van de kookzone FLEXI ZONE raden wij 

u aan pannen te gebruiken met een elliptische of verlengde 

bodem en met een lengte van minstens 250 mm. Als u pannen 

gebruikt met een kleinere diameter raden wij u aan ze aan de 

boven- of onderzijde te gebruiken, welke is aangegeven door 

het symbool X.

Als de gebruikte pan niet gecentreerd is t.o.v. de serigrafie zou 

u een fluittoon of een zacht geruis kunnen horen. Dit signaleert 

geen slechte werking van de kookplaat. We raden u aan de pan 

op het centrum van de FLEXI ZONE te plaatsen.

Praktische kooktips

ª

Koken met een snel

kookpanSnelkookpan

Frituren

Grillen

Koken

VKoken op zeer 

hoog vuur

Koken op 

hoog vuur

Koken op middelmatig vuur

Koken op 

laag vuur

Koken op 

zeer laag 

vuur

Crêpes

Koken op hoog vuur en bruin bakken

(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, 

visfilets, gebakken eieren)

§

Snel indikken (vloeibare sauzen)

Koken van water (pasta, rijst, groente)

Melk

§

S

Langzaam indikken (gebonden sauzen)

S

¢

Au bain-marie koken

Koken met snelkookpan, na het sissen

¢

£

Koken op laag vuur 

(stoofschotels)

Opwarmen van gerechten

¡

Chocoladesaus

Warm houden van gerechten