Gorenje tgr80nb6 – страница 5
Инструкция к Накопительному Водонагревателю Gorenje tgr80nb6
ABCDEFG
TGR 30 N 468 275 173 - 454 461 80
NL
TGR 50 N 570 365 185 - 454 461 130
TGR 80 N 775 565 190 - 454 461 180
TGR 100 N 935 715 200 - 454 461 260
TGR 120 N 1090 865 205 - 454 461 260
TGR 150 N 1305 1065 220 - 454 461 260
TGR 200 N 1514 1050 444 800 500 507 260
Aaansluitings- en montagematen van de boiler [mm]
AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
De watertoevoer en aftap zijn met kleuren aangegeven op de buizen van de boiler. De
toevoer van het koude water is blauw gekleurd, de aftap van het warme water is rood.
U kunt de boiler op twee manieren op de waterleiding aansluiten. Het gesloten druksysteem
van de aansluiting maakt waterafname op meerdere tappunten mogelijk, bij het open
systeem, dat niet onder druk staat, kan het water maar op een plaats worden afgetapt.
Gezien het gekozen aansluitsysteem moet u ook de juiste mengkranen kopen.
Bij het open systeem, dat niet onder druk staat, moet voor de boiler een terugslagklep
worden ingebouwd, dat voorkomt dat het water terugloopt uit de boiler bij storingen van
de watertoevoer uit de waterleiding. Bij dit aansluitingssysteem moet u een doorstroom
mengkraan gebruiken. In de boiler neemt het volume van het water toe als het verwarmd
wordt, dit veroorzaakt druppen van de mengkraan. U kunt dit niet voorkomen door de
kraan stevig dicht te draaien. Hierdoor kunt u de kraan alleen maar kapot maken. Aan de
toevoerleiding moet u voor de veiligheid een veiligheidsventiel of een veiligheidsgroep
monteren, waardoor een toename van de druk in de boiler van meer dan 0,1 MPa boven
de normale druk wordt voorkomen. De uitloopopening van het veiligheidsventiel moet een
uitgang hebben voor atmosferische druk.
Bij het verwarmen van het water in de boiler neemt de waterdruk in de boiler toe tot de grens
is bereikt die in het veiligheidsventiel is ingesteld. Omdat de terugkeer van het water naar
de waterleiding verhinderd is, kan er water uit de uitloopopening van het veiligheidsventiel
druppen. U kunt het druppende water naar de afvoer leiden via het opvangverlengstuk,
dat u onder het veiligheidsventiel plaatst. De afl oopbuis die onder de uitloop van het
veiligheidsventiel is geplaatst moet recht naar beneden gericht zijn en gemonteerd worden
in een omgeving, waar het niet vriest. In het geval dat u door een onjuiste installatie niet
de mogelijkheid hebt om het uit het terugslagventiel druppende water naar de uitloop te
leiden, kunt u het druppen vermijden door een expansiebak met een volume van 3l aan de
toevoerleiding van de boiler te monteren.
Voor een juiste werking van het veiligheidsventiel moet u zelf van tijd tot tijd een controle
uitvoeren. Bij de controle moet u door het verschuiven van de hendel of door het losdraaien
van de moer van het ventiel (afhankelijk van het type ventiel) de uitloop uit het terugslag-
veiligheidsventiel openen. Hierbij moet door de uitloopbuis van het ventiel water stromen. Dit
wijst er op dat het ventiel feilloos werkt.
81
NL
Gesloten (druk) systeem Open (niet onder druk staand)
systeem
Legende:
1 - Veiligheidsventiel 6 - Test aanzetstuk
2 - Testventiel 7 - Trechter met aansluiting
3 - Terugslagventiel op de uitloop
4 - Drukreduceerventiel H - Koud water
5 - Afsluitventiel T - Warm water
Tussen de boiler en het terugslag-veiligheidsventiel mag u geen afsluitventiel inbou-
wen, omdat u hiermee de werking van het terugslagventiel onmogelijk zou maken.
U kunt de boiler zonder drukreduceerventiel aansluiten op de huiswaterleiding, als de druk
in de waterleiding lager is dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk in de waterleiding hoger is dan
0,5 MPa (5 bar), moet u twee reduceerventielen achter elkaar inbouwen.
Voor de elektrische aansluiting moet u de boiler eerst met water vullen. Draai de
warmwaterknop van de mengkraan open ls u de boiler voor het eerst vult. De boiler is vol als
het water door de uitloopbuis van de mengkraan begint te stromen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Voor de aansluiting op het stroomnet moet in de boiler een aansluitkabel met een minimale
2
2
doorsnede van 1,5 mm
(H05VV-F 3G 1,5 mm
) worden ingebouwd. Bij de bevestiging van
de aansluitkabel moet ook de beide aansluitdraden van het controlelampje in de hiervoor
voorziene aansluitnaven van de thermostaat worden bevestigd, die zijn aangeduid met 1 en
2 of met A en B bij de alternatieve uitvoering van de thermostaat.
Om dit te kunnen doen moet u de beschermplaat van de boiler loschroeven.
De aansluiting van de boiler op het elektriciteitsnet moet overeenkomstig de normen voor
de elektrische leidingen gebeuren. Tussen de boiler en de waterleiding moet een apparaat
zijn ingebouwd voor de scheiding van alle polen van het voedingsnet overeenkomstig de
nationale installatievoorschriften.
82
Legende:
1 - Thermostaat en
NL
tweepolige
warmtezekering
2 - Verwarmingselement
3 - Aansluitklem
4 - Controlelampje
L - Fasegeleider
N - Neutrale geleider
- Aardingsgeleider Schema van de elektrische verbinding
WAARSCHUWING: Voor elke ingreep in de boiler moet de verbinding met het elektric-
iteitsnet verbroken worden!
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Na de aansluiting op de waterleiding en het elektriciteitsnet is de boiler klaar voor gebruik.
Door aan de thermostaatknop te draaien die zich aan de voorkant van de beschermplaat
bevindt, kunt u de gewenste temperatuur van het water instellen tussen 25° en 75°C.
Aanbevolen wordt de knop op de stand “eco” te zetten. Deze instelling is de zuinigste;
hierbij zal de watertemperatuur ongeveer 55°C zijn en de afzetting van ketelsteen en het
warmteverlies zullen minder zijn dan bij instellingen op een hogere temperatuur.
Het controlelampje duidt aan dat het elektrische verwarmingselement is ingeschakeld. De
boiler heeft aan de rand een bi-metale thermometer die naar rechts uitslaat als het water in
de boiler warm is. Als u de boiler enige tijd niet gaat gebruiken, kunt u de inhoud ervan tegen
bevriezing beschermen door de stroom niet uit te schakelen en de thermostaatknop op de
stand “*” te zetten. Bij deze instelling zal de boiler de watertemperatuur op ongeveer 10°C
te houden. Als u de boiler van het elektriciteitsnet afsluit, moet u het water er uit laten lopen
als er bevriezingsgevaar bestaat.
Voordat u het water uit de boiler laat lopen moet u eerst de verbinding met het elektriciteitsnet
verbreken. Daarna kan de warmwaterkraan worden opengedraaid van één van de
mengkranen, die op de boiler zijn aangesloten. We laten het water via de toevoerleiding uit
de boiler lopen. Hiervoor raden we aan om tussen het veiligheidsventiel en de toevoerleiding
een uitloopventiel of een T-stuk in te bouwen. Als u dit niet doet kunt u de boiler ook legen
via de uitloop aan het veiligheidsventiel door de hendel of de schroefdop van het ventiel
in dezelfde stand te zetten als bij het testen van het ventiel. Nadat u het water via de
toevoerbuis uit de boiler heeft laten lopen, zal er een restje water in de boiler achterblijven,
dat u kunt verwijderen door de fl ens van de boiler los te draaien. Het water uit de boiler
loopt via de aavoerbuis uit de boiler. Daarom wordt aanbevolen bij de montage tussen het
veiligheidsventiel en de aanvoerbuisvan de boiler een speciale fi tting (T-stuk) of uitlaatventiel
te plaatsen. U kunt de boiler ook indirect via het veiligheidsventiel legen door het hendeltje
of de draaibare dop van het ventiel in de stand te draaien als bij de controle van de werking.
Voor het legen moet de verbinding tussen het stroomnet en de boiler worden verbroken en
moet daarna de warmwaterknop van de aangesloten mengkraan worden opengedraaid. Na
dat het er water via de aanvoerbuis is uitgelopen, blijft in de boiler een keine hoeveelheid
83
water achter, dat er na verwijdering van de verwarmingsfl ens door de opening van de
NL
verwarmingsfl ens uitloopt.
Reinig de buitenkant van de boiler met sopje van een mild wasmiddel. Gebruik geen
oplosmiddelen en schurende reinigingsmiddelen.
Door regelmatige service zult u lang verzekerd zijn van een feilloze werking en een lange
levensduur van de boiler. De garantie voor het doorroesten van de boiler geldt alleen als u de
voorgeschreven regelmatige inspecties van eventuele slijtage van de beschermingsanode
heeft laten uitvoeren. De periode tussen de afzonderlijke regelmatige inspecties mag niet
langer zijn dan 36 maanden. De onderzoeken moeten door een erkend vakman worden
uitgevoerd, die het onderzoek aantekent op het garantiebewijs van het apparaat. Bij het
onderzoek controleert hij de mate van slijtage van de anticorrosie beschermingsanode en
indien nodig verwijdert hij ketelsteen, dat zich afhankelijk van de kwaliteit, de hoeveelheid
en de temperatuur van het gebruikte water aan de binnenkant van de boiler heeft afgezet.
De serviceman zal na de inspectie van de boiler op grond van de vastgestelde toestand de
datum voor de volgende controle aanbevelen.
Wij verzoeken u eventuele storingen aan de boiler niet zelf te repareren maar de
bevoegde service hiervan op de hoogte te stellen.
84
Gorenje Tiki, d.o.o.
SI-1521 Ljubljana
Magistrova 1
Slovenija
Telefon: +386 1 500 56 00
03/2010
Fax: +386 1 500 57 02
766050
http://www.gorenjetiki.si
159418