Hotpoint-Ariston KIC 740 B IT: Starten en gebruik

Starten en gebruik: Hotpoint-Ariston KIC 740 B IT

background image

58

NL

Starten en gebruik

!

 De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat 

vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat 

gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een 

speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de 

eerste paar uur dat u het apparaat gebruikt kan het zijn dat u 

een rubbergeur ruikt. Deze zal echter snel wegtrekken.

!

 Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort u na 

enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan. Alleen dan 

kunt u de kookplaat aanzetten.

!

 De interne software van de kookplaat regelt het maximale 

opgenomen vermogen van alle zones en voorziet een flexibel 

en onafhankelijk gebruik van het maximale afgegeven 

vermogen. In onderstaande afbeeldingen tonen wij twee 

voorbeelden van de werking.

In afbeelding A is de kookzone linksvoor op maximaal 

vermogen (niveau 9). Als gevolg zal de kookzone linksachter 

niet afgesteld kunnen worden op een vermogen van meer 

dan niveau 7. Het betreffende controlelampje Max zal 

aangaan. Zodra het vermogen van de voorste zone wordt 

verminderd zal het betreffende controlelampje max uitgaan 

en zal de achterste kookzone worden afgesteld op een hoger 

vermogen.

Afbeelding B toont een soortgelijk voorbeeld op de 

kookzones in de diagonale stand. Als de kookzone linksvoor 

op het maximum niveau staat (niveau 9) kan de kookzone 

rechtsachter uitsluitend het niveau 4 bereiken.

De constante informatie betreffende het energieverbruik 

wordt gegarandeerd door het aangaan van de 

controlelampjes 

 die worden ontstoken als de 

kookplaat het maximaal beschikbare vermogen heeft 

afgegeven. Als alle controlelampjes van de actieve 

kookplaten aan zijn dient u, om het vermogen van een 

kookplaat te vermeerderen, noodzakelijkerwijs het vermogen 

van een andere actieve kookplaat verminderen.

5-7

5-7

8-9

8-9

1-4

1-4

8-9

8-9

A

B

Geluiden normale werking kookplaat:

•  Zoemen: geluid geproduceerd door het trillen van de 

metalen onderdelen waarvan de inductor en de pan zijn 

gemaakt en wordt gevormd door het elektromagnetische 

veld dat noodzakelijk is voor de verwarming. Dit neemt toe 

bij het toenemen van het vermogen van de inductor.

•  Zacht fluiten: dit hoort u als een lege pan op de kookplaat 

wordt gezet. Het geluid verdwijnt zodra u voedsel of water 

in de pan doet.

•  Knetteren: dit geluid wordt geproduceerd door het 

trillen van het materiaal van de bodem van de pan als 

er parasitaire stromingen plaatsvinden gevormd door 

het elektromagnetische veld (inductie). De intensiteit 

kan variëren aan de hand van het materiaal waarmee de 

bodem van de pan gemaakt is en wordt minder naarmate 

de afmetingen van de pan toenemen.

•  Hard fluiten: u hoort dit geluid als de twee inductoren op 

dezelfde verticale lijn tegelijkertijd op maximum vermogen 

werken en/of als op de grootste de boosterfunctie is 

ingesteld en de ander op zelfregeling staat. Het geluid 

wordt minder als u het vermogen van de zelfregelende 

inductor lager zet. Dit doet zich vooral voor als de 

bodem van de pan bestaat uit verschillende lagen van 

verschillende materialen.

•  Geluid van de ventilator: voor een juist gebruik van de 

kookplaat en om de veiligheid van het elektronische 

gedeelte te behoeden voor eventuele oververhitting 

is het noodzakelijk de ventilator in te schakelen. 

De ventilator draait op maximaal vermogen als de 

grote inductor op maximaal vermogen staat of als de 

boosterfunctie is ingeschakeld. In alle andere gevallen 

draait hij op middelmatig vermogen aan de hand van de 

waargenomen temperatuur. Het is bovendien mogelijk 

dat de ventilator blijft draaien nadat u de kookplaat heeft 

uitgezet, als de waargenomen temperatuur zeer hoog is.

De genoemde geluiden zijn het resultaat van de 

inductietechnologie en zijn niet noodzakelijkerwijs 

functioneringsdefecten.

!

 Als u lang op de toetsen drukt 

-

 en 

+

 kunt u de 

stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten 

toenemen.

Inschakelen kookplaat

Druk ongeveer 1 seconde op de knop 

 voor het 

inschakelen van de kookplaat.

Inschakelen kookzones

Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel van 

een selectietoets 

 en een regelsysteem voor de 

stroomsterkte, bestaande uit een dubbele toets 

-

 en 

+

.

•  Voor het in werking stellen van een kookzone drukt u op 

de betreffende toets en stelt u de gewenste stroomsterkte 

in met de toetsen 

-

 en 

+

.

Uitschakelen kookgedeeltes

Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit door 

middel van de selectietoets 

 en:

•  Druk op de toets 

-

 : het vermogen van het kookgedeelte 

wordt langzaam minder totdat het uitgaat.

Programmering kookduur

*

 Slechts op enkele modellen aanwezig.

background image

59

NL

!

 Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd geprogrammeerd 

worden voor een tijdsduur van tussen de 1 en de 99 minuten.

1. Kies het kookgedeelte door middel van de betreffende 

selectietoets.

2. De stroomsterkte instellen.

3. Druk op de programmeertoets 

.

Het controlelampje voor het betreffende kookgedeelte 

begint te knipperen. 

4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de 

toetsen 

-

 en 

+

.

5. Bevestigen door op toets 

 te drukken, of na 10 

seconden vindt automatische selectie plaats.

De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van de 

geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven door een 

geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het kookgedeelte 

uitgaat.

Herhaal de hierboven beschreven procedure voor iedere 

kookplaat die u wilt programmeren.

Visualisatie bij een meervoudige programmering.

Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd 

vertoont het display de resterende tijd van de kookplaat die 

als eerste eindigt, terwijl hij de positie ervan aanduidt door 

middel van het betreffende controlelampje dat knippert. 

De controlelampjes van de andere geprogrammeerde 

kookplaten zijn aan.

Om de resterende tijd van de andere 

geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u 

een aantal keren op de toets 

 drukken: met de klok 

mee zullen, de een na de ander, de tijden van de timer 

alle geprogrammeerde kookplaten worden getoond, te 

beginnen met de kookplaat linksvoor.

Het wijzigen van een programmering

1. Druk een aantal keer op de toets 

totdat de tijd van de kookplaat die u wilt wijzigen verschijnt.

2. Druk op de toetsen 

-

 en 

+

 voor het instellen van de 

nieuwe tijd.

3. Bevestig door op de toets 

 te drukken.

Om een programmering te annuleren moet u bovenstaande 

handelingen uitvoeren. Bij punt 2 drukt u op de toets 

-

 : de 

duur vermindert langzaamaan tot aan de uitschakeling 0. 

De programmering wordt gewist en het display verlaat de 

programmeringsmodus.

De timer

De kookplaat moet aan zijn.

Met de timer kunt u een duur tot aan 99 minuten instellen.

1. Druk op de toets programmering 

 totdat het 

controlelampje van de timer aangaat 

.

2. Stel de gewenste kookduur in door middel van de toetsen 

-

 en 

+

.

3. Bevestig door op de toets 

 te drukken.

De timer begint gelijk met aftellen. Als de tijd verstreken is 

hoort u voor de duur van 1 minuut een geluidssignaal.

Blokkering van het bedieningspaneel

Als de kookplaat in werking is kunt u het bedieningspaneel 

blokkeren om een ongewenst aanraken te vermijden 

(kinderen, schoonmaakhandelingen, enz.). Door op de 

toets 

 te drukken zal het bedieningspaneel worden 

geblokkeerd. Het controlelampje boven de toets gaat aan.

Als u het bedieningspaneel weer wilt gebruiken (bv. als u wilt 

stoppen met koken) moet u de blokkering uitschakelen: druk 

even op de toets 

. Het controlelampje gaat uit en het 

bedieningspaneel wordt weer geactiveerd.

Uitschakelen kookplaat

Druk op de toets 

; het apparaat gaat uit.

Als het bedieningspaneel is geblokkeerd, blijft dit ook 

geblokkeerd nadat u de kookplaat opnieuw inschakelt. Als 

u de kookplaat opnieuw wilt inschakelen moet u eerst het 

bedieningspaneel deblokkeren.

“Demo” modus

Het is mogelijk een demomodus in te stellen waarbij het 

bedieningspaneel normaal functioneert (de opdrachten 

betreffende de programmering inbegrepen), maar waarbij 

de verwarmingselementen niet aangaan. Om de “demo” 

modus te activeren moet de kookplaat aanstaan en alle 

stralingselementen uit:

•  Druk tegelijkertijd 6 seconden lang op de toetsen  

+

 en 

-

 . Zodra de 6 seconden zijn verstreken 

zullen de controlelampjes ON/OFF en BLOKKERING 

BEDIENINGSPANEEL een seconde lang knipperen. Laat 

de toetsen 

+

 en 

-

 los en druk op de toets 

;

•  het display toont om de beurt de tekst DE en MO en het 

kookvlak gaat uit;

•  de volgende keer dat u de kookplaat inschakelt zal hij zich 

in de “demo” modus bevinden.

Om deze modus te verlaten volgt u de boven beschreven 

procedure. Het display toont om de beurt de tekst DE en OF 

en het kookvlak gaat uit. Als u het kookvlak weer inschakelt 

zal het gewoon functioneren.

background image

60

NL

Praktische tips voor het gebruik van het 

apparaat

!

 Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt 

is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het 

gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of 

speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan 

geschikt is door hem uit te proberen met een magneet.

*

GESCHIKTE MATERIALEN

ONGESCHIKTE MATERIALEN

Gietijzer

Ge‘mailleerd staal

Speciaal roestvrij staal

Koper, 

Aluminium, Glas, Terracotta, 

Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal

Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:

•  Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat 

ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.

•  Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat 

geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt 

benut.

•  Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en 

droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit 

verlengt de levensduur van zowel de pannen als het 

kookvlak zelf.

•  Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een 

gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van 

gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, 

waardoor ze niet goed meer aansluiten.

Veiligheidssystemen

Pannensensor

Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat 

waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen 

warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat. 

Het knipperende controlelampje kan betekenen:

•  dat de pan niet geschikt is

•  dat de pan een te kleine diameter heeft

•  dat de pan niet goed aansluit

Aanwijzers van de resterende warmte

Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van 

de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke 

kookzones nog heet zijn. Als het vermogensdisplay 

toont dan is het kookgedeelte nog warm. Het is bijvoorbeeld 

mogelijk een gerecht warm te houden of boter of chocolade te 

laten smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte zal het 

vermogensdisplay 

 tonen. Het display gaat uit wanneer de 

kookzone voldoende is afgekoeld.

Oververhitting

In het geval van oververhitting van de elektronische onderdelen 

gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt op het display 

F

gevolgd door een knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt 

en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de temperatuur tot 

op een acceptabel niveau is gezakt.

Veiligheidsschakelaar

Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die 

de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet 

voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze 

veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”.

B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat linksvoor 

op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch na 5 uur uitgaan, 

de plaat linksvoor na 8 uur.

Geluidssignaal

Enkele storingen, zoals:

•  een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10 seconden op 

het bedieningspaneel ligt,

•  gemors op het bedieningspaneel,

•  een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal 

veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het 

geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing niet 

wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en wordt het 

kookvlak uitgeschakeld.

Vermogensniveau

Begrenzing van de

werkingsduur in uren

1

9

2

8

3

7

4

6

5

5

6

4

7

3

8

2

9

1

background image

61

NL

Praktische kooktips

K

o

ke

n op

 z

e

er

 h

o

og

vu

ur

ª

Koken met een 

snelkookpan 

Snelkookpan

Frituren

Grillen

Koken

K

o

ken

 o

h

oog v

u

ur

Crêpes

Koken op hoog vuur en bruin bakken 

(Braadstukken, biefstukken, kalfslappen, 

visfilets, gebakken eieren)

Ko

ken

 o

p

 m

id

d

el

m

at

ig

 vu

ur

§

Snel indikken (vloeibare sauzen) 

Koken van water (pasta, rijst, groente) 

Melk

§ S

Langzaam indikken (gebonden sauzen)

S ¢

Au bain-marie koken

Koken met snelkookpan, na het sissen

K

o

k

en op

 l

aa

vu

ur

¢

Koken op laag vuur 

(stoofschotels)

Opwarmen van gerechten

£

K

oken

 o

p

ze

er

 la

a

vu

u

r

¡

Chocoladesaus

Warm houden van gerechten