Brother Innov-is 4750D: Werken met de spoel
Werken met de spoel: Brother Innov-is 4750D

8
Werken met de spoel
Stof plaatsen en naaien
a
Plaats een lichte wegneembare steunstof op
de achterkant van de stof.
b
Maak met een priem een gat in de stof bij het
begin van het stiksel zodat u de onderdraad
door de stof kunt voeren.
c
Zet de persvoet omhoog met de
persvoethendel.
d
Plaats de stof met steunstof onder de persvoet
met de achterkant naar boven.
a
Achterkant van de stof
b
Steunstof op achterkant van de stof
e
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok
in) om de naald door het gepriemde gat te
leiden. Plaats de bovendraad boven de
persvoet en houd de draad losjes vast terwijl u
de persvoet omlaag zet.
a
Gepriemd gat
b
Bovendraad boven persvoet
f
Terwijl u zachtjes aan de bovendraad trekt,
draait u het handwiel naar u toe (tegen de
klok in) zodat de markering op het handwiel
midden boven staat.
→
Door het gat in de stof komt een lus van de
onderdraad omhoog.
g
Zet de persvoethendel omhoog, trek
vervolgens met een pincet de onderdraad
naar boven en breng het uiteinde van de
draad naar de bovenkant van de stof.
Opmerking
• Naai enkele proefsteken met dezelfde stof en draad
als het naaiproject om de naairesultaten te
controleren.
• De onderdraad kan verstrikt raken afhankelijk van
het soort patroon en draad dat u gebruikt. Aangezien
de naald hierdoor kan breken, moet u onmiddellijk
stoppen met naaien wanneer dit gebeurt. Schakel de
machine uit en knip de verstrikte draad af met een
schaar. Reinig vervolgens de grijper en het spoelhuis
zoals beschreven in “Onderdraad voorbereiden” op
pagina 4.
Opmerking
• Trek aan de draad terwijl u de stof vasthoudt zodat
deze niet verschuift.

9
N
EDE
RLAN
DS
h
Lijn de bovendraad en de onderdraad uit en
leid deze vervolgens onder de persvoet naar
de achterkant van de machine.
i
Schakel de machine in.
j
Selecteer een steek.
k
Pas de bovendraadspanning aan.
Meer bijzonderheden over het aanpassen van de
bovendraadspanning vindt u in de
Bedieningshandleiding van de machine.
l
Als uw machine is uitgerust met de functies
automatisch draadknippen en automatische
achteruit/verstevigingssteken, zorg dan dat de
beide functies zijn uitgeschakeld.
m
Houd de draden aan de achterkant van de
machine losjes vast, draai het handwiel om de
naald opnieuw door het gepriemde gat te
leiden en zet vervolgens de persvoethendel
omlaag.
n
Selecteer een lage snelheid, houd de draden
losjes achter de persvoet en begin met naaien.
U kunt de draden loslaten nadat u enkele
steken hebt genaaid.
o
Wanneer u het eind van het stikgebied
bereikt, stopt u de machine.
p
Zet de naald en persvoethendel omhoog.
Memo
• Voor een optimaal resultaat selecteert u een langere
steeklengte en bredere steekbreedte. Naar gelang
de geselecteerde steek is het misschien niet
mogelijk om de instellingen voor steeklengte en
steekbreedte te wijzigen. Meer bijzonderheden over
het aanpassen van de steeklengte en steekbreedte
vindt u in de Bedieningshandleiding van de
machine.
• Afhankelijk van de stof worden de steken mogelijk te
dicht op elkaar genaaid. We adviseren u een
eenvoudige steek te selecteren en enkele
proefsteken te naaien om het naairesultaat te
controleren.
Voorbeelden van eenvoudige steken:
,
,
Memo
We adviseren een hogere bovendraadspanning dan
de standaardinstelling.
VOORZICHTIG
• Zorg dat automatisch draadknippen is uitgeschakeld
voordat u gaat naaien. Als u gaat naaien terwijl
automatisch draadknippen is ingeschakeld, kan de
draad verstrikt raken of de machine beschadigd
raken.
Opmerking
• Controleer voordat u gaat naaien of er voldoende
draad in de spoel zit.
Opmerking
• Naai geen verstevigingssteken/achteruitsteken aan
het eind van het stiksel, anders kunnen de draden
verstrikt raken of kan de naald breken. Bovendien is
het moeilijk om de onderdraad omhoog te trekken
naar de achterkant van de stof.

10
q
Knip de draden met een schaar af en laat
hierbij ongeveer 10 cm (ca. 4 inch) draad aan
de uiteinden over.
a
10 cm (ca. 4 inch)
Draaduiteinden afwerken
a
Aan het eind van het stiksel trekt u het
uiteinde van de onderdraad omhoog naar de
achterkant van de stof.
a
Achterkant van de stof
b
Onderdraad
b
Knoop aan de achterkant van de stof de
bovendraad en de onderdraad met de hand
aan elkaar en knip overtollige draden af met
een schaar.
a
Achterkant van de stof
b
Voorkant van de stof
c
Als u niet de gewenste resultaten behaalt,
kunt u de spanning van de onderdraad en van
de bovendraad aanpassen en het stiksel
vervolgens opnieuw naaien.
Meer bijzonderheden vindt u in “Draadspanning
aanpassen” op pagina 11.
Vrij werken met de spoel
Desgewenst kunt u een sjabloon gebruiken of uw
ontwerp om de steunstof tekenen om gemakkelijk te
kunnen naaien. Uw steken met uw decoratieve draad
zitten op de onderkant van uw stof, en de steunstof op
de achterkant van uw stof.
a
Druk het gewenste sjabloon af.
Opmerking
• Naai geen achteruit/verstevigingssteken en gebruik
niet de “Draadkniptoets” (als de machine daarmee is
uitgerust) aan het eind van het stiksel. Anders is het
moeilijk om de onderdraad naar de achterkant van
de stof te trekken. Bovendien kunnen de draden
verward raken of kan de naald breken en mogelijk
schade veroorzaken aan de machine.
Opmerking
• Als het moeilijk is om de onderdraad naar boven te
trekken, gebruikt u een borduurnaald om de draad
omhoog te trekken naar de achterkant van de stof.
U kunt ook een priem gebruiken om de onderdraad
naar boven te trekken.
Opmerking
• Breng een druppeltje textiellijm aan op de knoopjes
om te voorkomen dat de draden losraken.
Opmerking
• Voor vrij werken met de spoel, zie de aanwijzingen
voor “Werken met de spoel” vanaf pagina 8.
• Gebruik de quiltvoet die is geleverd bij uw machine.
Als u geen quiltvoet hebt, koop er dan een bij de
dichtstbijzijnde erkende dealer. Voor
bijzonderheden over het gebruik van de quiltvoet,
zie de Bedieningshandleiding die is geleverd bij uw
machine of bij de persvoet.
Opmerking
• Druk het sjabloon af in de oorspronkelijke
afmetingen. Als u een vergroot sjabloon gebruikt,
kan de onderdraad tijdens het naaien op raken.

11
N
EDE
RLAN
DS
b
Bevestig de steunstof aan de achterkant van
de stof.
c
Plaats overtrekpapier (in de winkel
verkrijgbaar) op de steunstof, en daarop het
papier waarop het sjabloon is afgedrukt. Trek
het ontwerp over met een potlood.
a
Sjabloon
b
Overtrekpapier
c
Steunstof op achterkant van de stof
d
Als u het ontwerp hebt overgetrokken op de
steunstof, plaatst u de stof onder een vrije
persvoet op de machine. Vervolgens naait u
het ontwerp.
Draadspanning aanpassen
Nadat u een proeflapje hebt genaaid en de
naairesultaten hebt gecontroleerd, past u zo nodig de
draadspanningen aan. Nadat u de spanningen hebt
aangepast, naait u opnieuw enkele proefsteken om de
naairesultaten te controleren.
■
Bovendraadspanning aanpassen
We adviseren een hogere bovendraadspanning dan de
standaardinstelling.
Uitvoerige aanwijzingen vindt u in de
Bedieningshandleiding van de machine.
■
Onderdraadspanning aanpassen
Als u niet de gewenste resultaten behaalt nadat u de
bovendraadspanning hebt aangepast, kunt u de
onderdraadspanning aanpassen. U kunt de
onderdraadspanning aanpassen door de
sleufkopschroef (–) op het spoelhuis (grijs) te draaien
voor werken met de spoel.
a
Draai niet aan de kruiskopschroef (+).
b
Aanpassen met de kleine schroevendraaier.
Als u de onderdraadspanning wilt verhogen, draait u de
sleufschroef (–) 30° tot 45° met de klok mee.
Als u de onderdraadspanning wilt verlagen, draait u de
sleufschroef (–) 30° tot 45° tegen de klok in.
Opmerking
• Sommige sjablonen hebben pijlen om u de
naairichting te laten zien. Trek ook de pijlen over als
u het ontwerp overtrekt.
Opmerking
• Wanneer u de schroef op het spoelhuis (grijs) draait,
wordt de veerplaat mogelijk omhoog geduwd, zoals
hieronder aangegeven.
Duw dan de veerplaat met de schroevendraaier
zachtjes naar beneden zodat het onder het
bovenvlak van het spoelhuis (grijs) valt. Plaats
vervolgens het spoelhuis in de machine.
a
Veerplaat

12
Probleemoplossing
Hieronder worden verschillende oplossingen voor
kleinere problemen beschreven. Als u het probleem
niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
dichtstbijzijnde erkende dealer.
■
De draad is per ongeluk automatisch
afgeknipt en de onderdraad is vastgeraakt in
de machine (alleen voor machines die zijn
uitgerust met de functie automatisch
draadknippen)
a
Knip de draad vlak bij de stof af boven de
steekplaat en verwijder de stof vervolgens.
a
Draad
b
Verwijder de spoel en houd deze vervolgens
aan de linkerkant van de machine.
c
Zet de persvoet omlaag.
d
Druk opnieuw op de “Draadkniptoets” en
trek de draad vervolgens naar links naar
buiten terwijl de draadafsnijder in werking is.
■
Het patroon is scheefgetrokken
Zie “Draadspanning aanpassen” en verhoog de
bovendraadspanning. Als het patroon nog steeds is
scheefgetrokken, verlaagt u de onderdraadspanning.
Voorbeeld: decoratieve steek
a
Juiste spanning
b
De bovendraadspanning is te laag of de
onderdraadspanning is te hoog.
■
De onderdraad loopt vast in de
spanningsveer van het spoelhuis
Naai zonder spanning te gebruiken voor de
onderdraad. (Zie “Wanneer u geen spanning gebruikt
voor de onderdraad” op pagina 6.)
VOORZICHTIG
• Draai NIET aan de kruiskopschroef (+) van het
spoelhuis (grijs). Hierdoor kan het spoelhuis
beschadigd raken, waardoor het onbruikbaar
wordt.
• Gebruik geen kracht als de sleufschroef (-) moeilijk
draait. Door de schroef te veel te draaien of te veel
kracht te zetten (in welke richting dan ook) kunt u
het spoelhuis beschadigen. Als het spoelhuis is
beschadigd, is de spanning mogelijk onjuist.
Opmerking
• Als de onderdraadspanning hoog is, kan de draad
niet door de spanningsveer worden geleid wanneer
u de spoel in het spoelhuis plaatst. (Zie “Wanneer u
geen spanning gebruikt voor de onderdraad” op
pagina 6.)
VOORZICHTIG
• Trek niet te hard aan de draad, anders kan de
machine beschadigd raken.
Оглавление
- CONTENTS
- About Bobbin Work
- Creating Bobbin Work
- INHALT
- Über Bobbin Work
- Kreieren von Bobbin Work
- TABLE DES MATIÈRES
- À propos du travail à la canette
- Création d’un travail à la canette
- INHOUDSOPGAVE
- Info over werken met de spoel
- Werken met de spoel
- SOMMARIO
- Informazioni sul ricamo con spolina
- Creazione del ricamo con spolina
- CONTENIDO
- Acerca de los efectos decorativos con bobinas
- Creación de efectos decorativos con bobinas
- СОДЕРЖАНИЕ
- Общие сведения об объемном вышивании
- Создание объемной вышивки