Nikon 300mm-f-28G-ED-AF-S-VR-II-Nikkor: Jp
Jp: Nikon 300mm-f-28G-ED-AF-S-VR-II-Nikkor

Belangrijkste functies
• De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle
opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige
Jp
buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.
• Dit objectief heeft een AF-L functie die de scherpstelling tijdens autofocus
En
vergrendelt, een AF-ON functie die de autofocus activeert en MEMORY
RECALL dat de geselecteerde scherpstelafstanden in het geheugen opslaat
en oproept.
De
• Door vibratiereductie te activeren (VR
Ⅱ
) kunnen langere snelle sluitertijden
(circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden
Fr
kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera vasthoudt
om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de
meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen
Es
variëren naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.)
• De AF-I/AF-S teleconverters TC-14E/TC-14E
Ⅱ
/TC-17E
Ⅱ
/TC-20E/TC-20E
Ⅱ
/
Se
TC-20E
Ⅲ
kunnen worden gebruikt.
Belangrijk
Ru
• Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s, zoals
de D300-Serie en de D90, wordt de beeldhoek 5°20’ en bedraagt de
brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 450 mm.
Nl
Geschikte camera’s en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
It
gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Functie
Belichtingsstand
Ck
Camera’s
Scherpstel-
Geheugen-
AF starten via
*1
VR AF
P
6$0
vergrendeling
oproep
objectief
Ch
Nikon digitale SLR-camera’s
(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,
F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie
Kr
2
Pronea 600i, Pronea S*
—
3
3
4
*
F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie
—
*
*
5
——
*
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,
—— — — —
F-401x, F-401s, F-401
F-801s, F-801, F-601
M
—— — — —
——
F3AF, F-601, F-501,
Nikon MF-camera’s
— — — — — ————
(behalve F-601
M)
: Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus
*1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden.
*2: Handmatig (M) is niet beschikbaar.
*3: Wanneer de scherpstelselectieknop op AF-ON wordt gezet, begint autofocus zodra
de scherpstelknop wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege ingedrukt wordt
gehouden.
*4: Druk op de geheugenknop of een scherpstelknop en druk de ontspanknop
halverwege in.
*5: Mogelijk, met enkele beperkingen
104

Scherpstellen
Stel de scherpstelfunctieschakelaar van de camera in overeenkomstig de
volgende tabel.
Jp
Camera’s
Scherpstelstand van objectief
Camera’s
scherpstelling
A/M M/A M
stand
En
Handmatige
Autofocus met
Autofocus met
scherpstelling
De
Nikon digitale SLR-camera’s
handmatige
handmatige
(Elektronische
AF (C/S)
(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,
aanpassing
aanpassing
afstandsmeter
F4-Serie, F100, F90X, F90-Serie,
(AF-prioriteit)
(MF-prioriteit)
kan worden
Fr
gebruikt.)
F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie,
F65-Serie, Pronea 600i, Pronea S
Handmatige scherpstelling
MF
(Elektronische afstandsmeter kan
Es
worden gebruikt.)
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,
Handmatige scherpstelling
AF (C/S)
F-801s, F-801, F-601
M, F-401x,
(Elektronische afstandsmeter kan worden
Se
MF
F-401s, F-401
gebruikt, behalve bij de F-601
M)
AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling
Ru
A/M (autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit) modus en
M/A (autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit) modus
Nl
M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp
te stellen met de scherpstelring.
It
A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig
scherp te stellen met de scherpstelring, maar de
gevoeligheid van de scherpstelring is lager dan in de
Ck
stand M/A. Gebruik deze stand om te voorkomen dat de
AF-instelling wordt geannuleerd doordat u per ongeluk
Ch
de scherpstelring verdraait.
a
Zet de scherpstelmodusschakelaar op A/M of M/A.
Kr
b
Autofocus kan handmatig worden opgeheven door het draaien van de
scherpstelring en de ontspanknop halverwege in te drukken, door het
indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het indrukken van de
scherpstelknop (met scherpstelmodus ingesteld op AF-ON) op het objectief.
c
Door de ontspanknop halverwege in te drukken, door het nogmaals
indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het nogmaals indrukken
van de scherpstelknop op het objectief wordt de handmatige omschakeling
opgeheven en keert het objectief naar de autofocusmodus terug.
Beperken van het bereik van de autofocus
Deze functie is alleen beschikbaar bij autofocus.
FULL: Als het onderwerp soms dichterbij is dan 6 m, de
schakelaar op FULL instellen.
∞–6m: Als het onderwerp altijd verder verwijderd is dan 6 m,
de schakelaar op ∞–6m instellen om de scherpsteltijd
te verminderen.
105

Scherpstelselectieknop en scherpstelknop (Zie p. 104 voor
compatibele camera's.)
Jp
Gebruik de scherpstelselectieknop voor het selecteren van een functie van de
scherpstelknoppen.
En
Stand van
Scherpstelknopfunctie
scherpstelselectieknop
De
AF-L Scherpstelvergrendeling
MEMORY RECALL Geheugenoproep
Fr
AF starten (AF-AAN) via het
AF-ON
objectief
Es
• Druk voor het activeren van elke functie op een van de vier
scherpstelknoppen.
Se
• De standen van de scherpstelknop kunnen gewijzigd
worden al naargelang de voorkeur van de afzonderlijke
gebruiker. Neem voor nadere informatie contact op met uw
Ru
dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Scherpstelvergrendeling (AF-L)
Nl
Deze functie is enkel compatibel met autofocus.
a
Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
It
b
Stel de scherpstelselectieknop in op AF-L.
c
In de autofocusmodus kan de scherpstelling vergrendeld worden door het
indrukken van een van de scherpstelknoppen.
Ck
• De scherpstelling blijft vergrendeld wanneer een scherpstelknop ingedrukt
wordt gehouden.
Ch
• De AF-L functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf
het objectief.
Kr
Geheugenoproep (MEMORY RECALL)
♪: Het objectief geeft een pieptoon wanneer de
geheugenoproepfunctie wordt gebruikt.
○
♪
: De geheugenoproepfunctie werkt zonder de pieptoon.
De volgende bediening is wanneer de aan/uit-schakelaar
geluidssignaal ingesteld is op .
a
Stel scherp op een onderwerp en druk op de geheugenknop
om de scherpstelafstand op te slaan.
• Het objectief geeft een pieptoon wanneer de
scherpgestelde afstand correct is opgeslagen.
• Wanneer de scherpstelafstand niet correct wordt
opgeslagen, zal de afstandsschaalring ongeveer 10 maal heen en weer
draaien en zal het objectief één korte en drie lange pieptonen geven. Herhaal
in dit geval de procedure voor het opslaan van de scherpstelafstand.
• Instellen van het geheugen is mogelijk ongeacht de instelling van de
scherpstelmodus of scherpstelselectieknop.
• De scherpstelafstand blijft opgeslagen ook wanneer de camera wordt
uitgeschakeld of het objectief van de camera wordt losgemaakt.
106

b
Stel de scherpstelselectieknop in op MEMORY RECALL.
c
Druk op een scherpstelknop. Nadat het objectief tweemaal een pieptoon heeft
gegeven, de ontspanknop volledig indrukken om de foto te nemen.
Jp
• De opgeslagen scherpstelafstand wordt opgeroepen wanneer een
scherpstelknop wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege
En
wordt ingedrukt.
• Houd voor het nemen van foto's met de opgeslagen scherpstelafstand, de
scherpstelknop ingedrukt en druk de ontspanknop volledig in.
De
• Het objectief keert terug van geheugenoproep naar autofocus of handmatige
scherpstelling wanneer de scherpstelknop wordt losgelaten.
Fr
Autofocus (AF) starten via het objectief (AF-ON)
a
Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
Es
b
Stel de scherpstelselectieknop in op AF-ON.
c
Druk op een scherpstelknop voor het nemen van de foto's.
• Autofocus wordt geactiveerd wanneer een scherpstelknop ingedrukt
Se
wordt gehouden.
• De AF-ON functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf
Ru
het objectief.
Vibratiereductiemodus (VRⅡ)
Nl
Basisconcept van vibratiereductie
It
Vibratiereductie bij gebruik van een statief (in de stand TRIPOD)
Hoog
Sterke
camerabewegingen
Ck
bij het maken van
Cameratrilling
foto’s vanuit een
rijdend voertuig
Ch
Kr
Aantal vibraties
Panoramafoto's
Laag
Zwak
Sterkte van vibraties
Sterk
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
Bij het fotograferen
NORMAL of ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
Bij panoramafotografie
NORMAL.
Bij fotografie vanuit een bewegend
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
voertuig
ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
Bij het fotograferen met een statief
NORMAL of ACTIVE.
107

Instellen van de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar
ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd
Jp
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en
ook op het moment dat de sluiter wordt losgelaten.
Omdat de vibratie wordt verminderd in de zoeker, is
En
het eenvoudiger om automatisch/handmatig scherp te
stellen en het onderwerp precies te kadreren.
De
OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd.
Instellen van de vibratiereductiemodusschakelaar
Fr
Zet de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar op ON en kies een
vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar.
Es
NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert in
de eerste plaats de effecten van cameratrillingen.
De effecten van cameratrillingen worden ook
Se
verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen.
ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert
Ru
effecten van zowel normale als intense
cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van
Nl
een bewegend voertuig. In deze stand worden de
cameratrillingen niet automatisch onderscheiden
van panbewegingen.
It
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
• Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
Ck
ondersteunt (p. 104), zet u de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar op OFF.
Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in
Ch
combinatie met de Pronea 600i.
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de
Kr
beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
• Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat
het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit
is geen storing.
• Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op
NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er
geen compensatie uitgevoerd voor bewegingen van het fototoestel in de
panrichting. Zo worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen
verminderd tijdens horizontaal pannen.
• Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van
het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en
aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken
wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel
opnieuw in om dit te corrigeren.
• Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
108

• Zet bij gebruik van een statief de vibratiereductie ON/OFF ringschakelaar
op ON om het effect van het heen en weer bewegen van de camera te
verminderen. Het wordt door Nikon aanbevolen de schakelaar op ON te
Jp
zetten wanneer de camera gebruikt wordt op een niet vastgezet statiefhoofd
of met een eenpoot. Bij uiterst kleine bewegingen van de camera kan de
vibratiereductiefunctie het effect van de camerabewegingen versterken door
En
de werking van het systeem. In dat geval moet u de vibratiereductie ON/OFF
ringschakelaar op OFF zetten.
De
• Vibratiereductie functioneert niet wanneer de AF-ON-knop op de camera of
een scherpstelknop op het objectief wordt ingedrukt.
Fr
Scherptediepte
De scherptediepte kan bij benadering
worden bepaald met behulp van de
Es
scherptediepteschaal. Indien uw camera
beschikt over een voorbeeldknop of –hendel
Se
Scherptediepte-
Afstandsindexlijn
(stop-beneden), kunt u de scherptediepte
indicatoren
zien door de zoeker van de camera.
• Dit objectief is uitgerust met een Internal Focusing-systeem (IF). Naarmate de
Ru
opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.
• De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp
Nl
en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn
te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp
It
lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.
• Zie p. 198 voor meer informatie.
Ck
De diafragma instellen
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.
Ch
Gebruik van een ingebouwde draaibare
statiefbevestigingsring
Kr
Bij gebruik van een statief moet dit aan de statiefkraag van het objectief worden
bevestigd in plaats van aan de camera.
• Wanneer de camera bij de handgreep wordt vastgehouden en de camera met
het objectief in de statiefkraag gedraaid wordt, is het mogelijk dat uw hand
tegen het statief stoot, afhankelijk van het statief dat gebruikt wordt.
• Het statief kan losgemaakt worden door de borgschroef voor de statiefkraag
te verwijderen. Neem voor nadere informatie over deze procedure contact op
met uw dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Veranderen van de camerapositie
Draai de borgschroef voor de statiefkraag los (1).
Draai afhankelijk van de camerapositie (verticaal of
horizontaal) het objectief naar een geschikte
aanduiding voor de draaipositie van het objectief (2)
en draai de schroef vast (3).
109

De ingebouwde flitser en vignettering
Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap.
Jp
Camera’s
Vignettering treedt op bij elke
F65-Serie, F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,
opnameafstand.
F-601, F-401x, F-401s, F-401, Pronea 600i,
En
Pronea S
De
Gebruik van de zonnekap
Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief.
Fr
De zonnekap bevestigen
• Draai de zonnekapschroef volledig vast (2).
Es
• Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er
vignettering voorkomen.
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze
Se
omgekeerd op het objectief.
Ru
Insteekfilterhouder
Nl
Gebruik altijd een (52mm vastschroefbare) filter. Bij het verlaten van de fabriek
is een 52mm vastschroefbare NC filter bevestigd aan de filterhouder.
It
a
Druk de vergrendelingsknop voor de
insteekfilterhouder in en draai linksom totdat
Ck
de witte lijn op de knop een rechte hoek maakt
met de as van het objectief.
b
Trek de insteekfilterhouder van het objectief.
Ch
c
Maak het bevestigde filter los van de filterhouder.
Kr
d
Schroef een filter in aan de zijde van de filterhouder
welke gemarkeerd is met de woorden "Nikon"
en "JAPAN".
• De insteekfilterhouder kan bevestigd worden aan de
zijde van het objectief of de camera zonder dat dit
effect heeft op uw beelden.
C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter (optioneel)
• Blokkeert weerspiegelingen van niet-metalen oppervlakken zoals glas en
water.
•
Het brandpunt van een C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter verschilt van dat
van een 52mm vastschroefbare filter. De afstandsschaal is verplaatst vanuit de
juiste positie. De dichtstbijzijnde scherpgestelde afstand is enigszins verlengd.
• De geheugeninstelpositie kan bij het gebruik van de voorgeprogrammeerde
scherpstelling enigszins afwijken. Bevestig het C-PL1L filter alvorens de
geheugeninstelfunctie te gebruiken.
110
Оглавление
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr
- Jp
- Jp
- Jp En De
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Sk
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Ck
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr
- Jp
- Jp
- Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch
- Jp
- Jp
- Jp