Brother Innov-is 5000: INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE: Brother Innov-is 5000
21
NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Over het cirkelhulpstuk ...........................................................................................................22
Bijgeleverde accessoires .......................................................................................................... 22
Het cirkelhulpstuk bevestigen.................................................................................................. 23
Een cirkel naaien .....................................................................................................................23
Werken met de kwartcirkelsjabloon.........................................................................................25
Werken met de bijgeleverde persvoet......................................................................................25
Inhoudsopgave
Over het cirkelhulpstuk
Met dit hulpstuk kunt u cirkels naaien met een straal* van 30 mm tot 130 mm in stappen van 5 mm, wanneer
de middelste naaldstand is geselecteerd. Het hulpstuk wordt links van de naald op uw naaimachine
geïnstalleerd. Met dit hulpstuk kunt u naaisteken en decoratieve steken naaien.
* Straal = Afstand van het midden van de cirkel naar de rand van de cirkel.
Bijgeleverde accessoires
22
Opmerking
• U kunt geen decoratieve steken met zijwaartse invoer of steken van meer dan 7,0 mm breed naaien. Gebruik stof van
minder dan 4 mm (ca. 3/16 inch) dik.
VOORZICHTIG
• Wees met name voorzichtig met de spilpen. Nonchalance kan leiden tot letsel. Houd jonge kinderen
onder toezicht en zorg dat ze niet met het hulpstuk kunnen spelen. Zorg dat de spilpen niet zoekraakt en
bewaar hem altijd in de indicator wanneer het hulpstuk niet in gebruik is.
1
Nr. Onderdeel Onderdeelcode
1 Cirkelhulpstuk
-
a Indicator
b Hendel/klapt omhoog
c Ontgrendelingsknop
d Installatiepositie voor spilpen
e Schaal
2 Spilpen XE6016-001
23
3 Bevestigingsschroef
XE6022-001
(2 stuks, een is reserve)
4 Sjabloon
XE6024-001
f Straal van cirkel in mm
g Hoeklijnen beginnend bij 0
graden met intervallen van 5
graden
h Middelpunt
4
Omrekentabel
5 Handleiding Deze handleiding
6 Bandvoet SA141/F021N
mm (f)inch
7 Koordvoet SA110/F013N
130 5 3/16
120 4 3/4
110 4 3/8
100 4
90 3 1/2
80 3 3/16
70 2 3/4
60 2 3/8
50 2
40 3/2
30 13/16
567
Opmerking
• Wij adviseren u de verlengtafel van uw naaimachine te
gebruiken, zodat u de stof soepel kunt doorvoeren.
• Zet de verlengtafel niet omhoog wanneer het cirkelhulpstuk
bevestigd is.
• U kunt de spilpen ontgrendelen als u de stof die is bevestigd
aan het cirkelhulpstuk omhoog houdt. Terwijl u de stof
omhoog houdt, drukt u zachtjes boven op de spilpen.
• Wanneer u kleinere cirkels naait of stof met een vleug of
ongelijkmatige structuur gebruikt, is een volmaakte cirkel
misschien niet mogelijk.
• Sommige persvoeten, zoals de zijsnijder, kunnen niet
worden gebruikt in combinatie met dit hulpstuk. Test altijd
eerst uw accessoirevoeten met dit hulpstuk.
• Voor het beste resultaat is het aan te bevelen de
naaisnelheid van uw machine uit te proberen als u dit
hulpstuk gebruikt.
• Wanneer u grotere stukken stof of kledingstukken naait,
zorg dan dat deze niet vastraken in de machine. Anders kan
de stof gaan trekken of kan uw ontwerp vervormd raken.
23
NEDERLANDS
Het cirkelhulpstuk bevestigen
Een cirkel naaien
Plaats het cirkelhulpstuk links zoals
a
aangegeven in de afbeelding.
De twee lipjes aan de onderkant van het hulpstuk
zakken in de overeenkomstige gaten in de
steekplaat, zodat het hulpstuk plat op de tafel van
uw machine komt te liggen.
Zet de hendel omhoog.
a
Schuif de indicator naar de gewenste
Plaats de schroef in het cirkelhulpstuk, in het
b
b
cirkelomvang.
schroefgat rechts van de steekplaat (a).
a Bevestigingsschroef
Draai de schroef stevig vast met de
c
schijfvormige schroevendraaier bij uw
machine.
a Schijfvormige schroevendraaier
30
40
Opmerking
• Rijg de machinenaald in voordat u de spilpen in het
cirkelhulpstuk plaatst. Anders raakt de inrijghendel
mogelijk de spilpen, waardoor de pen of het
inrijgmechanisme beschadigd kan raken.
Opmerking
• Houd bij het verschuiven van de indicator nooit de
spilpen vast. De spilpen zou kunnen buigen of
breken.
Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan
Terwijl u de bovenkant van de spilpen
c
e
het ontwerp. Wanneer u met dunne stof
indrukt, plaatst u de punt van de spilpen in de
werkt of steeds hetzelfde spilpen gebied
Y-markering op het hulpstuk.
gebruikt, verstevig dan het midden van de
cirkel extra met een kleiner stuk steunstof.
a Voorkant van de stof
b Achterkant van de stof
a Achterkant van de stof
b Steunstof
c Verstevigingssteunstof
d Spilpengebied
Selecteer de gewenste steek en naai terwijl u
Plaats de spilpen vanaf de voorkant van de
f
d
de stof soepel laat invoeren. Duw of trek niet
stof in het middelpunt van de cirkel.
aan de stof; dan wordt de cirkel mogelijk
vervormd.
a Spilpen
b Middelpunt van de cirkel
c Voorkant van de stof
Druk na het naaien altijd op de
g
ontgrendelingsknop om de pin en stof uit het
cirkelhulpstuk te halen.
a Ontgrendelingsknop
24
Opmerking
• Steunstof is altijd vereist wanneer u stof of kleding
naait, om rekken of oprimpelen te voorkomen.
Naargelang het soort stof dat u naait gebruikt u
permanente, tijdelijke, opstrijk- of plaksteunstof.
Opmerking
• Wanneer u een cirkel met kleine diameter naait,
raden we u aan de stof eerst aan het hulpstuk te
pinnen en vervolgens de indicator op de gewenste
omvang te zetten.
VOORZICHTIG
• Laat de spilpen niet in uw stof vastzitten terwijl
deze niet bevestigd is aan het cirkelhulpstuk. Dit
kan leiden tot verwondingen of schade aan de
machine.
25
NEDERLANDS
Controleer op welke lijn het steekpatroon (d)
g
Werken met de kwartcirkelsjabloon
eindigt en noteer ongeveer het aantal graden.
Aangezien een cirkel 360 graden bevat, deelt
Wanneer u naaisteken of decoratieve steken
u vervolgens 360 door de steeklengte (uw
combineert of een individuele steek herhaalt, kunt u
steekmeting in graden). Zo krijgt u bij
de bijgeleverde sjabloon als geleider gebruiken.
benadering het aantal steekherhalingen.
Markeer het draaipunt (het middelpunt van
VOORBEELD: uw steekpatroon is 16 graden
a
de cirkel) voordat u de stof naait (a).
lang, dus: 360 gedeeld door 16 is 22,5
herhalingen.
Selecteer de gewenste steek en de omvang
b
van de cirkel met behulp van de markeringen
op het hulpstuk. Plaats vervolgens de stof op
het hulpstuk.
Naai één steekpatroon of een
c
combinatiepatroon (b).
Haal de stof of het kledingstuk uit het hulpstuk.
d
Teken met een uitwisbare stift twee lijnen
e
vanuit het draaipunt; één aan het begin van
het steekpatroon en één aan het eind van het
steekpatroon.
a Draaipunt
b Eén steekpatroon/Patrooncombinatie
c Begin van het steekpatroon
d Eind van het steekpatroon
Plaats de sjabloon op uw ontwerp met de
f
middelpuntmarkering op het draaipunt (a).
Werken met de bijgeleverde persvoet
Plaats de nul-gradenlijn (b) rechts op de
sjabloon aan het begin van het steekpatroon
Met de bijgeleverde persvoet kunt u uw
(c).
naaiprojecten verfraaien, zodat ze er professioneel
uitzien, met een persoonlijk tintje.
■ BANDVOET
U kunt allerlei soorten band gebruiken tot 5 mm
breed, met rechte steken, zigzagsteken en sommige
decoratieve steken.
a Middelpunt op sjabloon
b Nul-gradenlijn
c Begin van het steekpatroon
d Eind van de steek
Opmerking
• Deze berekening is niet helemaal precies, gezien
een aantal variabelen, zoals steeklengte, gebruikte
stof, draad en steunstof. U kunt de lengte van het
steekpatroon mogelijk aanpassen naargelang de
gebruikte steek, om te proberen de cirkel precies
rond te krijgen zonder overlapping of tekort (a).
• Stik altijd een proefversie van het ontwerp waarbij u
de steeklengte, de breedte en de naairichting
controleert. Zo kunt u zien of het ontwerp geschikt is
voor uw project.
• Extra berekeningen zijn mogelijk noodzakelijk in
geval van overlapping.
Voorbeeld: patroon onvolledig
a
Eind van het steekpatroon
VOORZICHTIG
• Gebruik deze voet niet wanneer u naait met dicht
geweven band waar de naald niet gemakkelijk
doorheen dringt. De naald kan dan breken, met
mogelijk schade of letsel tot gevolg.
Draai de schroef op de geleideplaat van de
a
■ KOORDVOET
voet los en schuif de plaat naar de gebruikte
U kunt uw project verfraaien met 1 tot 3 koorden
bandbreedte.
decoratief garen.
Steek een koord vanaf rechts van de persvoet
a
in elke geleider (als u één koord gebruikt,
neemt u de middelste geleider).
a Plaat
Steek het band door de geleider alvorens u de
b
voet aan de machine bevestigt.
Plaats de koorden onder de koordvoet en naar
b
achteren.
Draai de schroef vast en trek het band naar de
c
achterkant van de bandvoet.
Selecteer zigzag- of decoratieve steken en
c
naai cirkelgewijs, waarbij u de koorden losjes
leidt.
Bevestig de voet aan de machine.
d
Selecteer de gewenste steek en naai rond,
e
waarbij u het band losjes leidt.
26
Opmerking
• Wanneer u zigzag- of decoratieve steken naait, pas
dan de steekbreedte aan, zodat deze iets breder is
dan de breedte van het band of de koorden.