Hach-Lange HACH 5500 sc Installation – страница 8
Инструкция к Hach-Lange HACH 5500 sc Installation

Tilslutning til de digitale indgange
Figur 14 Isoleret digital TTL-indgang
Analysatoren kan modtage et digitalt signal fra et eksternt udstyr, f.eks.
en flowmåler, så målingerne stopper, når flowet stropper. Hver separat
indgang anvendes til at aktivere/deaktivere den tilsvarende prøvekanal.
Hver digital indgang kan konfigureres som en isoleret digital TTL-
indgang af eller som en relæ/open collector-indgang. Se Figur 14.
Konduktører er som standard indstillet til isoleret digital TTL-indgang. Se
Oversigt over ledningstilslutninger på side 137 for oplysninger om
tilslutning af udstyret.
1 Konduktør (12x) 3 Isoleret digital TTL-indgang
2 Konnektorer til digital indgang 4 Relæ/open collector-indgang
Installer yderligere moduler
Der kan tilføjes moduler til supplerende output, relæer eller ekstraudstyr
til kommunikation. Se dokumentationen, der medfølger modulet.
Dansk
141

Installer analysatorflasker
Figur 15 Installation af analysatorflaske
F O R S I G T I G
Fare for eksponering for kemiske stoffer. Overhold laboratoriets
sikkerhedsprocedurer, og bær alt det personlige beskyttelsesudstyr,
der er nødvendigt for at beskytte dig mod de kemikalier, du bruger. Se
de aktuelle sikkerhedsdataark (MSDS/SDS) for sikkerhedsprotokoller.
Se Figur 15 for at installere analysatorflaskerne. Sørg for at farven og
nummeret på hætten er det samme som farven og nummeret på
analysatorflasken.
142 Dansk

Installer omrørerstaven
Figur 17 Installation af omrørerstav
Der medfølger en omrørerstav i installationssættet. Inden installationen
påbegyndes, skal tragtdæksel, tragt og kolorimeterdæksel fjernes. Se
Figur 16. Installer omrørerstaven i kalorimeterets prøvecelle som vist i
illustrationerne. Se Figur 17.
Figur 16 Fjernelse af kolorimeterdæksel og tragt
Klargøring til brug
Den fysiske installation er nu gennemført. Se brugermanualen for
oplysninger om opsætning af analysatoren ved den første brug.
Dansk 143

Inhoudsopgave
Tabel 1 Algemene specificaties (vervolg)
Specificatie Details
Specificaties op pagina 144
Opslagtemperatuur –20 tot 60 °C (–4 tot 140 °F)
Algemene informatie op pagina 145
Maximale hoogte 2000 m (6560 ft)
Installatie op pagina 148
4-20mA-uitgangen Vier; belastingsimpedantie: max. 600 Ω
Aansluiting: draad 22 tot 16 AWG, 22 tot
Specificaties
20 AWG aanbevolen, afgeschermde
twisted-pair-kabel
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Uitgangen alarmrelais Vier; type: niet-bekrachtigde SPDT-relais,
Tabel 1 Algemene specificaties
elk van klasse 5 A resistief, maximaal
Specificatie Details
240 V AC
Aansluiting: draad 18 tot 16 AWG,
Afmetingen (B x D x H) 452 x 360 x 804 mm (17,8 x 14,2 x
18 AWG getwist aanbevolen
31,7 inch)
Digitale ingangen Vier; aansluiting: draad 22 tot 16 AWG,
Behuizing Klasse: NEMA 4x/IP65
22 tot 20 AWG getwist (geïsoleerde DC-
Materiaal: PC/ABS-behuizing, PC-deur,
ingang of een ingang met open-
PC-scharnieren en vergrendelingen,
collector-/relaiscontactsluiting)
316 SST-hardware
aanbevolen
Alleen voor gebruik binnen. Niet
Zekeringen Ingangsvermogen – AC: T 1,6 A, 250 V
blootstellen aan direct zonlicht.
AC; DC: T 6,3 A, 250 V AC
Gewicht 20 kg (45 lb.) zonder reagentia en
Ingangsvermogen – AC: T 5,0 A, 250 V
standaardoplossingen, 36,3 kg (80 lb.)
AC; DC: T 1,6 A, 250 V AC
met reagentia
Uitgangen alarmrelais: T 5,0 A, 250 V
Montage Wand, paneel of tafel
Fittingen Monsterleiding en bypass-afvoer
monster: drukfitting met 6 mm
Beschermingsklasse I
buitendiameter voor kunststofslang
Vervuilingsgraad/installatiecategorie 2/II
Luchtinlaat luchtzuivering: drukfitting met
6 mm buitendiameter voor kunststofslang
Voedingseisen AC: 100–240 V AC, 50/60 Hz
Chemicaliënafvoer en afvoer van
Instrument: 0,5 A nominaal, 2,6 A
behuizing: 11 mm (7/16 inch) ID-
maximaal
schuiffitting voor zachte kunststofslang
Aansluiting: draad 18 tot 16 AWG,
18 AWG getwist aanbevolen
Monsterdruk, -debiet en -temperatuur Druk: 2-87 psi naar vooraf ingestelde
drukregelaar
Bedrijfstemperatuur 5 tot 45 °C (41 tot 113 °F)
Debiet: 55-300 ml/minuut
Bedrijfsvochtigheid 5 tot 95% niet-condenserend
Temperatuur: 5 tot 50 °C (41 tot 122 °F)
144 Nederlands

Tabel 1 Algemene specificaties (vervolg)
Tabel 2 Meetspecificaties (vervolg)
Specificatie Details
Specificatie Details
Aantal monsterstromen 1, 2 of 4; programmeerbare volgorde
Verbruik van reagens Verbruik: 2 l van elk reagens per 90 dagen bij een
cyclustijd van 15 minuten
Luchtzuivering (optioneel) 0,425 m
3
/uur (15 scfh
1
),
Bak: 2 l, PETE met polypropyleen doppen
kwaliteitsperslucht
Standaardverbruik Verbruik: 2 l standaard per 10 kalibraties
Certificeringen ETL-gecertificeerd conform UL- en CSA-
normen, CE-markering
Bak: 2 l, PETE met polypropyleen doppen
1
standaard kubieke voet per uur
Algemene informatie
Tabel 2 Meetspecificaties
De fabrikant kan onder geen enkele omstandigheid aansprakelijk
Specificatie Details
worden gesteld voor directe, indirecte, speciale, incidentele of continue
schade die als gevolg van enig defect of onvolledigheid in deze
Lichtbron LED (licht emitterende diode) van klasse 1M met een
handleiding is ontstaan. De fabrikant behoudt het recht om op elk
piekgolflengte van 480 nm (LB-model) of 880 nm
moment, zonder verdere melding of verplichtingen, in deze handleiding
(HB-model)
en de producten die daarin worden beschreven, wijzigingen door te
Meetbereik 4–3000 µg/l voor PO
4
(LB-model); 200–50.000 µg/l
voeren. Gewijzigde versies zijn beschikbaar op de website van de
voor PO
4
(HB-model)
fabrikant.
Nauwkeurigheid LB-model: ±4 µg/l of ±4% (de grotere waarde)
Veiligheidsinformatie
HB-model: ±500 µg/l of ±5% (de grotere waarde)
L E T O P
Precisie/herhaalbaarheid LB-model: ±1%, HB-model: ±500 µg/l of ±5% (de
grotere waarde)
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enige schade door onjuist toepassen of
onjuist gebruik van dit product met inbegrip van, zonder beperking, directe,
Responstijd Standaard 10 minuten bij 25 °C (77 °F), verandert
incidentele en gevolgschade, en vrijwaart zich volledig voor dergelijke schade
met temperatuur
voor zover dit wettelijk is toegestaan. Uitsluitend de gebruiker is verantwoordelijk
voor het identificeren van kritische toepassingsrisico's en het installeren van de
Stabilisatietijd Na ingebruikname of jaarlijks onderhoud: 5 meetcycli
juiste mechanismen om processen te beschermen bij een mogelijk onjuist
Na stand-by: 1 meetcyclus
functioneren van apparatuur.
Na kalibratie: 0 meetcycli
Lees deze handleiding voor het uitpakken, installeren of gebruiken van
Kalibratietijd Hellingkalibratie: 10 minuten
het instrument. Let op alle waarschuwingen. Wanneer u dit niet doet,
kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel of schade aan het instrument.
Nulpuntkalibratie: 10 minuten
Controleer voor gebruik of het instrument niet beschadigd is. Het
Minimale detectielimiet LB-model: 4 µg/l, HB-model: 200 µg/l
instrument mag op geen andere wijze gebruikt worden dan als in deze
handleiding beschreven.
Nederlands
145

Gebruik van gevareninformatie
Dit symbool geeft aan dat er een risico op een elektrische schok en/of
elektrocutie bestaat.
G E V A A R
Geeft een potentieel gevaarlijke of dreigende situatie aan die, als deze niet kan
worden voorkomen, kan resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Het onderdeel waarop dit pictogram aangebracht is kan mogelijk heet
zijn en dient niet aangeraakt te worden.
W A A R S C H U W I N G
Geeft een potentieel of op handen zijnde gevaarlijke situatie aan, die als deze
niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of ernstig letsel.
Dit symbool duidt op brandgevaar.
V O O R Z I C H T I G
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in minder ernstig
letsel of lichte verwondingen.
Dit symbool duidt op de aanwezigheid van een sterk corrosieve of
andere gevaarlijke substantie en kans op chemisch letsel. Alleen
L E T O P
personen die bevoegd en opgeleid zijn om met chemische stoffen te
werken, mogen de chemische producten gebruiken of
Duidt een situatie aan die (indien niet wordt voorkomen) kan resulteren in
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan toeleveringssystemen van
beschadiging van het apparaat. Informatie die speciaal moet worden benadrukt.
chemische stoffen die verband houden met de installatie.
Opmerking: Als u wilt retourneren voor recycling, dient u contact op te nemen
Waarschuwingslabels
met de fabrikant of leverancier van het apparaat om instructies te krijgen over het
op de juiste wijze retourneren van versleten apparatuur, elektrische accessoires
Lees alle labels en etiketten die op het instrument zijn bevestigd. Het
en alle hulpmiddelen.
niet naleven van deze waarschuwingen kan leiden tot letsel of
Het is sinds 12 augustus 2005 niet meer toegestaan elektrische
beschadiging van het instrument. Voor elk symbool, is aanvullende
apparatuur, voorzien van dit symbool, af te voeren via Europese
informatie te vinden in de handleiding.
openbare afvalverwerkingsystemen. In overeenstemming met
Europese lokale en nationale voorschriften (EU-richtlijn 2002/96/EG)
Dit is het symbool voor veiligheidswaarschuwingen. Volg alle
dienen Europese gebruikers van elektrische apparaten hun oude of
veiligheidsberichten op die after dit symbool staan, om mogelijk letsel
versleten apparatuur naar de fabrikant te retourneren voor kosteloze
te voorkomen. Als u dit symbool op het apparaat ziet, moet u de
verwerking.
instructiehandleiding raadplegen voor informatie over de werking of
veiligheid.
Certificering
Dit symbool geeft aan dat u een veiligheidsbril moet dragen.
IECS-003 certificering ten aanzien van radio-inteferentie, Klasse A:
Aanvullende informatie en testresultaten zijn via de fabrikant
verkrijgbaar.
Dit Klasse A instrument voldoet aan alle eisen van de Canadese norm
Dit symbool duidt op een kans op chemisch letsel en geeft aan dat
alleen personen die bevoegd en opgeleid zijn om met chemicaliën te
IECS-003.
werken chemische producten mogen hanteren of
Cet appareil numérique de classe A répond à toutes les exigences de la
onderhoudswerkzaamheden mogen uitvoeren aan
réglementation canadienne sur les équipements provoquant des
chemicaliënleveringssystemen voor de apparatuur.
interférences.
146
Nederlands

FCC deel 15, Klasse "A" bepalingen
Productoverzicht
Aanvullende informatie en testresultaten zijn via de fabrikant
verkrijgbaar. Dit instrument voldoet aan Deel 15 van de FCC-
G E V A A R
voorschriften. Het gebruik van dit instrument is aan de volgende
Chemische of biologische gevaren. Als dit instrument wordt gebruikt
voorwaarden onderworpen:
voor het sturen van een proces en/of het doseren van chemicaliën
waarvoor wettelijke voorschriften en/of eisen gelden ten aanzien van
1. Het instrument mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
de volksgezondheid, de veiligheid, de productie of het verwerken van
2. Het instrument moet elke willekeurige ontvangen storing accepteren,
voedingsmiddelen of dranken, dient de gebruiker er zorg voor te
dragen dat hij/zij bekend is met deze voorschriften en/of eisen en deze
inclusief storingen die mogelijk een ongewenste invloed kunnen
na te leven. Tevens dient de gebruiker er zorg voor te dragen dat er
hebben.
voldoende maatregelen getroffen zijn en eventueel vereist materiaal
aanwezig is om aan de geldende wetten en eisen in geval van een
Door veranderingen of aanpassingen aan dit toestel die niet uitdrukkelijk
defect te voldoen.
zijn goedgekeurd door de partij verantwoordelijk voor certificering, kan
de certificering van dit instrument, komen te vervallen. Dit apparaat is
De analyser meet de fosfaatconcentratie in het hoge of lage bereik in
getest en voldoet aan de normen voor een elektrisch instrument van
water voor energieopwekking en in industrieel water. Voor de
Klasse A, volgens Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
fosfaatmeting in het hoge bereik wordt de molybdeen-vanadaat-methode
voorwaarden zijn opgesteld dat ze een goede bescherming bieden tegen
gebruikt. Bij de fosfaatmeting in het lage bereik worden lage niveaus van
hinderlijke storingen wanneer het instrument in een bedrijfsgerelateerde
orthofosfaat gemeten met behulp van de ascorbinezuurmethode. Beide
toepassing wordt gebruikt. Dit instrument produceert, gebruikt en kan
*
methoden zijn afgeleid van standaardmethoden
radiogolven uitstralen. Wanneer het niet geïnstalleerd en gebruikt wordt
Raadpleeg Afbeelding 1 voor het overzicht van de analyser. De deuren
volgens de handleiding, hinderlijke storing voor radiocommunicatie
kunnen eenvoudig worden verwijderd voor betere toegankelijkheid.
veroorzaken. Werking van het instrument in een huiselijke omgeving zal
Raadpleeg Afbeelding 2.
waarschijnlijk zorgen voor hinderlijke storing, in welk geval de gebruiker
de storing dient te verhelpen. Om storingen op te lossen kan het
volgende geprobeerd worden:
1. Ontkoppel het instrument van zijn stroombron om te controleren of
deze stroombron al dan niet de storing veroorzaakt.
2. Als het instrument op hetzelfde stopcontact is aangesloten als het
apparaat dat storing ondervindt, dient u het apparaat op een ander
stopcontact aan te sluiten.
3. Plaats het apparaat weg van het apparaat waarop de storing van
toepassing is.
4. Verplaats de ontvangstantenne voor het apparaat dat de storing
ontvangt.
5. Probeer verschillende combinaties van de hierbovengenoemde
suggesties.
*
Standaardmethodes voor het onderzoek van water en afvalwater, 21e editie, 2005, Centennial-editie, APHA, AWWA, WEF. Laag bereik: 4-153,
4500-P E. ascorbinezuur-methode. Hoog bereik: 4-151, 4500-P C. colorimetrische vanadium-molybdeen-fosforzuur-methode.
Nederlands 147

Afbeelding 1 Productoverzicht
Afbeelding 2 Verwijderen van de deur
Installatie
W A A R S C H U W I N G
1 Bovenste en onderste
5 Display en
9 Analysepaneel
deuren
toetsenbord
Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het
2 Trechterkap 6 SD-kaartsleuf 10 Rek voor
document beschreven taken uitvoeren.
reagensflessen
3 Invoertrechter
7 Stroomschakelaar 11 Colorimeterkap
Mechanische installatie
momentaanmonster
4 Lampje van
8 Voedings-LED (aan =
12 Ventiel voor
G E V A A R
statusindicator
analyser is aan)
momentaan monster
Gevaar van letsel of de dood. Zorg ervoor dat de wandsteun 4 keer
het gewicht van de apparatuur kan dragen.
148 Nederlands

W A A R S C H U W I N G
Afbeelding 3 Poorten voor één of twee monsterstromen
Gevaar voor persoonlijk letsel. Instrumenten of onderdelen zijn zwaar.
Schakel assistentie in bij het installeren of verplaatsen.
W A A R S C H U W I N G
Gevaar voor persoonlijk letsel. Het is een zwaar voorwerp. Bevestig
het instrument stevig aan een wand, op een tafel of op de vloer voor
een veilige werking.
Installeer de analyser op een binnenlocatie, in een niet-gevaarlijke
omgeving. Raadpleeg de documentatie die bij het bevestigingsmateriaal
wordt geleverd.
Leidingen
G E V A A R
1 Afvoerontluchting -
4 Inlaat luchtzuivering
7 Afvoer van behuizing
Brandgevaar. Dit product is niet geschikt voor gebruik in combinatie
open houden
(optioneel)
voor overloop of
met ontvlambare vloeistoffen.
lekkage
2 Niet gebruikt 5 Bypass-afvoer
8 Invoer monster 1
L E T O P
monster 1
Installeer geen reagentia totdat alle leidingen zijn aangesloten.
3 Slechts twee
6 Chemicaliënafvoer 9 Slechts twee
monsterstroom-
monsterstroom-
Zorg ervoor dat u de gespecificeerde slangmaat gebruikt.
analysers: bypass-
analysers: invoer
Toegangspoorten leidingen
afvoer monster 2
monster 2
Sluit leidingen aan op de toegangspoorten voor de leidingen. Raadpleeg
Afbeelding 3 of Afbeelding 4. Zorg dat de leidingpoorten die niet worden
gebruikt zijn afgestopt om de veiligheidsklasse van de behuizing te
behouden.
Raadpleeg bij het gebruik van een externe luchtzuivering de instructies
die zijn meegeleverd met de luchtzuiveringskit, om het ventilatorfilter te
verwijderen en te vervangen door een stop. Raadpleeg de
bedieningshandleiding voor de instructies voor het inschakelen van de
luchtzuivering. Zie de handleiding voor onderhoud en probleemoplossing
voor het onderdeelnummer van de luchtzuiveringskit.
Nederlands 149

Afbeelding 4 Poorten voor vier monsterstromen
L E T O P
Sluit de afvoerleidingen niet aan op andere leidingen, dit kan namelijk leiden tot
tegendruk of beschadiging van de analyser. Zorg ervoor dat de afvoerleidingen
niet luchtdicht zijn.
L E T O P
Zorg ervoor dat de analyser hoger staat dan de gebruikte afvoeren en dat de
afvoerleiding onder een constante hoek schuin naar beneden loopt, om
tegendruk en beschadiging van de analyser te voorkomen.
L E T O P
De drukregelaar is ingesteld op een vaste drukwaarde en deze kan niet worden
gewijzigd.
Gebruik de meegeleverde slangen (6 mm), Y-zeef met filter en
drukregelaar om de afvoerleiding en monsterleiding aan te sluiten op de
1 Niet gebruikt 5 Bypass-afvoer
9 Invoer monster 1
monster 2
analyser. Raadpleeg Afbeelding 5. De slang van de monsterleiding die
naar de toegangspoorten loopt, moet een slang van 6 mm zijn. Er
2 Bypass-afvoer
6 Bypass-afvoer
10 Invoer monster 2
mogen slangen van 6,35 mm (1/4 inch) worden gebruikt voor de
monster 4
monster 1
monsterleiding naar het ventiel/de y-zeef, maar niet naar de
3 Bypass-afvoer
7 Chemicaliënafvoer 11 Invoer monster 3
toegangspoorten van de analyser.
monster 3
4 Inlaat luchtzuivering
8 Afvoer van behuizing
12 Invoer monster 4
(optioneel)
voor overloop of
lekkage
Monster- en afvoerleidingen aansluiten
V O O R Z I C H T I G
Explosiegevaar. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant geleverde
regelaar.
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen
te worden afgevoerd in overeenkomst met de lokale, regionale en
nationale voorschriften.
150 Nederlands

Afbeelding 5 Monster- en afvoerleidingen
Richtlijnen voor monsterleidingen
Selecteer een goed, representatief monsternamepunt voor de beste
prestaties van het instrument. Het monster moet representatief zijn voor
het hele systeem.
Om onregelmatige metingen te voorkomen:
• Neem monsters van locaties die zich op voldoende afstand bevinden
van punten waar chemische stoffen aan de processtroom worden
toegevoegd.
• Zorg ervoor dat de monsters voldoende worden gemengd.
• Zorg ervoor dat alle chemische reacties uitgewerkt zijn.
Monsterstroom aansluiten
Installeer elke monsterleiding in het midden van een grotere
verwerkingsbuis om interferentie van luchtbellen of afzetting op de
bodem te minimaliseren. Afbeelding 6 toont voorbeelden van goede en
slechte installaties.
Houd de monsterleidingen zo kort mogelijk om afzetting op de bodem te
voorkomen. De afzetting kan een deel van de analiet in het monster
absorberen en lage meetwaarden veroorzaken. De afzetting kan de
analiet later weer vrijgeven en hoge meetwaarden veroorzaken. Deze
uitwisseling met de afzetting kan ook voor een vertraagde reactie zorgen
wanneer de concentratie analiet in het monster toe- of afneemt.
1 Monster in (enkele
4 Niet-instelbare
7 Afvoer van behuizing
stroming)
drukregelaar
(ingesteld op 4 psi om
de analyser te
beschermen)
2 Afsluiter 5 Bypass-
monsterafvoer
3 Y-zeef met filter 6 Chemicaliënafvoer
Nederlands 151

Afbeelding 6 Bemonsteringsmethodes
Afbeelding 7 Wijziging bypass-debiet - één stroom
Afbeelding 8 Wijziging bypass-debiet - meerdere stromen
1 Lucht 2 Monsterstroom
Bypass-debiet instellen
L E T O P
Draai voor de multi-stream-optie de schroef niet meer dan 4 slagen los.
Het bypass-debiet kan worden aangepast wanneer de analyser in de
uitschakelmodus staat. Wijzig het debiet van de bypass-leiding voor het
monster met het stromingsventiel zoals getoond in Afbeelding 7 of
Afbeelding 8. Raadpleeg Specificaties op pagina 144 voor het bereik van
het monsterdebiet. Gebruik een externe meter om het debiet van de
bypass-leiding voor het monster te meten. Verhoog het debiet van de
bypass-leiding voor het monster wanneer de processtroom ver van de
analyser is verwijderd, voor een snellere reactie op wijzigingen in de
processtroom.
152 Nederlands

Elektrische installatie
W A A R S C H U W I N G
G E V A A R
Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Voor montage van
kabelgoten is een lokale onderbreker vereist.
Elektrocutiegevaar. Gebruik een hoog voltage (meer dan 30 V RMS en
42,2 V PIEK of 60 V DC) of een laag voltage (minder dan 30 V RMS
en 42,2 V PIEK of 60 V DC). Gebruik niet een combinatie van een
W A A R S C H U W I N G
hoog en laag voltage.
Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Identificeer de
G E V A A R
lokale onderbreker voor montage van de kabelgoten duidelijk.
Elektrocutiegevaar. Koppel altijd het instrument los van de netvoeding
voordat u elektrische aansluitingen tot stand brengt.
W A A R S C H U W I N G
Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Zorg ervoor dat het
G E V A A R
instrument, indien aangesloten met een snoer, zodanig is geïnstalleerd
dat de stekker op een eenvoudige manier uit het stopcontact kan
worden gehaald.
Elektrocutiegevaar. Sluit een instrument dat gelijkstroomvoeding nodig
heeft niet aan op een wisselstroombron.
L E T O P
Zorg ervoor dat de apparatuur conform lokale, regionale en nationale vereisten is
G E V A A R
aangesloten op het instrument.
Elektrocutiegevaar. Als dit apparaat buiten of op mogelijk natte locaties
Doppen van de toegangspoorten verwijderen
wordt gebruikt, dient de hoofdstroomvoorziening van het instrument te
zijn voorzien van een aardlekschakelaar.
Installeer de kabels en kabelbuis in de elektrische toegangspoorten.
Raadpleeg Afbeelding 9. Verwijder de rubberen afdichtingsstoppen door
G E V A A R
ze van binnenuit de behuizing naar buiten te duwen om de afsluiting te
openen, en verwijder ze vervolgens volledig door ze van buitenaf naar
Elektrocutiegevaar. Een verbinding met beschermende aarding is
buiten te trekken. Verwijder indien nodig met een hamer en
vereist.
schroevendraaier de uitbreekpoorten van de elektrische toegangsplaat.
Zorg dat de poorten die niet worden gebruikt zijn afgestopt, om de
veiligheidsklasse van de behuizing te behouden.
G E V A A R
Elektrocutiegevaar. Gebruik alleen aansluitingen die overeenkomen
met de gespecificeerde kwaliteit van de behuizing. Volg de vereisten
op uit het hoofdstuk Specificaties.
W A A R S C H U W I N G
Gevaar van elektrische schokken. Extern aangesloten apparatuur
moet in het betreffende land beoordeeld worden op veiligheid.
Nederlands 153

Afbeelding 9 Elektrische toegangspoorten
Toegangsklep verwijderen
Verwijder de toegangsklep om de bedradingsklemmen aan te sluiten.
Raadpleeg Afbeelding 10.
Afbeelding 10 Verwijderen van de toegangsklep
1 Voeding in (alleen netsnoer), geen
3 Communicatie- en netwerkmodules
aardingsplaat Niet voor wartel
(8x)
gebruiken.
2 Communicatie- en netwerkmodules
4 Voeding in of uit (wartel of
(3x)
netsnoer), aardingsplaat,
communicatie- en netwerkmodules
(8x)
Overzicht van bedradingsaansluitingen
Afbeelding 11 toont alle mogelijke bedradingsaansluitingen. Gebruik de
draadmaat die is gespecificeerd voor de aansluiting (raadpleeg
Specificaties op pagina 144).
154
Nederlands

Afbeelding 11 Aansluitingen op de hoofdprintplaat
Aansluiten op de voeding
W A A R S C H U W I N G
Elektrocutiegevaar. Maak voor de aansluiting van de
hoofdveiligheidsaarde gebruik van een krimpringaansluiting.
W A A R S C H U W I N G
Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Zorg ervoor dat het
meegeleverde snoer en de niet-geborgde stekker in overeenstemming zijn met
de van toepassing zijnde voorschriften van het land..
W A A R S C H U W I N G
Elektrocutiegevaar. Zorg ervoor dat de veiligheidsaardegeleider een
aansluiting met een lage impedantie (lager dan 0,1 ohm) heeft. De
aangesloten draadgeleider moet dezelfde stroomsterktewaarde
hebben als de geleider van de AC-netvoedingsleiding.
L E T O P
Het instrument wordt alleen gebruikt voor een eenfasige aansluiting.
Installatie met netsnoer: de fabrikant adviseert het gebruik van het
optionele snoer en de optionele afdichtingswartel. Raadpleeg de
onderhoudshandleiding voor de lijst met reservedelen. Bij een door de
klant geleverd snoer zijn drie geleiders van maat 18 vereist, en het snoer
moet korter zijn dan 3 meter (10 ft). Gebruik een trekontlasting met
1 Aansluiting voor
4 Digitale ingangen 7 Voeding uit
afdichting om de milieuklasse van het instrument te behouden.
dubbele monitor
Raadpleeg Specificaties op pagina 144. Raadpleeg Tabel 3 of Tabel 4
2 Aansluiting voor
5 Voeding in 8 LED voeding uit (aan
en Afbeelding 12om het instrument aan te sluiten op de voeding.
slimme sensor
= voeding is
aangesloten op de
analyser)
3 4-20mA-uitgangen 6 Stroomschakelaar en
9 Relais
voedings-LED (aan =
analyser is aan)
Nederlands 155

Tabel 3 Informatie over AC-bedrading (uitsluitend AC-modellen)
Afbeelding 12 Stroomvoorziening
Klem Beschrijving Kleur – Noord-
Kleur – EU
Amerika
1 Veiligheidsaarde (PE) Groen Groen met gele
streep
2 Neutraal (N) Wit Blauw
3 Warm (L1) Zwart Bruin
Tabel 4 Informatie over DC-bedrading (uitsluitend DC-modellen)
Klem Beschrijving Kleur – Noord-
Kleur – EU
Amerika
1 Veiligheidsaarde (PE) Groen Groen met gele
streep
2 24 V DC retour (–) Zwart Zwart
3 24 V DC (+) Rood Rood
156 Nederlands

Een dubbele monitor aansluiten
Afbeelding 13 Apparatuur aansluiten
Er kan een externe sc-controller worden aangesloten op de analyser.
Sluit een Hach-kabel 6789400 aan op de externe sc-controller en de
analyser-aansluiting voor een dubbele monitor. Raadpleeg Overzicht
van bedradingsaansluitingen op pagina 154.
Optionele apparatuur aansluiten
Bevestig de kabels voor ingangs- en uitgangsapparatuur zoals getoond
in Afbeelding 13. Gebruik de draadmaat die is gespecificeerd voor deze
aansluiting. Raadpleeg Specificaties op pagina 144. Zie de
gebruikershandleiding voor de configuratie van apparatuur.
Nederlands 157

Aansluiten op de relais
Raadpleeg Overzicht van bedradingsaansluitingen op pagina 154 om
het apparaat aan te sluiten. Raadpleeg Specificaties op pagina 144 voor
G E V A A R
de specificaties van de bedrading en belastingsimpedantie.
Elektrocutiegevaar. Haal hoogspanning en laagspanning niet door
Opmerking: De 4-20mA-uitgangen kunnen niet worden gebruikt om stroom aan
elkaar. Zorg ervoor dat alle relaisaansluitingen ofwel AC-
een 2-dradige zender (met gesloten lus) te leveren.
hoogspanningsaansluitingen ofwel DC-laagspanningsaansluitingen
zijn.
Aansluiten op de digitale ingangen
De analyser kan een digitaal signaal van een extern apparaat
V O O R Z I C H T I G
ontvangen, zoals een debietmeter om de metingen te stoppen wanneer
Brandgevaar. Relaisbelastingen moeten resistent zijn. Beperk de
de doorstroom stopt. Elke afzonderlijke ingang wordt gebruikt om het
stroom naar het relais altijd met een externe zekering of onderbreker.
bijbehorende monsterkanaal in of uit te schakelen.
Volg de classificeringen voor relais op uit het hoofdstuk Specificaties.
Elke digitale ingang kan als een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-
type of als een ingang van het relais/open-collector-type worden
V O O R Z I C H T I G
geconfigureerd. Raadpleeg Afbeelding 14. De draadbruggen worden
standaard ingesteld voor een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle laboratorium
type. Raadpleeg Overzicht van bedradingsaansluitingen op pagina 154
technische veiligheidsvoorschriften op en draag alle persoonlijke
om het apparaat aan te sluiten.
beschermingsuitrustingen die geschikt zijn voor de gehanteerde
chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen
(MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
L E T O P
Draadmaten van minder dan 18 AWG worden niet aanbevolen.
De analyser bevat relais voor monsterconcentratie-alarmen (2x),
waarschuwing van het analysersysteem en uitschakeling van het
analysersysteem. Raadpleeg Overzicht van bedradingsaansluitingen
op pagina 154 om een apparaat aan te sluiten (NO = normaal open
(maakcontact), COM = gemeenschappelijk, NC = normaal gesloten
(verbreekcontact)).
Aansluiten op de 4–20mA-uitgangen
Gebruik een afgeschermde twisted-pair-kabel voor de aansluitingen van
de 4–20mA-uitgangen. Sluit de afscherming aan op het recorder-
uiteinde of het analyser-uiteinde. Verbind de afscherming niet aan beide
uiteinden van de kabel. Gebruik van een niet-afgeschermde kabel kan
zorgen voor storingen en een hoger dan toegestane gevoeligheid.
158 Nederlands

Afbeelding 14 Geïsoleerde digitale ingang van het TTL-type
Analyserflessen installeren
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle laboratorium
technische veiligheidsvoorschriften op en draag alle persoonlijke
beschermingsuitrustingen die geschikt zijn voor de gehanteerde
chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen
(MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Raadpleeg Afbeelding 15 om de analyserflessen te installeren. Zorg
ervoor dat de kleur en het nummer op de dop hetzelfde zijn als de kleur
en het nummer op de analyserfles.
1 Draadbrug (12x) 3 Geïsoleerde digitale ingang van het
TTL-type
2 Connectoren digitale ingang 4 Ingang van het relais/open-
collector-type
Extra modules installeren
Modules kunnen worden toegevoegd voor extra uitgangen, relais of
communicatie-opties. Raadpleeg de documentatie die bij de module
wordt geleverd.
Nederlands 159

Afbeelding 15 Installatie van analyserflessen
Roerstaaf plaatsen
Er is een roerstaaf meegeleverd met de installatiekit. Verwijder vóór de
installatie de trechterkap, de trechter en de kap van de colorimeter.
Raadpleeg Afbeelding 16. Plaats de roerstaaf in de monsterkuvet van de
colorimeter, zoals weergegeven in de geïllustreerde stappen. Raadpleeg
Afbeelding 17.
Afbeelding 16 Trechter en kap van de colorimeter verwijderen
160 Nederlands