Hach-Lange ORBISPHERE KM1100 Basic User Manual – страница 10
Инструкция к Hach-Lange ORBISPHERE KM1100 Basic User Manual
Druk op Start om de kalibratie te starten.
Er verschijnt een scherm met de gemeten waarden en de tijd die de kalibratie geduurd heeft. Deze
waarden worden continu ververst.
De waarde % last calibration is informatie die het verschil aangeeft tussen de huidige en de vorige
sensorkalibratie.
De velden Signal within range en Stability reached geven aan of de kalibratie binnen
aanvaardbare grenswaarden valt. Als bij beide velden YES staat, druk dan op Finish om de nieuwe
kalibratie te accepteren. Als bij één veld of beide velden NO staat, dan kunt u nog wel een kalibratie
uitvoeren; dit wordt echter afgeraden en de kalibratie moet beëindigd worden door op de toets
Cancel te drukken.
Als een kalibratie mislukt, kunt u ongeveer 5 minuten later een nieuwe kalibratie proberen. Mislukt
ook de tweede poging, neem dan contact op met uw Hach Lange-vertegenwoordiger voor advies.
Opmerking: Als de optie Auto-End ingeschakeld is dan wordt de kalibratie als geslaagd beschouwd als voldaan
wordt aan de parameters opgegeven bij Stop parameters.
Als u de kalibratie niet geaccepteerd of geannuleerd heeft na een periode van 10 minuten dan
eindigt het proces.
100% vochtige luchtkalibratie (alleen voor sensoren met een hoog bereik)
Bij deze methode moet de sensor uit het monster verwijderd worden en blootgesteld worden aan
lucht die verzadigd is met vochtigheid. Doe dit door een druppel water in de kalibratiedop te doen
voordat de dop op de sensor geplaatst wordt. Druk op Start om de kalibratie te starten. De
procedure is vervolgens hetzelfde als bij de eerder beschreven nulpuntkalibratie.
Kalibratie bij hogere concentratie
Opmerking: Voor u deze optie gebruikt, moet u controleren of er een geslaagde nulpuntkalibratie plaatsgevonden
heeft.
Bij deze kalibratie wordt de sensor blootgesteld aan een gas- of vloeistofmonster met een bekende
gasconcentratie. U heeft ook de optie de kalibratieparameters van de sensor terug te zetten naar de
fabrieksinstellingen (in de keuzelijst bij Cal. sample).
Druk op Start om de kalibratie te starten. De procedure is vervolgens hetzelfde als bij de eerder
beschreven nulpuntkalibratie.
Kalibratie van de barometrische druk
Opmerking: De barometrische sensor is in de fabriek gekalibreerd maar moet periodiek geverifieerd worden met
een gecertificeerde precisiebarometer. Dit is enkel nodig bij metingen in een gasfase met breukeenheden (%,
ppm).
Het bovenste veld geeft de door het instrument gemeten barometrische druk aan.
Meet met behulp van een gecertificeerde precisiebarometer de barometrische druk op de plek waar
het meetinstrument gebruikt wordt. Vergelijk de waarden. Druk op Cancel als de waarden gelijk zijn
of voer de nieuwe barometrische waarde in in het onderste veld en druk op Validation om de nieuwe
instelling te valideren.
Menu Services (diensten)
In dit menu is een aantal opties beschikbaar met toetsopties zoals hieronder aangegeven.
Kalibratietimer
Het instrument kan de gebruiker er automatisch aan herinneren dat de sensor gekalibreerd moet
worden.
• Selecteer Enable (inschakelen) om de timer in te schakelen en geef een vertraging in dagen in.
• In het display worden de huidige datum en tijd weergegeven, de datum en tijd waarop de volgende
kalibratie nodig is en het aantal resterende dagen.
Als de sensor gekalibreerd is, wordt de datum voor de volgende kalibratie geüpdatet.
Nederlands
181
Onderhoudstimer
De sensor van uw instrument heeft periodiek een service- en onderhoudsbeurt nodig. Het instrument
kan de gebruiker er automatisch aan herinneren dat de sensor onderhoud nodig heeft.
• Selecteer Enable (inschakelen) om de timer in te schakelen en geef een vertraging in dagen in.
• In de display worden de huidige datum en tijd weergegeven, de datum en tijd waarop de volgende
onderhoudsbeurt nodig is en het aantal resterende dagen.
Druk na een onderhoudsbeurt op knop Service done (onderhoud uitgevoerd) om de volgende datum
voor onderhoud bij te werken.
Taalselectie
Vink de gewenste taal aan en start het instrument opnieuw op om de wijziging uit te voeren.
Klok
De tijd- en datuminformatie bijwerken.
Andere menu's
Voor informatie over het instellen van relais en analoge uitvoer raadpleegt u de volledige
Gebruikershandleiding (menu Inputs/Outputs (invoer/uitvoer)).
Raadpleeg voor informatie over het instellen koppelingen naar VAN RS485, PROFIBUS-DP, USB-,
HTTP/TCP-IP en aangesloten PRINTER de volledige gebruikershandleiding (menu communications
(communicatie)).
Voor informatie over het instellen van producten en globale configuraties raadpleegt u de volledige
Gebruikershandleiding (menu Products and Global Configuration (producten en globale
configuratie)).
Onderhoud
Onderhoud van het instrument
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van persoonlijk letsel. Onderhoud aan het instrument mag uitsluitend door een bevoegde Hach Lange-
servicetechnicus uitgevoerd worden. Neem contact op met uw lokale vertegenwoordiger mocht u onderhoud of
aanpassingen aan het instrument nodig hebben.
Onderhoud van de sensor
De sensorpunt moet ongeveer één keer per jaar vervangen worden. De procedure is heel eenvoudig
en duurt maar enkele minuten.
Benodigdheden
Opmerking: Controleer de Ksv-factor van de nieuwe punt op de doos van de onderhoudskit. Als deze niet
overeenkomt met de Ksv-waarde die aangegeven wordt bij de fabrieksparameters (zie Configuratie van
handmatige kalibratie op pagina 180), werk dan de fabrieksparameter bij naar de nieuwe waarde.
1.
Een vervangende sensorpunt
2. Het onderhoudswerktuig dat met de sensorpunt meegeleverd wordt
3. O-ring die met de sensorpunt meegeleverd wordt
182 Nederlands
Verwijderen van de sensorpunt
1. Duw het onderhoudswerktuig (vierkante zijden naar boven) zo ver mogelijk over de oude sensorpunt heen.
Blijf duwen op het werktuig en draai het enigszins tot de vierkante zijden van het werktuig in de vierkante
uitsparingen van de sensorpunt passen. Het werktuig zit dan op zijn plek.
2. Draai het werktuig linksom (tegen de klok in) om de oude sensorpunt los te draaien.
3. Als de oude sensorpunt helemaal losgedraaid is, kunt u deze gewoon uitnemen. Trek het werktuig los en gooi
de oude sensorpunt weg.
Opmerking: Controleer de O-ring. Als deze tekenen van beschadiging vertoont, haal deze dan met een pincet uit en vervang door
de nieuwe O-ring uit de onderhoudskit.
Vervangen van de sensorpunt
L E T O P
Zorg ervoor dat de sensorpunt (het zwarte oppervlak op de sensorkop) niet bekrast of beschadigd raakt tijdens
deze procedure.
1. Duw het onderhoudswerktuig (vierkante zijden naar boven) zo ver mogelijk over de nieuwe sensorpunt heen.
Blijf duwen op het werktuig en draai het enigszins tot de vierkante zijden van het werktuig in de vierkante
uitsparingen van de sensorpunt passen. Het werktuig zit dan op zijn plek.
2. Controleer of de sensorkraag zo diep mogelijk is, zodat de bovenkant van de kraag samenvalt met de basis
van de sensorkop.
3. Neem het onderhoudswerktuig met de sensorpunt en plaats het geheel in het uiteinde van de sensor.
4. Draai het werktuig rechtsom (met de klok mee) om de nieuwe sensorpunt met de hand in te draaien. Draai
niet te hard vast. Trek het werktuig los als de sensorpunt vastzit.
Nederlands 183
Dane techniczne
Dane techniczne mogą zostać zmienione bez wcześniejszego zawiadomienia.
Specyfikacja Szczegóły
EN 61326-1:2006, Dyrektywa 2004/108/WE
Uwaga: Przyrząd montowany do ściany jest produktem zaliczanym do klasy A.
Wymagania dot. EMC
W środowiskach domowych ten produkt może powodować zakłócenia radiowe i może
być wymagane podjęcie odpowiednich środków przez jego użytkownika.
Zgodność CE EN 61010-1:2010, Dyrektywa 2006/95/WE
Klasa bezpieczeństwa ETL, zgodnie z normami UL 61010-1 oraz CSA 22.2 nr 61010-1
IP 65; Pełna ochrona przeciwpyłowa; Ochrona przed strumieniem wody
o niskim ciśnieniu z dowolnego kierunku.
Parametry obudowy
NEMA 4X (tylko montaż naścienny); Pełna ochrona przeciwpyłowa;
Ochrona przed strumieniem wody pod ciśnieniem z dowolnego kierunku.
3 wyjścia typu „Smart” 0/4 — 20 mA (500 omów), programowalne jako
Wyjścia analogowe
liniowe lub trójliniowe, z możliwością konfiguracji do celów przesyłania
danych diagnostycznych lub alarmowych.
Trzy przekaźniki alarmowe: 1 A 30 V AC lub 0,5 A 50 V DC na obciążeniu
oporowym
Możliwość konfiguracji na styki zwierne [NO] lub rozwierne [NC] przez
zmianę położenia zworek
Przekaźniki alarmowe na płycie
pomiarowej
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem
elektrycznym. Podłączać tylko bezpieczne niskie napięcie <
33 V AC RMS
Przekaźniki alarmowe na płycie
Jeden przekaźnik alarmowy: 1 A 30 V AC lub 0,5 A 50 V DC na obciążeniu
głównej
oporowym
Styk rozwierny [NC] (możliwy również przekaźnik ze stykiem zwiernym NO),
jeśli przyrząd jest włączony
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem
elektrycznym. Podłączać tylko bezpieczne niskie napięcie <
33 V AC RMS
Porty RS485, Profibus DP (opcjonalnie), Ethernet, USB typu „klient”
Komunikacja cyfrowa
do pobierania danych z komputera, USB typu „host” do pobierania danych
przy użyciu pamięci USB
Bufor cykliczny lub jednorazowe zapisywanie danych z maksymalnie
1000 pomiarów
Zapisywanie danych
Przechowywanie rejestrów z kalibracji dla ostatnich 10 kalibracji
Pomiary od -5 do 50°C (23 do 122°F)
Temperatura próbki
Czujnik odporny na temperatury od -5 do 100°C (23 do 212°F)
Ciśnienie próbki 1 do 20 barów, wartość absolutna (14,5–290 psia)
Czujnik K1100: tylko woda
Czujnik 1100 (dolny zakres): woda i piwo
Rodzaje próbek
Czujnik M1100 (górny zakres): woda, piwo, wino, brzeczka i napoje
karbonizowane/gazowane
Czujniki dolnego zakresu: 0 do 2000 ppb (rozpuszczony)
Zakres pomiarowy
Czujniki górnego zakresu: 0 do 40 ppm (rozpuszczony)
184 Polski
Specyfikacja Szczegóły
Czujniki dolnego zakresu: ± 0,4 ppb lub 1%, większa z nich
Powtarzalność
Czujniki górnego zakresu: ± 0,015 ppm lub 2%, większa z nich
Czujniki dolnego zakresu: ± 0,8 ppb lub 2%, większa z nich
Odtwarzalność
Czujniki górnego zakresu: ± 0,02 ppm lub 3%, większa z nich
Czujniki dolnego zakresu: ± 0,8 ppb lub 2%, większa z nich
Dokładność
Czujniki górnego zakresu: ± 0,02 ppm lub 3%, większa z nich
Granica wykrywalności (Limit
Czujniki dolnego zakresu: 0,6 ppb
of Detection — LOD)
Czujniki górnego zakresu: 0,015 ppm
Czujniki dolnego zakresu: < 10 s w fazie gazu; < 30 s w fazie cieczy
Czas reakcji (90%)
Czujniki górnego zakresu: < 10 s w fazie gazu; < 50 s w fazie cieczy
Rozdzielczość wyświetlania 0,1 ppb
Czujniki dolnego zakresu: kalibracja jednoskładnikowa (zero)
Kalibracja
Czujniki górnego zakresu: kalibracja dwuskładnikowa przy wymianie (zero
i powietrze), jednoskładnikowa w trakcie użytkowania (powietrze)
Czujniki dolnego zakresu: standardowy gaz N
2
o czystości 99,999% (jakość
50) lub równoważny mu gaz beztlenowy
Próbka kalibracyjna
Czujniki górnego zakresu: standardowy gaz N
2
o czystości 99,999% (jakość
30) lub równoważny mu gaz beztlenowy, powietrze
Temperatura otoczenia -5 do 50°C (23 do 122°F)
Wilgotność 0 do 95% wilgotności względnej bez kondensacji
Uniwersalne 85–264 V AC przy 50/60 Hz, 25 VA
Źródło zasilania
10–36 V DC, 25 W
Przyrząd do montażu na ścianie
236,5 x 160 x 250 mm — masa 3,8 kg
i na rurze
9,31 x 6,30 x 9,84 cali — masa 3,8 kg (8,38 lbs)
(wys. x dł. x szer.)
Przyrząd do montażu w panelach
156 (123) x 250 x 220 (214) mm — masa 2,9 kg
(obudowa) (wys. x dł. x szer.)
6,14 (4,84) x 9,84 x 8,86 (8.43) cala — masa 2,9 kg (6,39 lbs)
Czujnik M1100 12-milimetrowy
246 x 47 mm — masa 0,6 kg
(PG 13.5)
9,69 x 1,85 cala — masa 1,32 lbs
(dł. x szer.)
Czujniki K1100 i M1100 28-
143,50 x 49 mm — masa 0,74 kg
milimetrowe
5,65 x 1,93 cala — masa 1,63 lbs
(dł. x szer.)
Urządzenie do kalibracji Masa 0,7 kg
Ogólne informacje
W żadnym przypadku producent nie ponosi odpowiedzialności za bezpośrednie, pośrednie,
specjalne, przypadkowe lub wtórne szkody wynikające z błędu lub pominięcia w niniejszej instrukcji
obsługi. Producent zastrzega sobie prawo do dokonania zmian w niniejszej instrukcji obsługi
i w produkcie, której dotyczy w dowolnym momencie, bez powiadomienia lub zobowiązania.
Na stronie internetowej producenta można znaleźć poprawione wydania.
Polski
185
Informacje dotyczące bezpieczeństwa
P O W I A D O M I E N I E
Producent nie ponosi odpowiedzialności za ewentualne szkody wynikłe z niewłaściwego stosowania albo
użytkowania tego produktu, w tym, bez ograniczeń za szkody bezpośrednie, przypadkowe i wtórne, oraz
wyklucza odpowiedzialność za takie szkody w pełnym zakresie dozwolonym przez obowiązujące prawo.
Użytkownik jest wyłącznie odpowiedzialny za zidentyfikowanie krytycznych zagrożeń aplikacji i zainstalowanie
odpowiednich mechanizmów ochronnych procesów podczas ewentualnej awarii sprzętu.
Prosimy przeczytać całą niniejszą instrukcję obsługi przed rozpakowaniem, ustawieniem lub obsługą
tego urządzenia. Należy zwrócić uwagę na wszystkie uwagi dotyczące niebezpieczeństwa i kroków
zapobiegawczych. Niezastosowanie się do tego może spowodować poważne obrażenia
obsługującego lub uszkodzenia urządzenia.
Należy upewnić się, czy systemy zabezpieczające wbudowane w urządzenie pracują prawidłowo.
Nie używać ani nie instalować tego urządzenia w inny sposób, aniżeli podany w niniejszej instrukcji.
Korzystanie z informacji o zagrożeniach
N I E B E Z P I E C Z E Ń S T W O
Wskazuje potencjalnie lub bezpośrednio niebezpieczną sytuację, która – jeśli się jej nie uniknie – doprowadzi
do śmierci lub poważnych obrażeń.
O S T R Z E Ż E N I E
Wskazuje na potencjalną lub bezpośrednią niebezpieczną sytuację, która, jeżeli się jej nie uniknie, może
doprowadzić do śmierci lub ciężkich obrażeń.
U W A G A
Wskazuje na potencjalnie niebezpieczną sytuację, która może doprowadzić do mniejszych lub średnich obrażeń.
P O W I A D O M I E N I E
Wskazuje sytuację, która – jeśli się jej nie uniknie – może doprowadzić do uszkodzenia urządzenia. Informacja,
która wymaga specjalnego podkreślenia.
Etykietki ostrzegawcze
Przeczytać wszystkie etykiety i oznaczenia znajdujące się na produkcie. Nieprzestrzeganie zaleceń
może spowodować obrażenia ciała lub uszkodzenie urządzenia. Symbol umieszczony na urządzeniu
jest zamieszczony w podręczniku i opatrzony informacją o należytych środkach ostrożności.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na urządzeniu, sygnalizuje potencjalne zagrożenie, które może
spowodować poważne obrażenia ciała oraz/lub śmierć. Użytkownik musi przeczytać dokumentację
urządzenia, aby zapoznać się z instrukcjami dotyczącymi obsługi oraz bezpieczeństwa użytkowania
urządzenia.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na obudowie lub zabezpieczeniu urządzenia, sygnalizuje,
że występuje ryzyko porażenia prądem oraz/lub śmiertelnego porażenia prądem oraz informuje,
że jedynie osoby wykwalifikowane do pracy z niebezpiecznym napięciem mogą otwierać obudowę
lub zdejmować zabezpieczenie.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na produkcie, sygnalizuje obecność urządzeń wrażliwych
na wyładowania elektrostatyczne i nakazuje zachowanie środków ostrożności, aby nie dopuścić
do uszkodzenia urządzenia.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na produkcie, oznacza, że przyrząd jest podłączony do prądu
zmiennego.
186 Polski
Urządzenia elektryczne oznaczone tym symbolem nie mogą być utylizowane w ramach
europejskich programów gromadzenia odpadów publicznych lub z gospodarstw domowych. Zużyty
lub przestarzały sprzęt należy zwrócić producentowi w celu utylizacji. Zwrot sprzętu jest bezpłatny.
Produkt oznaczony tym symbolem zawiera toksyczne lub niebezpieczne substancje/elementy.
Liczba wewnątrz symbolu oznacza okres eksploatacyjny zgodnie z wymogami ochrony środowiska
(EPUP).
Instalacja
W tej części przedstawiono informacje potrzebne do zainstalowania i podłączenia analizatora.
Instalacja analizatora powinna zostać wykonana zgodnie z odpowiednimi lokalnymi przepisami.
N I E B E Z P I E C Z E Ń S T W O
Niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Nie należy podłączać zasilania prądem
przemiennym do modelu zasilanego prądem stałym 5 V.
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Wykonując połączenia elektryczne
zawsze odłączać zasilanie urządzenia.
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Jeśli sprzęt jest stosowany
na zewnątrz lub w potencjalnie wilgotnych lokalizacjach, należy zastosować wyłącznik różnicowo-prądowy przed
podłączeniem sprzętu do głównego źródła zasilania.
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Podłączenie uziemienia jest
wymagane w przypadku podłączeń 100-240 VAC i 5 VDC. Brak podłączenia wydajnego uziemienia może
skutkować porażeniem prądem lub niewydajnym działaniem urządzenia ze względu na zakłócenia
elektromagnetyczne. ZAWSZE należy podłączyć wydajne uziemienie do zacisku kontrolera.
U W A G A
Zagrożenie uszkodzenia ciała. Tylko wykwalifikowany personel powinien przeprowadzać prace opisane w tym
rozdziale instrukcji obsługi.
P O W I A D O M I E N I E
Urządzenia należy zainstalować w lokalizacji oraz w pozycji, które umożliwiają łatwe odłączanie urządzenia i jego
obsługę.
P O W I A D O M I E N I E
Potencjalne uszkodzenie urządzenia. Elektryczność statyczna może doprowadzić do uszkodzenia delikatnych
wewnętrznych komponentów elektronicznych, powodując gorsze działanie urządzenia lub jego ewentualne
uszkodzenie.
Montaż na ścianie
1. Przymocować wspornik w kształcie litery C (dostarczony
w zestawie) do ściany za pomocą dwóch wkrętów
(niedostarczanych w zestawie).
2. Odchylić przyrząd lekko do tyłu, aby ustawić bolce wspornika
i otwory w obudowie przyrządu naprzeciw siebie, a następnie
nasunąć przyrząd na wspornik tak, jak przedstawiono na rysunku.
3. Przełożyć dwie śruby blokujące z podkładkami przez boczne
szczeliny.
4. Wyregulować kąt ustawienia przyrządu w celu zapewnienia lepszej
widoczności ekranu, a następnie dokręcić boczne śruby.
Polski 187
Montaż na rurze
1. Przymocować wspornik do montażu na rurze do wspornika w kształcie litery
C za pomocą dwóch dostarczonych śrub.
2. Przymocować ten zespół wsporników do rury za pomocą dwóch opasek zaciskowych
(niedołączonych do zestawu).
3. Nasunąć przyrząd na wspornik.
4. Przełożyć dwie śruby blokujące z podkładkami przez boczne szczeliny.
5. Wyregulować kąt ustawienia przyrządu w celu zapewnienia lepszej widoczności
ekranu, a następnie dokręcić boczne śruby.
Montaż w panelu
1-3 4-5 6-7
1. Wyciąć otwór w panelu w celu zainstalowania dostarczonej ramki montażowej.
2. Umieścić dostarczoną ramkę w otworze.
3. Zagiąć 6 zakładek na krawędzi panelu za pomocą szczypiec do rur.
4. Wsunąć przyrząd do ramki montażowej. Przyrząd powinien być nasunięty na cztery kołki w kształcie litery T.
Obrócić 4 śruby szybkomocujące znajdujące się po obu stronach panelu przedniego i wsunąć go.
5. Obrócić 4 śruby szybkomocujące dwa razy o 1/4 obrotu w kierunku zablokowania wskazanym z boku panelu
przedniego. Spowoduje to zablokowanie przyrządu na czterech kołkach w kształcie litery T.
6. Aby uzyskać dostęp do złączy wewnątrz przyrządu, należy zdemontować jego obudowę (odkręcić sześć śrub
znajdujących się na panelu tylnym i zsunąć obudowę).
7. Przeprowadzić przewody przez obudowę i dławik kablowy (jeśli znajduje się na wyposażeniu), a następnie
wykonać połączenia w sposób opisany poniżej.
188 Polski
Złącza przyrządu
Rysunek 1 Złącza — wersja do montażu w panelach (po lewej); wersja do montażu
na ścianie/na rurze (po prawej)
1 Przewód zasilający 6 Podłączenie czujnika
2 Dławik kablowy kabla sieci Ethernet 7 Połączenie z zewnętrznym czujnikiem ciśnienia
3 Złącze USB-A typu „host” 8 Dławik kablowy wejścia/wyjścia 2
4 Złącze USB-B 4-pinowe typu „klient” 9 Stacyjka blokady (tylko wersja montowana
na ścianie/na rurze)
5 Dławik kablowy wejścia/wyjścia 1
Instrukcja instalacji złączy
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Aby zachować zgodność obudowy
ze standardami NEMA/IP, do doprowadzania przewodów do urządzenia należy używać wyłącznie osprzętu
do rurkowania oraz dławików zgodnych co najmniej ze standardem NEMA 4X/IP65.
Instrukcje przeprowadzania kabli przez dławiki kablowe
Wodoszczelne dławiki kablowe są dostępne we wszystkich miejscach wymagających podłączenia
kabla wewnątrz przyrządu. Mosiężne dławiki kablowe pokryte niklem są zgodne z wymaganiami
kompatybilności elektromagnetycznej i zaprojektowane tak, aby ekrany kabli dotykały bezpośrednio
obudowy przyrządu spełniającej funkcję uziemienia. Szczegółowe instrukcje typowego
przeprowadzania kabli przedstawiono poniżej.
1. Odkręcić nakrętkę dławika. Wewnątrz zespołu znajduje się gumowa uszczelka i dwie metalowe
podkładki. Należy pamiętać, że dławik kabla sieci Ethernet przyrządów montowanych w panelu
lub na ścianie nie posiada podkładek, a jego uszczelka jest przecięta.
2. W przypadku przeprowadzania kabla czujnika jest on odpowiednio przygotowany, aby można
było łatwo usunąć plastikową osłonę z eksponowanej części ekranu. W przypadku innych kabli
należy usunąć zewnętrzną warstwę izolacji oraz 25 mm ekranu. Usunąć około 8 mm izolacji
z końców przewodów.
3. Przeprowadzić kabel przez nakrętkę, gumową uszczelkę i dwie podkładki.
4. Ścisnąć ekran tak, aby cały jego obwód został wciśnięty między dwie podkładki, a następnie
wprowadzić kabel do obudowy, blokując dławik kablowy.
Polski
189
1 Kabel 3 Przyrząd 5 Pierścień typu o-ring 7 Uszczelka
2 Ekran 4 Przewód 6 Podkładki 8 Nakrętka dławika
P O W I A D O M I E N I E
Należy koniecznie upewnić się, że ekran jest ściśnięty i zablokowany między dwoma podkładkami,
co gwarantuje, że ekran dotyka bezpośrednio obudowy przyrządu spełniającej funkcję uziemienia.
W przeciwnym razie może dojść do uszkodzenia przyrządu oraz błędnych odczytów.
5. Ponownie założyć i dokręcić nakrętkę dławika kablowego.
6. Podłączyć przewody do odpowiednich złączy w bloku zacisków.
Podłączanie do zasilania sieciowego
Podłączanie zasilania (przyrządy zasilane niskim napięciem)
W przypadku przyrządów zasilanych niskim napięciem (10–30 V DC) podłączenie do zasilania
sieciowego jest realizowane za pośrednictwem 7-stykowego złącza BINDER (dostarczanego
w zestawie).
Uwaga: Złącza posiadają nacięcia uniemożliwiające nieprawidłowe podłączenia do przyrządu.
Podłączyć kabel zasilający do złącza w następujący sposób:
Styki:
Rysunek 2 Złącze BINDER
1. Nieużywany
2. Zasilanie 10–30 V DC
3. Nieużywany
4. Nieużywany
5. Masa
6. Nieużywany
7. Uziemienie
Podłączanie zasilania (przyrządy zasilane wysokim napięciem)
Przyrządy zasilane wysokim napięciem (100–240 V AC) posiadają 4-stykowe złącze męskie, którego
przewody są fabrycznie połączone ze złączem męskim BINDER, które można podłączyć gniazdka
sieciowego. Przyrząd jest dostarczany z kompatybilnym złączem żeńskim.
Jeśli to złącze żeńskie zostało dostarczone z fabrycznie podłączoną wtyczką zasilającą (kable
o numerach katalogowych 33031, 33032, 33033 i 33034), wówczas to złącze można podłączyć
bezpośrednio do złącza zasilania przyrządu. Oba złącza posiadają nacięcie uniemożliwiające
nieprawidłowe połączenie. Dokładnie docisnąć złącze żeńskie do złącza zasilania przyrządu.
Jeśli wraz ze sprzętem nie zamówiono kabla zasilającego, do dostarczonego złącza żeńskiego
należy podłączyć wtyczkę zasilającą w sposób opisany poniżej.
U W A G A
Zagrożenie uszkodzenia ciała. Tylko wykwalifikowany personel powinien przeprowadzać prace opisane w tym
rozdziale instrukcji obsługi.
Dane techniczne kabla zasilającego dostarczanego przez użytkownika:
• kabel 3-żyłowy (przewód fazowy, neutralny i uziemiający),
• Ø kabla ≥ 7 mm; ≤ 9,5 mm
2
2
• przewody o przekroju ≥ 1 mm
, AWG18; ≤ 2,5 mm
, AWG14
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Wykonując połączenia elektryczne
zawsze odłączać zasilanie urządzenia.
Przygotować dostarczony przez użytkownika kabel zasilający w następujący sposób:
190
Polski
1. Usunąć 23 mm ekranu z kabla zasilającego.
2. Przyciąć przewód fazowy i przewód neutralny do długości 15 mm, ale nie przycinać przewodu
uziemiającego.
3. Usunąć niewielką ilość izolacji zewnętrznej z trzech przewodów.
Podłączyć przewody do złącza żeńskiego w następujący sposób:
1. Chwycić wąski koniec złącza (4) jedną ręką, a jego korpus (2) drugą ręką i odkręcić obie części.
Wyciągnąć zacisk kablowy (3) i odkręcić zatyczkę końcową (1), aby rozłączyć wszystkie cztery
części złącza.
2. Poluzować śruby na zacisku kablowym (3), aby umożliwić przeprowadzenie kabla zasilającego.
3. Przeprowadzić kabel zasilający przez zatyczkę końcową (1), korpus (2) i zacisk kablowy (3),
a następnie podłączyć trzy przewody (fazowy, neutralny i uziemiający) do złącza (4)
w następujący sposób:
1. Fazowy (brązowy)
2. Neutralny (niebieski)
3. Nieużywany
Uziemienie - przewód uziemiający (zielono-żółty)
Uwaga: Numery i symbol uziemienia są nabite na końcu złącza. Upewnić się, że przewody
są prawidłowo podłączone.
4. Nasunąć zacisk kablowy (3) z powrotem na złącze (4) i dokręcić śruby na zacisku, aby
zablokować kabel.
5. Ponownie skręcić ze sobą części (4) i (2).
6. Zabezpieczyć kabel zasilający, wkręcając zatyczkę końcową (1) z powrotem na miejsce.
7. Teraz złącze żeńskie można podłączyć bezpośrednio do złącza zasilania przyrządu. Oba złącza
posiadają nacięcie uniemożliwiające nieprawidłowe połączenie. Dokładnie docisnąć złącze
żeńskie do złącza zasilania przyrządu.
Podłączanie przewodów do płyt elektronicznych
P O W I A D O M I E N I E
Potencjalne uszkodzenie urządzenia. Elektryczność statyczna może doprowadzić do uszkodzenia delikatnych
wewnętrznych komponentów elektronicznych, powodując gorsze działanie urządzenia lub jego ewentualne
uszkodzenie.
Uwaga: Wszystkie luźne przewody połączeniowe należy dokładnie ze sobą związać za pomocą nylonowych
opasek zaciskowych.
Złącza P8 na płycie głównej (Rysunek 3 na stronie 192) i J7 na płycie pomiarowej (Rysunek 5
na stronie 193) składają się z dwóch części. Ostrożnie nacisnąć dwie czarne dźwignie po obu
stronach złącza i delikatnie je wyjąć. Wykonać wszystkie połączenia po wyjęciu złączy.
Po wykonaniu połączeń podłączyć złącza do płyt, wciskając je dokładnie na miejsce (dźwignie
podniosą się).
Polski
191
Płyta główna
Rysunek 3 Płyta główna
Rysunek 4 Złącze P8
Złącze P8
Liczby wymienione poniżej odnoszą się do 13 dostępnych zestyków przyłącza P8 (od lewej
do prawej), które przedstawia Rysunek 4.
1. RS-485 (sygnał A)
8. Nieużywane
2. RS-485 (sygnał B)
9. Nieużywane
3. PROFIBUS-DP (MASA)
10. Nieużywane
4. PROFIBUS-DP (+5 V)
11. Przekaźnik alarmów systemowego (zestyk
normalnie otwarty)
5. PROFIBUS-DP (sygnał -)
12. Przekaźnik alarmu systemowego (zestyk normalnie
6. PROFIBUS-DP (sygnał +)
zamknięty)
7. PROFIBUS-DP (sygnał RTS)
13. Przekaźnik alarmu systemowego (zestyk wspólny)
Złącze P3
Ethernet RJ 45. Podłączyć przyrząd do sieci lokalnej, przeprowadzając kabel sieci Ethernet przez
dławik kabla Ethernet (lokalizację dławika przedstawia Rysunek 1 na stronie 189) i podłączając
go do złącza P3, które przedstawia Rysunek 3.
192
Polski
Płyta pomiarowa
Rysunek 5 Płyta pomiarowa
Rysunek 6 Złącze J7
Złącze J7 (wejścia i wyjścia)
Liczby wymienione poniżej odnoszą się do 16 dostępnych zestyków przyłącza J7 (od lewej
do prawej), które przedstawia Rysunek 6.
Przekaźniki alarmów pomiarowych:
Analogowe wyjścia natężenia prądu:
1. Zestyk wspólny
5. MASA
2. Przekaźnik wyjściowy 1
6. Wyjście 1
3. Przekaźnik wyjściowy 2
7. Wyjście 2
4. Przekaźnik wyjściowy 3
8. Wyjście 3
Wejścia cyfrowe:
od 9 do 16 Nieużywane
Przekaźniki alarmów pomiarowych
Na płycie pomiarowej znajdują się trzy przekaźniki wyjściowe.
Każdy z nich można fizycznie skonfigurować jako normalnie otwarty (NO) lub normalnie
zamknięty (NC), zmieniając położenie umieszczonych na nich zworek. Na ilustracji obok:
• Górny przekaźnik jest skonfigurowany jako normalnie zamknięty
• Środkowy przekaźnik jest skonfigurowany jako normalnie otwarty
• Dolny przekaźnik jest przedstawiony bez zworki
Uwaga: Element J14 to przekaźnik nr 1, element J18 to przekaźnik nr 2, a element J19 to przekaźnik
nr 3
Instalacja czujnika
Ustawienie czujnika
Czujnik musi być zainstalowany w gnieździe lub komorze przepływowej umożliwiającej kontakt
czujnika z próbką płynu przeznaczoną do analizy. Czujnik i przyrząd pomiarowy są połączone
kablem. Standardowe długości kabla czujnika wynoszą 3, 5, 10, 15 i 20 metrów. Należy upewnić się,
że czujnik zostanie zamontowany:
• prostopadle do rury,
Polski
193
• na poziomym odcinku rury (lub na pionowym odcinku rury z przepływem w górę),
• minimum 15 metrów od wylotu pompy,
• w miejscu, w którym natężenie przepływu jest wysokie i stabilne, oraz znajdującym się możliwie
najdalej od:
• zaworów,
• zagięć rury,
• wlotów pomp,
• układu nasycania CO
2
lub podobnego.
Uwaga: Mogą występować sytuacje, w których spełnienie wszystkich wyżej wymienionych warunków nie będzie
możliwe. W takich przypadkach lub w razie jakichkolwiek wątpliwości, należy skonsultować się z przedstawicielem
firmy Hach Lange, aby opisać sytuację i zdefiniować możliwie najlepsze rozwiązanie.
Zalecanie natężenie przepływu próbki
Zalecane natężenie przepływu próbki gwarantujące optymalny czas reakcji wynosi 150 ml/min.
zarówno dla czujników K1100, jak i M1100. Należy kontrolować przepływ za pomocą zaworu
wylotowego na przepływomierzu (poz. 3, Rysunek 7), aby uniknąć tworzenia się piany wewnątrz
komory przepływowej, co może prowadzić do uzyskania błędnych wyników pomiaru stężenia tlenu.
Rysunek 7 Schemat typowego pomiaru
1 Zawór kierujący próbkę do pomiaru 3 Przepływomierz z zaworem wylotowym
2 Zespół czujnika i komory przepływowej 4 Spust
Interfejs użytkownika
Elementy sterujące przyrządu
Na przednim panelu przyrządu znajdują się:
• Ekran dotykowy pełniący funkcje wyświetlacza, panelu dotykowego oraz klawiatury.
• Dioda LED wskazująca stan włączenia przyrządu.
Włączanie i wyłączanie przyrządu
Przyrząd nie jest wyposażony we włącznik zasilania. Aby wyłączyć przyrząd, należy odłączyć
go od źródła zasilania.
Okno pomiarów
W głównym (liczbowym) oknie pomiarów są w sposób ciągły wyświetlane następujące informacje:
• Wartości zmierzone przez czujniki
• Trendy wartości zmierzonych przez czujniki (dla ostatnich 10 minut do 1 godziny)
• Graniczne wartości alarmowe danych zmierzonych przez czujniki oraz pozostałe zdarzenia
194
Polski
• Temperatura
Ekran dotykowy
Interfejs użytkownika na panelu przednim to ekran dotykowy zapewniający łatwy dostęp do różnych
menu. Wszystkie procedury pomiarowe, kalibracyjne oraz standardowe procedury serwisowe można
wywołać poprzez naciskanie przycisków i pasków menu na ekranie.
Wyświetlacz można skonfigurować tak, aby były na nim wyświetlane wyłącznie dane pomiarowe
z czujnika, lub też tak, aby wyświetlić graficzną reprezentację ostatnich pomiarów.
Poruszanie się po menu
Główne menu jest wywoływane po naciśnięciu przycisku „Menu”
na pasku nagłówka. Na ekranie wyświetlane są 3 kolumny:
• w kolumnie po lewej stronie są przedstawione opcje menu
• w części środkowej jest wyświetlany widok drzewa z położeniem
wewnątrz struktury menu
• po prawej stronie znajdują się następujące narzędzia ogólnego
sterowania:
• Up (do góry) — powrót do poprzedniego menu (krok wstecz)
• Main (główne) — bezpośrednie przejście do menu głównego
• Close (zamknij) — zamknięcie menu i powrót do ekranu pomiaru.
• Help (pomoc) — tematy pomocy dotyczące aktualnie otwartego
menu
Klawiatura wirtualna
Kiedy ma nastąpić edycja jakiejś wartości lub tekstu, na ekranie jest wyświetlana wirtualna
klawiatura, której obsługa przypomina standardową klawiaturę. Aby uzyskać dostęp do klawiszy
specjalnych, należy nacisnąć przycisk CAP. Po zakończeniu wprowadzania danych należy nacisnąć
przycisk Enter, aby potwierdzić wprowadzone dane i zamknąć wirtualną klawiaturę. Podczas edycji
jest wyświetlana nazwa edytowanego pola oraz jednostki (tam, gdzie ma to zastosowanie).
Menu „Security” (zabezpieczenia)
Uwaga: Po pierwszym uruchomieniu przyrządu zabezpieczenia są wyłączone. Aby zapobiec dostępowi osób
niepowołanych, wysoce zalecane jest, aby dane każdego użytkownika zostały jak najszybciej wprowadzone
do systemu, a każdemu z użytkowników zostały przypisane odpowiednie prawa dostępu.
Configure security (konfiguracja zabezpieczeń)
Ta opcja umożliwia określenie poziomów dostępu dla wszystkich użytkowników.
Do przeprowadzenia tej czynności wymagany jest poziom dostępu 4.
1. Z menu Security (zabezpieczenia) wybierz opcję Configuration (konfiguracja).
Opcja Opis
Access rights (prawa dostępu) Kiedy ta opcja jest włączona, tylko zarejestrowani użytkownicy mają
dostęp do menu. Gdy ta opcja jest wyłączona (domyślnie), dostęp
do wszystkich menu jest nieograniczony, a w pliku dziennika przy
czynnościach nie są rejestrowane identyfikatory użytkowników.
Max session time (maksymalny
Po zaznaczeniu tej opcji użytkownik zostanie automatycznie
czas trwania sesji)
wylogowany, kiedy upłynie limit czasu nieaktywności.
Polski 195
Opcja Opis
User action logging (zapisywanie
Po włączeniu tej opcji każda czynność wykonywana przez
czynności użytkowników)
zalogowanego użytkownika będzie rejestrowana w pliku dziennika
danego użytkownika.
User action log file (plik dziennika
Plik dziennika ma postać bufora cyklicznego, w którym
czynności użytkownika)
są rejestrowane ostatnie czynności. Aby wyczyścić plik dziennika,
należy nacisnąć przycisk Clear (wyczyść).
Zarządzanie prawami dostępu
Każdy użytkownik ma swój unikatowy identyfikator oraz hasło, które umożliwiają:
• Zezwalanie użytkownikowi na wykonywanie określonych czynności lub ich blokowanie
• Śledzenie wszystkich czynności za pomocą identyfikatora w pliku dziennika
Po wprowadzeniu identyfikatora i hasła użytkownik może wykonywać działania zgodnie z „poziomem
dostępu”, który został mu przypisany przez kierownika:
Poziom
Typowe uprawnienia
dostępu
0 Wyświetlanie parametrów, zmienianie widoków
1 + Uruchamianie i zatrzymywanie pomiarów
2 + Kalibracja
3 + Modyfikowanie parametrów
4 + Modyfikowanie tabeli „Poziomy dostępu użytkowników” + włączanie i wyłączanie „Praw
dostępu”
Po uruchomieniu wszystkie menu są zablokowane i do uzyskania dostępu wykraczającego poza
standardowe wyświetlanie pomiarów konieczne jest podanie prawidłowej kombinacji identyfikatora
i hasła.
Zarządzanie użytkownikami
Z menu Security (zabezpieczenia) wybierz opcję Access table (tabela dostępu), aby wyświetlić listę
zarejestrowanych użytkowników (dozwolonych jest maksymalnie 99 użytkowników). Na liście
znajdują się nazwy, identyfikatory, hasła oraz poziomy dostępu użytkowników.
Po naciśnięciu pustego wiersza lub przycisku Add (dodaj) zostanie wyświetlone okno umożliwiające
dodanie nowego użytkownika. Wymagane jest podanie nazwy użytkownika, identyfikatora, hasła (co
najmniej 4 znaki) oraz poziomu dostępu (od 1 do 4).
Naciśnięcie wiersza z zarejestrowanym użytkownikiem spowoduje wyświetlenie okna
umożliwiającego edycję danych tego użytkownika lub jego usunięcie.
Menu View (menu Widok)
Widok liczbowy
Jest to widok domyślny, na którym są wyświetlane: wartość pomiarowa, wartość temperatury próbki
oraz wykres przedstawiający pomiary w ramach ustawionego okresu czasu. Wyświetlane dane
są odświeżane po każdym cyklu pomiarowym, który można skonfigurować zgodnie z wymaganiami
użytkowników.
Czujniki dolnego zakresu K1100 i M1100 umożliwiają pomiar rozpuszczonego tlenu
do maksymalnej wartości 2000 ppb. Czujniki górnego zakresu K1100 i M1100 umożliwiają pomiar
rozpuszczonego tlenu do maksymalnej wartości 40 ppm. Jeśli zmierzone stężenie jest wyższe niż
maksymalna wartość czujnika, wtedy długość cyklu pomiarowego jest zwiększana do 60 sekund
196
Polski
i zostanie wyświetlony komunikat Out of range (poza zakresem). Symbol strzałki znajdujący się
po prawej stronie informuje o tym, czy wartość rośnie, spada, czy pozostaje stała.
Kiedy zmierzona wartość spadnie poniżej wartości maksymalnej, długość cyklu pomiarowego
powraca do wcześniej zdefiniowanej wartości.
Konfiguracja widoku liczbowego
1. Aby zmienić sposób wyświetlania danych, z menu View (widok) wybierz opcję Configure
(konfiguruj), a następnie opcję Conf. numeric view (konfiguracja widoku liczbowego):
Opcja Opis
Display temperature (wyświetlanie
Aby wyświetlić temperaturę próbki, wybierz opcję Channel
temperatury)
temperature (temperatura kanału).
Display mini graph (wyświetlanie
Aby wyświetlić wykres, należy zaznaczyć to pole.
wykresu)
Display time base (wyświetlanie skali
Aby wyświetlić skalę czasową, należy zaznaczyć to pole.
czasowej)
Upper bound (ograniczenie górne) Ustawianie górnego ograniczenia wykresu.
Lower bound (ograniczenie dolne) Ustawianie dolnego ograniczenia wykresu.
Time base (skala czasowa) Ustawianie zakresu czasu dla wykresu.
Przycisk Grid (siatka) Umożliwia ustawienie wyświetlania osi X, osi Y, siatki oraz
progów alarmowych.
Przycisk Auto scale update
Opcja powoduje automatyczne ustawianie górnego i dolnego
(automatyczne uaktualnianie skali)
ograniczenia wykresu, tak aby jak najlepiej odzwierciedlać
wyświetlane wartości rzeczywiste.
Przycisk Clean (wyczyść) Powoduje wyczyszczenie wyświetlanego wykresu
i rozpoczęcie jego wykreślania od nowa.
Statistic view (widok statystyczny)
Dzięki tej funkcji dostępne są dane statystyczne zgodne z narzędziami kompleksowego zarządzania
jakością (Total Quality Management), usprawniające analizę przebiegu procesów technologicznych.
Statystyki są obliczane na podstawie danych z pliku z pomiarami, a wartości są aktualizowane
za każdym razem, gdy zostanie dodany nowy pomiar.
Diagnostic view (widok diagnostyczny)
W widoku diagnostycznym wyświetlane są ważne informacje, jednak są one przydatne tylko
w przypadku rozwiązywania problemów.
Menu „Measurement” (pomiar)
Instrument configuration (konfiguracja przyrządu)
1. Wybierz opcję Config. instrument (konfiguracja przyrządu) z menu Measurement (pomiar):
Opcja Opis
Measurement mode (tryb pomiaru) Zablokowany w trybie Continuous mode (tryb ciągły).
Polski 197
Opcja Opis
Pressure (ciśnienie) Należy wybrać jednostki pomiaru ciśnienia atmosferycznego.
Temperature (temperatura) Należy wybrać jednostki temperatury.
Measurement configuration (konfiguracja pomiarów)
1. Z menu Measurement (pomiar) wybierz opcję Configure channel (konfiguracja kanału):
Opcja Opis
Sensor (czujnik) Wyświetlany jest model czujnika.
Medium (czynnik) Należy wybrać jedną z opcji: Liquid (ciecz) lub Gas (gaz)
Gas unit type (typ
Należy wybrać jedną z opcji: Partial (składowa), Fraction (frakcja) lub
jednostki gazu)
Dissolved (rozpuszczona).
Gas unit (jednostka gazu) Jeśli zostanie wybrana jednostka złożona, jednostka będzie zmieniać się
w zależności od zakresu wyświetlanych wartości. Lista dostępnych jednostek
zależy od wybranego typu jednostki gazu.
Liquid (ciecz) W przypadku czujnika K1100 ta opcja jest zablokowana na wartości Water
(woda). W przypadku czujnika dolnego zakresu M1100 wybierz jedną z opcji:
Water (woda) i Beer (piwo). W przypadku czujnika górnego zakresu
M1100 wybierz jedną z opcji: Water (woda), Beer (piwo), Wort (brzeczka),
Wine (wino) i Carbonated drink (napój karbonizowany/gazowany).
Display resolution
Wyświetlanych może być maksymalnie 5 cyfr. W celu ułatwienia odczytu liczbę
(rozdzielczość
miejsc po przecinku można ograniczyć do 0, 1, 2 lub 3. Ta rozdzielczość
wyświetlania)
ma wpływ wyłącznie na dane wyświetlane i nie wpływa na rozdzielczość danych
mierzonych i rejestrowanych.
T cut off (temperatura
Jeśli ta temperatura zostanie przekroczona, sesja pomiarowa zostanie
graniczna)
wstrzymana, a w systemie zostanie wyświetlony komunikat alarmowy HOT
(wysoka temperatura). System wznowi działanie, kiedy temperatura spadnie
do poziomu 90% ustawionej temperatury. Zalecane jest, aby włączyć tę funkcję
w celu przedłużenia żywotności czujnika i zoptymalizowania wydajności
systemu.
T cut off value (wartość
Jest ustawiona na 5°C powyżej temperatury próbki.
temperatury granicznej)
Zaawansowana konfiguracja pomiarów
Uwaga: Funkcja kompensacji opisana poniżej powinna być używana tylko do niewielkich modyfikacji wartości
pomiarowych, a nie w zastępstwie kalibracji czujników. Przed włączeniem tej funkcji należy się upewnić, że czujnik
został prawidłowo skalibrowany.
1. Na ekranie Measurement configuration (konfiguracja pomiarów) naciśnij przycisk Advanced
(zaawansowane):
Opcja Opis
Offset enabled
Należy zaznaczyć to pole wyboru, aby włączyć opcję kompensacji pomiarów.
(kompensacja włączona)
Jeśli ta opcja zostanie zaznaczona, należy wprowadzić wartość kompensacji
lub wartość docelową:
Offset value (wartość
Należy wprowadzić wartość kompensacji w celu ręcznego skorygowania
kompensacji)
wartości pomiarowych. Jeśli rodzaj jednostki gazu lub jednostka gazu
(określone na ekranie Measurement configuration (konfiguracja
pomiarów)) zostaną zmienione, wartość kompensacji zostanie zresetowana
do zera.
Measurement (pomiar) Tego pola nie można modyfikować. Jest w nim wyświetlana bieżąca wartość
pomiaru po zastosowaniu kompensacji.
198 Polski
Opcja Opis
Target value (wartość
Należy wprowadzić docelową wartość pomiarową. Wartość kompensacji jest
docelowa)
obliczana automatycznie, więc wyświetlana wartość pomiarowa będzie
równa wartości docelowej.
Compute offset
Aby w dowolnym momencie w trakcie trwania pomiaru przeliczyć wartość
(przeliczenie kompensacji)
kompensacji, należy nacisnąć ten przycisk. Wartość kompensacji zostanie
przeliczona na podstawie bieżącej wartości pomiarowej i wartości docelowej.
Out of range protection
Aby włączyć opcję zabezpieczenia przed przekroczeniem zakresu, należy
(zabezpieczenie przed
zaznaczyć to pole wyboru (opcja zalecana). Kiedy ta opcja jest włączona,
przekroczeniem zakresu)
a zmierzone wartości wykraczają poza specyfikację przyrządu, odstęp
między pomiarami zostanie zwiększony do 1 minuty w celu przedłużenia
czasu eksploatacji aktywnego elementu czujnika. Jeśli ta opcja jest
wyłączona, żywotność aktywnego elementu czujnika może się skrócić, gdy
czujnik będzie wystawiany na działanie wysokich stężeń tlenu przez dłuższy
czas.
Measurement interval
Należy ustawić wartość w zakresie od 2 do 60 sekund. W takim odstępie
(odstęp między pomiarami)
wartości pomiarowe będą odświeżane na wyświetlaczu.
Ext. pres. sensor
Opcja korzystania z zewnętrznego czujnika ciśnienia nie jest dostępna.
(zewnętrzny czujnik
ciśnienia)
Konfiguracja alarmów pomiarowych
Należy ustawić wartości graniczne dla niskich/wysokich poziomów stężenia, w zależności
od zastosowania.
1. Na ekranie Measurement configuration (konfiguracja pomiarów) naciśnij przycisk Alarms
(alarmy):
Opcja Opis
Low Low (poziom
Druga faza alarmu niskiego stężenia.
niski-niski)
Low (poziom niski) Pierwsza faza alarmu niskiego stężenia.
High (poziom
Pierwsza faza alarmu wysokiego stężenia.
wysoki)
High High (poziom
Druga faza alarmu wysokiego stężenia.
wysoki-wysoki)
Hysteresis
Funkcja histerezy jest stosowana w celu zapobieżenia „migotaniu” przekaźników
(histereza)
w sytuacji, gdy wartość pomiarowa znajduje się na granicy poziomów alarmowych.
Należy ją ustawić na wartość minimalną, a jednocześnie wystarczającą, aby
zapobiec efektowi „migotania”. Jeśli na przykład alarm poziomu wysokiego jest
ustawiony na wartość 40 ppb, a histereza jest ustawiona na 10%, alarm poziomu
wysokiego jest aktywowany wtedy, gdy wartość pomiarowa osiągnie 40 ppb, ale jest
dezaktywowany dopiero wtedy, gdy wartość pomiarowa spadnie poniżej 36 ppb.
W przypadku alarmu poziomu niskiego ma miejsce sytuacja odwrotna — jeśli alarm
poziomu niskiego jest ustawiony na 20 ppb, a histereza jest ustawiona na 10%,
alarm poziomu niskiego jest aktywowany wtedy, gdy wartość pomiarowa spadnie
poniżej 20 ppb, a jest dezaktywowany wtedy, gdy wartość pomiarowa wzrośnie
powyżej 22 ppb.
Delay (opóźnienie) Opóźnienie w sekundach, po którym alarmy włączą się, gdy wartości stężenia
przekroczą wartość „Alarmu poziomu wysokiego” lub spadną poniżej wartości
„Alarmu poziomu niskiego”. Należy ustawić je na jak najniższą wartość, jednak
wystarczającą do tego, aby uniknąć alarmów wynikających z wykrycia
niereprezentatywnych wartości szczytowych przekraczających ustalony poziom.
Polski 199
Konfiguracja filtrów pomiarów
Zadaniem filtrów jest „wyrównanie” krzywej pomiarów w sytuacjach, w których w procesie
technologicznym występują typowe wartości szczytowe, które w przeciwnym przypadku mogłyby
zaburzyć interpretację odczytów z pomiarów. Filtr jest nakładany na ostatni zbiór pomiarów
za każdym razem, gdy dokonywany jest pomiar.
1. Na ekranie Measurement configuration (konfiguracja pomiarów) naciśnij przycisk Filter (filtr):
Opcja Opis
State (stan) Ustawienie filtrów w tryb Enabled (włączone) lub Disabled (wyłączone).
Type (rodzaj) Jeśli filtry są włączone, można ustawić ich rodzaj na Mean (średnia) lub Median
(mediana).
Średnia oznacza średnią arytmetyczną z ostatniego zbioru (zakresu) wartości
pomiarowych.
Mediana umożliwia wyeliminowanie szczytowych wartości pomiarowych i uśrednienie
pozostałych wartości. Jej obliczenie polega na tym, że ostatni zbiór (zakres)
pomiarów jest sortowany pod względem wartości, następnie pomijane są wartości
najwyższa i najniższa, a pozostałe wartości są uśredniane (zakres środka).
Depth (zakres) Liczba pomiarów stanowiących zbiór wartości pomiarowych.
Central depth
Liczba pomiarów używanych do obliczenia średniej.
(zakres środka)
Przykład: przy zakresie wynoszącym 7 oraz zakresie środka wynoszącym 5, 7 wartości jest
sortowanych, przy czym najwyższa z nich (7,0) oraz najniższa (0,9) są pomijane. Średnia
ze środkowych 5 pomiarów jest obliczana jako 3,88:
0,9 1,1 4,0 4,3 4,4 5,6 7,0
Zakłócenia pomiarów
Te opcje są dostępne w celu uwzględnienia wpływu niektórych składników lub gazów obecnych
w próbce w trakcie pomiaru. Wszystkie dostępne korekty zakłóceń są domyślnie wyłączone.
1. Na ekranie Measurement configuration (konfiguracja pomiarów) naciśnij przycisk
Interferences (zakłócenia):
Opcja Opis
Zachlorowanie/zasolenie Wybierz Chlorinity (zachlorowanie), Salt (sól) lub All disabled (wszystkie
wyłączone).
Zachlorowanie/zasolenie, stęż. W przypadku zachlorowania lub zasolenia konieczne jest wprowadzenie
aktualnego stężenia w próbce.
Zapisywanie danych pomiarowych
Istnieje jeden plik z pomiarami, który zawiera dane wygenerowane w trakcie cyklu pomiarowego. Ten
plik jest aktualizowany w pamięci ulotnej i regularnie kopiowany do pamięci nieulotnej (tworzona jest
kopia zapasowa pliku). W momencie uruchamiania plik z pomiarami znajdujący się w pamięci ulotnej
jest aktualizowany danymi z pliku znajdującego się w pamięci nieulotnej.
200
Polski
