Sigma ELECTRONIC FLASH EF-610 DG SUPER SA-STTL (シグマ用): FP FLITS (BEHALVE SA-300)

FP FLITS (BEHALVE SA-300): Sigma ELECTRONIC FLASH EF-610 DG SUPER SA-STTL (シグマ用)

background image

83 

FP FLITS (BEHALVE SA-300)

Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken dan flitssynchronisatietijd 

van de camera omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn 

geopend. De FP Flits blijft continu flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een 

snellere sluitertijd kiezen dan de flitssynchronisatietijd. 

1. Selecteer  de 

M

 mode op de camera. 

2. Druk op de MODE toets en selecteer de 

M

 mode. 

3. Druk op de    +    of    –    toetsen tot dat FP zichtbaar is op het LCD display. 

4. Kies de gewenste sluitertijd.   

5. Zet de flitser aan. Lees de afstand af van de scherpstelring van 

het objectief. Regel de diafragmawaarde af zodat de afstand 

zichtbaar op het LCD display gelijk wordt aan die van het objectief. 

6. Als het OK lampje van de flitser brand kan de opname worden gemaakt. 

Het richtgetal van de flitser zal, afhankelijk van de gekozen sluitertijd, worden gewijzigd. (zie de 

tabel 2

 op de vorige pagina) 

De FP Flits dient u niet in combinatie met de groothoekdiffusor te gebruiken. 

U kunt geen synchronisatie op het 2

e

 sluitergordijn toepassen in de FP mode. 

Als u de FP mode wilt annuleren dient de 

  markering niet meer op het LCD display zichtbaar te zijn. 

SYNCHRONISATIE VAN HET 2

E

 SLUITERGORDIJN 

Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere 

sluitertijd maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. 

Normaliter wordt de flitser immers geactiveerd als het 1

e

 sluitergordijn geheel is geopend. Het 

onderwerp wordt dus vanaf het moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is 

(synchronisatie op het 1

e

 sluitergordijn). Maar wanneer u de synchronisatie op het 2

e

 sluitergordijn 

gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2

e

 sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het 

onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor 

wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect ontstaat. 

1. 

Selecteer de gewenste camera instelling. 

2. 

Selecteer de gewenste flitsinstelling, TTL of M mode, (de SD9, SD10 

SD14 en SD15 kunnen alleen in de M mode worden ingesteld). 

3. 

Druk op  +  of  –  toets, 

 zal op het LCD display worden 

weergegeven 

4. 

Stel de scherpte in en maak de opname als het OK lampje brandt 

Synchronisatie op het 1

e

 sluitergordijn zal worden ingesteld indien 

het 

  symbool niet op het LCD display zichtbaar is 

Indien de camera (SA-300, SA-300N en SA-5) op de volautomatische instelling “    ” staat zal deze 

functie niet werken 

Om de synchronisatie op het 2

e

 sluitergordijn te annuleren dient u op de    +   of   –   toets te drukken 

tot het 

  symbool niet meer op het LCD display zichtbaar is 

RODE-OGEN REDUCTIE 

Bij het maken van flitsopnamen komt het vaak voor dat het flitslicht reflecteert in de ogen waardoor het 

effect van rode ogen ontstaat. Indien u de rode-ogen functie gebruikt zal de flitser gedurende 

ongeveer 1 sec. enkele “voorflitsen” geven voordat de werkelijke opname wordt gemaakt. Dit zal het 

rode-ogen effect sterk doen afnemen. 

1. 

Druk op de MODE toets om de TTL of M mode te selecteren. 

2. 

Druk op de   +   of   –   toets tot dat het 

 symbool zichtbaar 

wordt op het LCD display. 

3. 

Stel scherp en controleer of het OK lampje brandt. 

Om de functie te annuleren dient u het 

 symbool uit te 

schakelen 

Оглавление