Karcher HDS 12/14-4 ST Eco – page 5

Manual for Karcher HDS 12/14-4 ST Eco

background image

     

1

Lees vóór het eerste gebruik van uw apparaat deze 

originele gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk en 

bewaar hem voor later gebruik of voor een latere eigenaar.

Voor de eerste inbedrijfstelling de veiligheidsaanwijzingen nr. 

5.956-309 beslist doorlezen!

Bij transportschade onmiddellijk de handelaar op de hoogte 

brengen.

Aanwijzingen betreffende de inhoudsstoffen (REACH)

Huidige informatie over de inhoudsstoffen vindt u onder: 

www.kaercher.com/REACH

Gevaar

Voor een onmiddellijk dreigend gevaar dat leidt tot ernstige en 

zelfs dodelijke lichamelijke letsels.

Waarschuwing

Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot 

ernstige en zelfs dodelijke lichamelijke letsels.

Voorzichtig

Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die kan leiden tot lichte li-

chamelijke letsels of materiële schade.

Hogedrukstralen kunnen gevaarlijk zijn wanneer on-

deskundigen het apparaat bedienen. U mag de straal 

mag niet richten op personen, dieren, onder stroom 

staande voorwerpen of de hogedrukreiniger zelf.

Overeenkomstige nationale voorschriften van de wetgever 

voor stralers van vloeistoffen in acht nemen.

Overeenkomstige nationale voorschriften van de wetgever in-

zake ongevallenpreventie in acht nemen. Stralers van vloei-

stoffen moeten regelmatig gecontroleerd worden en het 

resultaat van de controle moet schriftelijk vastgelegd worden.

De verwarmingseenheid van het apparaat is een stookinrich-

ting. Stookinrichtingen moeten regelmatig gecontroleerd wor-

den volgens de nationale voorschriften van de wetgever.

Bij het gebruik van de installatie in ruimten dient er voor een 

veilige afvoer van de uitlaatgassen te worden gezorgd (rook-

gasbuis zonder trekonderbreker). Bovendien moet er vol-

doende toevoer van frisse lucht zijn gewaarborgd.

Conform de geldige nationale bepalingen moet de hogedruk-

reiniger bij bedrijfsmatig gebruik eerst in gebruik genomen 

worden door een bevoegde persoon. KÄRCHER heeft die 

eerste inbedrijfstelling reeds voor u uitgevoerd en gedocu-

menteerd. De documentatie ervan kunt u aanvragen bij uw 

KÄRCHER-partner. Gelieve bij de documentatie-aanvraag 

het onderdelen- en fabrieksnummer van uw apparaat te ver-

melden.

Wij wijzen erop dat het apparaat conform de geldige nationale 

bepalingen regelmatig moet worden gecontroleerd door een 

bevoegde persoon. Gelieve u daartoe tot uw KÄRCHER-part-

ner te wenden.

Veiligheidsvoorschriften die bij de gebruikte reinigingsmidde-

len geleverd zijn (doorgaans op het verpakkingsetiket) in acht 

nemen.

Inhoudsopgave

Zorg voor het milieu  . . . . . .

NL  . .  1

Symbolen in de gebruiksaanwijzing

NL  . .  1

Symbolen op het toestel . . .

NL  . .  1

Algemene veiligheidsinstructies

NL  . .  1

Reglementair gebruik  . . . . .

NL  . .  2

Functie  . . . . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  2

Veiligheidsinrichtingen. . . . .

NL  . .  2

Apparaat-elementen . . . . . .

NL  . .  3

Inbedrijfstelling  . . . . . . . . . .

NL  . .  4

Bediening  . . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  4

Buitenwerkingstelling  . . . . .

NL  . .  6

Stillegging . . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  6

Opslag. . . . . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  6

Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  6

Technische gegevens . . . . .

NL  . .  7

Onderhoud  . . . . . . . . . . . . .

NL  . .  9

Hulp bij storingen  . . . . . . . .

NL  .  11

Toebehoren . . . . . . . . . . . . .

NL  .  13

Installatievoorschriften  . . . .

NL  .  14

EG-conformiteitsverklaring .

NL  .  18

Garantie  . . . . . . . . . . . . . . .

NL  .  18

Klantenservice. . . . . . . . . . .

NL  .  19

Periodieke controles . . . . . .

NL  .  20

Zorg voor het milieu

Het verpakkingsmateriaal is herbruikbaar. Deponeer 

het verpakkingsmateriaal niet bij het huishoudelijk af-

val, maar bied het aan voor hergebruik.

Onbruikbaar geworden apparaten bevatten waarde-

volle materialen die geschikt zijn voor hergebruik. Le-

ver de apparaten daarom in bij een inzamelpunt voor 

herbruikbare materialen. Batterijen, olie en dergelijke 

stoffen mogen niet in het milieu belanden. Verwijder 

overbodig geworden apparatuur daarom via geschik-

te inzamelpunten.

Gelieve motorolie, stookolie, diesel en benzine niet in het milieu 

te laten terechtkomen. Gelieve de bodem te beschermen en 

oude olie op milieuvriendelijke manier te verwijderen.

Kärcher-reinigingsmiddelen zijn afscheidingsvriendelijk (ASF). 

Dit betekent dat een olie-afscheider zijn werk naar behoren kan 

doen. Een lijst met aanbevolen reinigingsmiddelen is in het 

hoofdstuk „Toebehoren“ vermeld.

Symbolen in de gebruiksaanwijzing

Symbolen op het toestel

Verbrandingsgevaar! Waarschuwing voor hete 

componenten.

Algemene veiligheidsinstructies

81

NL

background image

     - 

2

Voordat het apparaat wordt geïnstalleerd dient er overleg plaats 

te vinden met de bevoegde en regionale schoorsteenveger.

Tijdens de installatie dient men zich aan de voorschriften van het 

bouwrecht, het nijverheidsrecht en de immissiebescherming te 

houden. Verwezen wordt met name op de volgende voorschrif-

ten, richtlijnen en normen:

Het apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden door een 

vakbedrijf dat de overeenkomstige nationale voorschriften in 

acht neemt.

Bij de elektrische installatie dient men zich aan de betreffende 

nationale voorschriften van de wetgever te houden.

Instellingen, onderhoudswerkzaamheden en herstellingen 

aan de brander mogen uitsluitend uitgevoerd worden door 

geschoolde Kärcher-klantenservicemonteurs.

Bij de planning van een schoorsteen moeten de lokaal gel-

dende richtlijnen in acht genomen worden.

De werkplaats is achter het bedieningpaneel. Meer werkplaatsen 

bevinden zich al naar gelang de opbouw van de installatie aan de 

optioneel aangesloten apparatuur (spuit-installaties), die aan de 

tappunten worden aangesloten.

Draag de juiste beschermende kleding en een veiligheidsbril 

ter bescherming tegen terugspattend water.

Het apparaat dient voor het verwijderen van vuil van oppervlak-

ken door middel van een vrij uittredende waterstraal. Het wordt 

vooral voor de reiniging van machines, voertuigen en fassaden 

toegepast.

Gevaar

Verwondingsgevaar! Bij het gebruik aan tankstations of andere 

gevaarlijke zones overeenkomstige veiligheidsvoorschriften in 

acht nemen.

Via de motorkoelslang en de vlottercontainer komt het koude 

water in de zuigkant van de hogedrukpomp. In de vlottercon-

tainer wordt onthardingsmiddel toegevoegd. De pomp trans-

porteert water en aangezogen reinigingsmiddel door de 

doorloopgeiser. Het reinigingsmiddelgehalte in het water kan 

door een doseerventiel worden ingesteld. De doorloopgeiser 

wordt door middel van een gasbrander verwarmd.

De hogedrukuitgang wordt op een in het gebouw aanwezig 

hogedruknet aangesloten. De handspuitlans wordt met een 

hogedrukslang op de tappunten van dit net aangesloten.

Veiligheidsinrichtingen dienen voor de bescherming van de ge-

bruiker en mogen niet buiten werking gezet of in hun functie om-

zeild worden.

De watertekortbeveiliging voorkomt dat de hogedrukpomp bij een 

tekort aan water inschakelt.

De watertekortbeveiliging voorkomt dat de brander bij een tekort 

aan water oververhit raakt. Alleen bij voldoende watertoevoer 

gaat de brander aan.

De drukschakelaar schakelt het apparaat bij het overschrijden 

van de werkdruk uit. De instelling mag niet worden veranderd.

Bij een storing van de drukschakelaar gaat het veiligheidsventiel 

open. Dit ventiel is vanuit de fabriek ingesteld en verzegeld. De 

instelling mag niet worden veranderd.

Bij een tekort aan brandstof of bij een storing van de brander 

schakelt de vlambewaking de brander uit. De controlelamp sto-

ring brander (E) gaat branden.

Als de brandermotor geblokkeerd is, treedt de overstroombevei-

ligingsschakelaar in werking. De motor van de hogedrukpomp is 

met een motorbeveiligingsschakelaar en een spoelveiligheids-

schakelaar beveiligd.

De uitlaatgasthermostaat wordt geactiveerd als de uitlaatgastem-

peratuur 300 °C overschrijdt. Het apparaat wordt uitgeschakeld.

Nadat het apparaat via het handspuitpistool is uitgezet, opent na 

het verstrijken van de bedrijfsgereedheidstijd een in het hoge-

druksysteem ingebouwde magneetklep, waardoor de druk ver-

mindert.

Voorschriften, richtlijnen en regels

Werkplaatsen

Persoonlijke bescherming

Bij het reinigen van geluidsversterkende onder-

delen dient men gehoorbescherming te dragen 

ter voorkoming van gehoorbeschadigingen.

Reglementair gebruik

Gelieve mineraaloliehoudend afvalwater niet in de grond, water-

lopen of rioleringen laten terechtkomen. Gelieve de motorreini-

ging en bodemreiniging daarom alleen op geschikte plaatsen 

met olieafscheider uit te voeren.

Functie

Veiligheidsinrichtingen

Watertekortbeveiliging vlotterhouder

Watertekortbeveiliging beveiligingsblok

Drukschakelaar

Veiligheidsklep

Vlambewaking

Overstroombeveiliging

Rookgasthermostaat

Drukontlasting hogedruksysteem

82

NL

background image

     

3

Afbeelding 1

1 Brander

2 Manometer

3 Toevoer vers water met filter

4 Hogedruk-uitgang

5 Brandstofleiding voorloop

6 Brandstofleiding terugloop

7 Reinigingsmiddel-zuigslang I

8 Reinigingsmiddel-zuigslang II (optie)

9 Onthardingsmiddel-reservoir

10 Elektrische toevoerleiding

11 Vlotterhouder

12 Bedieningsveld

Afbeelding 2

A Apparaatschakelaar

B Temperatuursinstelling

C Reinigingsmiddel-doseerventiel I 

D Reinigingsmiddel-doseerventiel II (optie)

E Controlelampje storing brander

F Controlelampje bedrijfsklaarheid

G Controlelampje oververhitting motor

H Controlelampje verkalkingsbeveiliging

I

Stop - ontgrendelingsknop brandermotor

Apparaat-elementen

6

5

7

8

3

4

9

11

10

1

12

2

Bedieningsveld

83

NL

background image

     - 

4

Gevaar

Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerleidingen, hogedrukslang 

en aansluitingen moeten in een perfecte toestand zijn. Indien de 

toestand niet perfect is, mag het apparaat niet gebruikt worden.

Aansluitwaarden zie Technische gegevens en typeplaatje.

De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een 

electricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.

De gebruiker moet het apparaat voor het juiste doel gebruiken. De 

gebruiker moet rekening houden met de plaatselijke omstandighe-

den en speciaal letten op personen die zich in de buurt bevinden.

Laat het apparaat niet zonder toezicht achter zolang het aan staat.

Gevaar

Gevaar voor verbranding door heet water! Richt de hogedruk-

straal niet op mensen of dieren.

Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de installatie! 

Bij gebruik met heet water mogen de niet-geïsoleerde buizen 

en slangen niet worden aangeraakt. Straalpijp alleen bij de 

greep rond de buis vasthouden. Raak de rookgasmof van de 

doorloopgeiser niet aan.

De reinigingsmiddelen levert gevaar voor vergiftiging of ver-

branding op! Neem de aanwijzingen op de reinigingsmidde-

len. Bewaar reinigingsmiddelen op een plaats waar 

onbevoegden niet bij kunnen.

Gevaar

Levensgevaar door elektrische schok! Richt de waterstraal niet 

op de volgende zaken:

Elektrische apparaten en installaties,

de hier beschreven installatie zelf,

alle stroomvoerende voorwerpen binnen het werkgebied.

Door de waterstraal uit de straalpijp ontstaat een terugslagkracht. 

Doordat de straalpijp gebogen is, treedt er een opwaartse kracht op.

Gevaar

Verwondingsgevaar! De terugslag van de straalpijp kan u uit 

uw evenwicht brengen. U kunt vallen. De straalpijp kan in het 

rond vliegen en personen verwonden. Kies een veilige plek 

en houd het pistool goed vast. Klem de hendel van het hand-

spuitpistool nooit vast.

Richt de straal niet op anderen of uzelf, teneinde kleding of 

schoenen te reinigen.

Verwondingsgevaar door wegvliegende onderdelen! Weg-

vliegende brokstukken of voorwerpen kunnen personen of 

dieren verwonden. Richt de waterstraal nooit op breekbare of 

losse voorwerpen.

Kans op ongelukken door beschadiging! Reinig wielen en 

ventielen met een minimale afstand van 30 cm.

Waarschuwing

Gevaar door gezondheidsschadelijke stoffen! Spuit de volgende 

materialen niet af, omdat gezondheidsschadelijke stoffen in de 

lucht kunnen worden  verspreid:

Asbesthoudende materialen,

Materialen, die mogelijk gezondheidsschadelijke stoffen be-

vatten.

Gevaar

Verwondingsgevaar door naar buiten komende, eventueel 

hete waterstraal! Alleen originele Kärcher-hogedrukslangen 

zijn optimaal op de installatie afgestemd. Als er andere slan-

gen worden gebruik zijn wij niet aansprakelijk.

Gezondheidsgevaar door reinigingsmiddel! Door eventueel 

bijgemengde reinigingsmiddelen heeft het door het apparaat 

afgegeven water geen drinkwaterkwaliteit.

Gevaar voor gehoorbeschadiging door het werken aan ge-

luidsversterkende onderdelen. Draag in dit geval gehoorbe-

scherming.

Gevaar

Verwondingsgevaar door naar buiten komende, eventueel hete 

waterstraal!

Gevaar

Controleer de hogedrukslang vóór ieder gebruik altijd op bescha-

digingen. Vervang een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk.

Controleer de hogedrukslang, de leidingen, armaturen en de 

straalpijp voor elk gebruik op beschadigingen.

Controleer of de slangkoppeling goed vast zit en niet lek is.

Voorzichtig

Gevaar voor beschadigingen door drooglopen.

Peil reinigingsmiddeltank controleren en indien nodig bijvul-

len.

Peil onthardingsvloeistof controleren en indien nodig bijvullen.

Apparaatschakelaar (A) op “0“ zetten.

Watertoevoer sluiten.

Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukvrij is.

Volumeregelklep in de richting van de wijzers van de klok 

draaien, bewerkstelligd een hogere werkdruk en een groter 

volume.

Volumeregelklep tegen de richting van de wijzers van de klok 

draaien, bewerkstelligd een lagere werkdruk en een lager vo-

lume.

Inbedrijfstelling

Stroomaansluiting

Bediening

Veiligheidsaanwijzingen

!

Klaarmaken voor bedrijf

Uitschakelen in noodgevallen

Werkdruk en volume instellen

Instelling op het apparaat.

R

84

NL

background image

     

5

Het naar rechts draaien van de watervolume-regelaar geeft 

meer water en een hogere werkdruk.

Het naar links draaien van de watervolume-regelaar geeft 

minder water en een lagere werkdruk.

Open de watertoevoer.

Symbool „Motor aan“

Trek aan de hendel van het handspuitpistool en zet de appa-

raatschakelaar (A) op „1“ (Motor aan).

Het controlelampje Klaar-voor-gebruik (F) geeft aan dat het 

apparaat bedrijfsklaar is.

Gevaar

Verbrandingsgevaar!

Voorzichtig

Werken met heet water zonder brandstof leidt tot beschadigingen 

aan de brandstofpomp. Zorg voor het werken met heet water dat 

de brandstoftoevoer voorhanden is.

De brander kan eventueel ook worden ingeschakeld.

Symbool „Brander aan“

Apparaatschakelaar (A) op “Brander aan“ zetten.

Gewenste watertemperatuur instellen op de temperatuurre-

gelaar (B). De maximale temperatuur is 98 °C.

Gevaar

Verbrandingsgevaar! Bij werktemperaturen boven 98 °C mag de 

werkdruk 3,2 MPa (32 bar) niet overschrijden.

Om van het gebruik met heet water over te stappen naar de 

stoomtrap moet men het apparaat op koud zetten en uitschake-

len. Het ombouwen gaat als volgt:

Hogedruksproeier vervangen door de stoomsproeier 

(toebehoren).

Stel de temperatuurregelaar op 150 °C in.

Stel de volumeregelklep van de hogedrukpomp in op minima-

le waterhoeveelheid (tegen de wijzers van de klok in draaien).

Stel de volumeregelklep van de hogedrukpomp in op maxi-

male waterhoeveelheid (met de wijzers van de klok mee 

draaien).

Watervolumeregelaar op het Easy-perspistool op minimale 

waterhoeveelheid instellen door deze naar links te draaien.

Als tijdens het gebruik de hendel van het handpistool wordt 

losgelaten, gaat het apparaat uit.

Als het pistool tijdens de regelbare stand-by-tijd weer wordt 

geopend (2-8 minuten), dan gaat het apparaat vanzelf weer 

aan.

Als men de stand-by-tijd laat verstrijken, schakelt de veilig-

heidstijdschakelaar de pomp en de brander uit. Het controle-

lampje Klaar-voor-gebruik (F) dooft.

Om het apparaat weer aan te zetten moet u de apparaatscha-

kelaar eerst op „0“ zetten en dan weer inschakelen. Als het 

apparaat met een afstandsbediening wordt bediend, kan men 

ook de betreffende schakelaar op de afstandsbediening ge-

bruiken om het apparaat weer aan te zetten.

Reinig banden van voertuigen uitsluitend met een vlakstraal-

sproeier (25°) en een minimale spuitafstand van 30 cm. Ban-

den mogen in geen geval met de rondstraler worden 

gereinigd.

Voor alle andere taken kunt u uit de volgende sproeiers kiezen:

Bij meer dan 20 m buizen of meer dan 2 x 10 m hogedrukslang 

NW 8 moeten de volgende sproeiers worden toegepast:

Instelling van het Easy-perspistool (optie)

Werken met koud water

Werken met heet water

Werken met stoom

Bestelnr.

Type

4.766-023

HDS 9/14

4.766-024

HDS 12/14

Zonder Easy-perspistool

Met Easy-perspistool (optie)

Gebruik stand-by functie

De juiste lans of sproeier kiezen

Vuil

Sproeier

Spuit-

hoek

Onder-

deelnr. 

6.415

Druk 

[MPa]

Terug-

slag [N]

HDS 9/14

hard

00060

-257

14

44

middel-

hard

25060

25°

-295

licht

40060

40°

-301

HDS 12/14

hard

00080

-150

14

55

middel-

hard

25080

25°

-152

licht

40080

40°

-153

Vuil

Sproeier

Spuit-

hoek

Onder-

deelnr. 

6.415

Druk 

[MPa]

Terug-

slag [N]

HDS 9/14

hard

0075

-419

10

37

middel-

hard

2575

25°

-421

licht

4075

40°

-422

HDS 12/14

hard

0010

-082

10

46

middel-

hard

2510

25°

-252

licht

4010

40°

-253

85

NL

background image

     - 

6

Reinigingsmiddelen maken het schoonmaken gemakkelijker. 

Ze worden uit een externe reinigingsmiddeltank aangezogen.

Het apparaat is in de basisuitvoering uitgerust met een do-

seerventiel (C). Een tweede doseervoorziening (doseerven-

tiel D) is als accessoire verkrijgbaar. Dan heeft u de 

mogelijkheid twee verschillende reinigingsmiddelen aan te 

zuigen.

De gedoseerde hoeveelheid wordt met de reinigingsmiddel-

doseerventielen (C of D) op het bedieningspaneel ingesteld. 

De ingestelde waarde komt overeen met het reinigingsmid-

delgehalte in procenten.

De buitenste schaal geldt bij het gebruik van onverdund reini-

gingsmiddel (100 % CHEM).

De binnenste schaal geldt bij het gebruik van 1+3 voorver-

dund reinigingsmiddel (25 % CHEM + 75% water).

De volgende tabel geeft het reinigingsmiddelverbruik voor de 

waarden op de buitenste schaal weer:

De exact gedoseerde hoeveelheid is afhankelijk van:

Viscositeit van het reinigingsmiddel

Zuighoogte

Stromingsweerstand van de hogedrukleiding

Als er een exacte dosering nodig is, dan moet de aangezogen 

hoeveelheid reinigingsmiddel worden gemeten (bijv. door aan-

zuigen uit een maatbeker).

Instructie:

 Aanbevelingen betreffende reinigingsmiddelen vindt 

u in het hoofdstuk „Accessoires“.

Voorzichtig

Door gebruik zonder onthardingsmiddel kan de doorloopgeiser 

verkalken.

Als het onthardingsmiddelreservoir leeg is, knippert het controle-

lampje Verkalkingsbeveiliging (H).

Afbeelding 1 - pos. 9

Onthardingsmiddelreservoir bijvullen met onthardingsvloei-

stof RM 110 (2.780-001).

Gevaar

Verbrandingsgevaar door heet water! Na de werking met heet 

water of stoom moet het apparaat ter afkoeling minstens twee mi-

nuten met koud water en met geopend pistool gebruikt worden.

Bij gebruik met heet water de temperatuurregelaar (B) op de 

laagste temperatuur zetten.

Apparaat tenminste 30 seconden lang zonder reinigingsmid-

del gebruiken.

Apparaatschakelaar (A) op “0“ zetten.

Watertoevoer sluiten.

Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukvrij is.

Handspuitpistool met veiligheidspal beveiligen tegen onbe-

doeld openen.

Bij langere werkonderbrekingen of als vorstvrije opslag niet mo-

gelijk is, dienen de volgende maatregelen te worden genomen 

(zie het hoofdstuk „Onderhoudsvoorschriften“,de paragraaf over 

„Vorstbeveiliging“ :

Water aflaten.

Apparaat met antivriesmiddel spoelen.

Hoofdschakelaar uitschakelen en borgen c.q. Cekon-stekker 

uittrekken.

Voorzichtig

Gevaar voor letsel en beschadiging! Het gewicht van het appa-

raat bij opbergen in acht nemen.

Voorzichtig

Gevaar voor letsels en beschadigingen! Houd bij het transport re-

kening met het gewicht van het apparaat.

Bij het transport in voertuigen moet het apparaat conform de 

geldige richtlijnen beveiligd worden tegen verschuiven en 

kantelen.

Doseren reinigingsmiddel

HDS 9/14

Stand

0,5

1

5

Hoeveelheid reinigingsmiddel [l/h]

14...15 22...24

50

Reinigingsmiddelconcentratie [%]

1,5

2,5

5

HDS 12/14

Stand

0,5

1

5

Hoeveelheid reinigingsmiddel [l/h]

10...13 23...27

60

Reinigingsmiddelconcentratie [%]

1

2

5

Ontharder bijvullen

Buitenwerkingstelling

Na het gebruik met reinigingsmiddel

Apparaat uitschakelen

Stillegging

Opslag

Vervoer

86

NL

background image

     

7

Technische gegevens

HDS 9/14

HDS 12/14

HDS 12/14

1.698-900

1.699-919

1.699-920

Capaciteit

Werkdruk water (met standaardsproeier)

MPa (bar)

14 (140)

14 (140)

14 (140)

Max. werkdruk stoomwerking (met stoomsproeier)

MPa (bar)

3,2 (32)

3,2 (32)

3,2 (32)

Onderdelen-nr. Stoomsproeier

--

4.766-023

4.766-024

4.766-024

Max. bedrijfsoverdruk (veiligheidsklep)

MPa (bar)

18,5 (185)

18,5 (185)

18,5 (185)

Opgepompte hoeveelheid water (traploos regelbaar)

l/h (l/min)

500-930

(8,3-15,5)

600-1200

(10-20)

600-1200

(10-20)

Volume stoomwerking

l/h (l/min)

470 (7,8)

600 (10)

600 (10)

Rijsnelheid (traploos regelbaar):

l/h (l/min)

0-50 (0-0,8)

0-60 (0-1)

0-60 (0-1)

Wateraansluiting

Toevoerhoeveelheid (min.)

l/h (l/min)

1100 (18,3)

1300 (21,7)

1300 (21,7)

Toevoerdruk (min.)

MPa (bar)

0,1 (1)

0,1 (1)

0,1 (1)

Toevoerdruk (max.)

MPa (bar)

0,6 (6)

0,6 (6)

0,6 (6)

Elektrische aansluiting

Stroomsoort

--

3N~

3N~

3N~

Frequentie

Hz

50

50

50

Spanning

V

400

400

230

Aansluitvermogen

kW

6,4

7,5

8,2

Elektrische afzekering (traag)

A

16

20

32

Beveiligingsklasse

--

IPX5

IPX5

IPX5

Beschermingsklasse

--

I

I

I

Maximum toegelaten netimpedantie

Ohm

(0,381+j 0,238)

--

--

Elektrische toevoerleiding

mm

2

5 x 2,5

5 x 2,5

5 x 4

Temperatuur

Toevoertemperatuur (max.)

°C

30

30

30

Max. werktemperatuur heet water

°C

98

98

98

Max. werktemperatuur bij gebruik met stoom

°C

155

155

155

Temperatuursverhoging bij max. waterdoorvoer

°C

56±2

54±2

54±2

Verwarmingscapaciteit bruto

kW

68

85

85

Verbruik brandstof

kg/h

5,8

7,1

7,1

Schoorsteentrek

kPa

0,01-0,04

0,01-0,04

0,01-0,04

Rookgasmassastroom - vollast

kg/h

124

155

155

Maten en gewichten

Lengte

mm

1124

1124

1124

Breedte

mm

558

558

558

Hoogte

mm

687

699

699

Typisch bedrijfsgewicht

kg

164,4

178,8

178,8

Bepaalde waarden conform EN 60355-2-79

Geluidsemissie

Geluidsdrukniveau L

pA

dB(A)

74

76

76

Onzekerheid K

pA

dB(A)

1

1

1

Hand-arm vibratiewaarde

Handspuitpistool

m/s

2

2,2

2,3

2,3

Staalbuis

m/s

2

1,8

2,1

2,1

Onzekerheid K

m/s

2

1,0

1,0

1,0

87

NL

background image

     - 

8

Maatblad

6

8

7

 / 6

9

9

505

558

1124

246

158

1060

47

141

61

77

46

200

300

1018±2

88

NL

background image

     

9

Gevaar

Verwondingsgevaar! Vóór alle onderhouds- en reparatiewerk-

zaamheden moet de hoofdschakelaar uitgeschakeld c.q. de Ce-

kon-stekker uitgetrokken worden.

Onderhoud

Onderhoudsschema

Tijdstip

Handeling

Betrokken component

Uitvoering

door wie

dagelijks

Handspuitpi-

stool controleren

Handspuitpistool

Controleer of het handspuitpistool lekvrij afsluit. 

Controleer of de beveiliging tegen onbedoeld ge-

bruik goed functioneert. Vervang defecte hand-

spuitpistolen.

Bediener

Controleer hoge-

drukslangen

Uitgangsleidingen, slangen 

naar de apparatuur

Inspecteer slangen op beschadiging. Vervang 

defecte slangen direct. Kans op ongelukken!

Bediener

Aansluitkabel 

met stekker con-

troleren

Elektrische aansluiting met 

stekker / contactdoos

Aansluitkabel met stekker controleren op be-

schadigingen. Laat beschadigde voedingskabels 

onmiddellijk vervangen door een bevoegde me-

dewerker van de technische dienst of een elek-

tro-vakman.

Bediener

Na 40 bedrijfsuren 

of wekelijks

Conditie van de 

olie controleren

Olietank van de pomp

Als de olie melkachtig is, dient het te worden ver-

vangen.

Bediener

Controleer de 

oliestand

Olietank van de pomp

Controleer het oliepeil in de pomp. Indien nodig 

olie (bestelnr. 6.288-016) bijvullen.

Bediener

Zeef reinigen

Zeef in de watertoegang

Zie paragraaf „Zeef reinigen“.

Bediener

maandelijks of na 

200 bedrijfsuren

Ontstekings-

elektroden reini-

gen en 

controleren

Ontstekingselektroden in het 

deksel van de doorloopgeiser

Brandstofleiding losdraaien, elektrodehouder uit-

bouwen en elektroden reinigen. Controleer de in-

stelling van de elektroden volgens de schets op 

de volgende pagina en stel indien nodig bij.

Ingewerkte 

bediener

Pomp controle-

ren

Hogedrukpomp

Inspecteer de pomp op lekkage. Contacteer de 

klantendienst bij meer dan 3 druppels per mi-

nuut.

Bediener

op afzettingen 

van binnen con-

troleren

gehele installatie

Zet de installatie met straalpijp zonder hogedruk-

spuit aan. Als de bedrijfsdruk op de manometer 

van het apparaat boven 3 MPa komt, moet de in-

stallatie worden ontkalkt. Dit geldt ook, als bij het 

gebruik zonder hogedrukleiding (water treedt bij 

de hogedrukuitlaat vrij uit) een bedrijfsdruk van 

meer dan 0,7–1 MPa wordt vastgesteld.

Voor ontkal-

king inge-

werkte 

bediener

Zeef reinigen

Zeef in watertekort-beveiliging Zie paragraaf „Zeef reinigen“.

Bediener

elke zes maanden 

of na 1000 be-

drijfsuren

Olieverversing

Hogedrukpomp

Olie aftappen. 1 l nieuwe olie (bestelnr. 6.288-

016) bijvullen. Controleer het vulpeil van de olie-

tank.

Bediener

controleren, rei-

nigen

gehele installatie

Visuele controle van de installatie, hogedrukaan-

sluiting op dichtheid controleren, overstroomven-

tiel op dichtheid controleren, hogedrukslang 

controleren, druktank controleren, brandstoffilter 

reinigen / vervangen, verwarmingsslang ontroe-

ten / ontkalken, ionisatie-elektrode reinigen / ver-

vangen, mondstuk brander reinigen / vervangen, 

brander instellen.

Klantenser-

vice

jaarlijks

Veiligheidscon-

trole

gehele installatie

Veiligheidscontrole volgens de overeenkomstige 

nationale wettelijke voorschriften voor vloeistof-

sproeiers uitvoeren.

Deskundige

Ten laatste alle 5 

jaar

Drukcontrole

gehele installatie

Drukcontrole uitvoeren conform de gegevens 

van de fabrikant.

Deskundige

89

NL

background image

     - 

10

Met het bevoegde Kärcher-verkoopkantoor kan een onderhouds-

contract voor het apparaat worden afgesloten.

Afbeelding 1 - pos. 3

Watertoevoer sluiten.

Watertoevoerslang van het apparaat afschroeven.

Zeef met een schroevendraaier uit de aansluiting schuiven.

Zeef reinigen

Plaats de onderdelen weer terug in omgekeerde volgorde.

Verwijder de afdekplaten.

Hoekstuk van het beveiligingsblok afschroeven.

Schroef M8x30 in de zeef draaien.

Schroef en zeef er met een tang uittrekken.

Zeef reinigen

Plaats de onderdelen weer terug in omgekeerde volgorde.

De ontstekingselektroden moeten ingesteld zijn volgens de vol-

gende gegevens:

Bij afzettingen in de buizen stijgt de stromingsweerstand, zodat 

de drukschakelaar kan reageren.

Gevaar

Explosiegevaar door brandbare gassen! Roken is tijdens het ont-

kalken verboden. Zorg voor goede ventilatie.

Gevaar

Gevaar van inbrandende zuren! Veiligheidsbril en veiligheids-

handschoenen dragen.

Voor de verwijdering mogen volgens wettelijke bepalingen uit-

sluitend goedgekeurde ketelsteen-oplosmiddelen met keurmerk 

worden gebruikt.

RM 100 (Best.-Nr. 6.287-008) zorgt dat kalksteen en eenvou-

dige verbindingen van kalksteen en wasmiddelafzettingen 

oplossen.

RM 101 (Best.-Nr. 6.287-013) lost afzettingen op die met RM 

100 niet verwijderd kunnen worden.

Vul een tank van 20 liter met 15 liter water.

Voeg één liter ketelsteen-oplosmiddel toe.

Sluit de waterslang direct op de pompkop aan en laat het vrije 

uiteinde in de tank hangen.

Steek de aangesloten straalpijp zonder sproeier in de tank.

Open het handspuitpistool en sluit het tijdens het ontkalken 

niet.

Apparaatschakelaar op „Brander aan“ schakelen, tot ca. 40 

°C zijn bereikt.

Zet het apparaat uit en laat het 20 minuten staan. Het hand-

spuitpistool moet geopend blijven.

Pomp het apparaat tenslotte leeg.

Tip:

 Wij raden aan ter bescherming tegen corrosie en voor de 

neutralisering van de zuurresten aansluitend een alkalische op-

lossing (bijv. RM 81) via het reinigingsmiddelreservoir door het 

apparaat te pompen.

Het apparaat moet in vorstvrije ruimtes worden geplaatst. Indien 

er gevaar voor vorst bestaat, bijv. bij installaties buiten, moet het 

apparaat leeg worden gemaakt en met anti-vriesmiddel worden 

doorgespoeld.

Watertoevoerslang en hogedrukslang losschroeven.

Apparaat max. 1 minuuut laten draaien tot de pomp en de lei-

dingen leeg zijn.

Toevoerleiding aan de bodem van de ketel afschroeven en 

heetwaterslang leeg laten lopen.

Instructie:

 Behandelingsvoorschriften van de fabrikant van het 

antivriesmiddel in acht nemen.

In de handel gebruikelijke antivries tot bovenaan in vlotter-

container vullen.

Opvangbak onder de hogedruk-uitgang zetten.

Zet het apparaat aan en laat het zolang lopen tot de waterte-

kortbeveiliging van de vlottercontainer aanspringt en het ap-

paraat uitzet.

Daardoor wordt ook een bepaalde corrosiebescherming bereikt.

Onderhoudscontract

Zeven reinigen

Zeef in watertoevoer

Zeef in watertekort-beveiliging

Instelling elektroden

A

B

C

a

HDS 9/14

4,5±0,5

3,5±0,5

3+0,5

60°

HDS 12/14

3,5±0,5

3,5±0,5

3+0,5

60°

2.

1.

A

B

C

a

Ontkalken

Uitvoering

Vorstbescherming

Water aflaten

Apparaat met antivriesmiddel spoelen

90

NL

background image

     

11

Gevaar

Verwondingsgevaar! Vóór alle onderhouds- en reparatiewerk-

zaamheden moet de hoofdschakelaar uitgeschakeld c.q. de Ce-

kon-stekker uitgetrokken worden.

*

Instructie

Installatie uit- en inschakelen om de branderstoring te ontgrende-

len.

**

Hulp bij storingen

Storing

Mogelijke oorzaak

Oplossing

door wie

Apparaat werkt niet, het con-

trolelampje Klaar-voor-ge-

bruik (F) brandt niet

Het apparaat heeft geen spanning. Controleer het elektriciteitsnet.

Electricien

Veiligheidstijdschakelaar werkt.

Schakel het apparaat kort met de apparaat-

schakelaar uit en daarna weer aan.

Bediener

Zekering in het besturingscircuit 

(F3) is doorgebrand Zekering be-

vindt zich in de besturingstrafo 

(T2).

Plaats een nieuwe zekering, zoek als deze 

weer doorbrand de reden voor de overbelas-

ting en hef deze op.

Klantenservice

Drukschakelaar HD (hoge druk) of 

ND (lage druk) defect.

Controleer de drukschakelaar.

Klantenservice

Timer module (A1) defect.

Controleer de aansluitingen en vervang in-

dien nodig.

Klantenservice

Uitlaatgasthermostaat (B8) is in 

werking getreden.

Installatie laten afkoelen. Uitlaatgasthermos-

taat (B8) ontgrendelen. Oorzaak van de sto-

ring oplossen.

Klantenservice

+ controlelampje oververhit-

ting motor (G) brandt

Thermosensor (WS) in de motor of 

overstroombeveiligingsschakelaar 

(F1) is aangesprongen.

Oorzaak van de overbelasting verhelpen.

Klantenservice

Watertekortbeveiliging in de vlot-

terhouder is aangesprongen.

Oorzaak van het tekort aan water verhelpen. Bediener

Brander ontsteekt niet of 

vlam gaat uit tijdens het be-

drijf

Temperatuurregelaar (B) is te laag 

ingesteld.

Temperatuurregelaar hoger zetten.

Bediener

Apparaatschakelaar staat niet op 

brander.

Zet brander aan.

Bediener

Watertekortbeveiliging van het be-

veiligingsblok is aangesprongen.

Zorg voor voldoende watertoevoer. Contro-

leer het apparaat op lekkages.

Bediener

Controlelamp storing bran-

der (E) gaat branden *

Brandstoftank leeg.

Brandstof bijvullen.

Bediener

Brandstoffilter verstopt.

Brandstoffilter reinigen, daartoe brandstoffil-

ter uitdraaien, reinigen en opnieuw indraaien.

Bediener

Fotocel vlambewaking verkeerd 

gericht of defect.

Controleren of de fotocel goed zit. **

Bediener

Geen ontstekingsvonk voorhanden 

(door kijkglas in deksel van de 

brander te zien).

Afstand van de elektroden van de ontste-

kingstransformator en de ontstekingskabel 

controleren. Zorg voor de juiste afstand of 

vervang defecte onderdelen. Indien nodig 

schoonmaken.

Klantenservice

Brandermotor is geblokkeerd.

Blokkering oplossen. Stop (I) op het bedie-

ningsgedeelte verwijderen en overstroombe-

veiligingsschakelaar ontgrendelen. Stop 

opnieuw plaatsen.

Klantenservice

Storing van de brandstofpomp of 

het brandstofmagneetventiel.

Deze delen controleren en defecte onderde-

len vervangen.

Bediener

91

NL

background image

     - 

12

Storing

Mogelijke oorzaak

Oplossing

door wie

De controlelamp Verkal-

kingsbeveiliging (H) brandt

Ontharder verbruikt.

Ontharder bijvullen.

Bediener

Onvoldoende of geen aan-

voer van reinigingsmiddel

Doseerventiel op stand „0“.

Doseerventiel reinigingsmiddel instellen.

Bediener

Reinigingsmiddelfilter verstopt of 

tank leeg.

Schoonmaken of bijvullen.

Bediener

Reinigingsmiddel-zuigslangen,  -

doseerventiel of -magneetklep on-

dicht of verstopt.

Controleren, reinigen

Bediener

Elektronica of magneetklep defect. Vervangen

Klantenservice

Het apparaat ontwikkelt on-

voldoende druk

Sproeier uitgespoeld.

Vervang de sproeier.

Bediener

Reinigingsmiddeltank leeg.

Vul reinigingsmiddel bij.

Bediener

Onvoldoende water.

Zorg voor voldoende watertoevoer.

Bediener

Zeef aan watertoevoer is verstopt. Controleer het filter, bouw het uit en reinig 

het.

Bediener

Reinigingsmiddeldoseerventiel 

lekt.

Controleer en dicht af.

Bediener

Reinigingsmiddelslangen lekken.

Vervangen

Bediener

Vlotterklep klemt.

Controleer de soepele werking.

Bediener

Veiligheidsventiel lekt.

Controleer de instelling, zonodig door nieuwe 

afdichting vervangen.

Klantenservice

Volumeregelklep lek of te laag in-

gesteld.

Controleer de onderdelen van het ventiel, 

vervang bij beschadiging, reinig bij verontrei-

niging.

Klantenservice

Magneetklep voor drukontlasting 

defect.

Vervang de magneetklep.

Klantenservice

Hogedrukpomp klopt, mano-

meter oscilleert sterk

Trillingsdemper defect.

Trillingsdemper vervangen.

Klantenservice

Waterpomp zuigt iets lucht aan.

Controleer het aanzuigsysteem en dicht lek-

ken.

Bediener

Het apparaat schakelt bij ge-

opend handspuitpistool 

voortdurend aan/uit

Sproeier in de straalpijp verstopt.

Controleren, reinigen

Bediener

Kalkaanslag in het apparaat.

Zie hoofdstuk „Ontkalken“.

Bediener

Schakelpunt van de overstromer is 

veranderd.

Overstromer opnieuw laten instellen.

Klantenservice

Zeef in watertekort-beveiliging ver-

stopt.

Controleer het filter, bouw het uit en reinig 

het.

Bediener

Het apparaat schakelt bij ge-

sloten handspuitpistool niet 

uit

Pomp is niet helemaal ontlucht.

Zet de apparaatschakelaar op „0“ en hand-

spuitpistool indrukken, tot er geen vloeistof 

meer uit de sproeier komt. Zet het apparaat 

dan weer aan. Herhaal deze procedure, tot 

de volledige bedrijfsdruk is bereikt.

Bediener

Veiligheidsventiel of afdichting vei-

ligheidsventiel defect.

Veiligheidsventiel of afdichting vervangen.

Klantenservice

92

NL

background image

     

13

Reinigingsmiddelen maken het schoonmaken gemakkelijker. De 

tabel geeft een overzicht van het assortiment reinigingsmiddelen. 

Voor het gebruik van de reinigingsmiddelen moeten de aanwij-

zingen op de verpakking worden gelezen.

* = alleen voor kortstondig gebruik, tweestapsmethode, met hel-

der water naspoelen

** = ASF = afscheidingsvriendelijk

*** = voor het voorsproeien is Foam-Star 2000 geschikt

Toebehoren

Reinigingsmiddel

Toepassingsgebied

Verontreiniging, soort toepas-

sing

Reinigingsmiddel

pH-waarde (ca.) van 

een oplossing van 1 % 

in leidingwater

Motorvoertuigbranche, 

tankstations, expeditie, 

wagenparken

Stof, straatvuil, minerale oliën (op 

gelakte oppervlakken)

RM 55 ASF **

8

RM 22/80-poeder ASF

12/10

RM 81 ASF

9

RM 803 ASF

10

RM 806 ASF

11

Conserveren voertuig

RM 42 koudwas voor hogedrukreiniger

8

RM 820-hete was ASF

7

RM 821-spuitwax ASF

6

RM 824-Superparelwas ASF

7

RM 44 gel-velgreiniger

9

Metaalverwerkende indu-

strie

Oliën, vetten, stof en dergelijke 

verontreinigingen

RM 22-poeder ASF

12

RM 55 ASF

8

RM 81 ASF

9

RM 803 ASF

10

RM 806 ASF

12

RM 31 ASF (zware verontreiniging)

12

RM 39-vloeibaar (beschermt tegen corrosie)

9

Levensmiddelenverwer-

kende bedrijven

Lichte tot middelzware verontreini-

ging, vetten/oliën, grote oppervlak-

ken

RM 55 ASF

8

RM 81 ASF

9

RM 882 schuimgel OSC

12

RM 58 ASF (schuimreinigingsmiddel)

9

RM 31 ASF *

12

Rookhars

RM 33 *

13

Reiniging en desinfectie

RM 732

9

Desinfectie

RM 735

7...8

Kalk, minerale afzettingen

RM 25 ASF *

2

RM 59 ASF (schuimreinigingsmiddel)

2

Sanitair ***

Kalk, urinesteen, zeepresten etc.

RM 25 ASF * (basisreiniging)

2

RM 59 ASF (schuimreinigingsmiddel)

2

RM 68 ASF

5

93

NL

background image

     - 

14

De verwarmingseenheid van het apparaat is een stookinrich-

ting. Bij de installatie dient men zich aan de ter plaatse gel-

dende normen te houden.

Gebruik uitsluitend goedgekeurde schoorstenen/rookafvoer-

leidingen.

Gevaar

Kans op brandwonden! Dat symbool moet aangebracht worden 

op elke ontneemplaats.

Bij de opstelling van een stookolietank in de opstellingsruimte 

van het apparaat moeten de voorschriften inzake opslag van 

brandbare vloeistoffen in acht genomen worden (te verkrijgen bij 

Carl Heymanns Verlag, Keulen, www.heymanns.com).

Bij het leggen van de brandstofleidingen moet onderstaand dia-

gram in acht genomen worden.

Er moet een dubbel systeem, voor- en terugloop, voorzien wor-

den.

Max. voordruk stookolie: 0,05 MPa (0,5 bar)

Max. onderdruk tussen stookoliefilter en pomp: 0,04 MPa (0,4 

bar)

Zuigbuislengte in m

Aanzuighoogte in m

Mogelijke zuigbuislengte bij buizen met NW 8

Elk apparaat moet op een eigen schoorsteen worden aange-

sloten.

De rookgasleiding moet volgens de plaatselijke voorschriften 

en in overleg met de verantwoordelijke meester schoorsteen-

veger worden uitgevoerd.

Wij raden aan een trekonderbreker in te bouwen tussen de instal-

latie en de haard.

Waarschuwing

Om de voorgeschreven verbrandingswaarde te bereiken moet de 

bij de technische gegevens vermelde schoorsteentrek worden 

aangehouden.

Voor de montage moet worden gecontroleerd of de wand wel 

voldoende draagkracht heeft. Het meegeleverde bevesti-

gingsmateriaal is geschikt voor beton. Voor holle bouwsteen, 

bakstenen en gasbetonwanden moeten geschikte pluggen 

en schroeven worden gebruikt, bijv. injectieankers (boorteke-

ning zie maatblad).

Afbeelding 3 - Pos. 19 en 23

Het apparaat mag niet star met het waterleiding- of het hoge-

drukbuizennet worden verbonden. De verbindingsslangen 

dienen absoluut te worden aangebracht.

Afbeelding 3 - A

Tussen het waterleidingnet en de verbindingsslang moet een 

afsluitkraan worden aangebracht.

Bij de montage van de hogedrukleidingen dient men zich aan de 

betreffende nationale voorschriften van de wetgever te houden.

De drukafname in de buisleiding moet onder 1,5 MPa liggen.

Als de buisleiding klaar is, moet deze met 28 MPa worden ge-

test.

De isolatie van de buisleiding moet bestand zijn tegen tempe-

raturen tot 155 °C.

Afbeelding 3 - pos. 20

De tanks moeten zo worden opgesteld dat het laagste peil van 

het reinigingsmiddel niet meer dan 1,5 m onder de bodem van 

het apparaat ligt en het hoogste peil niet boven de bodem van het 

apparaat ligt.

Afbeelding 3 - B en Pos. 19

Sluit de watertoevoer met een geschikte waterslang aan het 

waterleidingnet aan.

De capaciteit van de watertoevoer moet ten minste 1300 l/h 

bij ten minste 0,1 MPa bedragen.

De watertemperatuur moet onder 30 °C liggen.

Voorzichtig

De maximaal toegelaten netimpedantie aan het elektrische aan-

sluitpunt (zie Technische gegevens) mag niet overschreden wor-

den. In geval van onduidelijkheden in verband met de 

netimpedantie aan uw aansluitpunt neemt u best contact op met 

uw electriciteitsmaatschappij.

Instructie: 

Inschakelprocessen veroorzaken een kortstondige 

spanningsval. Bij ongunstige netomstandigheden kunnen andere 

apparaten beïnvloed worden.

Aansluitwaarden zie Technische gegevens en typeplaatje.

De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een 

electricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.

Stroomvoerende onderdelen, kabels en apparaten in het 

werkgebied moeten in goede staat en spuitwaterdicht zijn.

We adviseren wandcontactdozen met voorgeschakelde lek-

stroom-veiligheidsschakelaar (maximaal 30 mA nominale active-

rings-stroomsterkte) te gebruiken, ter vermijding van elektrische 

ongelukken.

Installatievoorschriften

Alleen voor bevoegd en deskundig personeel!

Algemeen

Bij werktemperaturen 

boven 100 °C, hoge-

druksproeier vervan-

gen door 

stoomsproeier.

Stookolietank

Brandstofleidingen

Rookgasbuis

!

Wand montage

Montage van de hogedrukleidingen

Reinigingsmiddeltanks plaatsen

Watertoevoer

Elektrische aansluiting

94

NL

background image

     

15

Elektrische aansluiting tot stand brengen.

Teneinde de stationaire hogedrukreiniger uit te kunnen schake-

len dient men een afsluitbare hoofdschakelaar (afbeelding 3 - 

pos. 6) op een ongevaarlijke plaats en goed toegankelijk aan te 

brengen.

De contactopeningsbreedte van de hoofdschakelaar moet mini-

mum 3 mm bedragen.

Cekon-stekker monteren op de aansluitkabel van het appa-

raat.

Cekon-stekker in de cotactdoos steken.

Voor het uitschakelen van de stationaire hogedrukreiniger moet 

de Cekon-stekker makkelijk toegankelijk zijn voor de netschei-

ding.

Knip voor het eerste gebruik de punt van het deksel van de 

olietank op de waterpomp af.

Gevaar

Explosiegevaar! Uitsluitend diesel of lichte stookolie vullen. On-

geschikte brandstoffen, zoals bijvoorbeeld benzine, mogen niet 

gebruikt worden.

Brandstoftank vullen.

Voorzichtig

Werken met heet water zonder brandstof leidt tot beschadigingen 

aan de brandstofpomp. Zorg voor het werken met heet water dat 

de brandstoftoevoer voorhanden is.

Afbeelding 3 - pos. 14

Hogedrukslang met handpuitpistool en straalpijp verbinden 

en op de hogedrukuitgang van het apparaat of op het hoge-

drukbuisleidingsysteem aansluiten.

Sproeiermond (b) met wartelmoer (a) aan de straalpijp (d) be-

vestigen. Let erop dat de afdichtingsring (c) schoon in de 

groef ligt.

Veer (c) van de dekselsteun (b) van het onthardingsmiddelre-

servoir (a) verwijderen.

Reservoir bijvullen met Kärcher-onthardingsvloeistof RM 110 

(2.780-001).

Gevaar

Gevaarlijke  elektrische spanning! Instelling mag alleen door een 

elektrotechnicus worden uitgevoerd.

Plaatselijke waterhardheid vaststellen:

via het plaatselijke waterleidingbedrijf,

met een testapparaat voor de waterhardheid (bestelnr. 6.768-

004).

Haal de kap van het apparaat.

Open de schakelkast bij het bedieningspaneel.

Draaipotentiometer (a) instellen op de waterhardheid. De juis-

te instelling vindt u in de tabel.

Bijvoorbeeld:

Stel voor een waterhardheid van 15 °dH scalawaarde 6 op de 

draaipotentiometer in. Hieruit volgt een pauzetijd van 31 secon-

den, d.w. z. alle 31 seconden gaat de magneetklep even open.

Vast geïnstalleerde elektrische aansluiting

Elektrische aansluiting met stekker / contactdoos

Eerste ingebruikneming

Maatregelen voor de inbedrijfname

a

b

c

d

Bescherming voor verkalking

Waterhardheid (°dH)

5

10

15

20

25

Schaal op de draaipotentio-

meter

8

7

6

5

4,5

Pauzetijd (seconden)

50

40

31

22

16

b

c

a

a

95

NL

background image

     - 

16

De standby-tijd wordt op de grotere printplaat aan de linker zij-

wand van de elektrische kast ingesteld.

De standby-tijd is vanuit de fabriek ingesteld op een minimale tijd 

van 2 minuten en kan tot een maximale tijd van 8 minuten worden 

verlengd.

De stand-by-tijd veranderen

8 7 6 5 4 3 2 1

S2

min.

max.

96

NL

background image

     

17

Afbeelding 3

Installatiemateriaal

1                 2    3    4    5    6      7              8        9      10              12          13

21           20            19    18    17    16      15    14

11b               11a

11d

11c

A

B     19a

24

11a

23

22

11b

1060 (1124)

~1050

600

Nr.

Installatiemateriaal

Bestelnr.

1

Kniekoppeling

6.386-356

2

Elleboog rookgasbuis 90°

7.234-605

Elleboog rookgasbuis 45°

7.234-604

3

Rookgasbuis

7.234-603

4

Trekonderbreker rookgasbuis HDS 9/14-4 4.656-080

Trekonderbreker rookgasbuis HDS 12/14-4 4.656-079

5

Warmte-isolatie

6.286-114

6

Hoofdschakelaar

6.631-455

7

Buisleidingenset, staal verzinkt

2.420-004

Buisleidingenset, roestvrij staal

2.420-006

8

Set onderdelen afstandsbediening

2.744-008

9

Onderdelenset NOT-AUS schakelaar

2.744-002

10

T-schroefverbinding

6.386-269

11a

Aansluitmof, messing

2.638-180

Aansluitmof, roestvrij staal

2.638-181

11b

Afsluitkraan NW 8, verzinkt staal

4.580-144

Afsluitkraan NW 8, roestvrij staal

4.580-163

11c

Vast snelkoppelingsonderdeel

6.463-025

11d

Los snelkoppelingsonderdeel

6.463-023

Nr.

Installatiemateriaal

Bestelnr.

12

Slanghouder

2.042-001

13

Slangtrommel

2.637-238

14

Hogedrukslang 10 m

6.388-083

15

Handspuitpistool Easypress

4.775-463

Draairegelaar HDS 9/14-4

4.775-470

Draairegelaar HDS 12/14-4

4.775-471

16

Straalpijphouder

2.042-002

17

Staalbuis

4.760-550

18

Sproeiermond HDS 9/14-4

2.883-402

Sproeiermond HDS 12/14-4

2.883-406

19

Waterslang

4.440-282

19a

Magneetklep watertoevoer

4.743-011

20

Reinigingsmiddeltank 60 l

5.070-078

21

Stookolietank 600 l

6.392-050

22

Onderdelenset wandconsole

2.053-005

Onderdelenset bodemframe

2.210-008

23

Hogedrukslang

6.389-028

24

Slangklem

6.373-374

97

NL

background image

     - 

18

Hierbij verklaren wij dat de hierna vermelde machine door haar 

ontwerp en bouwwijze en in de door ons in de handel gebrachte 

uitvoering voldoet aan de betreffende fundamentele veiligheids- 

en gezondheidseisen, zoals vermeld in de desbetreffende EG-

richtlijnen. Deze verklaring verliest haar geldigheid wanneer zon-

der overleg met ons veranderingen aan de machine worden aan-

gebracht.

5.957-054

De ondergetekenden handelen in opdracht en met volmacht van 

de bedrijfsleiding.

Gevolmachtigde voor de documentatie:

S. Reiser

Alfred Kärcher GmbH & Co. KG

Alfred Kärcher-Str. 28 - 40

71364 Winnenden (Germany)

Tel.: +49 7195 14-0

Fax: +49 7195 14-2212

Winnenden, 2014/02/01

In ieder land zijn de door ons bevoegde verkoopkantoor uitgege-

ven garantiebepalingen van toepassing. Eventuele storingen aan 

het apparaat worden binnen de garantieperiode gratis verholpen, 

voorzover deze veroorzaakt worden door een materiaal- of fabri-

cagefout.

EG-conformiteitsverklaring

Product:

Hogedrukreiniger met 

stoomfunctie

Type:

1.698-xxx

Type:

1.699-xxx

Van toepassing zijnde EG-richtlijnen

97/23/EG

2006/42/EG (+2009/127/EG) 

2004/108//EG

Categorie van de component

II

Gelijkvormigheidsprocedure

Module H

Heetwaterslang

Gelijkvormigheidsbeoordeling module H

Veiligheidsventiel

Gelijkvormigheidsbeoordeling Art. 3 Al. 3

Besturingsblok

Gelijkvormigheidsbeoordeling module H

Diverse buisleidingen

Gelijkvormigheidsbeoordeling Art. 3 Al. 3

Toegepaste geharmoniseerde normen

EN 55014–1: 2006+A1: 2009+A2: 2011

EN 55014–2: 1997+A1: 2001+A2: 2008

EN 60335–1

EN 60335–2–79

EN 61000–3–2: 2006+A1: 2009+A2: 2009

HDS 12/14:

EN 61000–3–3: 2008

HDS 9/14:

EN 61000–3–11: 2000

Toegepaste specificaties:

AD 2000 als aanvulling

TRD 801 als aanvulling

Naam van de benoemde instantie:

voor 97/23/EG

TÜV Rheinland Industrie Service GmbH

Am Grauen Stein

51105 Köln

Identificatienr. 0035

CEO

Head of Approbation

Garantie

98

NL

background image

     

19

Klantenservice

Soort installatie:

Fabrieksnr.:

In bedrijf genomen op:

Test uitgevoerd op:

Uitslag:

Handtekening 

Test uitgevoerd op:

Uitslag:

Handtekening 

Test uitgevoerd op:

Uitslag:

Handtekening 

Test uitgevoerd op:

Uitslag:

Handtekening 

99

NL

background image

     - 

20

Tip:

 De aanbevelingen voor de proeftermijn conform de op het 

moment geldende nationale eisen van het land waar het appa-

raat gebruikt wordt dienen in acht genomen te worden.

Periodieke controles

Controle uitgevoerd door:

Uitwendige controle

Inwendige controle

Stevigheidscontrole

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Naam

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

Handtekening van de be-

voegde persoon / datum

100

NL