Hach-Lange POLYMETRON 9500 Ultrapure pH_ORP Module User Manual – страница 7
Инструкция к Hach-Lange POLYMETRON 9500 Ultrapure pH_ORP Module User Manual
5. Wanneer optie operator ID in menu CAL OPTIONS op Ja is ingesteld, moet een gebruikers-ID
ingevoerd worden. Raadpleeg Kalibratieopties wijzigen op pagina 120.
6. Selecteer in scherm NEW SENSOR (nieuwe sensor) of de sensor al dan niet nieuw is:
Optie Beschrijving
JA De sensor is niet eerder met deze controller gekalibreerd. De bedrijfsdagen en eerder gemaakte
kalibratiegrafieken voor de sensor worden gereset.
NEE De sensor is eerder met deze controller gekalibreerd.
Impedantiemetingen (alleen voor pH-sensoren met glaselektrode)
Om de betrouwbaarheid van het pH-meetsysteem te verhogen, bepaalt de controller de impedantie
van de glaselektroden. Deze meting wordt elke minuut uitgevoerd. Tijdens de diagnose zal de pH-
meetwaarde vijf seconden gedeactiveerd zijn. Als er een storingsmelding verschijnt, raadpleeg dan
Foutenlijst op pagina 122 voor meer informatie.
Sensorimpedantiemeting activeren/deactiveren:
1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>DIAG/TEST>IMPED
STATUS (sensorinstellingen / selecteer sensor / diagnostiek/testen / impedantiestatus).
2. Selecteer ENABLED (ingeschakeld) of DISABLED (uitgeschakeld) en druk op enter.
Om zowel de daadwerkelijke als de refentiemeetwaarden voor sensorimpedantie te bekijken:
1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>DIAG/TEST>SENSOR
SIGNAL (sensorinstellingen / selecteer sensor / diagnostiek/testen / sensorsignaal).
Foutenopsporing
Intermitterende gegevens
Tijdens een kalibratie worden er geen gegevens naar het gegevenslog verstuurd; dit kan ertoe leiden
dat het gegevenslog gebieden bevat waar de gegevens intermitterend zijn.
Test de pH-sensor
Er zijn twee pH-buffers en een multimeter nodig.
1. Leg de sensor in een pH 7-bufferoplossing en wacht totdat de temperatuur van de sensor en de
buffer gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
2. Koppel de rode en witte draden los van de module.
3. Meet de weerstand tussen de rode en witte draden om de werking van het temperatuurelement te
verifiëren. Voor een temperatuurelement van een PT1000 moet de weerstand tussen 1090 en
1105 ohm liggen bij ca. 25 ºC. Voor een temperatuurelement van een PT100 moet de weerstand
ca. 109 ohm bedragen bij ca. 25 ºC. Als de temperatuurelement in orde is, kunnen de draden
opnieuw aangesloten worden op de module.
4. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>DIAG/TEST>SENSOR
SIGNAL (sensorinstellingen / selecteer sensor / diagnostiek/testen / sensorsignaal). Voor een
standaard pH-elektrode moet de aflezing tussen –50 en +50 mV liggen.
5. Spoel de sensor af met water en leg deze in een bufferoplossing met pH 4 of pH 10. Wacht todat
de temperatuur van de sensor en de buffer gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
6. Vergelijk de mV-waarde in de pH4- of pH 10-buffer met de meetwaarde van de pH 7-buffer. Voor
een standaard pH-elektrode moet de aflezing ca. 160 mV verschillen. Als het verschil kleiner is
dan 160 mV, neem dan contact op met de technische ondersteuning.
Nederlands
121
Menu voor tests en sensordiagnostiek
Het menu om te testen en voor sensordiagnostiek toont de huidige en historische informatie over het
instrument. Raadpleeg Tabel 3.
Druk voor toegang tot de sensordiagnostiek en het testmenu op toets menu en selecteer SENSOR
SETUP>[Select Sensor]>DIAG/TEST (instellingen sensor / selecteer sensor / diagnostiek/testen).
Tabel 3 Menu DIAG/TEST sensor
Optie Beschrijving
MODULE INFORMATIE Toont informatie over de sensormodule.
SENSORINFORMATIE Dit toont de naam en het serienummer dat door de
gebruiker is ingevuld.
CAL DAYS (kalibratiedagen) Dit toont het aantal dagen sinds de laatste kalibratie.
CAL HISTORY (historie kalibratie) Toont een lijst van alle kalibraties op
datum-/tijdstempel. Gebruik de pijltoetsen om een
kalibratie te selecteren en druk op enter om de
gegevens te bekijken.
RESET CAL HISTORY (historie kalibratie resetten) Reset de historie van de kalibratie voor de sensor
(wachtwoord voor onderhoud vereist). Alle voorgaande
kalibratiegegevens zijn verloren.
POLARISATIE Alleen voor conductiviteitscontactsensoren. Toont
informatie over de polarisatie van de elektrode, de
capacitantie van het snoer en de tijd tot de volgende
meting.
IMPED STATUS (status impedantie) Alleen voor pH-sensoren—impedantiemetingen in- of
uitschakelen.
SENSORSIGNALEN Toont de signaalinformatie van de huidige sensor.
SENSOR DAYS (sensordagen) Dit toont het aantal dagen dat de sensor in werking is.
RESET SENSOR (sensor resetten) Reset het aantal dagen dat de sensor in werking is
geweest en reset alle kalibratiegegevens naar de
standaardwaarden.
Foutenlijst
Fouten kunnen optreden door verschillende oorzaken. Een foutpictogram bestaat uit een
uitroepteken binnen een cirkel. Wanneer zich een fout voordoet, knipperen afwisselend een
pictogram van de foutmelding en het metingenscherm in het hoofdscherm. Alle uitgangssignalen
worden opgeslagen wanneer dit is aangegeven in het menu van de controller. Druk op toets menu
en selecteer DIAGNOSTICS (diagnostiek) om fouten te bekijken. Selecteer hierna een apparaat om
problemen die aan dat apparaat gekoppeld zijn, te bekijken.
Een lijst van mogelijke fouten wordt getoond in Tabel 4.
Tabel 4 Foutenlijst voor pH- en ORP-sensoren
Foutmelding Beschrijving Oplossing
ADC FAILURE (ADC-fout) De conversie van analoog naar
Zet de controller uit en daarna weer
digitaal is mislukt
aan. Bel de technische
ondersteuning.
DEZELFDE BUFFER De buffers voor 2-punts
Zorg ervoor dat de twee buffers die
bufferkalibratie hebben dezelfde
gebruikt worden voor kalibratie,
waarde
verschillend zijn.
SENSOR ONTBREEKT De sensor ontbreekt of is
Controleer de bedrading en de
losgekoppeld
aansluitingen voor de sensor en de
module.
122 Nederlands
Tabel 4 Foutenlijst voor pH- en ORP-sensoren (vervolg)
Foutmelding Beschrijving Oplossing
TEMP ONTBREEKT De temperatuursensor ontbreekt Controleer de bedrading voor de
temperatuursensor. Zorg ervoor dat
het juiste temperatuurelement is
geselecteerd.
GLASS IMP LOW De glazen lamp is gebroken of heeft
Vervang de sensor. Bel de
het einde van zijn levensduur
technische ondersteuning.
bereikt
Waarschuwingslijst
Een waarschuwingspictogram bestaat uit een uitroepteken binnen een driehoek. Er verschijnen
rechts in de hoofdweergave, onder de meetwaarde, pictogrammen met waarschuwingen. Een
waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en uitgangen. Druk op toets menu
en selecteer DIAGNOSTICS (diagnostiek) om waarschuwingen te bekijken. Selecteer hierna een
apparaat om problemen die aan dat apparaat gekoppeld zijn, te bekijken. Er wordt geen pictogram
met een waarschuwing meer weergegeven als alle problemen verholpen of bevestigd zijn.
Een lijst van mogelijke waarschuwingen wordt getoond inTabel 5.
Tabel 5 Waarschuwingenlijst voor pH- en ORP-sensoren
Waarschuwing Beschrijving Oplossing
PH TE HOOG De gemeten pH is > 14 Kalibreer of vervang de sensor.
ORP TE HOOG De gemeten ORP-waarde is >
2100 mV
PH TE LAAG De gemeten pH is < 0 Kalibreer of vervang de sensor.
ORP TE LAAG De gemeten ORP-waarde is
< –2100 mV
OFFSET TE HOOG De offset is > 8 (pH) of 200 mV
Volg de onderhoudsprocedures
(ORP)
voor de sensor en herhaal daarna
de kalibratie.
OFFSET TE LAAG De offset is < 6 (pH) of –200 mV
(ORP)
SLOPE TOO HIGH (hellingsgraad
De hellingsgraad is >
Herhaal de kalibratie met een verse
te groot)
60 (pH)/1,3 (ORP)
buffer of monster.
SLOPE TOO LOW (hellingsgraad te
De hellingsgraad is >
Reinig de sensor en herhaal de
klein)
54 (pH)/0,7 (ORP)
kalibratie.
TEMP TE HOOG De gemeten temperatuur is >
Zorg ervoor dat de sensor voor het
100 °C
juiste temperatuurelement
geconfigureerd is.
TEMP TE LAAG De gemeten temperatuur is < 0 °C
CAL OVERDUE (kalibratie te laat) De Cal Reminder time (tijd voor
Kalibreer de sensor.
herinnering kalibratie) is verstreken
NIET GEKALIBREERD De sensor is niet gekalibreerd. Kalibreer de sensor.
SENSOR VERVANGEN De sensor is langer dan 365 dagen
Vervang de sensor.
in gebruik
CAL IN PROGRESS (kalibratie
Een kalibratie was gestart, maar
Keer terug naar kalibratie.
wordt uitgevoerd)
nog niet voltooid
Nederlands 123
Tabel 5 Waarschuwingenlijst voor pH- en ORP-sensoren (vervolg)
Waarschuwing Beschrijving Oplossing
UITVOER IN WACHTSTAND Tijdens de kalibratie werd de uitvoer
De uitvoer wordt actief na de
voor een geselecteerde tijd in de
geselecteerde tijdsperiode.
wachtstand gezet.
FLASHFOUT Extern flashgeheugen mislukt Neem contact op met de technische
ondersteuningsafdeling.
124 Nederlands
Specyfikacje
Dane techniczne mogą zostać zmienione bez wcześniejszego zawiadomienia.
Czujniki pH/ORP
8350.3 8350.4 8350.5 8351
Pomiar
Pomiary
pH w próbkach
Zastosowanie
pH w wysokich
Pomiary pH ścieków Pomiary ORP
zawierających kwas
temperaturach
fluorowodorowy
PPS (polisiarczek
PPS (polisiarczek
PPS (polisiarczek
Materiał
CPVC
fenylenu)
fenylenu)
fenylenu)
Zakres pomiarowy 0—12 pH 0—14 pH 0—12 pH ± 1500 mV
Maksymalna
110°C 110°C 80°C 110°C
temperatura
Ciśnienie
10 barów 10 barów 10 barów 10 barów
maksymalne
Powtarzalność
< 0.05 pH < 0.05 pH < 0.05 pH < 0.05 pH
(tygodniowa)
Przesunięcie (offset)
± 0.34 pH ± 0.34 pH ± 0.34 pH Nie dotyczy
przy pH 7
Nachylenie krzywej
56—61 mV/pH 56—61 mV/pH 56—61 mV/pH Nie dotyczy
(slope)
Impedancja
odniesienia przy
poniżej 50 kiloomów poniżej 50 kiloomów poniżej 50 kiloomów poniżej 50 kiloomów
25°C
Impedancja szkła
100—150 Mohm 150—500 Mohm 50—250 Mohm Nie dotyczy
przy 25°C
8362 8417
Pomiar pH w zakładach
Pomiar pH w czystej lub ultra
Zastosowanie
przemysłowych i oczyszczalniach
czystej wody
ścieków
Szklana membrana, złącze
Materiał Stal nierdzewna 316L
ceramiczne
Zakres pomiarowy 2 - 12 pH 0—14 pH
Maksymalna temperatura 80°C 110°C
16 bar @ 25°C;
Ciśnienie maksymalne
10 bar @ 25°C
6 bar @ 100°C
Powtarzalność (24 godziny) < 0,01 pH 0.02pH
6
Impedancja wejściowa > 10
Mohm 100 Mohm
Czujniki elektrody antymonowej
8346 / 8347
Zastosowanie Pomiar pH lub potencjału redoks
Materiał Polipropylen
Polski 125
8346 / 8347
80°C (pomiar pH z użyciem 8346)
Maksymalna temperatura
120°C (pomiar pH z użyciem 8347)
50°C (pomiar potencjału redoks)
Ciśnienie próbki Atmosferyczne
Ciśnienie maksymalne 5 barów
Głębokość zanurzenia 500, 1000 i 1500 mm
Osłona IP54
Pojemność pojemnika na elektrolit 0,5 litra
Prędkość bloku czyszczącego 10 obr./min
Napięcie zasilania 24V, 110V lub 220V (50—60 Hz)
Napięcie wyjściowe 24V (50-60 Hz)
Pobór mocy 5 VA
Ogólne informacje
W żadnym przypadku producent nie ponosi odpowiedzialności za bezpośrednie, pośrednie,
specjalne, przypadkowe lub wtórne szkody wynikające z błędu lub pominięcia w niniejszej instrukcji
obsługi. Producent zastrzega sobie prawo do dokonania zmian w niniejszej instrukcji obsługi
i w produkcie, której dotyczy w dowolnym momencie, bez powiadomienia lub zobowiązania.
Na stronie internetowej producenta można znaleźć poprawione wydania.
Informacje dotyczące bezpieczeństwa
P O W I A D O M I E N I E
Producent nie ponosi odpowiedzialności za ewentualne szkody wynikłe z niewłaściwego stosowania albo
użytkowania tego produktu, w tym, bez ograniczeń szkody bezpośrednie, przypadkowe i wtórne, oraz wyklucza
takie odszkodowanie w pełnym zakresie dozwolonym przez obowiązujące prawo. Użytkownik jest wyłącznie
odpowiedzialny za zidentyfikowanie krytycznych zagrożeń aplikacji i zainstalowanie odpowiednich mechanizmów
ochronnych procesów podczas ewentualnej awarii sprzętu.
Prosimy przeczytać całą niniejszą instrukcję obsługi przed rozpakowaniem, ustawieniem lub obsługą
tego urządzenia. Należy zwrócić uwagę na wszystkie uwagi dotyczące niebezpieczeństwa i kroków
zapobiegawczych. Niezastosowanie się do tego może spowodować poważne obrażenia
obsługującego lub uszkodzenia urządzenia.
Należy upewnić się, czy systemy zabezpieczające wbudowane w urządzenie pracują prawidłowo.
Nie używać ani nie instalować tego urządzenia w inny sposób, aniżeli podany w niniejszej instrukcji.
Korzystanie z informacji o zagrożeniach
N I E B E Z P I E C Z E Ń S T W O
Wskazuje potencjalnie lub bezpośrednio niebezpieczną sytuację, która – jeśli się jej nie uniknie – doprowadzi
do śmierci lub poważnych obrażeń.
O S T R Z E Ż E N I E
Wskazuje na potencjalną lub bezpośrednią niebezpieczną sytuację, która, jeżeli się jej nie uniknie, może
doprowadzić do śmierci lub ciężkich obrażeń.
U W A G A
Wskazuje na potencjalnie niebezpieczną sytuację, która może doprowadzić do mniejszych lub średnich obrażeń.
126 Polski
P O W I A D O M I E N I E
Wskazuje sytuację, która – jeśli się jej nie uniknie – może doprowadzić do uszkodzenia urządzenia. Informacja,
która wymaga specjalnego podkreślenia.
Etykietki ostrzegawcze
Przeczytać wszystkie etykiety i oznaczenia znajdujące się na produkcie. Nieprzestrzeganie zaleceń
może spowodować obrażenia ciała lub uszkodzenie urządzenia. Symbol umieszczony na urządzeniu
jest zamieszczony w podręczniku i opatrzony informacją o należytych środkach ostrożności.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na urządzeniu, sygnalizuje potencjalne zagrożenie, które może
spowodować poważne obrażenia ciała oraz/lub śmierć. Użytkownik musi przeczytać dokumentację
urządzenia, aby zapoznać się z instrukcjami dotyczącymi obsługi oraz bezpieczeństwa użytkowania
urządzenia.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na obudowie lub zabezpieczeniu urządzenia, sygnalizuje,
że występuje ryzyko porażenia prądem oraz/lub śmiertelnego porażenia prądem oraz informuje,
że jedynie osoby wykwalifikowane do pracy z niebezpiecznym napięciem mogą otwierać obudowę
lub zdejmować zabezpieczenie.
Ten symbol, jeśli jest zamieszczony na produkcie, sygnalizuje obecność urządzeń wrażliwych
na wyładowania elektrostatyczne i nakazuje zachowanie środków ostrożności, aby nie dopuścić
do uszkodzenia urządzenia.
Urządzenia elektryczne oznaczone tym symbolem nie mogą być utylizowane w ramach
europejskich programów gromadzenia odpadów publicznych. Zgodnie z europejskimi lokalnymi
oraz krajowymi przepisami, użytkownicy urządzeń elektrycznych z Europy muszą obecnie
nieodpłatnie zwracać stare lub zużyte urządzenia do producenta w celu przeprowadzenia utylizacji.
Uwaga: Aby zwrócić urządzenie do recyclingu, prosimy skontaktować się z producentem sprzętu lub jego dostawcą
odnośnie instrukcji w jaki sposób zwrócić zużyty sprzęt, akcesoria elektryczne dostarczone przez producenta oraz
wszystkie inne przedmioty pomocnicze w celach utylizacji.
Produkt oznaczony tym symbolem zawiera toksyczne lub niebezpieczne substancje/elementy.
Liczba wewnątrz symbolu oznacza okres eksploatacyjny zgodnie z wymogami ochrony środowiska
(EPUP).
Krótki opis produktu
Moduł zainstalowany w kontrolerze sc200 lub Polymetron 9500 umożliwia podłączenie czujnika
analogowego do kontrolera.
Instalacja
O S T R Z E Ż E N I E
Wiele zagrożeń. Tylko wykwalifikowany personel powinien przeprowadzać prace opisane w tym rozdziale
niniejszego dokumentu.
Podłącz czujnik do modułu
O S T R Z E Ż E N I E
Potencjalne niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Przed wykonaniem podłączeń
elektrycznych należy zawsze odłączyć kontroler od źródła zasilania.
O S T R Z E Ż E N I E
Niebezpieczeństwo śmiertelnego porażenia prądem elektrycznym. Wysokonapięciowe okablowanie sterownika
jest układane za osłoną wysokiego napięcia w obudowie sterownika. Osłona musi pozostać na miejscu, chyba
że instalowany jest moduł lub przewody do zasilania, przekaźników lub karty analogowe i sieciowe podłącza
wykwalifikowany instalator.
Polski 127
P O W I A D O M I E N I E
Potencjalne uszkodzenie urządzenia. Elektryczność statyczna może doprowadzić do uszkodzenia delikatnych
wewnętrznych komponentów elektronicznych, powodując gorsze działanie urządzenia lub ewentualne jego
uszkodzenie.
Przy instalacji modułu i podłączaniu czujnika należy zapoznać się z poniższymi tabelami
z oznaczeniami przewodów i instrukcjami obrazkowymi.
Upewnij się, aby podłączyć wszystkie przewody uziemiające/odgromowe do wkrętów uziemiających
obudowy.
Uwaga: Jeśli przewód czujnika jest zbyt krótki i nie sięga kontrolera, należy go przedłużyć przy użyciu przewodu
sprzęgającego (model 370=506=025) i przedwzmacniacza (model 08350=A=8000).
Tabela 1 okablowanie czujników pH i ORP
Zacisk Opis 8350/8351 8362 8417
8-stykowy
1 Wzorzec Czarny Zielony Biała
(J5)
2 Uziemienie
Przewód
Przewód
Przewód
roztworu
połączeniowy
połączeniowy
połączeniowy
1-2 na J5
1-2 na J5
1-2 na J5
3 — — — —
4 — — — —
5 — — — —
6 Temp - Biały Biały Biały
7 Temp + Czerwony Brązowy Brązowy
8 — — — —
2-stykowy
1 Aktywny Przezroczysty Przezroczysty Zielony
(J4)
2 — — — —
Tabela 2 Okablowanie czujnika elektrody antymonowej
Zacisk Opis 8346/8347
8-stykowy (J5) 1 Wzorzec Czarny
2 Uziemienie roztworu Przewód połączeniowy
1-2 na J5
3 — —
4 — —
5 — —
6 Temp - Biała
7 Temp + Fioletowy
8 — —
2-stykowy (J4) 1 Aktywny Czerwony
2 — —
W 3 kroku następującej sekwencji działań, należy ustawić przełącznik w następujący sposób:
128
Polski
Ustawienia przełącznika Opis
Ustawienie 2 Czujnik kombinowany pH
Ustawienie 3 Czujnik zbiorowy
Ustawienie 6 Czujnik elektrody antymonowej
Ustawienie 7 Zdefiniowane przez użytkownika
Polski 129
130 Polski
Polski 131
Użytkowanie
Wskazówki dotyczące użytkowania urządzenia
U W A G A
Zagrożenie obrażeniami ciała. Możliwość pęknięcia szklanej bańki lub trzonka czujnika. Z czujnikiem należy
obchodzić się ostrożnie.
• Przed umieszczeniem czujnika w cieczy procesowej zdejmij nasadkę ochronną.
• Kiedy czujnik znajduje się poza procesem przez czas dłuższy od 1 godziny, należy napełnić
nasadkę ochronną buforem pH 4 (zalecane) albo wodą z kranu i umieścić nasadkę na czujniku.
Tę czynność należy powtarzać do 2–4 tygodnie w przypadku dłuższego przechowywania.
Nawigacja
W celu uzyskania informacji na temat klawiatury kontrolera i jej nawigacji należy zapoznać się
z rozdziałem Interfejs użytkownika i nawigacja w dokumentacji kontrolera.
Konfiguracja czujnika
Aby wprowadzić informacje identyfikacyjne czujnika i zmienić opcje obsługi i przechowywania
danych należy użyć menu CONFIGURE.
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CONFIGURE.
2. Użyj klawiszy strzałek, aby wybrać opcje i naciśnij klawisz enter. Aby wprowadzić cyfry, litery lub
znaki, naciśnij i przytrzymaj klawisz strzałki w górę lub w dół. Wciśnij prawy klawisz strzałki, aby
przejść do następnej pozycji.
Opcja Opis
EDIT NAME (EDYTUJ
Zmienia nazwę czujnika, wyświetlaną na górze ekranu pomiarowego. Nazwa
NAZWĘ)
nie może być dłuższa niż 10 znaków i może stanowić dowolną kombinację liter,
cyfr, odstępów i znaków interpunkcyjnych.
SENSOR S/N (NR SER.
Umożliwia wprowadzenie numeru seryjnego czujnika. Numer może zawierać
CZUJNIKA)
do 16 znaków i stanowi dowolną kombinację liter, cyfr, spacji i znaków
interpunkcyjnych.
DISPLAY FORMAT
Jedynie dla czujników pH - zmienia liczbę miejsc po przecinku, które
(RODZ. WYŚWIETL.)
są wyświetlane na ekranie pomiarowym.
TEMP UNITS (JEDNOST.
Służy do wybrania jednostek temperatury °C (domyślnie) lub °F
TEMP.)
TEMP ELEMENT
czujniki pH - Ustawia elementy termoczułe dla PT100 lub PT1000 w celu
(ELEMENT TEMP.)
automatycznej kompensacji temperatury. Jeżeli żaden element nie jest
używany, typ można ustawić ręcznie i wprowadzić wartość dla kompensacji
temperatury. Czujniki ORP - kompensacja temperatury nie jest używana.
Można podłączyć element termoczuły w celu dokonywania pomiaru
temperatury.
FILTER (FILTR) Umożliwia ustawienie stałej czasowej celem zwiększenia stabilności sygnału.
Stała czasowa służy do obliczania średniej wartości w określonym czasie -
od 0 (brak efektu) do 60 sekund (średnia wartość sygnału dla okresu
60 sekund). Filtrowanie wydłuża czas reakcji sygnału czujnika na rzeczywiste
zmiany w procesie.
132 Polski
Opcja Opis
TEMP COMPENSATION
Jedynie dla czujników pH - dodaje korekcję zależną od temperatury do wartości
(KOMPENSACJA T)
mierzonej:
• NERNST - Kompensacja liniowa (0,1984 mV/°C)
• ULTRA PURE WATER - Kompensacja według krzywej wody ultra czystej
• MATRIX 1 - Kompensacja według krzywej siarczanu (4,48 mg/L siarczanu
odpowiada wartości pH 4,0 w temperaturze 25°C)
• MATRIX 2 - Kompensacja według krzywej amoniaku/hydrazyny (0,272 mg/L
amoniaku + 20 μg/L hydrazyny odpowiada pH 9,0 w temperaturze 25°C)
• MATRIX 3 - Kompensacja według krzywej amoniaku/morfoliny/hydrazyny
(1,832 mg/L amoniaku + 10 mg/L morfoliny + 50 μg/L hydrazyny odpowiada
pH 9,0 w temperaturze 25°C)
• MATRIX 4 - Kompensacja według krzywej fosforanowej (3 mg/L fosforanów
+ 0,3 mg/L amoniaku)
• USER DEFINED - Ustaw wartość nachylenia liniowego
Uwaga: Powyższe standardy są ważne tylko w temperaturze
nieprzekraczającej 50°C.
SET ISO POINT (USTAW
Tylko dla czujników zdefiniowanych przez użytkownika. Dla większości
PUNKT
czujników wartość punktu izoelektrycznego wynosi 7,00 pH (domyślnie), jednak
IZOELEKTRYCZNY)
czujniki używane do specjalnych zastosowań mogą mieć inne wartości punktu
izoelektrycznego. Ustaw wartości nachylenia, pH i punktu izoelektrycznego dla
czujnika zdefiniowanego przez użytkownika.
P O W I A D O M I E N I E
Tablica pomiarowa jest ograniczona do pomiarów ± 1000 mV. Jeśli
wprowadzone wartości nachylenia, pH i punktu izoelektrycznego powodują
przekroczenie powyższej wartości w wyniku pomiaru, wyświetlacz pokaże
ciąg znaków + lub - jako wartość zmierzoną w celu wskazania pomiaru
przekraczającego limit (odpowiednio pomiar zbyt wysoki lub niski).
LOG SETUP
Umożliwia określenie interwału czasu przechowywania danych w rejestrze: 5,
(USTAWIENIE
30 sekund, 1, 2, 5, 10, 15 (domyślnie), 30, 60 minut.
REJESTRU)
RESET DEFAULTS
Przywraca domyślne wartości ustawień w menu konfiguracji. Wszystkie
(PRZYWRÓĆ
informacje czujnika zostaną utracone.
DOMYŚLNE)
Kalibracja czujnika
Informacje o kalibrowaniu czujnika
Właściwości czujnika ulegają powolnym zmianom, co powoduje spadek dokładności pomiaru.
Okresowe wykonywanie kalibracji jest konieczne dla zachowania właściwej dokładności czujnika.
Częstotliwość wykonywania kalibracji zależy od zastosowania urządzenia i najlepiej ustalić
ją na podstawie własnego doświadczenia.
Kalibracja dopasowuje odczyt czujnika do wartości jednego lub większej liczby roztworów
referencyjnych. Dla czujników pH element termoczuły jest stosowany w celu zapewnienia,
że pomiary pH są automatycznie dopasowywane do temperatury 25°C dla zmian temperatury, które
wpływają na elektrody aktywne i referencyjne. Klient może wykonać tę korekcję ręcznie, jeśli
temperatura procesu jest stała.
Progi nachylenia i odchylenia kalibracji
Kalibracja nie powiedzie się jeśli nowa wartość nachylenia wynosi < -20% lub >10% pierwotnej
wartości nachylenia lub jeśli nowa wartość odchylenia wynosi ± 3 pH pierwotnej wartości odchlenia.
Kalibracja zakończy się powodzeniem, jeśli nowe wartości nachylenia i odchylenia będą
w powyższych przedziałach. Jednak jeśli nowa wartość nachylenia wynosi < -10% lub >5%
pierwotnej wartości nachylenia lub jeśli nowa wartość odchylenia wynosi ± 2 pH pierwotnej wartości
odchylenia, zostanie wygenerowane ostrzeżenie i na ekranie pomiarowym wyświetli się ikona
Polski
133
ostrzeżenia. Aby usunąć ikonę ostrzeżenia z wyświetlacza, naciśnij przycisk enter, wybierz czujnik
i potwierdź otrzymanie ostrzeżenia.
Procedura kalibracji pH
Czujniki mogą być kalibrowane w 1 lub 2 roztworach wzorcowych. Bufory standardowe
są rozpoznawane automatycznie. Upewnij się, że została ustawiona poprawna wartość bufora
(zobacz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137).
1. Dokładnie umyj czujnik w wodzie dejonizowanej.
2. Umieść czujnik w roztworze wzorcowym. Upewnij się, że powierzchnia pomiarowa jest całkowicie
zanurzona w roztworze. Wymieszaj roztwór, aby usunąć wszystkie pęcherzyki.
3. Poczekaj, aż temperatura czujnika i roztworu wyrówna się. Może to potrwać 30 minut lub dłużej,
jeśli różnica temperatury między czujnikiem a roztworem referencyjnym jest znaczna.
4. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
5. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
6. Wybierz typ kalibracji:
Opcja Opis
BUFOR 2 PUNKTÓW Do kalibracji użyj 2 buforów (metoda zalecana), na przykład bufora o pH 7 i pH 4.
Bufory muszą pochodzić ze zbioru buforów, który został określony w menu CAL
OPTIONS (patrz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137).
BUFOR 1 PUNKTU Kalibracja przy użyciu 1 buforu, na przykład pH 7. Bufor musi pochodzić ze zbioru
buforów, który został określony w menu CAL OPTIONS (patrz Zmienianie opcji
kalibracji na stronie 137).
PRÓBKA 2 PUNKTÓW Użyj do kalibracji dwóch próbek o znanej wartości pH. Ustal wartość pH próbek
przy użyciu innego instrumentu.
PRÓBKA 1 PUNKTU Użyj do kalibracji jednej próbki o znanej wartości pH. Ustal wartość pH próbki przy
użyciu innego instrumentu.
7. Wybierz opcję sygnału wyjściowego używanego podczas kalibracji:
Opcja Opis
ACTIVE (AKTYWNY) Podczas procedury kalibracji instrument wysyła aktualną mierzoną wartość
wyjściową.
HOLD (WSTRZYMANIE) Podczas procedury kalibracji wartość wyjściowego sygnału czujnika jest
utożsamiana z aktualnie mierzoną wartością.
TRANSFER Podczas procedury kalibracji jest wysyłana aktualna wartość sygnału
wyjściowego. Informacje na temat zmiany wartości zadanej można znaleźć
w podręczniku użytkownika urządzenia sterującego.
8. Gdy czujnik jest zanurzony w roztworze wzorcowym naciśnij klawisz enter.
9. Poczekaj na ustabilizowanie się wartości i wciśnij klawisz enter.
10. Jeżeli roztwór wzorcowy jest próbką, dokonaj pomiaru wartości pH przy pomocy wtórnego
instrumentu weryfikacyjnego. Użyj klawiszy strzałek, aby wprowadzić mierzoną wartość i naciśnij
klawisz enter.
11. Aby wykonać kalibrację 2-punktową:
a. Wyciągnij czujnik z pierwszego roztworu i przepłucz w wodzie dejonizowanej.
b. Umieść czujnik w drugim roztworze wzorcowym i naciśnij klawisz enter.
c. Poczekaj na ustabilizowanie się wartości i wciśnij klawisz enter.
d. Jeżeli roztwór wzorcowy jest próbką, dokonaj pomiaru wartości pH przy pomocy wtórnego
instrumentu weryfikacyjnego. Użyj klawiszy strzałek, aby wprowadzić mierzoną wartość
i naciśnij klawisz enter.
12. Sprawdź wynik kalibracji:
134
Polski
• PASSED (ZATWIERDZONO) - czujnik jest skalibrowany i gotowy do pomiaru próbek.
• FAILED (NIEZATWIERDZONO) - nachylenie krzywej kalibracji poza przyjętymi limitami.
Wyczyść czujnik i spróbuj ponownie z użyciem nowego roztworu referencyjnego. Zobacz
Rozwiązywanie problemów na stronie 138, aby uzyskać więcej informacji.
13. Jeśli kalibracja została zatwierdzona, wciśnij klawisz enter, aby kontynuować.
14. Jeżeli opcja dla identyfikatora operatora jest ustawiona na TAK w opcjach menu CAL OPTIONS,
wprowadź wartość identyfikatora operatora. Zobacz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137.
15. Na ekranie NEW SENSOR (nowy czujnik), zatwierdź czy czujnik jest nowy:
Opcja Opis
YES (TAK) Czujnik nie został jeszcze skalibrowany z tym kontrolerem. Liczba dni użytkowania czujnika
i poprzednie krzywe kalibracji zostaną wyzerowane.
NO (NIE) Czujnik był już kalibrowany z tym kontrolerem.
16. Przywróć czujnik do procesu i wciśnij klawisz enter. Sygnał wyjściowy powróci do stanu
aktywnego, a na ekranie zostanie wyświetlona wartość mierzonej próbki.
Uwaga: Jeśli dla trybu wyjścia wybrano ustawienie wstrzymania lub transferu, wybierz czas opóźnienia,
po jakim wyjście powróci do stanu aktywnego.
Procedura kalibracji ORP
Czujnik może pozostać w próbce procesowej; do kalibracji można także użyć części próbki
procesowej.
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
2. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
3. Wybierz 1 POINT SAMPLE i naciśnij klawisz enter.
4. Wybierz opcję sygnału wyjściowego używanego podczas kalibracji:
Opcja Opis
ACTIVE (AKTYWNY) Podczas procedury kalibracji instrument wysyła aktualną mierzoną wartość
wyjściową.
HOLD (WSTRZYMANIE) Podczas procedury kalibracji wartość wyjściowego sygnału czujnika jest
utożsamiana z aktualnie mierzoną wartością.
TRANSFER Podczas procedury kalibracji jest wysyłana aktualna wartość sygnału
wyjściowego. Informacje na temat zmiany wartości zadanej można znaleźć
w podręczniku użytkownika urządzenia sterującego.
5. Gdy czujnik jest zanurzony w roztworze wzorcowym naciśnij klawisz enter.
6. Poczekaj na ustabilizowanie się wartości i wciśnij klawisz enter.
7. Użyj klawiszy strzałek, aby wprowadzić wartość referencyjną i naciśnij klawisz enter.
8. Sprawdź wynik kalibracji:
• PASSED (ZATWIERDZONO) - czujnik jest skalibrowany i gotowy do pomiaru próbek.
• FAILED (NIEZATWIERDZONO) - nachylenie krzywej kalibracji poza przyjętymi limitami.
Wyczyść czujnik i spróbuj ponownie z użyciem nowego roztworu referencyjnego. Zobacz
Rozwiązywanie problemów na stronie 138, aby uzyskać więcej informacji.
9. Jeśli kalibracja została zatwierdzona, wciśnij klawisz enter, aby kontynuować.
10. Jeżeli opcja dla identyfikatora operatora jest ustawiona na TAK w opcjach menu CAL OPTIONS,
wprowadź wartość identyfikatora operatora. Zobacz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137.
Polski
135
11. Na ekranie NEW SENSOR (nowy czujnik), zatwierdź czy czujnik jest nowy:
Opcja Opis
YES (TAK) Czujnik nie został jeszcze skalibrowany z tym kontrolerem. Liczba dni użytkowania czujnika
i poprzednie krzywe kalibracji zostaną wyzerowane.
NO (NIE) Czujnik był już kalibrowany z tym kontrolerem.
12. Przywróć czujnik do procesu i wciśnij klawisz enter. Sygnał wyjściowy powróci do stanu
aktywnego, a na ekranie zostanie wyświetlona wartość mierzonej próbki.
Uwaga: Jeśli dla trybu wyjścia wybrano ustawienie wstrzymania lub transferu, wybierz czas opóźnienia,
po jakim wyjście powróci do stanu aktywnego.
Kalibracja ręczna (jedynie czujniki pH)
Ta opcja pozwala na ręczną aktualizację nachylenia oraz wartości odchylenia. Czujnik nie musi
zostać usunięty z procesu.
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
2. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
3. Wybierz MANUAL i naciśnij klawisz enter.
4. Zmierzone nachylenie kalibracji jest wyświetlane w mV/pH. Użyj klawiszy strzałek, aby ustawić
wartość i naciśnij klawisz enter.
5. Odchylenie kalibracji jest wyświetlane w mV. Użyj klawiszy strzałek, aby ustawić wartość
i naciśnij klawisz enter.
Uwaga: Aby obliczyć wartość mV, pomnóż docelową wartość odchylenia pH przez wartość nachylenia.
6. Sprawdź wynik kalibracji:
• PASSED (ZATWIERDZONO) - czujnik jest skalibrowany i gotowy do pomiaru próbek.
• FAILED (NIEZATWIERDZONO) - nachylenie krzywej kalibracji poza przyjętymi limitami.
Zobacz Rozwiązywanie problemów na stronie 138, aby uzyskać więcej informacji.
7. Jeśli kalibracja została zatwierdzona, wciśnij klawisz enter, aby kontynuować.
8. Jeżeli opcja dla identyfikatora operatora jest ustawiona na TAK w opcjach menu CAL OPTIONS,
wprowadź wartość identyfikatora operatora. Zobacz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137.
9. Na ekranie NEW SENSOR (nowy czujnik), zatwierdź czy czujnik jest nowy:
Opcja Opis
YES (TAK) Czujnik nie został jeszcze skalibrowany z tym kontrolerem. Liczba dni użytkowania czujnika
i poprzednie krzywe kalibracji zostaną wyzerowane.
NO (NIE) Czujnik był już kalibrowany z tym kontrolerem.
Kalibracja temperatury
Czujnik temperatury został skalibrowany w fabryce. Jednakże, zaleca się, aby zawsze
przeprowadzać kalibrację czujnika temperatury przed kalibracją czujnika pomiarowego.
1. Umieść czujnik w wodzie o znanej temperaturze. Zmierz temperaturę wody precyzyjnym
termometrem lub innym przyrządem.
2. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
3. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
4. Wybierz 1 PT TEMP CAL i naciśnij klawisz enter.
5. Wyświetlana jest wartość pierwotnej temperatury. Wciśnij klawisz enter .
6. Wprowadź poprawną wartość, jeśli różni się od wartości wyświetlanej i naciśnij enter.
7. Wciśnij klawisz enter, aby potwierdzić kalibrację.
136
Polski
Zakończenie procedury kalibracji
Jeśli w trakcie kalibracji zostanie wciśnięty klawisz back użytkownik może zakończyć kalibrację.
1. Wciśnij klawisz back podczas kalibracji. Zostaną wyświetlone trzy opcje:
Opcja Opis
QUIT CAL (ZAK. KAL.) Kończy kalibrację. Należy rozpocząć procedurę kalibracji od nowa.
BACK TO CAL (POWRÓT DO KAL.) Powraca do kalibracji.
LEAVE CAL (PRZER. KAL.) Tymczasowo przerywa kalibrację. Umożliwia dostęp do innych
poleceń menu. Aby powrócić do kalibracji wciśnij klawisz]menu
i wybierz SENSOR SETUP.
2. Użyj klawiszy strzałek, aby wybrać jedną z opcji i naciśnij klawisz enter.
Zmienianie opcji kalibracji
W tym menu użytkownik może zdefiniować zestaw rozwiązań buforowych stosowanych w kalibracji,
ustawić przypomnienie o kalibracji lub uwzględnić identyfikator operatora w danych kalibracyjnych.
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
2. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
3. Wybierz CAL OPTIONS i naciśnij klawisz enter.
4. Użyj klawiszy strzałek, aby wybrać opcje i naciśnij klawisz enter.
Opcja Opis
SELECT BUFFER Tylko dla czujników pH:-zmienia zestaw rozwiązań buforowych, które
są uznawane dla kalibracji dla pH 4, 7, 10, DIN 19267, NIST 4, 6, 9 lub DIN
19266.
Uwaga: Innych buforów można używać, jeśli podczas kalibracji wybrano opcję
próbki 1 punktu 1 lub próbki 2 punktów.
CAL REMINDER
W tym menu użytkownik może ustawić przypomnienie o następnej kalibracji
(PRZYPOMN. KALIBR.)
za daną liczbę dni, miesięcy lub lat — odpowiednie opóźnienie należy wybrać
z listy.
OP ID ON CAL (ID OP.
Uwzględnia identyfikator operatora w danych kalibracyjnych - TAK lub NIE
NA KAL.)
(domyślnie). Identyfikator wprowadza się podczas kalibracji.
Resetowanie opcji kalibracji
Opcje kalibracji należy zresetować, aby przywrócić fabryczne ustawienia domyślne.
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>CALIBRATE.
2. Jeżeli kod dostępu jest włączony w menu zabezpieczeń dla kontrolera, wprowadź kod dostępu.
3. Wybierz RESET DEFAULT CAL i naciśnij klawisz enter.
4. Wciśnij klawisz enter. Zostaną przywrócone domyślne wartości wszystkich opcji kalibracji.
5. Jeżeli opcja dla identyfikatora operatora jest ustawiona na TAK w opcjach menu CAL OPTIONS,
wprowadź wartość identyfikatora operatora. Zobacz Zmienianie opcji kalibracji na stronie 137.
6. Na ekranie NEW SENSOR (nowy czujnik), zatwierdź czy czujnik jest nowy:
Opcja Opis
YES (TAK) Czujnik nie został jeszcze skalibrowany z tym kontrolerem. Liczba dni użytkowania czujnika
i poprzednie krzywe kalibracji zostaną wyzerowane.
NO (NIE) Czujnik był już kalibrowany z tym kontrolerem.
Polski 137
Pomiary impedancji (tylko czujnik pH typu szklana elektroda)
Aby poprawić niezawodność systemu pomiarów pH, kontroler określa impedancję szklanych
elektrod. Ten pomiar jest wykonywany co minutę. W trakcie diagnostyki, odczyt pomiaru pH będzie
wstrzymany na pięć sekund. Jeśli wyświetlony zostanie komunikat o błędzie, należy poszukać
informacji w Lista błędów na stronie 139.
Aby włączyć/wyłączyć pomiar impedancji czujnika:
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>DIAG/TEST>IMPED
STATUS.
2. Wybierz ENABLED [Wł.] lub DISABLED [Wył.] i naciśnij klawisz enter.
Aby wyświetlane były właściwe oraz referencyjne odczyty impedancji czujnika:
1. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>DIAG/TEST>SENSOR
SIGNAL.
Rozwiązywanie problemów
Dane nieciągłe
Podczas kalibracji, dane nie są wysyłane do dziennika danych, co spowoduje, że w dzienniku
danych wystąpią obszary, w których dane będą sporadyczne.
Testowanie czujnika pH
Potrzebne są dwa bufory pH i miernik uniwersalny.
1. Umieść czujnik w roztworze buforowym pH 7 i zaczekaj, aż czujnik i bufor osiągną temperaturę
pokojową.
2. Odłącz biały i czerwony przewód od modułu.
3. Dokonaj pomiaru pomiędzy czerwonym i białym przewodem, aby zweryfikować działanie
termoczułego elementu. Dla elementu termoczułego PT1000 wartość rezystancji powinna
wynosić pomiędzy 1090 a 1105 Ω przy około 25ºC. Dla elementu termoczułego PT100 wartość
rezystancji powinna wynosić około 109 Ω przy około 25ºC. Jeśli element termoczuły działa
poprawnie, podłącz przewody do modułu.
4. Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>DIAG/TEST>SENSOR
SIGNAL. Wartość dla standardowej elektrody pH powinna wynosić pomiędzy -50 a + 50 mV.
5. Opłucz czujnik wodą i umieść w roztworze buforowym o pH 4 lub pH 10 (dla czujników
antymonowych używać tylko roztworu buforowego o pH 4). Poczekaj, aż temperatura czujnika
i buforu wyrówna się z temperaturą otoczenia.
6. Porównaj odczyt mV w buforze pH 4 lub 10 z odczytem w buforze pH 7. Wartość dla
standardowej elektrody pH powinna być różna o około 160 mV. Jeśli różnica jest mniejsza niż
160 mV, skontaktuj się z działem pomocy technicznej.
Menu diagnostyki i testów czujnika
Menu diagnostyki i testów czujnika wyświetla bieżące i historyczne informacje dotyczące
instrumentu. Zobacz Tabela 3.
Naciśnij klawisz menu i wybierz SENSOR SETUP>[Wybierz czujnik]>DIAG/TEST, aby uzyskać
dostęp do menu diagnostyki i testów czujnika.
138
Polski
Tabela 3 Menu DIAGNOST/TEST czujnika
Opcja Opis
MODULE INFORMATION (INF. O MODULE) Wyświetla informacje o module czujnika.
SENSOR INFORMATION (INF. O CZUJNIKU) Wyświetla nazwę i numer seryjny wprowadzone przez
użytkownika.
CAL DAYS (DNI KALIBRACJI) Wyświetla liczbę dni od ostatniej kalibracji.
CAL HISTORY (HISTORIA KALIB.) Wyświetla listę wszystkich kalibracji według
daty/znacznika czasu. Użyj klawiszy strzałek, aby
wybrać kalibrację i naciśnij klawisz enter.
RESET CAL HISTORY (RESET HIST. KAL.) Umożliwia zresetowanie historii kalibracji czujnika
(wymaga podania hasła serwisowego). Powoduje
utratę wszystkich danych kalibracji.
POLARIZATION (POLARYZACJA) Tylko stykowe czujniki przewodności. Wyświetla
informacje o polaryzacji elektrody, kapacytancję
przewodu i czas do następnego pomiaru.
IMPED STATUS (STAN IMPED.) Tylko dla czujników pH - Włącza lub wyłącza pomiary
impedancji.
SENSOR SIGNALS (SYGNAŁY CZUJNIKA) Wyświetla aktualną informacje o sygnale czujnika.
SENSOR DAYS (CZUJNIK: DNI) Wyświetla liczbę dni, przez jakie czujnik był używany.
RESET SENSOR (RESET CZUJN.) Resetuje liczbę dni, podczas których czujnik był
w użyciu i resetuje wszystkie dane kalibracyjne
do wartości domyślnych.
Lista błędów
Błędy mogą występować z różnych przyczyn. Ikona błędu ma formę wykrzyknika wpisanego
w okrąg. W przypadku wystąpienia błędu, ikona błędu i ekran pomiaru będą naprzemiennie
wyświetlane na ekranie głównym. Wszystkie sygnały wyjściowe wymagane w menu urządzenia
sterującego są wstrzymane. Aby wyświetlić błędy, naciśnij klawisz menu i wybierz DIAGNOSTICS
(diagnostyka). Następnie wybierz urządzenie, aby wyświetlić problemy związane z tym urządzeniem.
Aby zapoznać się z listą możliwych błędów, zobacz Tabela 4.
Tabela 4 Lista błędów czujników pH i ORP
Błąd Opis Rozwiązanie
ADC FAILURE (BŁĄD ADC) Błąd konwersji analogowo-cyfrowej Wyłącz kontroler i włącz
go ponownie. Skontaktuj się
z działem pomocy technicznej.
SAME BUFFER (BUFOR PRÓBKI) Przy kalibracji dwupunktowej oba
Upewnij się, że dwa bufory
bufory mają tę samą wartość
stosowane do kalibracji są różne.
SENSOR MISSING (BRAK
Brak czujnika lub czujnik jest
Sprawdź okablowanie i połączenia
CZUJNIKA)
odłączony
czujnika i modułu.
TEMP MISSING (BRAK TEMP.) Brak czujnika temperatury Sprawdź okablowanie czujnika
temperatury. Sprawdź, czy został
wybrany poprawny element
termoczuły.
GLASS IMP LOW (NISKA IMP.
Żarówka jest zepsuta lub
Wymień czujnik. Skontaktuj się
ŻARÓWKI)
przepalona.
z działem pomocy technicznej.
Polski 139
Lista ostrzeżeń
Ikona ostrzeżenia ma formę wykrzyknika wpisanego w trójkąt. Ikony ostrzegawcze pojawiają się
na prawo od głównego wyświetlacza poniżej wartości pomiaru. Ostrzeżenia nie wpływają
na działanie menu, przekaźników i wyjść. Aby wyświetlić ostrzeżenia, naciśnij klawisz menu
i wybierz DIAGNOSTICS (diagnostyka). Następnie wybierz urządzenie, aby wyświetlić problemy
związane z tym urządzeniem. Ikona ostrzeżenia nie będzie wyświetlana, gdy wszystkie problemy
zostaną naprawione lub zatwierdzone.
Aby zapoznać się z listą możliwych ostrzeżeń, zobacz Tabela 5.
Tabela 5 Lista ostrzeżeń dla czujników pH i ORP
Ostrzeżenie Opis Rozwiązanie
PH TOO HIGH (PH ZA WYSOKIE) Mierzona wartość pH wynosi > 14 Wykonaj kalibrację czujnika lub
wymień czujnik.
ORP TOO HIGH (ORP
Mierzona wartość ORP wynosi >
ZA WYSOKIE)
2100 mV
PH TOO LOW (PH ZA NISKIE) Mierzona wartość pH wynosi < 0 Wykonaj kalibrację czujnika lub
wymień czujnik.
ORP TOO LOW (ORP ZA NISKIE) Mierzona wartość ORP wynosi
< –2100 mV
OFFSET TOO HIGH (PRZESUN
Przesunięcie wynosi > 8 (pH) lub
Wykonaj procedurę konserwacji
ZA WYSOKIE)
200 mV (ORP)
czujnika, a następnie ponownie
przeprowadź kalibrację.
OFFSET TOO LOW (PRZESUN
Przesunięcie wynosi < 6 (pH)
ZA NISKIE)
lub –200 mV (ORP)
SLOPE TOO HIGH (ZBOCZE
Zbocze wynosi > 60 (pH)/1,3 (ORP) Ponownie wykonaj kalibrację,
ZA WYSOKIE)
używając świeżego buforu lub
próbki.
SLOPE TOO LOW (ZBOCZE
Zbocze wynosi < 54 (pH)/0,7 (ORP) Oczyść czujnik i ponownie wykonaj
ZA NISKIE)
kalibrację.
TEMP TOO HIGH Mierzona temperatura wynosi >
Sprawdź, czy dla czujnika
100°C
skonfigurowano właściwy element
termoczuły.
TEMP TOO LOW (TEMPERATURA
Mierzona temperatura wynosi < 0°C
ZA NISKA)
CAL OVERDUE (KAL. OPÓŹN.) Upłynął czas określony za pomocą
Wykonaj kalibrację czujnika.
opcji Monit kalibracji
NOT CALIBRATED (NIESKALIBR) Czujnik nie został skalibrowany Wykonaj kalibrację czujnika.
REPLACE SENSOR (WYMIEŃ
Czujnik jest używany od ponad
Wymień czujnik.
CZUJNIK)
365 dni
CAL IN PROGRESS (TRWA KAL) Kalibracja została rozpoczęta ale
Powróć do procedury kalibracji.
nie ukończona
OUTPUTS ON HOLD
Podczas kalibracji ustawiono opcję
Wyjścia zostaną ponownie
(WSTRZYMANIE SYGN. WYJ)
wstrzymania wartości wyjściowych
uaktywnione po upływie
przez określony czas.
zdefiniowanego czasu.
FLASH FAILURE (BŁĄD PAMIĘCI
Błąd zewnętrznej pamięci flash Skontaktuj się z działem pomocy
FLASH)
technicznej.
140 Polski
