Stiebel Eltron SH S electronic с 26.04.2004: 2. Montagehandleiding

21

Nederlands

2. Montagehandleiding 

voor de installateur

2.1 Samenstelling van het

toestel

A

D

M

1

Temperatuurkeuzeknop

2

Waarschuwingslampje voor

gebruiksaanduiding

3

Lampjes voor de

warmwaterinhoudsaanduiding

4

Waarschuwingslampje „SERVICE

ANODE“

5

Bedieningspaneel

6

Warmwater-uitloopstuk G ½

7

Koudwater-inloopstuk G ½

8

Inlaat

9

Kabeldoorvoer PG 21 voor elektrische

aansluiting

10

Aftapkraan met slangaansluiting G ¾

11

Drukschakelaar voor signaalanode

12

Resetknop voor

veiligheidstemperatuurbegrenzer

(bediening aan de voorzijde)

13

Gecombineerde regelaar-begrenzer

14

Afdichting

15

Afdekkappen

16

Signaalanode

– SH 30 S (M 8): Vervanging met

demontage van verwarmingsflens

– SH 50 - 150 S (G ¾): Vervanging

zonder demontage verwarmingsflens

17

Verwarmingsflens

18

Uitstroombuis

19

Ophangbeugel bovenzijde *

20

Ophangbeugel onderzijde *

(bij SH 120 S en SH 150 S)

21

Thermostaat

22

Veiligheidstemperatuurbegrenzer

23

Drukschakelaar voor signaalanode

24

Warmwaterinhoudsaanduiding

25

Kabelschoen voor n-geleiding

26

Klem voor vermogensomschakeling

* voor ter plaatse aan te brengen bouten

Ø 12 mm

2.2 Kranen

•

Gesloten (drukbestendige) uitvoering:

Veiligheidsgroep KV 30 of KV 40 

F

.

•

Open (drukloze) uitvoering:

Drukloze kranen 

G

.

2.3 Voorschriften en

bepalingen

•

De montage (wateraansluiting en elektri-

sche installatie), de eerste ingebruikname

en het onderhoud van dit toestel mogen

uitsluitend door een erkend installateur

volgens deze voorschriften worden

uitgevoerd.

•

Het correct functioneren en de

bedrijfsveiligheid is alleen met de voor het

toestel bestemde originele accessoires en

reserveonderdelen gegarandeerd.

y

De specifieke voorschriften op het gebied

van waterleiding en elektra in het land van

montage, dienen te worden opgevolgd.

(bijv. NEN 1010).

y

Houd ook rekening met de plaatselijke

voorschriften van de waterleidingmij en de

energieleverancier.

Verder moeten in acht genomen worden:

•

het typeplaatje

•

de technische gegevens

•

Waterinstallatie

Leidingmateriaal:

– Koudwaterleiding – Warmwaterrleiding

koperen buis

koperen buis

stalen buis

stalen of koperen

buis

Kunststofsystemen:

Bij boilers kunnen de bedrijfstemperaturen

oplopen tot max. 82 °C worden ingesteld.

De maximale temperatuur kan ook

begrensd worden op 65 °C. In geval van

storing kunnen de temperaturen tot wel

95 °C optreden (max. 0,6 MPa).

Het gebruikte kunststof leidingsysteem

moet voor deze condities geschikt zijn.

•

Elektrische installatie

– Elektrische aansluiting uitsluitend op vast

gemonteerde leidingen in combinatie

met de uitneembare kabeldoorvoer.

– Het toestel moet b.v. door zekeringen

met een scheidingsafstand van

tenminste 3 mm alpolig van het net

kunnen worden gescheiden!

2.5 Plaats van montage

•

In een vorstvrije ruimte.

•

In de nabijheid van de kraan.

2.6 Montage van het toestel

•

Ophangbeugel monteren 

E 

:

Bevestigingsmateriaal afstemmen op de

sterkte van de muur. Bij de SHZ 120 LCD

en SHZ 150 LCD zijn 2 ophangbeugels

noodzakelijk.

Oneffenheden van de muur met behulp

van de bijgeleverde afstandstukken

(

a

. 5 mm dik) compenseren.

•

Verticaal monteren, zie 

D

.

•

Afdekkappen op de ophangbeugel

schuiven  

E  

(

b

).

2.7 Wateraansluiting

Ÿ

Gesloten (met druk) voor het van

warmwater voorzien van meerdere

tappunten.

– Installeer de type-gekeurde

veiligheidsgroepen 

F

KV 30. bestel-nr. 00 08 26,

 tot 0,48 MPa

waterleidingdruk.

KV 40, bestel-nr. 00 08 28,

 tot 1 MPa

waterleidingdruk

a

Veiligheidsventiel

b

Terugstroomklep

c

Testventiel

d

Doorgangsafsluiter (smoring)

e

Drukregelaar (bij KV 40)

f

Meetpunten voor manometer

g Thermostaatkraan TA 260 E

Bestel-nr. 00 34 66

 (separaat

bestellen) ook in combinatie met

KV 40

 mogelijk.

– Afvoerleiding moet groot genoeg zijn voor

volledig geopend veiligheidsventiel. De

afvoerleiding van het veiligheidsventiel

moet t.o.v. de atmosfeer geopend blijven.

– De afblaasleiding van de veiligheidsgroep

moet met een ononderbroken verval

worden geïnstalleerd.

– De aanwijzingen in de montagehandleiding

„Veiligheidsgroep“ moeten in acht worden

genomen.

– De doorstroomhoeveelheid van max.

18 l/min op het reduceerventiel van de

veiligheidsgroep instellen.

•

Open (drukloos) voor het

verzorgen van één tappunt

zie pag. 18

2.4 Technische gegevens 

 (Geldig zijn de gegevens op het typeplaatje)

Type

SH 30 S

SH 50 S

SH 80 S

SH 100 S

SH 120 S

SH 150 S

Mengwaterhoeveel- l

59

97

159

198

235

292

heid  40 °C  (15 °C/65 °C)

Inhoud

l

30

50

80

100

120

150

300

Gewicht, ledig

kg

23,1

28,0

38,0

40,8

45,5

53,3

Aansluitbare

 1 - 4 kW

1/N/PE ~ 230 V

vermogens

 3 - 4 kW

2/N/PE ~ 400 V

 6 kW

3/N/PE ~ 400 V

Toelaatbare bedrijfs-

verdruk

0,6 MPa (6 bar)

Beschermingsklasse

vlg. EN 60529

IP 25 D

Keurmerk

zie typeplaatje

Wateraansluiting

G ½ (uitwendige draad)

Doorstroomhoeveel-

heid

max. 18 l/min

Afmetingen

a

mm

420

510

510

510

510

510

D

b

mm

410

510

510

510

510

510

h

mm

750

720

1030

1030

1190

1425

i

mm

–

–

–

–

300

k

mm

700

600

900

900

900

1100

l

mm

70

140

150

150

310

345

Tabel 1

0,45

0,52

0,66

0,77

0,92

1,05

Stroomverbruik 

stand-by / 24 h 

kWh

22

•

Open (drukloos) voor het

verzorgen van één tappunt.

De toestellen zijn geschikt voor open

(drukloos) gebruik.

Uitloop en kraanzwenkarm niet

afsluiten!

– Bij deze installatie moeten de Stiebel

Eltron-kranen voor open wandboilers 

G

worden gebruikt.

– Voordat de kraan wordt aangesloten,

moet de waterleiding goed worden

doorgespoeld.

– Bij elk opwarmproces druppelt

expansiewater uit de uitloop.

– Voor gebruik, montage, eerste

ingebruikname en onderhoud gelden

dezelfde voorschriften als voor gesloten

(drukvaste) boiler.

Aanwijzing „signaalanode bij

open werkwijze“

Het display op het bedieningspaneel van de

in serie ingebouwde signaalanode voor

druktanks functioneert bij een open

werkwijze niet.

Wij adviseren een ombouwset met

signaalpatroon als indicatie-element in de

schakelkast. Bestelnr. 15 22 68.

De installateur kan na het openen van de

schakelkast het indicatie-element van de

signaalanode controleren 

L

.

2.8 Elektrische aansluiting

•

Verwijder de onderkap van het toestel.

Daartoe dient men de thermostaatknop

eraf te trekken en de bouten eruit te

draaien 

H 

.

•

Elektrische aansluitleiding voorbereiden

 I

 .

•

Elektrisch schakelschema 

M

21

Thermostaat

22

Veiligheidstemperatuurbegrenzer

23

Drukschakelaar voor signaalanode

24

Warmwaterinhoudsaanduiding

25

Kabelschoen voor n-geleiding

26

Klem voor vermogensomschakeling

•

Aansluitvarianten 

N

Sluit de gewenste capaciteit

overeenkomstig de aansluitvoorbeelden

aan en steek indien nodig de klembrug

(

26

) om.

2.9 Begrenzing van de

temperatuurinstelling

H

Voor:

– een grotere veiligheid tegen verbranden

– een geringer energieverbruik en

– minder kalkaanslag

kan de temperatuur worden begrensd.

a

Verstelmogelijkheid van de

temperatuurbegrenzing

b

Stand vanuit de fabriek

2.10 Montage voltooien

•

Kruis het aansluitvermogen en –spanning

op het typeplaatje van het toestel aan met

een ballpoint.

•

Plaats de onderkap en bevestig deze met

bouten  

H

 .

•

Steek de thermostaatknop weer op het

toestel  

H

 .

2.11 Eerste ingebruikname

(mag uitsluitend door een vakman

plaatsvinden!)

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Toestel vullen, ontluchten en

grondig doorspoelen!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Temperateurkeuzeknop tot de

aanslag naar rechts draaien!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Netspanning inschakelen!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Test de werkwijze van het

toestel!

1

2

3

4

5

6

7

8

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

9

Veiligheidsgroep op correct

functioneren controleren

 (bij

gesloten uitvoering)!

Opmerking

•

Bij temperaturen beneden - 15 °C (b.v. bij

transport/opslag) kan de

veiligheidstemperatuurbegrenzer

aanspreken. Resetknop ( 

D 

 12

)

indrukken.

Overdracht van het toestel!

De gebruiker de werking van het toestel

uitleggen en met het gebruik vertrouwd

maken.

Belangrijke aanwijzingen:

•

De gebruiker op mogelijke gevaren attent

maken (Gevaar voor verbranding).

•

Deze gebruiks- en montagehandleiding

afgeven om zorgvuldig te bewaren. Alle

informaties in deze handleiding moeten

zeer zorgvuldig in acht worden genomen.

Zij geven informatie omtrent veiligheid,

bediening, installatie en het onderhoud van

het toestel.

2.12 Onderhoud

•

Bij alle werkzaamheden aan het toestel dit

alpolig van het elektriciteitsnet scheiden!

•

Veiligheidsgroep regelmatig controleren.

•

Ontkalken van de flens alleen na

demontage. Het oppervlak van het

reservoir en de beschermingsanode niet

met ontkalkingsmiddelen behandelen.

•

Veiligheidsinrichting:

Bij de veiligheidstemperatuurbegrenzer de

insteekdiepte 

K 

aanhouden:

a - 

Begrenzer-sensor

b - 

Thermostaat-sensor

•

Aftappen van het reservoir:

Voor het aftappen het toestel van het

elektriciteitsnet scheiden!

– Afsluiter in de koudwateraanvoer

sluiten.

– Warmwaterkranen van alle aftappunten

helemaal openzetten.

– Kap van de aftapstompen (

D 

 10

)

verwijderen.

Bij het aftappen kan heet water naar

buiten komen.

•

De corrosiebeschermende weerstand

  J

  aan de isolatieplaat mag bij

servicewerkzaamheden niet beschadigd of

verwijderd worden. Bij vervanging moet

dit alles weer correct worden

samengebouwd.

a

Koperen verwarmingsflens

b

Isolatieplaat

c

Drukplaat

d

Corrosiebeschermende weerstand

•

Signaalanode 

controleren en vervangen

zodra het waarschuwingslampje op het

bedieningspaneel „SERVICE ANODE“

oplicht. Bij het vervangen van de anode

dient de drukschakelaar beslist stevig te

worden vastgeschroefd.

Bij een open werkwijze dient het

signaalpatroon te worden gecontroleerd

(zie ook 2.7 wateraansluiting „aanwijzing

signaalanode“). Wanneer het patroon  

L

rood kleurt, dient de anode te worden

gecontroleerd en indien nodig te worden

vervangen.

Aanhaalmoment: 1 

+0,5

 Nm (met de hand

aangedraaid).