Trimble Outdoors HV101: ONDERDELEN

ONDERDELEN: Trimble Outdoors HV101

background image

46

Wanneer de beschermende behuizing voor servicewerkzaamheden moet worden verwijderd, dan mag dit 

alleen door in de fabriek opgeleid personeel worden uitgevoerd.

Wees voorzichtig,

 indien er andere dan de hier opgegeven bedienings- of justeerinrichtingen 

worden gebruikt of indien er andere procédés worden uitgevoerd, dan kan dit leiden tot gevaarlijke 

stralingsexpositie.

Instructie:

 Indien het toestel niet overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de producent wordt 

gebruikt, dan kan de voorziene beveiliging belemmerd zijn.

ONDERDELEN

 1 

Aan-Uit-toets

 2 

Batterij-indicator

3   Manuele/Standby toets

4   Status- / waterpasindicator

5   Manuele indicator /(HI) waarschuwingsindicator

6   Pijltjestoets (Omhoog/Omlaag)

7   Pijltjestoets (Rechts/Links)

 8 

Lijntoets

9   Snelheids- en rotatietoets

10   Infraroodontvanger voor afstandsbediening 

 11 

Rotor

 12 

Centreermarkeringen

 13 

Handgreep

 14 

Batterijdeksel

15   5/8”-11 Statiefaansluitingen

 16 

Rubbervoetjes

INBEDRIJFSTELLLING

STROOMVOORZIENING

Batterijen

Batterijen / accu’s gebruiken

Open het batterijenvak met de duimnagel, een muntstuk of een schroevendraaier. 

Batterijen / accu’s zodanig is het batterijenvak plaatsen, dat het 

minuscontact op de spiraalveren van de 

batterijen

 ligt. 

Sluit en vergrendel het deksel van het batterijenvak.

OPBOUW V.D. LASER

Plaats de laser horizontaal of verticaal op een stabiele ondergrond of d.m.v. de statiefaansluiting op een statief of 

wandklem op de juiste hoogte. De laser herkent automatisch of hij horizontaal of vertikaal staat opgesteld.

De laser aan-/uitschakelen

Door op de Aan-Uit-toets 

1

 te drukken wordt het apparaat ingeschakeld, terwijl alle LED’s 

2, 4, 5

 2 sec. 

oplichten. Het waterpas stellen begint onmiddellijk. Voor het uitschakelen van het apparaat opnieuw de toets 

indrukken. Tijdens het waterpas stellen staat de rotor stil, de waterpasindicator 

4

 knippert ( 1 x per sec.). Het 

apparaat is waterpas gesteld, wanneer de laserstraal verschijnt en de waterpasindicator 

4

 niet meer knippert. De 

waterpasindicator brandt dan 5 min. ononderbroken en gaat vervolgens opnieuw knipperen (om de 4 sec.),

ten teken dat de laser automatisch werkt.

Na het inschakelen van de laser en het automatische waterpas stellen start de laser in de laatst gebruikte modus. 

Tijdens het innivelleren kan onmiddellijk het toerental, de scanlijnlengte en –positie worden geselecteerd (Set 

and Forget), waarbij de laserstraal reeds zichtbaar is en dan op het einde van de zelfnivellering uitschakelt.

Wanneer het apparaat meer dan 8 % scheef staat (zelfnivelleringsbereik), knipperen laser en waterpasindicatoren 

in een frequentie van eenmaal per seconde. Het apparaat moet dan opnieuw worden gejusteerd.

Indien de laser zich buiten het zelfnivelleringsbereik bevindt en zo blijft voor meer dan 10 minuten, zal de laser 

automatisch uitschakelen om de batterijen te sparen.

071016_06_HV101_NL.indd   46

071016_06_HV101_NL.indd   46

13.11.2007   15:15:33 Uhr

13.11.2007   15:15:33 Uhr

background image

47

Let op:

 nadat de laser meer dan 5 minuten in de horizontale stand is genivelleerd en de rotor tegen 

een snelheid van 600 rpm roteert, wordt de HI alarmstatus geactiveerd. Indien de laser wordt verstoord 

(er wordt tegen het statief gestoten, enz.) zodat de hoogte van de laserstraal, nadat de laser weer is 

genivelleerd, meer dan 3 mm verschilt, zal de HI alarmstatus de laser en de rotor uitschakelen, de 

rode LED zal twee keer per seconde knipperen (tweemaal de frequentie van de manuele functie). 

Om het niveau te herstellen dient de laser te worden aan- en uitgeschakeld.

Nadat de laser weer is genivelleerd, dient u de oorspronkelijke referentiehoogte te controleren.

Standby-functie

De standby-functie is een energiebesparende functie die de levensduur van de batterijen spaart.

Druk de manuele toets van de apparaat resp. de afstandsbediening in en houd deze 3 seconden lang ingedrukt 

om de standby-functie te activeren.

Let op:

 wanneer de standby-functie wordt geactiveerd, worden de laserstraal, de rotor, het 

zelfnivelleringssysteem en de LED’s uitgeschakeld, maar de HI alarmstatus blijft geactiveerd.

Om u te melden dat de standby-functie is ingeschakeld , knippert de LED 

2

 van de batterij een keer per 

4 seconden.

Om de standby-functie te deactiveren en de volledige werking van de laser te herstellen, dient u de manuele 

toest van van de apparaat resp.de afstandsbediening in te drukken en deze 3 seconden lang ingedrukt te 

houden. De laser en alle andere functies worden weer ingeschakeld.

Rotatiemodus

Door op de rotatie- / snelheidstoets 

9

 te drukken komt het apparaat in de rotatiemodus, resp. stopt eerst de 

scanmodus.

Door opnieuw op de rotatietoets te drukken doorloopt de laser achtereenvolgens de snelheden 0, 50, 200 

en 600 rpm.

De laser start steeds met het als laatste gebruikte toerental.

Bij het werken met een ontvanger wordt de hoogste rotatiesnelheid aanbevolen.

Let op:

 de scantoets kan worden gebruikt om de rotatie van de straal te stoppen.

Puntmodus

Na het stoppen van de rotatie van de laserstraal in horizontale werking, wordt de laserstraal door op de 

omhoog/omlaag pijltjestoetsen op het toestel of de toetsen links/rechts op de afstandsbediening te drukken, 

stap voor stap naar rechts resp. links in het rond bewogen.

In de verticale werkingsmodus daarentegen, kan de laserstraal door op de pijltjestoetsen links/rechts op 

de afstandsbediening te drukken met de wijzers van de klok mee / tegen de wijzers van de klok in worden 

bewogen.

Door de toetsen langer ingedrukt te houden wordt de puntbeweging versneld.

De straal beweegt aanvankelijk in het laag tempo en na 4 seconden in een hoger tempo. 

Scanmodus

Door eenmaal op de scantoets 

8

 te drukken komt het apparaat in de scanmodus, resp. stopt eerst de 

rotatie.

De laser start met een openingshoek van 3°. Door opnieuw op de toets te drukken verandert de lengte van de 

lijn via 8°, 45°, 90° tot 180°. Met de pijltjestoetsen omhoog/omlaag op het toestel of de pijltjestoetsen links/rechts 

op de afstandsbediening kan de lijn naar rechts of links worden bewogen.

Wanneer de toetsen langer worden ingedrukt, wordt de positioneerbeweging van de lijn versneld.

In de automatisch horizontale stand wordt door drukken op en ingedrukt houden van de pijltjestoetsen omhoog/ 

omlaag van de afstandsbediening het scanzonebereik tot 180° vergroot resp. tot max. 3° verkleind.

Let op:

 de rotatie toets kan worden gebruikt om de scanmodus te stoppen.

071016_06_HV101_NL.indd   47

071016_06_HV101_NL.indd   47

13.11.2007   15:15:33 Uhr

13.11.2007   15:15:33 Uhr

Оглавление